Hoe kijk je écht tegen je vrijgezellenleven aan?

 

 
 
 
Ben je niet (helemaal) tevreden over je vrijgezellenleven, dan zie je meer nadelen dan voordelen, en wil je (zo snel mogelijk) je vrijgezellenleven veranderen óf een partner zien te vinden.
Maar heb je er weleens bij stil gestaan dat jouw onvrede of jouw ontevredenheid ook te maken kan hebben met je manier van kijken?
Dat je tot nu toe misschien maar een deel van alle voordelen en nadelen van het vrijgezellenleven gezien hebt, in plaats van álle voordelen en nadelen? En dat je al die tijd dus misschien wel een vertekend beeld van je vrijgezellenleven gehad hebt?

 
Hieronder zie je 9 verschillende brillen waarmee je naar je vrijgezellenleven kunt kijken.
Met elke bril zie je bepaalde voordelen en bepaalde nadelen van het vrijgezel zijn.
En kijk je door alle 9 brillen, dan zie je alle voordelen en alle nadelen die het vrijgezel zijn nu voor jóu heeft.
Zodat je open en eerlijk kunt beoordelen wat je op dit moment écht van je vrijgezellenleven vindt. En wat je eventueel nog in of aan je vrijgezellenleven wil veranderen om jezelf (nog) gelukkiger te voelen zolang je geen partner hebt.

  1. Bril 1: De Plezier-bril

    Kun je in je vrijgezellenleven meer of minder leuke dingen doen dan in een relatie?
    Maak je in je vrijgezellenleven meer of minder onprettige dingen mee dan in een relatie?
    Heb je in je vrijgezellenleven meer of minder vrijheid dan in een relatie?
    Heb je in je vrijgezellenleven meer of minder afwisseling dan in een relatie?
    Kun je in je vrijgezellenleven je pijn meer of minder uiten dan in een relatie?

  2. Bril 2: De Veiligheid-bril

    Voel jij je in je vrijgezellenleven zekerder of onzekerder dan in een relatie?
    Voel je in je vrijgezellenleven meer of minder angst/ongerustheid/bezorgdheid dan in een relatie?
    Voel je in je vrijgezellenleven meer of minder twijfel dan in een relatie?
    Krijg je in je vrijgezellenleven meer of minder steun dan in een relatie?
    Voel jij je in je vrijgezellenleven veiliger of onveiliger dan in een relatie?

  3. Bril 3: De Onafhankelijkheid-bril

    Kun je in je vrijgezellenleven beter of slechter in je levensonderhoud voorzien dan in een relatie?
    Heb je in je vrijgezellenleven meer of minder tijd (voor jezelf) dan in een relatie?
    Heb je in je vrijgezellenleven meer of minder ruimte dan in een relatie?
    Heb je in je vrijgezellenleven meer of minder energie dan in een relatie?
    Heb je in je vrijgezellenleven meer of minder geld/middelen dan in een relatie?
    Kun je in je vrijgezellenleven je hoofd er beter of slechter bij houden dan in een relatie?
    Voel jij je in je vrijgezellenleven minder of meer afhankelijk dan in een relatie?

  4. Bril 4: De Succes-bril

    Bereik je in je vrijgezellenleven je eigen doelen meer of minder dan in een relatie?
    Is je vrijgezellenleven beter of slechter voor je imago dan een relatie?
    Vind je jouw vrijgezellenleven meer of minder geslaagd dan je relaties?
    Vind je jezelf in je vrijgezellenleven meer of minder geslaagd dan in een relatie?
    Krijg je in je vrijgezellenleven meer of minder erkenning dan in een relatie?
    Krijg je in je vrijgezellenleven meer of minder waardering dan in een relatie?

  5. Bril 5: De Echtheid-bril

    Kun je in je vrijgezellenleven je gevoelens meer of minder uiten dan in een relatie?
    Kun je in je vrijgezellenleven je meningen meer of minder geven dan in een relatie?
    Kun je in je vrijgezellenleven je gedachten meer of minder uitspreken dan in een relatie?
    Kun je in je vrijgezellenleven je verlangens meer of minder vervullen dan in een relatie?
    Kun je in je vrijgezellenleven meer of minder jezelf zijn dan in een relatie?
    Word je in je vrijgezellenleven meer of minder gezien/gehoord/begrepen dan in een relatie?

  6. Bril 6: De Perfectie-bril

    Vind je dat je in je vrijgezellenleven de dingen beter of slechter doet dan in een relatie?
    Vind je jezelf in je vrijgezellenleven een beter of slechter mens dan in een relatie?
    Maak je in je vrijgezellenleven meer of minder fouten dan in een relatie?
    Kun jij je in je vrijgezellenleven meer of minder aan je eigen normen/waarden houden?
    Is je vrijgezellenleven beter of slechter voor je eigen welzijn dan een relatie?

  7. Bril 7: De Kracht-bril

    Voel jij je in je vrijgezellenleven meer of minder energiek dan in een relatie?
    Kun je in je vrijgezellenleven meer of minder zelf bepalen hoe jouw leven eruit ziet dan in een relatie?
    Durf je in je vrijgezellenleven meer of minder je grenzen aangeven dan in een relatie?
    Durf jij je in je vrijgezellenleven meer of minder kwetsbaar op te stellen dan in een relatie?
    Voel jij je in je vrijgezellenleven meer of minder krachtig dan in een relatie?

  8. Bril 8: De NodigZijn-bril

    Voel jij je in je vrijgezellenleven meer of minder nodig dan in een relatie?
    Voel jij je in je vrijgezellenleven meer of minder nuttig dan in een relatie?
    Kun je in je vrijgezellenleven meer of minder voor mensen/dieren betekenen dan in een relatie?
    Heb je in je vrijgezellenleven meer of minder het gevoel dat je iets bij te dragen, toe te voegen of te bieden hebt dan in een relatie?
    Heb je in je vrijgezellenleven meer of minder het gevoel dat je er toe doet dan in een relatie?
    Vind je jouw vrijgezellenleven meer of minder zinvol/waardevol dan een relatie?
    Krijg je in je vrijgezellenleven meer of minder aandacht/liefde dan in een relatie?

  9. Bril 9: De Harmonie-bril

    Voel jij je in je vrijgezellenleven rustiger of onrustiger dan in een relatie?
    Heb je in je vrijgezellenleven meer of minder gezelligheid dan in een relatie?
    Voel je in je vrijgezellenleven meer of minder innerlijke tweestrijd/twijfel/weerstand dan in een relatie?
    Heb je in je vrijgezellenleven meer of minder conflicten dan in een relatie?
    Hoef jij je in je vrijgezellenleven meer of minder in te houden dan in een relatie?
    Heb je in je vrijgezellenleven meer of minder intimiteit/seks dan in een relatie?
    Voel jij je in je vrijgezellenleven meer of minder gelijkwaardig dan in een relatie?

  10.  

Hoe ver heb jij jezelf uit een onveilige en onzekere buitenwereld teruggetrokken?

 

 
 
 
Hoe meer vertrouwen je in jouw buitenwereld hebt, hoe zekerder en veiliger jij je er voelt, en hoe grager je in je buitenwereld komt.
Loop je in je buitenwereld aan tegen onzekerheden, risico’s, bedreigingen of gevaren, dan kan dat bezorgdheid, ongerustheid, angst, twijfel, onzekerheid of paniek bij je oproepen.
En als je vaak of een lange tijd bang voor je buitenwereld bent, dan kun je jezelf steeds meer gaan terugtrekken uit je buitenwereld: eerst steeds meer in je huis, dan in jezelf en vervolgens in iets buiten je dagelijkse leven.
In dit artikel ontdek je in welke fases dat in mijn ogen kan gebeuren en in welke fase jij op dit moment zit.

 

Terugtrek-fase 1: in je fantasiewereld

Vind je het buitenshuis te onzeker, te riskant, te bedreigend of te gevaarlijk, dan kun je jezelf ongemerkt gaan terugtrekken in je fantasiewereld.
Voordat je iets gaat doen of ervaren, fantaseer je dan eerst wat er allemaal mis kan gaan, hoe je die dingen kunt voorkomen en wat je het beste kunt doen als ze toch gebeuren.
“Hoe beter ik mezelf voorbereid op het nieuwe en onbekende dat er aan gaat komen, hoe meer het alleen maar kan meevallen” denk je dan bij jezelf.

 

Terugtrek-fase 2: in je gedachtenwereld

Kom je er zelf steeds maar niet uit hoe je het beste om kunt gaan met al die onzekerheden, risico’s, bedreigingen en gevaren die je jezelf steeds voor de geest haalt, dan kun je jezelf ongemerkt gaan terugtrekken in je gedachtenwereld.
Je probeert dan zoveel mogelijk kennis op te doen om jezelf in alle nieuwe en onbekende situaties te kunnen redden. Bijvoorbeeld door boeken te lezen, cursussen te volgen, of jezelf te verdiepen in survival, wetenschap, filosofie of spiritualiteit.
Je zoekt dan houvast en duidelijkheid in alle onveilige en onzekere situaties die je kunt tegenkomen. En een stappenplan voor élke gebeurtenis die jou ongerust, bezorgd, onzeker, twijfelend of angstig maakt is je ideaal.

 

Terugtrek-fase 3: in groepen mensen

Kom je er zelf na alle moeite die je gedaan hebt nog steeds niet uit wat je in onveilige en onzekere situaties het beste kunt doen, dan kun je jouw zelfvertrouwen verliezen. En het gevoel krijgen dat je er dan maar op moet vertrouwen dat andere mensen jou de veiligheid en zekerheid gaan geven die je zoekt (“Samen staan we sterk!”).
Je vraagt bij alle nieuwe en onbekende dingen die je gaat doen de mensen on je heen om raad en tips, zoekt steun bij je familie of vrienden, zoekt steun bij sterke of invloedrijke mensen, zoekt steun bij andere mensen die in een soortgelijke situatie zitten (lotgenoten), of je zoekt steun bij groepen mensen die beloven dat ze je kunnen helpen (b.v. met survival, zelfverdediging, een geloof, een spirituele leer of een filosofie). En je trekt je dan steeds meer terug in het gezelschap van anderen: alleen in hun gezelschap of alleen na met hen gesproken te hebben durf je de buitenwereld in te gaan.

 

Terugtrek-fase 4: in je huis

Verlies je op een gegeven moment ook het vertrouwen in andere mensen, dan kun je jezelf ongemerkt steeds meer gaan terugtrekken in je huis. Daar is het voor je gevoel een stuk veiliger dan buitenshuis en daar heb je, zo zonder partner, meer grip op wat er gebeurt dan buitenshuis.
Je beschermt je huis dan tegen alle mogelijke risico’s: bijvoorbeeld tegen verval door veel te klussen, tegen verwaarlozing door veel het huishouden te doen of te tuinieren, tegen rommel door veel op te ruimen, tegen vuil door veel schoon te maken, en tegen schade door alles goed op te bergen of veel verzekeringen af te sluiten.
Wat je niet alleen een veilig en zeker gevoel geeft, maar ook het gevoel dat er wel degelijk iets is in je leven waar je grip op hebt.
Heb je voor je gevoel te weinig invloed op je eigen huis (bijvoorbeeld omdat je afhankelijk bent van je huisbaas of medebewoners), dan kun je de drang krijgen om te verhuizen.
Heb je wel genoeg invloed op je (nieuwe) huis, dan kan het zijn dat je op den duur alleen nog maar naar buiten komt als het echt niet meer anders kan (bijvoorbeeld als je dringend boodschappen moet doen of moet werken).

 

Terugtrek-fase 5: in je lichaam

Voel jij je ondanks al je eigen inspanningen maar niet veilig genoeg in je huis (bijvoorbeeld in een onveilige buurt), dan kun je jezelf ongemerkt gaan terugtrekken in je lichaam.
Je beschermt je lichaam dan tegen alle mogelijke risico’s, zoals honger, dorst, ziekte (b.v. door gezond te eten, voedingssupplementen te nemen of regelmatig te bewegen), kwalen, dikker worden (door te diëten, en desnoods door je zelf uit te hongeren), kritiek (b.v. door veel met je uiterlijk bezig te zijn), ouderdom (desnoods via plastische chirurgie), uitputting (b.v. door op tijd naar bed te gaan, regelmatig te leven of veel te sporten), blessures, verwondingen en kou.
Wat je niet alleen een veilig en zeker gevoel geeft, maar ook het gevoel dat er wel degelijk iets is in je leven waar je grip op hebt (“Als ik mijn eigen lichaam al niet eens meer onder controle krijg, wat dan nog wel?”).

 

Terugtrek-fase 6: in je herinneringswereld

Krijgt je lichaam teveel last van bijvoorbeeld ziektes, kwalen, ouderdom, dikheid, blessures, verwondingen, kritiek of mishandeling, dan kun je jezelf onveilig gaan voelen in je lichaam en je ongemerkt gaan terugtrekken in je herinneringswereld.
Want in je verleden zijn misschien nog wel situaties te vinden waarin jij je veilig en zeker (genoeg) voelde in je lichaam, je huis of je buitenwereld.
En die geruststellende herinneringen aan veiligheid en zekerheid in je verleden probeer je zoveel mogelijk en zo lang mogelijk te koesteren, zodat jouw angst en onzekerheid in het heden wat meer op de achtergrond raken.

 

Terugtrek-fase 7: in je fantasiewereld

Heb je te weinig herinneringen aan veilige en zekere situaties in je verleden, of sussen herinneringen aan een veilig verleden niet langer meer je angst en onzekerheid in het heden, dan kun je jezelf ongemerkt gaan terugtrekken in je fantasiewereld.
Want als je fantaseert weet je vooraf altijd precies wát er gaat gebeuren en hoe (de ultieme zekerheid), en in je fantasiewereld kun je alle risico’s, bedreigingen en gevaren uitbannen door er gewoon niet over te fantaseren (de ultieme veiligheid).

 

Terugtrek-fase 8: in een spirituele wereld

Botst je fantasiewereld teveel met je dagelijkse werkelijkheid, of vind je dat je jezelf voor de gek houdt door steeds te fantaseren, dan kun je ongemerkt op zoek gaan naar een spirituele wereld en je daarin terugtrekken (bijvoorbeeld door te mediteren, te visualiseren of te channelen).
In de hoop dat je op die manier in contact komt met bijvoorbeeld engelen, gidsen, je Hoger Zelf, een Groter Geheel of het Al-Wat-Is, die jou de steun, hulp, duidelijkheid, bevestiging en tips kunnen geven waar je zo naar hunkert en zoekt.
Of in de hoop dat je erachter komt waarom de spirituele wereld jou al die onzekere en beangstigende gebeurtenissen toch steeds laat doormaken (of ze in ieder geval niet tegenhoudt), en wat je kunt doen om de spirituele wereld zover te krijgen dat ze die gebeurtenissen niet meer nodig vindt of ingrijpt.
 

Hoe zelfredzaam jij bent, hangt af van hoeveel ruimte je jouw Verstandige Ik geeft

 

 
 
 
Jouw Verstandige Ik realiseert zich heel goed dat het voor jou als vrijgezel essentieel is om jezelf alleen te kunnen redden.
En dus zorgt ze ervoor dat jij voldoende van alles hebt om zelfredzaam te blijven: genoeg energie, tijd, ruimte, geld, middelen en kennis.

 
Ze stimuleert jou om genoeg te slapen, om alleen dingen te doen die weinig energie kosten, om efficiënt met je tijd om te gaan, om genoeg tijd voor jezelf te nemen, om zuinig met je geld om te gaan, om genoeg geld te sparen, om je koelkast, voorraadkasten en zolder gevuld te houden, en om te weten te komen hoe je dingen moet doen.

 
Ze beseft dat al deze dingen in de loop van de dag op kunnen raken, en dat jij dan aangewezen bent op de hulp van andere mensen om te overleven. En dat wil ze koste wat het kost voorkomen, want omgaan met mensen kost in haar ogen teveel energie, tijd en geld, en maakt jou te afhankelijk.
Daarom zorgt ze ervoor dat jij zo min mogelijk verspilt, door zich altijd goed op dingen voor te bereiden en dingen zo efficiënt mogelijk in te plannen.
Ook zorgt ze ervoor dat jij genoeg spullen in voorraad hebt voor als er dingen opraken (zoals levensmiddelen of batterijen), kapot gaan (zoals lampen) of nodig zijn (zoals gereedschap of boeken).

 
Geef je jouw Verstandige Ik te weinig ruimte, dan wordt ze onderactief: je hebt regelmatig een geldtekort, je bent gauw moe, je zit vaak in tijdsnood, je hebt steeds te weinig in huis, je neemt te weinig tijd voor jezelf, je weet niet goed hoe je dingen moet doen, of je moet vaak een beroep op andere mensen doen.

 
Geef je jouw Verstandige Ik teveel ruimte, dan wordt ze overactief: je gunt jezelf geen ruimte meer om spontaan dingen te doen, je kunt niet goed meer tegen verrassingen, je vindt dat mensen jou te vaak storen (je planning doorkruisen), je ontzegt jezelf teveel leuke dingen (zoals sport of een bioscoopfilm) omdat ze in jouw ogen teveel tijd/energie/geld kosten, je hebt uitpuilende boekenkasten of voorraadkasten, mensen om je heen vinden dat je te weinig tijd voor hen maakt, of mensen vinden je gierig.
 

Hoe je mensen van nature helpt, vertelt veel over hoe je in het (vrijgezellen)leven staat

 

 
 
Hoe je mensen om je heen te hulp schiet, verklapt veel over hoe je omgaat met jouw buitenwereld, met gebeurtenissen en met mensen in het algemeen.
Het kan zijn dat je mensen ongevraagd helpt: je krijgt zelf de indruk dat iemand wel wat hulp kan gebruiken, stapt vervolgens zelf op hem of haar af, en bedenkt na het horen van het probleem zelf waar de ander mee geholpen zou kunnen zijn.
Of misschien help je mensen juist gevraagd: je wacht eerst af tot mensen zelf op jou afstappen en jou om hulp vragen, en vraagt vervolgens aan hen welke hulp ze kunnen gebruiken.
En er is ook nog een tussenvorm: je wacht eerst af tot iemand op jou afstapt en jou om hulp vraagt, en na het horen van het probleem bedenk je zelf een oplossing voor hem of haar.

 

Het (vrijgezellen)leven van ongevraagde helpers

Help je mensen van nature ongevraagd, dan vertrouw je in je leven op je eigen oordeel, en weet je wat je wel of niet wilt.
Je komt in beweging zodra je daar behoefte aan hebt, zonder eerst te wachten tot alle omstandigheden in je buitenwereld ideaal zijn. Loop je daarbij tegen een obstakel, een probleem of tegenslag aan, dan ga je daar zelf mee aan de gang, en vind je al snel een oplossing.
Je neemt zelf de touwtjes in handen en maakt je eigen regels. Je laat je niet gauw door iets of iemand tegenhouden, en je vindt het tegelijkertijd moeilijk en spannend om je leven op een positieve manier door je omgeving te laten beïnvloeden.
Je neemt zelf de verantwoordelijkheid voor je eigen leven en kijkt bij alles wat er gebeurt ook naar jouw eigen aandeel erin. En je bent ervan overtuigd dat je veel tot stand kunt brengen. Daarbij vaar je jouw eigen koers, en sta je niet erg open voor de tips, adviezen, ideeën en inbreng van andere mensen.
Verder heb je het vertrouwen dat je mensen iets te bieden hebt, en sta je alleen voor hen klaar als je de indruk hebt dat ze genoeg verantwoordelijkheid nemen voor hun eigen situatie. Accepteren mensen je hulp niet, dan kun je opdringerig worden. En wijzen mensen jouw oplossing af, dan denk je dat ze hun eigen situatie nog niet goed genoeg doorzien, en zie je dat als een extra bewijs dat ze jouw hulp toch echt nodig hebben. Je bent beter in hulp geven dan in hulp ontvangen, en doet dingen het liefst zelf. En dat kan ertoe leiden dat je jouw eigen draagkracht overschat, over jouw eigen grenzen heengaat, en uitgeput of opgebrand raakt.

 

Het (vrijgezellen)leven van gevraagde helpers

Help je mensen van nature gevraagd, dan vertrouw je in je leven meer op het oordeel van andere mensen dan op je eigen oordeel. Je weet niet zo goed wat je wel en niet wilt, of geeft voorrang aan wat anderen graag willen.
Je komt in beweging zodra andere mensen daarom vragen, of zodra jij je veilig of rustig genoeg voelt. Je deelt jezelf niet zo gauw, blijft liever wat onzichtbaar, en vindt het moeilijk en spannend om in gezelschap voor je eigen mening en voor je eigen behoeftes uit te komen.
Je wacht op de juiste of ideale omstandigheden in je buitenwereld voordat je actie onderneemt. Loop je daarbij tegen een obstakel, een probleem of tegenslag aan, dan ga je hier samen met anderen mee aan de gang of maak je het onbelangrijk. En de manier waarop je er samen met anderen mee omgaat, vind je meer van belang dan de oplossing. Want fijne contacten met andere mensen, een gezellige sfeer en een respectvolle samenwerking zijn heel belangrijk en waardevol voor jou.
Je maakt in overleg met andere mensen keuzes, of blijft wikken en wegen als de mensen om je heen tegengestelde meningen of adviezen hebben. Je laat je leven graag op een positieve manier door je omgeving beïnvloeden, en hecht veel waarde aan tips, adviezen, ideeën en inbreng van andere mensen.
Je wordt graag gesteund door een betrouwbaar iemand met veel invloed of kennis, een religie, een levensbeschouwing, een groep mensen, of gemeenschappelijke regels/normen/waarden. Voor gebeurtenissen zoek je een verklaring in de buitenwereld, en je loopt het risico dat je de schuld op anderen of op omstandigheden afschuift, of dat je jezelf een slachtoffer van de omstandigheden voelt.
Verder heb je het vertrouwen dat mensen elkaar iets te bieden hebben, en sta je gauw voor mensen klaar. Accepteren mensen je hulp niet, dan respecteer je dat en blijft je aanbod voor hulp staan. En wijzen mensen jouw oplossing af, dan laat je hen hun eigen oplossing kiezen, en help je hen daarmee. Je bent ook goed in hulp ontvangen, en doet dingen het liefst samen. Dat kan ertoe leiden dat je mensen over je heen laat lopen, en dat je het contact kwijtraakt met je eigen meningen, behoeftes, gevoelens of grenzen.

 

Het (vrijgezellen)leven van halfgevraagde helpers

Help je mensen van nature halfgevraagd, dan vertrouw je in je leven op je eigen oordeel, en weet je wat je wel en niet wilt. Tegelijkertijd ben je bescheiden, voorzichtig, verlegen, onzeker, bang voor afwijzing, of op jezelf.
Je komt in beweging zodra andere mensen daarom vragen, of zodra jij je veilig of rustig genoeg voelt. Je kijkt eerst even de kat uit de boom: je deelt jezelf niet meteen en blijft liever eerst wat onzichtbaar.
Je wacht op de juiste of ideale omstandigheden in je buitenwereld voordat je actie onderneemt. Loop je daarbij tegen een obstakel, een probleem of tegenslag aan, dan vind je na goed nadenken een oplossing, doorvoel je het, of bekijk je de positieve kant van het verhaal.
Je neemt zelf de touwtjes in handen. Je laat je niet gauw door iets of iemand tegenhouden, en laat je leven graag op een positieve manier door je omgeving beïnvloeden.
Voor gebeurtenissen zoek je een verklaring in de buitenwereld, en je loopt het risico dat je de schuld op anderen of op omstandigheden afschuift, of dat je jezelf een slachtoffer van de omstandigheden voelt.
Je bent ervan overtuigd dat je veel tot stand kunt brengen. Daarbij vaar je jouw eigen koers, en sta je niet erg open voor de tips, adviezen, ideeën en inbreng van andere mensen.
Verder heb je het vertrouwen dat je mensen iets te bieden hebt, en sta je voor hen klaar als je de indruk hebt dat ze open staan voor jouw informatie, raad, methode of oplossing. Wijzen mensen jouw oplossing af, dan denk je dat ze hun eigen situatie nog niet goed genoeg doorzien, en laat je het hen verder zelf maar uitzoeken. Je bent beter in hulp geven dan in hulp ontvangen, en doet dingen het liefst zelf. En dat kan ertoe leiden dat je jouw eigen mogelijkheden, kennis of vaardigheden overschat, dat je geconfronteerd wordt met je eigen gebrek aan daadkracht, je eigen beperkingen of je eigen incompetentie, en dat je vast komt te zitten.

 

Mijn uitnodiging aan jou

Ik nodig jou uit om eens te kijken hoe je mensen van nature helpt: ongevraagd, gevraagd of halfgevraagd.
En om daarna te onderzoeken wat je uit de bijbehorende beschrijving hierboven wel en niet in je leven herkent.
Mocht je hierbij ervaringen of inzichten opdoen die weleens interessant of leerzaam kunnen zijn voor jouw medevrijgezellen, deel die dan gerust in een reactie onder dit artikel.
 

Hoe de normen en waarden van je Perfectionistische Ik jou een onwrikbare zekerheid geven én jou koppig maken

 

 
 
Jouw Perfectionistische Ik heeft van nature allerlei normen en waarden: zonder dat ze die stuk voor stuk hoeft te bedenken, en zonder dat ze daar ook maar enige moeite voor hoeft te doen. Ze voelt gewoon automatisch en instinctief aan wat wel en niet hoort, wat wel en niet het juiste is, en wat wel en niet goed is.
Ze is dan ook een belangrijk deel van jouw geweten. Naast jouw intuïtie, die haarfijn aanvoelt wanneer je een belangrijke grens van jezelf overschrijdt, en die dat zacht en subtiel aan je laat merken.

 

Een onwrikbare zekerheid

 
Juist omdat jouw Perfectionistische Ik haar normen en waarden aanvoelt en niet hoeft te bedenken, kan ze niet goed uitleggen en onderbouwen waarom ze die heeft: ze voelt gewoon dat die normen en waarden voor haar kloppen.
En dankzij die normen en waarden weet ze altijd precies wat ze moet doen, en hoe iets beter kan.

Het mooie daarvan is dat je hierdoor een hele stabiele basis krijgt, die voor jou nooit ter discussie staat en die jou dus een onwrikbare zekerheid geeft.
Want wat andere mensen ook zeggen, en met welke tegenargumenten, mentale redenen of feiten ze ook aan komen zetten, je voelt gewoon duidelijk dat jij er anders tegenaan kijkt.
In de ogen van jouw Perfectionistische Ik klopt wat andere mensen zeggen dan ook vaak niet, of leggen ze de lat te laag. En omdat ze zelf geen argumenten en redenen voor haar normen en waarden heeft, zijn er ook geen argumenten en redenen die in een discussie onderuit gehaald kunnen worden.

Haar normen en waarden overleven dus elke discussie, elk verschil van mening, elk meningsverschil en elk conflict.
Met andere woorden, wat er ook in je buitenwereld gebeurt, je kunt gewoon op je onwrikbare normen en waarden blijven vertrouwen en blijven terugvallen. En dat zorgt je hele leven lang voor houvast, duidelijkheid, zekerheid en veiligheid.

 

Koppigheid

 
Onwrikbare normen en waarden hebben tegelijkertijd ook een keerzijde.
Juist doordat je er gevoelsmatig zo van overtuigd bent dat jouw eigen normen en waarden kloppen, en dus niet ter discussie staan, kun je regelmatig van mensen om je heen te horen krijgen dat je zo koppig, onverzettelijk of halsstarrig bent. En dat ze met jou geen dialoog aan kunnen gaan, op de momenten dat ze last hebben van jouw normen of waarden.
Ook is het lastig voor je om je eigen normen en waarden bij te stellen, zodra je zelf tot de ontdekking komt dat bepaalde normen of waarden niet (meer) voor jou werken, jou belemmeren of zelfs tegen je werken: gevoelsmatig lijken ze in beton gegoten te zijn.

Of iets wel of niet perfect is, beoordeelt je Perfectionistische Ik door zich voor te stellen of het in welk opzicht dan ook nog beter kan. En als je maar lang genoeg naar iets kijkt, dan zie je vanzelf wel iets wat nog beter kan: elk voetbalveld heeft wel een grassprietje dat niet groen genoeg is, niet recht genoeg staat, of niet de juiste hoogte heeft.
Op een gegeven moment kun je dat gaan inzien en de lat wat lager willen gaan leggen.

Wat wel of niet hoort, zijn over het algemeen meningen waar je Perfectionistische Ik nog nooit bewust bij stilgestaan heeft: idealen, opvattingen, regels of vooroordelen van jezelf, van belangrijke mensen in je jeugd, van autoriteiten (mensen met in jouw ogen macht of gezag), van de maatschappij, van je cultuur of van ideologieën/religies/levensbeschouwingen.
En op een gegeven moment kun je er behoefte aan krijgen om die meningen tegen het licht te houden, en om open en eerlijk te kijken of je nog steeds achter ze staat en of ze nog steeds voor je werken.

 

Je eigen normen en waarden bijstellen

 
Zodra je de lat lager wil leggen of je eigen normen en waarden wil bijstellen of versoepelen, kun je jouw Perfectionistische Ik jammer genoeg niet met verstandelijke argumenten, mentale redenen of feiten overhalen om er anders tegenaan te kijken. Net zoals dat andere mensen voorheen ook nooit bij jou gelukt is.

Maar gelukkig is er wel een andere manier om dit voor elkaar te krijgen. Onder elke norm en waarde van je Perfectionistische Ik zit namelijk minimaal 1 diepe en onbewuste overtuiging verborgen. In totaal hebben we ongeveer 10 diepe basisovertuigingen, die volledig bepalen hoe we tegen onszelf, andere mensen, onze omgeving en ons (vrijgezellen)leven aankijken. Deze basisovertuigingen vormen samen onze echte ‘onwrikbare’ basis, maar zijn gelukkig met enige moeite wél bij te stellen. En bij het veranderen van een diepgewortelde overtuiging, veranderen jouw normen en waarden automatisch mee.

Daarnaast kun je jouw Perfectionistische Ik ook bepaalde praktische inzichten geven als je de dialoog met haar aangaat: zolang ze maar duidelijk ziet dat dingen daardoor in de praktijk beter gaan, staat ze er wel voor open.

 

Tot slot

 
Nog even voor de duidelijkheid: de normen en waarden van jouw Perfectionistische Ik zijn meningen van haarzelf die in haar ogen voor de hele wereld gelden, en voor jou in het bijzonder: dus eigenlijk vaststaande regels voor iedereen en voor elke situatie.

Deze normen en waarden zijn dus NIET hetzelfde als de voorkeuren van je Genietende Ik, je Gevoelige Ik en je Krachtige Ik.
Je Genietende Ik voelt aan welke keuze haar het meeste plezier geeft, je Gevoelige Ik voelt aan welke keuze haar de meeste emoties oplevert en je Krachtige Ik voelt aan welke keuze haar de meeste kracht en energie geeft.
Voelen deze 3 Ikken op een gegeven moment aan dat ze minder plezier, minder emoties of minder energie van iets krijgen dan ze willen, dan kiezen ze als het nodig is voor iets wat hun meer oplevert.
Hun voorkeur hangt dus af van hoe ze zich op dat moment voelen, en blijft dus niet hun hele leven hetzelfde.

Ook zijn deze normen en waarden NIET hetzelfde als de goed onderbouwde en goed doordachte meningen van je Verstandige Ik.
Jouw Verstandige Ik kan zichzelf pas een mening vormen als ze alle relevante informatie verzameld heeft, op juistheid heeft gecontroleerd, heeft geanalyseerd en op een rijtje heeft gezet. Terwijl jouw Perfectionistische Ik meteen aanvoelt wat ze vindt, en dus geen enkele informatie nodig heeft. Je Verstandige Ik kan dan ook wél goed uitleggen waarom ze iets vindt, in tegenstelling tot je Perfectionistische Ik.
Verder zijn de meningen van je Verstandige Ik objectief, en niet subjectief zoals de meningen van je Perfectionistische Ik.
En zodra iemand maar met overtuigende verstandelijke argumenten, met goede mentale redenen, of met meetbare of onweerlegbare feiten aankomt, stelt je Verstandige Ik haar mening bij op basis van de nieuwe informatie.
 

Door onze 9 allergrootste behoeftes ontstaan er automatisch 9 Ikken in onszelf

 

 
 
Als vrijgezel, en als mens, hebben we allemaal 9 universele levensbehoeftes (9 basisbehoeftes): veiligheid, plezier, succes, perfectie, onszelf zijn, harmonie, kracht, kennis en nodig zijn.
Ongeacht of we die behoeftes wel of niet erkennen, en of we die behoeftes wel of niet bevredigen.

 
Het bijzondere is dat we voor de bevrediging van de ene basisbehoefte weer andere karaktereigenschappen nodig hebben dan voor de bevrediging van andere basisbehoeftes.
Om succes te krijgen kijken we bijvoorbeeld naar het doel (het resultaat). En om plezier te maken kijken we juist naar de weg ernaar toe (het proces).
Om ons veilig te voelen is het verstandig om ons aan de regels te houden. En om echt onszelf te kunnen zijn willen we onszelf juist niet laten beknotten door regels.
Om perfectie na te streven moeten we kunnen zien wat er niet is, wat de verschillen zijn en wat er beter kan. En om ons harmonieus en vredig te voelen, kijken we juist naar wat er wel is en naar overeenkomsten.
Als we krachtig willen zijn, dan nemen we zelf het initiatief. En als we harmonie willen hebben, dan laten we juist liever andere mensen het initiatief nemen.
Als we ons veilig willen voelen dan vragen we graag advies en steun aan andere mensen. En als we ons krachtig willen voelen, dan gaan we juist liever onze eigen gang.

 
Daarnaast willen we het liefst dat op elk moment van de dag al onze 9 basisbehoeftes bevredigd zijn, zodat we ons optimaal gelukkig voelen.
Eén deel van ons wil zich graag veilig voelen, een ander deel van ons wil op hetzelfde moment plezier hebben, weer een ander deel van ons wil op datzelfde moment succes hebben, enzovoort.
Daardoor ontstaan er in onszelf 9 verschillende delen, die elk hun eigen behoeftes hebben (1 basisbehoefte plus een aantal behoeftes die daarvan in het verlengde liggen), die elk hun eigen karaktereigenschappen hebben, en die op elk moment van de dag in ons zitten: onze 9 Ikken.
Dit zijn ze:

  1. Onze Beschermende Ik (op zoek naar veiligheid, zekerheid en steun)
  2. Onze Genietende Ik (op zoek naar plezier en blijheid)
  3. Onze Presterende Ik (op zoek naar succes)
  4. Onze Perfectionistische Ik (op zoek naar perfectie)
  5. Onze Gevoelige Ik (op zoek naar echt zichzelf zijn en leven vanuit haar gevoel)
  6. Onze Harmonieuze Ik (op zoek naar harmonie, rust, gezelligheid en tevredenheid)
  7. Onze Krachtige Ik (op zoek naar kracht, energie en uitdagingen)
  8. Onze Verstandige Ik (op zoek naar kennis, objectiviteit, redelijkheid en zelfredzaamheid)
  9. Onze Behulpzame Ik (op zoek naar een gevoel van nodig zijn)

 
Als Wijze Ik bepalen we op elk moment van de dag zelf welke van de 9 Ikken we op de voorgrond laten komen.
Laten we al onze 9 Ikken even vaak en even lang op de voorgrond komen, dan komen ze allemaal tot hun recht, dan worden al hun behoeftes vervuld, en dan voelen we totale bevrediging en innerlijke vrede.
Laten we onze favoriete Ikken vaker op de voorgrond komen dan de andere Ikken, dan stoppen we meer tijd, energie en aandacht in het bevredigen van onze favoriete behoeftes, en blijft er minder tijd, energie en aandacht over voor de bevrediging van onze andere behoeftes. Ook laten onze minder favoriete Ikken zich op een gegeven moment niet meer naar de achtergrond duwen, en beginnen ze ons te laten zien en te laten horen dat zij er ook nog zijn en eveneens recht op aandacht hebben. Met als gevolg dat we weinig bevrediging voelen en last krijgen van innerlijke conflicten.

 
De praktijk wijst helaas uit dat we allemaal 1 meest favoriete Ik hebben (onze LievelingsIk), en dat daar 99 procent van al onze tijd, energie en aandacht naar toegaat.
Vinden we in plaats daarvan een goede balans tussen onze 9 Ikken, dan zijn we weer helemaal in evenwicht. En dan kunnen we in elke situatie in vrijheid kiezen welke Ik ons op dat moment het beste kan helpen:

  • Op de momenten dat we iets goed en zorgvuldig willen doen, zetten we onze Perfectionistische Ik in voor meer perfectie of onze Presterende Ik voor meer succes. En op de momenten dat we iets minder belangrijks doen, wat dus niet perfect hoeft, zetten we onze Harmonieuze Ik in voor harmonie en rust in onze binnenwereld, of onze Genietende Ik voor plezier.
  • Op de momenten dat we ons emotioneel voelen, geven we onze Gevoelige Ik de ruimte om onszelf te zijn. En op de momenten dat we genoeg hebben van onze emoties en graag een oplossing willen, zetten we de feiten en mogelijkheden op een rijtje met onze Verstandige Ik.
  • Op de momenten dat we iets belangrijks of iets wat we eng vinden willen zeggen of doen, schakelen we onze Krachtige Ik in voor meer kracht. En op de momenten dat er niet echt iets is wat we per se willen zeggen of doen, laten we onze Harmonieuze Ik meegaan in wat andere mensen zeggen en doen, voor meer harmonie en rust in de buitenwereld. Of laten we onze Beschermende Ik meegaan in wat de meerderheid wil om ons in gezelschap veilig te voelen.
  • Op de momenten dat we zelf belangrijke behoeftes voelen, zetten we onze Krachtige Ik in voor meer kracht of onze Presterende Ik voor meer succes. En op de momenten dat onze eigen behoeftes bevredigd zijn, kunnen we onze Behulpzame Ik inzetten, om andere mensen te helpen om hun behoeftes te vervullen, en om het gevoel te krijgen dat we nodig zijn en iets toevoegen.
  • Op de momenten dat we met gevaren of bedreigingen geconfronteerd worden, laten we onze Beschermende Ik fantaseren over wat er allemaal mis kan gaan en over wat we in elk van die scenario’s kunnen doen. En zodra we tegen kansen aanlopen, vragen we onze Genietende Ik om te fantaseren over alle mogelijkheden die we hebben en over de eerste stappen die we kunnen zetten.

 
Als je dit allemaal zo leest, wat zou dan weleens jouw LievelingsIk kunnen zijn (de Ik waar het grootste deel van jouw tijd, energie en aandacht naar toe gaat)?
 

De Kerst met andere mensen doorbrengen of alleen?

 

 
 
Zodra de Kerstdagen aanbreken, kom je onbewust voor een keuze te staan: ga ik beide Kerstdagen samen met andere mensen doorbrengen, ga ik één Kerstdag met andere mensen vieren, of blijf ik beide Kerstdagen alleen?
Jouw 9 Ikken hebben daar elk hun eigen kijk op. En hieronder kun je voor jezelf nagaan welke Ik jij dit jaar de doorslag hebt laten geven. Zat je eerst te twijfelen tussen 2 of 3 mogelijkheden, dan kun je hieronder zien welke 2 of meer Ikken toen met elkaar aan het discussiëren waren in je binnenwereld.

Beide dagen met andere mensen

  1. Jouw Perfecte Ik:
    “Ik vind dat ik de Kerst moet doorbrengen met andere mensen. Waarom ik dat vind, weet ik niet precies: het hoort gewoon zo, en zulke dagen in mijn eentje doorbrengen is verkeerd. Ongeacht wat andere mensen daarvan vinden.”
  2. Jouw Behulpzame Ik:
    “Het zou andere mensen goed doen als ik tijdens de Kerst bij hen ben. Want dan kan ik er voor hen zijn. Alleen blijven vind ik egoïstisch, want dan doe ik hen tekort.”
  3. Jouw Beschermende Ik:
    “Als mensen om me heen verwachten dat ik er ben met Kerst, dan moet ik flexibel zijn en de Kerst met hen doorbrengen. Misschien kan ik hen die dagen steun geven en geven ze mij ook steun. Bovendien wil ik niet uit de toon vallen, want de mensen om me heen vieren wel samen Kerst. Ook zou ik niet weten wat ik in mijn eentje tijdens de Kerst zou moeten doen.”
  4. Jouw Harmonieuze Ik:
    “Ach, het maakt me niet uit of ik de Kerst met andere mensen of alleen doorbreng. Door Kerst samen met andere mensen te vieren, worden ze niet ontevreden dat ik wegblijf en krijg ik in ieder geval geen conflict met hen. En ik houd erg van gezellig samenzijn, zeker in zo’n gezellige periode als de Kerst.”

Eén dag alleen en één dag met anderen

  1. Jouw Gevoelige Ik:
    “Kerst vieren met andere mensen vind ik zo’n cliché en ik zit niet te wachten op die oppervlakkige gesprekken. Ook is Kerstmis iets commercieels en dus nep.
    Maar als ik helemaal geen Kerst vier, kan ik afgewezen worden door de mensen om me heen. Dus vier ik één dag Kerst met een klein groepje mensen, zodat het persoonlijk en niet te massaal wordt. Ik doe die dag dan wel alsof ik net als zij van Kerst vieren hou.”
  2. Jouw Genietende Ik:
    “Eén dag Kerst vieren met andere mensen vind ik leuk. En als ik niet kom, bederf ik hun plezier. Want zij vinden het leuk als ik er even ben.
    Tegelijkertijd vind ik het een verplichting. En de andere Kerstdag wil ik graag de vrijheid hebben om andere leuke dingen te doen.”
  3. Jouw Krachtige Ik:
    “Ik ben graag bij mensen waar ik energie van krijg. En met z’n allen flink eten en drinken vind ik heerlijk, evenals pittige discussies.
    Tegelijkertijd wordt mijn dag dan wel erg door andere mensen beïnvloed: door wat ze zeggen en wat ze doen, vooral als ik bij hen op bezoek ben. De andere Kerstdag wil ik dan ook weer helemaal zelf de touwtjes in handen hebben.”
  4. Jouw Verstandige Ik:
    “Mezelf terugtrekken in mijn gedachtenwereld geeft mij energie, terwijl met mensen omgaan mij energie en tijd kost.
    Maar mensen reageren te heftig als ik er niet ben, en daarom breng ik één Kerstdag (of het liefst een klein deel daarvan) met hen door. Ik wek dan de indruk dat ik meedoe met hun gesprekken, maar ben ondertussen dingen aan het uitdenken.”
  5. Jouw Presterende Ik:
    “Het is goed voor mijn imago om om één Kerstdag met andere mensen door te brengen. Ik kan hen dan ook meteen vertellen over de doelen die ik de afgelopen tijd heb bereikt. En dit is een mooie kans om te netwerken en om meer medewerking te krijgen voor mijn volgende doelen.
    De andere Kerstdag gebruik ik om verder te gaan met mijn doelen, want anders raak ik te ver achter.”

Beide dagen alleen

  1. Jouw Verstandige Ik:
    “Kerst vieren met andere mensen kost mij energie en tijd. En daardoor kom ik aan het eind van de dag misschien energie en tijd tekort om mezelf te redden. Ook vertellen mensen met Kerst vaak dingen die ik al weet. En met Kerst doen mensen zo emotioneel.”
  2. Jouw Krachtige Ik:
    “Ik heb geen vertrouwen meer in andere mensen: zodra ze de kans hebben, proberen ze me te benadelen of te misbruiken, en dat laat ik niet gebeuren. Daarom ben ik liever alleen met de Kerst, zodat ik niet teleurgesteld raak en in mijn kracht blijf.”
  3. Jouw Genietende Ik:
    “Kerstdagen zijn voor mij vrije dagen, waarop ik alles kan doen wat ik wil. Ik grijp deze gelegenheid dan ook aan om er lekker in m’n eentje van te genieten.”