Bepaal zelf hoeveel jij jezelf met andere mensen wilt delen door van je binnenwereld je ideale kasteel te maken

 

recognizable landmarks, listed on unesco list of world heritage sites.

 
 
 
Als vrijgezel heb je geen partner met wie jij lief en leed kunt delen. En je ontkomt dan ook niet aan de keuze hoeveel jij jezelf wilt delen met de andere mensen om je heen: familieleden, vrienden, kennissen, collega’s en onbekenden.
Want jezelf delen kan zowel spannend, ongemakkelijk, bedreigend of gevaarlijk zijn, als gezellig, fijn, bevredigend of verrijkend.
Om makkelijker de keuze te kunnen maken hoeveel privacy je graag wilt hebben en hoeveel informatie je graag met anderen wilt delen, kun je jouw binnenwereld zien als een kasteel met een muur, een kasteelpoort, een slotgracht en een binnenplaats.

 
Zo kan het zijn dat jij je tot nu toe als vrijgezel voorgenomen hebt om je binnenwereld zo min mogelijk met andere mensen te delen. Bijvoorbeeld omdat je teleurgesteld geraakt bent in andere mensen of omdat je jouw eigen privacy een groot goed vindt.
Jouw binnenwereld is dan als het ware een zwaarbewaakt fort.
Het heeft als ‘kasteel’ hoge en dikke muren met verschillende uitkijkposten, een kleine en goed gebarricadeerde kasteelpoort zonder raampjes die in principe altijd dicht is, een brede slotgracht met een aantal krokodillen erin om nieuwsgierige en opdringerige mensen op afstand te houden, en een grote hond op de binnenplaats die mensen weer naar buiten kan jagen zodra je hun gezelschap zat bent.

 
Het kan ook zijn dat jij je tot nu toe als vrijgezel juist voorgenomen hebt om je binnenwereld zoveel mogelijk met andere mensen te delen. Bijvoorbeeld omdat je graag met andere mensen alles wilt delen wat je anders met je partner had gedeeld. Of omdat je van diepgaande gesprekken houdt, of iets voor andere mensen wilt betekenen.
Jouw binnenwereld is dan als het ware een inloophuis. Het heeft als ‘kasteel’ lage en dunne muren zonder uitkijkposten, een grote en houten kasteelpoort met veel raampjes die in principe altijd open is, een smalle slotgracht waar iedereen makkelijk overheen kan stappen, en een gezellige binnenplaats met allerlei hapjes en drankjes.

 
Als vrijgezel bepaal je helemaal zelf hoe je jouw binnenwereld er als kasteel uit wilt laten ziet: je bent zelf de enige ontwerper van dit kasteel.
Daarbij maakt het helemaal niet uit voor welk kasteel je kiest. Geen enkel kasteel is beter of waardevoller dan een ander kasteel, en het is puur en alleen een kwestie van voorkeur. Zolang dit kasteel maar voor jóu werkt. Laat dus gerust je fantasie en je creativiteit de vrije loop!

 
Ook ben jij de enige sleutelbewaarder van jouw binnenwereld.
Want in tegenstelling tot je woonruimte is je binnenwereld iets wat niemand kan zien en waar niemand ongevraagd binnen kan komen.
Alleen op de momenten dat jijzelf de deur van je binnenwereld opent, kunnen mensen een glimp van je binnenwereld opvangen, En je bepaalt helemaal zelf wanneer en hoe lang je hen een inkijkje gunt, en hoever je hen in je binnenwereld toelaat.
Je binnenwereld is dus lekker je eigen domein, waarin je 100 procent controle hebt over wie je wanneer, hoe lang en hoe ver binnenlaat!

 
De vraag “Hoeveel wil ik mezelf delen met andere mensen?” kun je dan ook vertalen naar: “Ziet mijn binnenwereld er op dit moment uit als mijn ideale kasteel?”. Met andere woorden: “Hoe tevreden ben ik met de huidige muur, kasteelpoort, slotgracht en binnenplaats van mijn binnenwereld?”.

 
Zonder een partner heb je juist de gelegenheid om van je privacy te genieten: er is niemand die van jou verlangt of eist dat je deelt wat er in je omgaat, en je hebt genoeg tijd en ruimte om alles met jezelf te delen wat jou bezighoudt.
Wel loop je dan op den duur het risico dat jij je eenzaam gaat voelen, of dat je het gevoel krijgt dat jij er altijd helemaal alleen voor staat. Als dat gebeurt, zul je moeten leren om in een gesprek je binnenwereld stukje bij beetje te delen naar een ander toe, zodat de ander zich ook stukje bij beetje kwetsbaar durft op te stellen naar jou toe. Of om voor jezelf de gesprekspartner, steun en toeverlaat te worden die je zoekt.

 
Aan de andere kant heb je als vrijgezel juist ook de gelegenheid om jezelf met veel mensen te delen: je hebt geen partner die jij in gezelschap steeds aandacht hoeft te geven, en kunt jezelf daardoor extra open stellen voor nieuwe contacten.
Wel loop je dan het risico dat sommige mensen misbruik maken van de dingen die ze over jou horen, of dat ze jou maar een kwebbelkous vinden die alleen maar over zichzelf praat. Als dat gebeurt, zul je moeten leren om op je intuïtie te vertrouwen wie je hoeveel over jezelf kunt vertellen. En om in gesprekken niet alleen te zenden maar ook te luisteren, en af te wegen wat je met jezelf wilt delen en wat je met anderen wilt delen …
 

Waarom jouw vrijgezellenleven de beste gelegenheid is om echt helemaal jezelf te worden

 

 
 
 
Geen relatie hebben is de beste gelegenheid om echt helemaal jezelf te leren worden! Om te leren doen wat je wil wanneer je dat wil. En om eerlijk uit te leren spreken wat je denkt, vindt, wilt en voelt.
Want in een relatie mag je bepaalde dingen niet zeggen en niet doen, en moet je aan de andere kant juist bepaalde dingen wel zeggen en wel doen, om te voorkomen dat je relatie op de klippen loopt.
En als vrijgezel heb je dat probleem lekker niet. Zolang je vrijgezel bent, word je door niemand meer beperkt. En kun je dus rustig de tijd en de ruimte nemen die je nodig hebt om te ontdekken en (naar jezelf toe) uit te leren spreken wat je denkt, vindt, wilt en voelt.

 
Tenminste, tot op zekere hoogte.
Want in een relatie met een partner word je niet door één iemand beperkt (alleen door je partner), maar door twee mensen: door je partner én door jezelf. Niet alleen je partner stelt namelijk bepaalde (on)uitgesproken eisen aan jou in jullie relatie, maar zelf stel je onbewust ook bepaalde eisen aan jezelf in jullie relatie.
En zodra je relatie stopt, zit je weliswaar lekker niet meer opgescheept met de eisen van je partner aan jou, maar nog wel met je eigen eisen aan jezelf.
Want ook als je relatie met een partner stopt, heb je nog steeds een relatie: een relatie met jezelf! En ook in de relatie met jezelf heb je zo je eigen verwachtingen van jezelf en je eigen eisen aan jezelf.

 
Echt helemaal jezelf worden begint dan ook met: al je eigen verwachtingen van jezelf en al je eigen eisen aan jezelf in je eigen tempo los leren laten.
Ongemerkt ben je jezelf de hele dag door namelijk aan het muilkorven, inhouden en aanpassen. Op je werk, in het gezelschap van anderen, maar ook in je eigen huis. Bepaalde dingen mág je niet van jezelf en andere dingen móet je juist van jezelf.
Met als gevolg dat je zo verstrikt raakt in je eigen geboden en verboden (in je verwachtingen, eisen, idealen en regels), dat je jouw eigen gevoelens en verlangens steeds meer over het hoofd ziet, steeds minder vaak en steeds minder lang bij jezelf stil blijft staan, en steeds meer het contact met jezelf verliest.
In je vrijgezellenleven heb je dan nog steeds even weinig vrijheid en ben je dan nog steeds even weinig jezelf als in een relatie. Terwijl je jezelf ook toestemming kunt geven om te worden wie je echt bent.

 
De komende week nodig ik jou uit om eens te kijken wat je allemaal van jezelf moet en wat je allemaal niet van jezelf mag. Oftewel, aan welke geboden en verboden jij je van jezelf allemaal moet houden, en door welke geboden en verboden jij nog niet echt helemaal jezelf kunt zijn.
Welke dingen horen in jouw ogen niet?
Wat vind je verkeerd, fout of slecht?
Wanneer vind je jezelf egoïstisch?
Welke dingen doe je vooral voor de buitenwereld?
Wat laat je na, uit angst om afgewezen te worden?
Wanneer doe je wat het verstandigst is, en niet waar je gevoel naar uit gaat?
Wanneer laat jij je door angst weerhouden?
Wanneer doe jij jezelf vrolijker en blijer voor dan je bent?
Wanneer doe je stoer, uit angst om je kwetsbaar te voelen?
En wanneer houd jij jezelf in en pas jij jezelf aan om geen conflict te krijgen?

 
De komende week naar je eigen geboden en naar je eigen verboden kijken is trouwens geen gebod en geen opdracht hoor 😉 En je hoeft jezelf ook niet elke keer op je kop te geven, zodra je merkt dat je van jezelf iets niet mag of iets moet!
Want naar je eigen geboden en verboden kijken is juist een mooie en prettige snelweg naar echt helemaal jezelf worden.
Zodra je merkt dat je iets van jezelf moet of iets niet mag van jezelf, kun je gewoon rustig kijken waarom je dat vindt. Vraag jezelf daarna af hoe het voelt (hoe comfortabel of hoe oncomfortabel) om dat iets te moeten of dat iets niet te mogen. Kijk vervolgens wat je denkt dat er gaat gebeuren als je jezelf toestemming geeft om niet te luisteren naar dat gebod of verbod. En kijk tot slot eerlijk wat je op dit moment het liefst wil, als je ook rekening houdt met de mogelijke gevolgen: juist niet of juist wel luisteren naar je eigen gebod/verbod.

 
En walla, elke keer dat je die 4 stapjes zet bij een gebod of verbod, ontdek je automatsch bij jezelf wat je vindt, voelt, denkt en wilt, en spreek je automatisch naar jezelf toe uit wat je vindt, voelt, denkt en wilt!
En zo kom je dus automatisch elke keer dichter bij jezelf. Ongeacht of je nou beslist om je wel of niet aan je eigen gebod of verbod te houden.
Alleen al het kijken naar je eigen geboden en verboden zorgt er al voor dat je meer jezelf wordt! En je geboden en verboden loslaten komt vanzelf wel een keer, zodra je in gaat zien dat echt helemaal jezelf zijn jou meer oplevert dan kost en daar echt aan toe bent …
 

Hoe aantrekkelijk je bent hangt af van het uithangbord dat je als het ware altijd om je nek hebt

 

 
 
 
Krijg je als vrijgezel regelmatig aandacht van mannen of vrouwen, dan voel jij je aantrekkelijk en vind je het prima om vrijgezel te zijn.
Maar als je nauwelijks of geen aandacht van anderen krijgt, dan steekt dat. Onbewust ga je dan denken dat je onaantrekkelijk bent. Met als gevolg dat je jezelf minderwaardig kunt gaan voelen en dat je ervan baalt dat je nog steeds vrijgezel bent.

 
Ben je extravert (een doener of een prater), dan denk je dat mensen om je heen je uiterlijk, je gedrag of je maatschappelijke status onaantrekkelijk vinden. Ben je introvert (een denker, voeler, dromer of een idealist) dan denk je dat je karakter onaantrekkelijk is.
In beide gevallen is de kans groot dat je jezelf net zolang probeert te veranderen totdat je wél weer in de smaak valt bij andere mensen.
Als extraverte (op de buitenwereld gerichte) vrijgezel ga je dan bijvoorbeeld op zoek naar een ander kapsel, andere kleding, een slanker of gespierder lichaam, andere make-up, meer rijkdom, meer succes, een ander imago, of zelfs botox of cosmetische chirurgie.
En als introverte (op de binnenwereld gerichte) vrijgezel probeer je bijvoorbeeld vrolijker, spontaner, boeiender, zelfverzekerder of stoerder over te komen: door jouw karakter te veranderen (via boeken, trainingen of zelfkritiek) of door jezelf anders voor te doen dan je bent.

 
Soms lijkt je metamorfose een tijdje te helpen, en ben je blij met de aandacht die je nu eindelijk wél krijgt. Maar meestal is dit maar van korte duur en zijn je pogingen gedoemd om te mislukken. Ongeacht hoeveel tijd, energie en geld je er ook in stopt.
Want als vrijgezel straal je onbewust altijd uit wat je van jezelf vindt. Op elk moment van de dag heb je dus als het ware een uithangbord om je nek hangen met daarop ongezouten en ongecensureerd je eigen mening over jezelf!

 
Ben je ontevreden over jezelf, dan straal je dat onbewust uit in je buitenwereld, ongeacht hoeveel moeite je ook doet om dat te verbergen of te verbloemen. En dan staat er op je uithangbord om je nek met koeieletters: “Ik ben onaantrekkelijk: …”, met achter de dubbele punt al je negatieve oordelen over jezelf (zoals: “lelijk, saai, onzeker, verlegen en sloom”).
De mensen om je heen zien dat uithangbord (voelen onbewust aan wat je uitstraalt, en dus wat je over jezelf denkt), en gaan daar onbewust extra op letten. Met als gevolg dat ze dan ook eerder de negatieve dingen bij jou denken te herkennen die ze op dat uithangbord zien staan.

 
Het omgekeerde geldt ook. Ben je juist tevreden over jezelf, dan straal je dat onbewust uit in je buitenwereld, ongeacht hoeveel moeite je ook doet om dat te verbergen of te verbloemen. En dan staat er op je uithangbord om je nek met koeieletters: “Ik ben aantrekkelijk: …”, met achter de dubbele punt al je positieve oordelen over jezelf (zoals: “leuk, vriendelijk, boeiend, zelfverzekerd en grappig”).
De mensen om je heen zien dat uithangbord (voelen onbewust aan wat je uitstraalt, en dus wat je over jezelf denkt), en gaan daar onbewust extra op letten. Met als gevolg dat ze dan ook eerder de positieve dingen bij jou denken te herkennen die ze op dat uithangbord zien staan.

 
Als je het gevoel hebt dat je in welk opzicht dan ook onaantrekkelijk bent, neem dan eens de tijd om te kijken wat er op dat uithangbord zou kunnen staan dat jij op elk moment van de dag om je nek hebt hangen (oftewel: wat je van jezelf vindt, en dus onbewust ook altijd naar andere mensen toe uitstraalt).
Kijk daarna eerlijk met welke negatieve oordelen over jezelf je het echt eens bent. Want als je echt goed naar jezelf én naar die oordelen kijkt, dan blijkt die lelijke grote puist in je uiterlijk of in je innerlijk vaak maar een klein (en misschien zelfs wel schattig) pukkeltje te zijn.
En kijk vervolgens wat je nodig hebt om te aanvaarden dat je uiterlijk, je gedrag, je karakter en je maatschappelijke status op dit moment (en in jouw eigen ogen!) zo zijn.

 
Zodra je dat doet, verandert je uithangbord “Ik ben onaantrekkelijk: …” automatisch in het uithangbord “Ik ben aantrekkelijk. Punt!”.
Waarna je op een gegeven moment gaat merken dat mensen om je heen steeds positiever op je reageren. Zonder dat je jezelf daarvoor hebt hoeven uitsloven. En vooral ook: zonder dat je daarop uit was! Want je accepteert jezelf sowieso toch al, ongeacht wat andere mensen ook over je zeggen en hoe ze ook op jou reageren …
 

Wat je kunt doen als je iets heel graag wilt doen of zeggen, maar dat fout, slecht of verkeerd vindt

 

 
 
 
Hoe meer je doet en zegt wat je graag wilt, hoe gelukkiger jij je voelt. Toch kun je als mens en als vrijgezel hoogstwaarschijnlijk genoeg redenen bedenken om niet alles te doen en niet alles te zeggen waar je blij van zou worden.
Eén van die redenen kan zijn dat je iets wat je graag wilt doen of graag wilt zeggen zelf afkeurt: je vindt het fout, slecht, verkeerd of niet horen (“Dat doe je toch niet!”).
Vervolgens word je boos op jezelf (“Hoe kan ik zoiets fouts/slechts/verkeerds nou willen!”), en onderdruk je dat verlangen meteen. Daarna lijkt het of je dat verlangen helemaal niet meer hebt en dat je er lekker vanaf bent, want doordat je het verdringt ben jij je er niet meer van bewust.
Maar in werkelijkheid heb je dat ‘foute/slechte/verkeerde’ verlangen in een laatje van je binnenwereld gestopt, en houd je de hele dag door onbewust dat laatje dicht, uit angst dat dit verlangen onverwachts weer naar boven komt.
En hoe langer je dat laatje dichthoudt, hoe langer dat verlangen onvervuld blijft, hoe groter en sterker dat verlangen wordt, en hoe moeilijker het wordt om het verlangen weg te drukken en te bedwingen. Met als gevolg dat het verlangen vroeg of laat zo’n sterke drang wordt, dat je er alleen nog maar vanaf kunt komen door het alsnog te vervullen: meestal op een heel ongelegen moment, en op een (veel) extremere manier dan nodig is omdat je het verlangen al zolang onderdrukt hebt.

 
Zelf had ik als volwassene bijvoorbeeld een periode dat ik met veel plezier terugdacht aan hoe ik als kind altijd zo genoot van met speelgoedsoldaatjes spelen.
En op een dag kwam er ineens het verlangen naar boven om als volwassene weer met soldaatjes te gaan spelen. Ik schrok me wild, en keurde dit verlangen meteen af: “Ik als volwassene met soldaatjes spelen? Geen denken aan! Ik ben toch niet kinderachtig!”. En: “Met soldaatjes spelen? Oftewel oorlogje spelen? Dat is wel iets heel agressiefs! Terwijl ik graag spiritueel wil zijn!”.
Ik had dit verlangen dan ook weer heel snel onderdrukt, en dacht er voortaan geen last meer van te zullen krijgen. Maar elke keer dat ik in het winkelcentrum langs een speelgoedwinkel liep of in de brievenbus een reclamefolder van een speelgoedwinkel zag, kwam dat verlangen toch weer naar boven. En ik merkte dat het verlangen steeds groter werd in plaats van steeds kleiner.

 
Zelf heb jij op dit moment misschien ook wel iets wat je heel graag zou willen doen of zeggen, maar waar jij je tegelijkertijd voor schaamt. Net zoals ik toen met die speelgoedsoldaatjes. En ook nu schaam ik me er eerlijk gezegd toch ook nog wat voor om dit over die speelgoedsoldaatjes op Facebook te zetten.
Om met je eigen ‘verboden’ verlangen om te gaan, kunnen de volgende stappen jou misschien verder helpen:

Stap 1: Kijk of je jouw verlangen wel echt zelf fout/slecht/verkeerd vindt

Als kind heb je onbewust veel oordelen van mensen om je heen overgenomen over wat wel en niet goed is, en over wat wel en niet hoort (vooral van ouders/verzorgers en docenten).
Ga dan ook nog eens goed na of je wel zelf degene bent die jouw verlangen afkeurt, of dat die afkeurende stem in jou eigenlijk de stem van iemand om jou heen is. Iemand wiens woorden je als waarheid aanneemt, zonder er zelf nog echt goed over nagedacht te hebben of jij het wel met hem of haar eens bent.
Bij deze stap besefte ik dat ik me zelf op z’n tijd graag jeugdig en speels wil kunnen gedragen, en zo nu en dan even gek wil kunnen doen, bijvoorbeeld met speelgoedsoldaatjes. Maar dat ik in gedachten mijn ouders naar mij zag kijken en hen hoorde zeggen: “Word nou eindelijk toch eens volwassen! Je bent toch geen kind meer!”. Dat oordeel was dus het oordeel van mijn ouders waar ik tot dan toe altijd geloof en waarde aan had gehecht, terwijl ik er zelf een hele andere mening over bleek te hebben. Daarnaast realiseerde ik me dat mijn oordeel over “agressief”en “spiritueel” wel mijn eigen mening was.

Stap 2: Kijk wat er in het allerergste geval kan gebeuren als je jouw verlangen toch zou gaan vervullen

Je verstand is er heel goed in om van een mug een olifant te maken. En om alles wat er in theorie allemaal zou kunnen gebeuren zodra je jouw verlangen toch zou gaan vervullen op te kloppen, op te blazen en te overdrijven. En voordat je er erg in hebt gaat je verstand helemaal op de loop met allerlei doemscenario’s.
Ga om je doemdenkende verstand tot rust te brengen dan ook eens na wat het aller-allerverschrikkelijkste is wat er zou kunnen gebeuren, zodra je jouw verlangen toch zou gaan vervullen.
In mijn geval was dat: dat iemand mij zou zien, en me uit zou gaan lachen en me belachelijk zou gaan maken.

Stap 3: Kijk hoe realistisch het is dat het allerergste echt zal gebeuren zodra je jouw verlangen toch vervult

Zodra je eenmaal weet wat het allerergste is wat er zou kunnen gebeuren bij het vervullen van jouw verlangen, weet je ook wat je allergrootste angst op dit gebied is.
En je kunt dan eens objectief nagaan hoe waarschijnlijk en hoe realistisch het is dat jouw allergrootste angst uit gaat komen.
In mijn geval was er inderdaad een kleine kans dat mijn ouders mijn huis zouden binnenkomen, precies op het moment dat ik toe zou geven aan mijn verlangen om met speelgoedsoldaatjes te spelen. Maar, zo besefte ik, ik kon wel de deur van mijn slaapkamer op slot doen, en daar hadden ze geen sleutel van.

Stap 4: Kijk of er een acceptabele mogelijkheid is om je verlangen toch te vervullen in je dagelijkse leven

Ga eens na of er iets is wat je zou kunnen doen om jouw verlangen toch te vervullen, zonder dat er gebeurt waar je het meest bang voor bent.
In mijn geval hadden mijn ouders geen sleutel van mijn slaapkamer, en kon ik de luxaflex dichtdoen voor mijn slaapkamerraam zodat ik geen inkijk had. In mijn slaapkamer zou ik dus wel ongestoord mijn verlangen kunnen vervullen.
Dat heb ik op een gegeven moment ook gedaan, nadat ik wel eerst mijn schaamte opzij moest zetten: ik heb me een paar keer helemaal uitgeleefd met speelgoedsoldaatjes, net zoals ik vroeger als kind zo vaak deed. Eerlijk gezegd deed het me goed om me weer even kind te voelen, in plaats van een volwassene met allerlei plichten en verantwoordelijkheden. En het wonderlijke was dat mijn verlangen na die paar keren uitleven helemaal vervuld was, en sindsdien niet meer is teruggekeerd!

Stap 5: Fantaseer dat je het verlangen in je dagelijkse leven vervult, als je geen acceptabele mogelijkheid ziet om dat in het echt te doen

Het vervullen van je verlangen in de werkelijkheid geeft de meeste bevrediging. Maar het kan zijn dat je (nog even) geen mogelijkheid ziet om je verlangen in het echt te vervullen, zonder dat je met je allergrootste angst geconfronteerd wordt.
In dat geval is er nog een andere manier om je verlangen te vervullen: namelijk in je fantasiewereld! Niemand anders kan in jouw fantasiewereld kijken, en in je fantasiewereld doe je niemand kwaad. Dus daar kun je ongestoord je verlangen vervullen, zo vaak en zo lang als je maar wilt!
Als ik geen slot op mijn slaapkamer had gehad, of als ik samen met andere mensen mijn huis had gedeeld (bijvoorbeeld met een eigen kind, familieleden of medebewoners) had ik soldaatje kunnen spelen in mijn eigen fantasiewereld. Zo vaak en zo lang als ik zelf had gewild. Zonder dat iemand dat kon zien en mij uit kon lachen. En zonder dat ik daar iemand kwaad mee deed of schade mee berokkende …
 

Goedkeuring van andere mensen verdienen is een signaal dat jij jezelf afkeurt

 

 
 
Zodra jij je in het gezelschap van een of meer mensen onwelkom, ongewenst, ongeliefd of onaantrekkelijk voelt, kun je onbewust de schuld bij jezelf gaan leggen, en bij jezelf gaan denken: “Er is blijkbaar iets mis met mij”.
Je gaat jezelf vervolgens met hen vergelijken, en komt dan meestal uit op 1 van de volgende conclusies: “Ik ben een heel ander persoon dan zij”, “Ik ben minder succesvol dan zij”, “Of ik sta te weinig klaar voor hen”.
Als je dan toch graag waardering, genegenheid of liefde van hen wil krijgen, dan probeer je hun goedkeuring te verdienen door jezelf te ‘repareren’: je probeert als persoon meer op hen te lijken (jezelf in te houden, aan te passen of anders voor te doen), je probeert successen te behalen waarmee je bij hen kunt scoren (een beter imago of betere prestaties), of je probeert zoveel mogelijk voor hen klaar te staan (ongevraagd of gevraagd).

 
Met goedkeuring verdienen ben je hoogstwaarschijnlijk al begonnen bij je ouders/verzorgers. En daarna op school, in je vriendschappen, in je liefdesrelaties, op je werk, en in het gezelschap van onbekenden.
Daar kun je zonder dat je het zelf doorhebt de rest van je leven mee bezig blijven. En hieronder zitten 2 gevoelens verscholen: schaamte en schuldgevoel. Je schaamt je voor je eigen persoonlijkheid, voor je eigen prestaties of voor je eigen ‘egoïsme’. En je voelt je schuldig als je daardoor in jouw eigen ogen andere mensen tekort doet (hen de dupe ervan laat worden).
Je keurt dus zelf je eigen persoonlijkheid, prestaties of behoeftes af, en vraagt vervolgens aan mensen buiten jouzelf goedkeuring door je voor hen uit te sloven.
En zeg nou zelf, ligt het dan eigenlijk niet meer voor de hand om de goedkeuring waar je zo naar smacht te vragen aan de persoon zelf die jou afkeurt: namelijk aan jezelf?
 

Waar het gevoel vandaan komt dat je onwelkom, ongewenst, ongewild, impopulair, onaantrekkelijk of ongeliefd bent

 

 
 
Vanaf het moment dat je geboren werd kwam je in contact met allerlei mensen om je heen.
Het kan zijn dat de mensen om je heen over het algemeen negatief reageerden op jouw aanwezigheid: ze negeerden je, namen je niet serieus, lachten je uit, bekritiseerden je, stelden hoge eisen aan je, pestten je, scholden je uit, mishandelden je geestelijk of lichamelijk, of vergrepen zich aan je. Dat gaf jou het gevoel dat je onwelkom, ongewenst, ongewild, impopulair, onaantrekkelijk of ongeliefd was. En daardoor ging je denken dat je minder waard was dan andere mensen, dat je er niet toe deed, dat je er niet mocht zijn, dat je niet jezelf mocht zijn, dat je er geen recht op had om te bestaan, of dat je er misschien maar beter niet had kunnen zijn. Met als gevolg dat je steeds meer afstandelijkheid, koelheid, kilheid, onverschilligheid, onbegrip, boosheid, haat of vijandigheid ging voelen naar jezelf en naar andere mensen toe.
Reageerden zij over het algemeen juist positief op jouw aanwezigheid, dan voelde jij je welkom, gewenst, gewild, populair, aantrekkelijk en geliefd. Je kreeg het gevoel dat je er toe deed en dat je er recht op had om te bestaan, je voelde je minstens evenveel waard als andere mensen, en je voelde warmte en genegenheid naar jezelf en naar andere mensen toe.

 
Hoe welkom, gewenst, gewild, populair, aantrekkelijk en geliefd jij je in jouw jeugd voelde, hing niet alleen af van hoe de mensen om je heen daadwerkelijk met jou omgingen, maar ook van hoe je zelf naar hun reacties op jou keek.
Zie je als persoon eerder wat er wel is, wat er goed gaat, wat de overeenkomsten zijn en wat de mogelijkheden zijn (oftewel: ben je als persoon een matcher), dan zijn je vooral de momenten opgevallen en bijgebleven waarop mensen positief op jou reageerden, en voelde jij je al gauw welkom, gewenst, gewild, populair, aantrekkelijk en geliefd.
Zie je als persoon eerder wat er niet is, wat er ontbreekt, wat fout/verkeerd/mis gaat, wat de verschillen zijn en wat de risico’s/gevaren/bedreigingen zijn (oftewel: ben je als persoon een mismatcher), dan zijn je vooral de momenten opgevallen en bijgebleven waarop mensen negatief op jou reageerden, en voelde jij je al gauw onwelkom, ongewenst, ongewild, impopulair, onaantrekkelijk of ongeliefd.

 
Daarnaast hing het ervan af hoeveel geloof je hechtte aan wat andere mensen tegen of over je zeiden, en aan wat ze met hun gedrag naar jou toe suggereerden.
Zo ziet een matcher vooral z’n eigen positieve kanten (met zelfoverschatting als valkuil), waardoor ie vanaf z’n geboorte uit zichzelf al een positiever zelfbeeld heeft, minder gauw geloof hecht aan kritiek en zich minder gauw laat ontmoedigen door de reacties van anderen.
En een mismatcher ziet vooral z’n eigen verbeterpunten (met perfectionisme als valkuil), waardoor ie vanaf z’n geboorte uit zichzelf al een minder positief zelfbeeld heeft, zich eerder kritiek persoonlijk aantrekt en zich eerder laat ontmoedigen door de reacties van anderen.
Een matcher zijn is trouwens niet beter en niet slechter dan een mismatcher zijn. Het heeft allebei haar voordelen en nadelen: zo irriteert een matcher zich minder gauw aan zichzelf en z’n omgeving, en ontdekt een mismatcher problemen en risico’s al in het stadium dat er nog iets aan gedaan kan worden.
Of je als persoon een matcher of mismatcher bent is aangeboren (net als bijvoorbeeld je geslacht): dit staat dus helemaal los van de ouders/verzorgers, de omgeving, het milieu, de cultuur, de politieke voorkeur of de levensbeschouwing waar je mee opgegroeid bent, en is dus iets wat je niet op hen kunt afschuiven..

 
Hoeveel jij er in jouw ogen in je jeugd mocht zijn bepaalt ook hoeveel je er nu in jouw ogen mag zijn als vrijgezel.
Voelde jij je toen onwelkom, ongewenst, ongewild, impopulair, onaantrekkelijk of ongeliefd, dan is de kans groot dat jij je nu ook onwelkom, ongewenst, ongewild, impopulair of ongeliefd voelt op je werk, in je woonplaats en temidden van een groep mensen. En dat je als vrijgezel nog steeds geen partner hebt gevonden, kun je dan ook als bewijs gaan zien en aanvoeren dat er iets aan jou ontbreekt en dat je ongewild, impopulair of onaantrekkelijk bent.
Want onbewust denk je bij jezelf: “Als zelfs de mensen die mij op deze wereld hebben neergezet, die dicht bij mij stonden of die mij goed kenden al niets met mij te maken wilden hebben, dan wil niemand op deze wereld iets met mij te maken hebben”.
Terwijl de mensen om je heen maar een heel klein percentage zijn van de hele wereldbevolking. De rest van de wereldbevolking ken je nog helemaal niet, en die kan er heel anders over denken. En voor hetzelfde geld waren de mensen om je heen die je getroffen hebt een uitzondering, of had je door je eigen gekleurde bril een vertekend beeld van de mensen om je heen.

 
Bovendien heeft iedereen op deze wereld evenveel bestaansrecht: anders had het leven, de natuur of het Grote Geheel niet al die moeite gedaan om ons geboren te laten worden en hadden we nooit bestaan!
Iedereen die (ooit) geboren is, heeft (of had) dus het recht om er te zijn: ongeacht hoe lang iemand leeft (of leefde), of in welke omgeving iemand geboren werd en opgegroeid is.
En iedere dag dat we weer wakker worden, vindt het leven, de natuur of het Grote Geheel ons belangrijk genoeg om ons weer een nieuwe dag te geven!
 

Welke oncomfortabele gevoelens onderdrukken, ontkennen en negeren jouw 9 Ikken?

 

 
 
Slechts 1 van jouw 9 Ikken houdt van alle gevoelens: hoe meer intense gevoelens er zijn, hoe meer jouw Gevoelige Ik opleeft (het gevoel krijgt dat ze leeft). Ongeacht om wat voor soort gevoelens het gaat.
Maar jouw 8 andere Ikken willen juist helemaal geen gevoelens hebben, of alleen maar comfortabele gevoelens voelen.
Dus onderdrukken, ontkennen en negeren ze alle oncomfortabele gevoelens die in jou opborrelen als je bijvoorbeeld alleen op de bank zit:

Imperfecte gevoelens

Jouw Perfectionistische Ik wil alleen gevoelens voelen die goed zijn en horen. En dus beheerst ze alle gevoelens die in haar ogen fout, verkeerd of slecht zijn, zoals bijvoorbeeld: woede, jaloezie, afgunst, arrogantie, minachting, onverschilligheid, haat, wraakgevoelens of lust.

Onpraktische gevoelens

Jouw Presterende Ik wil de hele dag door jouw eigen doelen bereiken. En jouw Behulpzame Ik wil de hele dag door andere mensen helpen om hun doelen te bereiken.
Daar hebben ze al hun aandacht en energie voor nodig. En het is voor hen dan ook praktischer en handiger om je eigen gevoelens te onderdrukken. Je gevoelens leiden hen namelijk alleen maar af, dragen niets bij aan de gestelde doelen, en zorgen voor extra tijdsverspilling en energieverspilling.

Onveilige gevoelens

Jouw Beschermende Ik wil zich de hele dag door veilig en dapper voelen. En ze negeert daarom alle gevoelens waardoor ze zich niet meer veilig voelt, zoals: angst, onzekerheid, twijfel, ongerustheid en bezorgdheid.

Conflictveroorzakende gevoelens

Jouw Harmonieuze Ik wil de hele dag door graag vrede en harmonie in haar buitenwereld en binnenwereld. En ze verdooft dan ook alle gevoelens die conflicten kunnen veroorzaken in haar buitenwereld of binnenwereld, zoals: ontevredenheid, onrust, twijfel, arrogantie, rebelsheid en woede.

Verzwakkende gevoelens

Jouw Krachtige Ik wil zich de hele dag door sterk en energiek voelen. En ze ontkent alle gevoelens waardoor ze zich zwak, slap of laf voelt, zoals: angst, onzekerheid, verlegenheid, twijfel, verwarring, machteloosheid, zachtheid, mildheid, tederheid, medeleven en liefde. Woede daarentegen geeft haar van alle gevoelens juist de meeste kracht en energie.

Onplezierige gevoelens

Jouw Genietende Ik wil graag de hele dag door plezier hebben en blij zijn.
En dus redeneert ze alle gevoelens weg die haar plezier kunnen bederven of die haar minder leuk gezelschap kunnen maken, zoals: verdriet, chagerijnigheid, serieusheid, somberheid en boosheid.

Alle gevoelens

Jouw Verstandige Ik wil de hele dag door haar hoofd erbij houden en een helder hoofd hebben.
Maar gevoelens vertroebelen haar geest, en zorgen ervoor dat ze niet meer logisch kan nadenken, niet meer objectief naar de feiten kan kijken, het overzicht verliest en onredelijk kan worden.
Daarom schuift ze alle gevoelens zoveel mogelijk aan de kant.

 

Door je gevoelens heengaan

Doorvoel gevoelens zolang ze nog niet heftig zijn

Gevoelens zijn net als het water in een pannetje op het vuur: hoe langer je ze negeert, hoe meer ze in je binnenwereld gaan borrelen, totdat ze onherroepelijk gaan overkoken, en gaan leiden tot een woedeuitbarsting, een huilbui, een depressie of een burn-out op meestal een heel ongelegen moment.
Door je gevoelens te negeren, hoop je dat ze weggaan. Maar in plaats daarvan worden ze heftiger en heftiger, totdat het kookpunt bereikt wordt.
En dan zijn ze zo heftig geworden, dat je ze niet meer kunt negeren en dat het zwaar wordt om ze te doorvoelen. Negeren werkt dus averechts.
Doorvoel gevoelens dan ook zo gauw mogelijk, het liefst meteen,voordat ze zwaarder worden en beginnen te borrelen. Hoe lichter gevoelens nog zijn, hoe makkelijker het voor jezelf is om ze te doorvoelen. En door je eigen weerstand tegen je gevoelens maak je het alleen maar zwaarder (en onnodig zwaar!) voor jezelf.

Doorzie wat je gevoelens jou duidelijk willen maken

Oncomfortabele gevoelens zijn te vergelijken met de waarschuwingslampjes in een auto.
Ze geven aan dat er een probleem is en dat het tijd wordt om een onvervulde behoefte te bevredigen.
Gevoelens negeren is dan ook vergelijkbaar met het plakken van een sticker op een waarschuwingslampje in de auto, of met het stukslaan van een waarschuwingslampje van je auto.
Maar je onvervulde behoefte blijft dan steeds langer onbevredigd, en als je niet uitkijkt dan loopt het probleem meer en meer uit de hand.
Net als een automotor die heter en heter wordt en vervolgens oververhit raakt, kan dan bijvoorbeeld ook je woonsituatie, je financiële situatie, je baan of een beginnende relatie gaan stranden.

Geniet ook van je comfortabele gevoelens!

Tussen de oncomfortabele gevoelens komen er ook veel fijne gevoelens naar boven.
Vergeet niet om daar heerlijk van te genieten!
Dat maakt het doorvoelen van de minder comfortabele gevoelens ook meteen een stuk prettiger.
En hoe meer onpretttige gevoelens je doorvoelt, hoe minder er nog overblijven om te doorvoelen, en hoe meer ruimte er komt voor prettige gevoelens …
 

Waarom jouw Gevoelige Ik zich een buitenbeentje voelt tussen alle stelletjes om jou heen

 

 
 
Als bijna iedereen om jou heen een relatie lijkt te hebben, dan kan jouw Gevoelige Ik zich eenzaam en een buitenbeentje gaan voelen.
In haar beleving hebben al die andere mensen blijkbaar een bepaalde eigenschap waardoor zij wél een partner kunnen krijgen en houden, en heb jij die eigenschap (nog) niet.
En liggen al die niet-vrijgezellen blijkbaar wél goed in de markt, terwijl jij keer op keer afgewezen wordt (of zelfs helemaal niet opgemerkt wordt!) door de mensen met wie jij wel een relatie zou willen.
Met als gevolg dat jij je voor jezelf kunt gaan schamen en dat je jezelfminderwaardig kunt gaan voelen.

 
Door dat gevoel van eenzaamheid en anders zijn, wil je Gevoelige Ik aan de ene kant graag net als de mensen om jou heen een partner hebben. Als jij namelijk net zoals andere mensen bent, dan hoor je erbij, en word je gewaardeerd in plaats van afgewezen.
Aan de andere kant wil ze, hoe gek dat misschien ook klinkt, juist geen partner. Want hoe langer jij zonder partner bent, hoe meer je naar een partner gaat verlangen, hoe meer emoties je gaat voelen en hoe meer je het gevoel krijgt dat je leeft.

 
Dus of je nou wel of niet een relatie aangaat, je Gevoelige Ik blijft ontevreden.
Ga je wel een relatie aan, dan mist ze het intense gemis van een partner en het diepe verlangen naar een partner, en voelt ze veel minder emoties dan ze wil (als het aan haar ligt, dan voelt ze de hele dag door intense emoties).
Ga je geen relatie aan, dan mist ze het erbij horen en de waardering van niet-vrijgezellen, en is ze bang om afgewezen te worden door de grote groep niet-vrijgezellen omdat ze anders is.
En zolang je deze ontevredenheid in jezelf voelt, heb je een innerlijk conflict.

 
De enige manier om weer innerlijke vrede te vinden, is om met jouw Gevoelige Ik de dialoog aan te gaan.
Je kunt haar helpen inzien dat iedereen uniek is, en dat dus ook alle niet-vrijgezellen van elkaar verschillen. Er bestaat dan ook niet zoiets als: net als alle andere mensen zijn (een grijze muis zijn). Want er zijn op deze hele wereld geen twee mensen te vinden die er precies hetzelfde uitzien, die precies dezelfde ervaringen opgedaan hebben, die precies hetzelfde op die ervaringen gereageerd hebben, en die op elk moment van de dag precies dezelfde gevoelens, gedachten, meningen, verlangens, herinneringen en fantasieën hebben. Zelfs het lichaam, de binnenwereld en de ervaringen van tweelingen zijn niet 100 procent hetzelfde: ze kunnen bijvoorbeeld andere moedervlekken hebben, andere vrienden en vriendinnen hebben, zich net wat anders voelen of gedragen, ander werk hebben, en zullen in ieder geval niet altijd gelijktijdig dezelfde partner hebben 😉 . Kortom, ieder van ons verschilt van alle andere mensen op deze wereld, en we hebben dus evenveel kans als alle andere mensen om gewaardeerd te worden of om door ons anders zijn afgewezen te worden. Ongeacht of we nou vrijgezel zijn of niet-vrijgezel zijn.
Daarnaast kun je jouw Gevoelige Ik helpen inzien dat ze niet alleen als vrijgezel maar ook als niet-vrijgezel intense emoties kan voelen. Want mensen in een relatie worden door hun partner een spiegel voorgehouden en kunnen zichzelf daardoor flink tegenkomen. Ook lopen ze in een relatie tegen moeilijkheden, tegenslagen of problemen aan waar ze samen uit moeten zien te komen. En ze kunnen zich in de loop van de tijd gaan ergeren aan hun partner of aan de relatie zelf. Al met al genoeg emoties dus!

 
Zodra jouw Gevoelige Ik deze twee dingen inziet, maakt het haar niet meer uit of jij nou vrijgezel of niet-vrijgezel bent.
Je stopt met jezelf afwijzen en naar beneden halen, je gaat openstaan voor hoe jouw (liefdes)leven zich ook gaat ontvouwen, en je zult een heerlijke innerlijke rust gaan voelen …