Hoe kijk je écht tegen je vrijgezellenleven aan?

 

 
 
 
Ben je niet (helemaal) tevreden over je vrijgezellenleven, dan zie je meer nadelen dan voordelen, en wil je (zo snel mogelijk) je vrijgezellenleven veranderen óf een partner zien te vinden.
Maar heb je er weleens bij stil gestaan dat jouw onvrede of jouw ontevredenheid ook te maken kan hebben met je manier van kijken?
Dat je tot nu toe misschien maar een deel van alle voordelen en nadelen van het vrijgezellenleven gezien hebt, in plaats van álle voordelen en nadelen? En dat je al die tijd dus misschien wel een vertekend beeld van je vrijgezellenleven gehad hebt?

 
Hieronder zie je 9 verschillende brillen waarmee je naar je vrijgezellenleven kunt kijken.
Met elke bril zie je bepaalde voordelen en bepaalde nadelen van het vrijgezel zijn.
En kijk je door alle 9 brillen, dan zie je alle voordelen en alle nadelen die het vrijgezel zijn nu voor jóu heeft.
Zodat je open en eerlijk kunt beoordelen wat je op dit moment écht van je vrijgezellenleven vindt. En wat je eventueel nog in of aan je vrijgezellenleven wil veranderen om jezelf (nog) gelukkiger te voelen zolang je geen partner hebt.

  1. Bril 1: De Plezier-bril

    Kun je in je vrijgezellenleven meer of minder leuke dingen doen dan in een relatie?
    Maak je in je vrijgezellenleven meer of minder onprettige dingen mee dan in een relatie?
    Heb je in je vrijgezellenleven meer of minder vrijheid dan in een relatie?
    Heb je in je vrijgezellenleven meer of minder afwisseling dan in een relatie?
    Kun je in je vrijgezellenleven je pijn meer of minder uiten dan in een relatie?

  2. Bril 2: De Veiligheid-bril

    Voel jij je in je vrijgezellenleven zekerder of onzekerder dan in een relatie?
    Voel je in je vrijgezellenleven meer of minder angst/ongerustheid/bezorgdheid dan in een relatie?
    Voel je in je vrijgezellenleven meer of minder twijfel dan in een relatie?
    Krijg je in je vrijgezellenleven meer of minder steun dan in een relatie?
    Voel jij je in je vrijgezellenleven veiliger of onveiliger dan in een relatie?

  3. Bril 3: De Onafhankelijkheid-bril

    Kun je in je vrijgezellenleven beter of slechter in je levensonderhoud voorzien dan in een relatie?
    Heb je in je vrijgezellenleven meer of minder tijd (voor jezelf) dan in een relatie?
    Heb je in je vrijgezellenleven meer of minder ruimte dan in een relatie?
    Heb je in je vrijgezellenleven meer of minder energie dan in een relatie?
    Heb je in je vrijgezellenleven meer of minder geld/middelen dan in een relatie?
    Kun je in je vrijgezellenleven je hoofd er beter of slechter bij houden dan in een relatie?
    Voel jij je in je vrijgezellenleven minder of meer afhankelijk dan in een relatie?

  4. Bril 4: De Succes-bril

    Bereik je in je vrijgezellenleven je eigen doelen meer of minder dan in een relatie?
    Is je vrijgezellenleven beter of slechter voor je imago dan een relatie?
    Vind je jouw vrijgezellenleven meer of minder geslaagd dan je relaties?
    Vind je jezelf in je vrijgezellenleven meer of minder geslaagd dan in een relatie?
    Krijg je in je vrijgezellenleven meer of minder erkenning dan in een relatie?
    Krijg je in je vrijgezellenleven meer of minder waardering dan in een relatie?

  5. Bril 5: De Echtheid-bril

    Kun je in je vrijgezellenleven je gevoelens meer of minder uiten dan in een relatie?
    Kun je in je vrijgezellenleven je meningen meer of minder geven dan in een relatie?
    Kun je in je vrijgezellenleven je gedachten meer of minder uitspreken dan in een relatie?
    Kun je in je vrijgezellenleven je verlangens meer of minder vervullen dan in een relatie?
    Kun je in je vrijgezellenleven meer of minder jezelf zijn dan in een relatie?
    Word je in je vrijgezellenleven meer of minder gezien/gehoord/begrepen dan in een relatie?

  6. Bril 6: De Perfectie-bril

    Vind je dat je in je vrijgezellenleven de dingen beter of slechter doet dan in een relatie?
    Vind je jezelf in je vrijgezellenleven een beter of slechter mens dan in een relatie?
    Maak je in je vrijgezellenleven meer of minder fouten dan in een relatie?
    Kun jij je in je vrijgezellenleven meer of minder aan je eigen normen/waarden houden?
    Is je vrijgezellenleven beter of slechter voor je eigen welzijn dan een relatie?

  7. Bril 7: De Kracht-bril

    Voel jij je in je vrijgezellenleven meer of minder energiek dan in een relatie?
    Kun je in je vrijgezellenleven meer of minder zelf bepalen hoe jouw leven eruit ziet dan in een relatie?
    Durf je in je vrijgezellenleven meer of minder je grenzen aangeven dan in een relatie?
    Durf jij je in je vrijgezellenleven meer of minder kwetsbaar op te stellen dan in een relatie?
    Voel jij je in je vrijgezellenleven meer of minder krachtig dan in een relatie?

  8. Bril 8: De NodigZijn-bril

    Voel jij je in je vrijgezellenleven meer of minder nodig dan in een relatie?
    Voel jij je in je vrijgezellenleven meer of minder nuttig dan in een relatie?
    Kun je in je vrijgezellenleven meer of minder voor mensen/dieren betekenen dan in een relatie?
    Heb je in je vrijgezellenleven meer of minder het gevoel dat je iets bij te dragen, toe te voegen of te bieden hebt dan in een relatie?
    Heb je in je vrijgezellenleven meer of minder het gevoel dat je er toe doet dan in een relatie?
    Vind je jouw vrijgezellenleven meer of minder zinvol/waardevol dan een relatie?
    Krijg je in je vrijgezellenleven meer of minder aandacht/liefde dan in een relatie?

  9. Bril 9: De Harmonie-bril

    Voel jij je in je vrijgezellenleven rustiger of onrustiger dan in een relatie?
    Heb je in je vrijgezellenleven meer of minder gezelligheid dan in een relatie?
    Voel je in je vrijgezellenleven meer of minder innerlijke tweestrijd/twijfel/weerstand dan in een relatie?
    Heb je in je vrijgezellenleven meer of minder conflicten dan in een relatie?
    Hoef jij je in je vrijgezellenleven meer of minder in te houden dan in een relatie?
    Heb je in je vrijgezellenleven meer of minder intimiteit/seks dan in een relatie?
    Voel jij je in je vrijgezellenleven meer of minder gelijkwaardig dan in een relatie?

  10.  

Negen mogelijkheden om met élke vervelende situatie om te gaan

 

 
 
 
Er zijn situaties die je helemaal niet wil, maar waar je tóch mee geconfronteerd wordt. En daardoor kun je jezelf machteloos of gefrustreerd gaan voelen.
Maar wat dat ook voor een situatie is, je kunt wél altijd zelf bepalen hoe je met die situatie omgaat. In elke situatie heb je namelijk de volgende 9 mogelijkheden:

  1. Rusten:

    Even pas op de plaats maken en niets doen.
    Alleen tot je door laten dringen dat deze situatie op dit moment een feit, een gegeven, de realiteit is. Dat het geen enkele zin heeft om dat te ontkennen, om dat te negeren, of om jezelf tegen deze realiteit te verzetten: dat je dan alleen maar je hoofd in het zand steekt.
    Zodra je toegeeft, erkent en aanvaardt dat deze situatie echt gebeurd is, voel je een innerlijke rust en kalmte. En dankzij die kalmte komen er vanzelf ideeën naar boven hoe je nu verder met deze situatie om kunt gaan.

  2. Doorvoelen:

    Een situatie in je buitenwereld vind je alleen maar vervelend, als die situatie vervelende emoties in jouw binnenwereld oproept.
    En die vervelende emoties kun je voelen in je lichaam, net zoals je vervelende sensaties zoals kou, honger of jeuk in je lichaam kunt voelen.
    Als je aanvaardt dat die emoties op dat moment in je lichaam zitten, en je met je aandacht bij die emoties in je lichaam blijft, dan zul je merken dat jouw emoties vanzelf weer verdwijnen. Komen ze na een tijdje later weer terug, dan kun je weer hetzelfde doen.
    Door te beseffen dat je emoties hebt, en dat je niet je emoties bent, kun je meer afstand van de situatie nemen, voelt de situatie niet als een drama, en raak je juist minder geëmotioneerd.

  3. Doorgronden:

    Je trekt situaties en mensen niet voor niets aan: ze leren jou iets nieuws over jezelf.
    En door (met je intuïtie) te doorgronden waarom een vervelende situatie op jouw pad gekomen kan zijn en waarom juist op dit moment, kun je de situatie beter accepteren, en voel je meer innerlijke vrede.

  4. Genieten:

    Van een vervelende situatie geniet je uiteraard niet.
    Maar als je goed kijkt, dan zul je zien dat in deze situatie 1 of meer behoeftes van jou niet bevredigd zijn (bijvoorbeeld je behoefte aan waardering).
    En als je alsnog een manier vindt om die behoefte wél te vervullen (bijvoorbeeld door jezelf de waardering te geven die je van mensen om je heen niet kreeg), dan voel je weer bevrediging en voldoening, en ga je weer meer plezier voelen.

  5. Presteren:

    Over een vervelende situatie ben je ontevreden: je wil de schade zoveel mogelijk beperken, als het kan graag weer (zo snel mogelijk) uit deze situatie zien te komen, en voorkomen dat er nog een keer zoiets gebeurt.
    Kijk wat je nodig hebt om jezelf weer tevreden(er) te voelen, en stel jezelf tot doel om dat voor elkaar te krijgen. Lukt dat, dan geeft jou dat een goed gevoel over jezelf, en raakt de teleurstelling over de vervelende situatie meer op de achtergrond.

  6. Beschermen:

    In een vervelende situatie kun jij je onzeker, bang, ongerust, bezorgd of onveilig voelen.
    Kijk wie of wat jou kan helpen om je weer zeker en veilig te voelen.
    Door jezelf te beschermen tegen onzekerheid, angst, ongerustheid, bezorgdheid en/of onveiligheid, merk je dat jij er voor jezelf bent, en ga je meer op jezelf vertrouwen.
    In volgende vervelende situaties weet je dan dat je op jezelf kunt rekenen, en voel jij je bij voorbaat al minder onzeker en minder onveilig.

  7. Verbeteren:

    In een vervelende situatie is er altijd een verschil (een kloof) tussen de werkelijkheid en jouw verwachting (je ideaalbeeld).
    Kijk eerst wat je kunt doen om de werkelijkheid zo te veranderen dat ze meer naar jouw zin is, en dus dichter bij jouw ideaalbeeld komt.
    Lukt dat niet (helemaal), kijk dan of je jezelf zo kunt ontwikkelen dat je jouw verwachting in dit soort situaties wat naar beneden kunt bijstellen.
    Jouw verwachting was in deze situatie niet realistisch, want anders was deze situatie niet gebeurd. En door in dit soort situaties voortaan de lat wat lager te leggen, en je ideaalbeeld wat realistischer te maken, ben je minder teleurgesteld en minder gefrustreerd als er weer zoiets gebeurt.

  8. Doorzetten:

    Wat je deed of zei op het moment dat je met deze vervelende situatie geconfronteerd werd, deed je met een bepaalde bedoeling (een bepaalde intentie): je wilde een behoefte van jezelf of van anderen bevredigen, of een doel van jezelf of van anderen bereiken.
    Sta je nog steeds achter de intentie die je toen had, zet dan gewoon door: laat je niet door deze tegenslag tegenhouden of ontmoedigen, en blijf gaan voor wat je zo graag wilt.

  9. Helpen:

    Deze situatie is in ieder geval vervelend voor jou, en misschien ook wel voor andere betrokkenen (zoals je kinderen).
    Je kunt jezelf helpen om met deze situatie om te gaan, door te kijken wat je zelf nodig hebt, dat jezelf te gunnen, en ervoor te zorgen dat je dat krijgt.
    En met de ervaring die je opdoet over wat wel en wat niet werkt, kun je ook andere betrokkenen helpen om met deze situatie te dealen.
    Lukt dat, dan kun je eventueel ook nog overwegen om mensen te gaan helpen die nog wel steeds in een soortgelijke situatie zitten (lotgenoten), of om mensen te helpen voorkomen dat ze net als jij ook een keer in deze situatie terecht komen.

 

Van nature heb je als vrijgezel genoeg zelfvertrouwen

 

 
 
 
Van nature heb je als vrijgezel genoeg zelfvertrouwen om het leven aan te kunnen. En heb je dan ook geen enkele moeite met de nieuwe en onbekende gebeurtenissen die er in het Nieuwjaar aan zitten te komen.
Waarom jij van nature dat zelfvertrouwen hebt, en hoe dat in de loop van de tijd ongemerkt en in kleine stapjes veranderd zou kunnen zijn bij jou, lees je in dit artikel.

 

Van nature

Van nature weet je dat je jouw buitenwereld niet op jouw bevel kunt veranderen, en dat er in je buitenwereld dus altijd dingen kunnen gebeuren die je niet onder controle hebt.
Tegelijkertijd ben jij je er van nature ook van bewust dat jouw intuïtie je altijd vertelt of je iemand wel of niet kunt vertrouwen, en wat je op het moment zelf het beste kunt doen.
Daarnaast besef je dat hoe belangrijker iets voor jou is, hoe meer je iets nodig hebt of hoe grager je iets wilt, hoe groter jouw wilskracht wordt. En dat je dankzij jouw wilskracht altijd de moed en daadkracht kunt vinden om ergens voor te gaan waar je achter staat of in gelooft, en om met tegenslagen en teleurstellingen om te gaan op de weg daarnaartoe.
Je weet van nature dan ook dat je dankzij je intuïtie (jouw innerlijke weten) niet onzeker hoeft te zijn en dat je dankzij je wilskracht (jouw innerlijke kracht) niet bang hoeft te zijn.
En je voelt je daarom kalm en vol zelfvertrouwen in elke situatie …

 

Verandering 1

In de loop van de tijd (meestal al als kind) begin je te twijfelen of je wel altijd genoeg op jouw eigen intuïtie, wilskracht en capaciteiten kunt vertrouwen om met risico’s, gevaren, bedreigingen, tegenslagen en teleurstellingen om te gaan.
En als je niet meer genoeg op jezelf kunt vertrouwen, dan blijft er nog maar één mogelijkheid over: meer op andere mensen gaan vertrouwen.
Dus ga je op zoek naar andere mensen op wie je altijd kunt terugvallen als dat nodig is.
Je probeert vriendschap met hen te sluiten. En je zorgt ervoor dat je zelf ook betrouwbaar bent, zodat je vrienden ook altijd op jou kunnen terugvallen en graag bevriend willen blijven.
Jouw eerste vriendschappen probeerde je met je ouders/verzorgers op te bouwen. En tijdens deze verandering is elke keer dat je een vriend hebt uitgezocht die later jouw vertrouwen beschaamde, elke mislukte vriendschap, elke afwijzing in een vriendschap, elke keer dat je voor je gevoel zelf niet betrouwbaar genoeg was naar je vrienden toe, of het helemaal geen vrienden kunnen vinden een deuk in je zelfvertrouwen.

 

Verandering 2

Binnen elke groep mensen één of meer vrienden hebben geeft een geruststellend gevoel.
Maar het is nog geruststellender als een héle groep mensen achter je staat. Want samen ben je sterker en kun je meer bereiken dan alleen. En in een groep voel jij je veiliger als je in je buitenwereld tegen risico’s, gevaren, bedreigingen, tegenslagen of teleurstellingen aanloopt.
Dus wil je na verloop van tijd niet meer alleen vriendschappen hebben, maar jezelf ook aansluiten bij groepen. Ook al zou dat alleen maar zijn om een groep niet tegen je te krijgen.
Daarbij besef je op latere leeftijd goed dat een vriendschap of een groep (bijvoorbeeld je afdeling of je bedrijf) alleen maar kan blijven bestaan zolang iedereen (inclusief jijzelf!) een stuk verantwoordelijkheid neemt om er het beste van te maken.
De eerste groepen mensen waar je in terecht kwam, waren je ouderlijk huis en je scholen.
En tijdens deze verandering is elke keer dat je een groep hebt uitgezocht die later jouw vertrouwen beschaamde, elke afwijzing in een groep, en elke keer dat je voor je gevoel zelf niet genoeg verantwoordelijkheid nam een nieuwe deuk in je zelfvertrouwen.

 

Verandering 3

Betrouwbaar zijn en genoeg verantwoordelijkheid nemen is heel belangrijk om in een groep of vriendschap te mogen blijven. Maar helaas, je groepsleden (bijvoorbeeld je collega’s en je leidinggevenden, of je ouders) en je vrienden blijken (of lijken!) jou toch nog niet altijd te accepteren en goed te keuren. Iets wat erg aan je zelfvertrouwen knaagt.
Binnen jouw groepen en vriendschappen begin jij je daardoor nu toch wat onveilig te voelen.
Om nog meer afkeuring (kritiek, afwijzing of straf) te voorkomen, doe je er daarom nog een schepje bovenop en wil je graag loyaal aan hen allemaal zijn: je neemt niet alleen je eigen verantwoordelijkheden op je, maar probeert ook aan alle verwachtingen en eisen van je groepsleden en vrienden te voldoen. Ook als je dat eigenlijk liever niet zou doen, maar je ertoe verplicht voelt. Je houdt je bijvoorbeeld zoveel mogelijk aan alle (ongeschreven) regels.

 

Verandering 4

Na verloop van tijd merk je tot je schrik steeds vaker dat je niet meer de energie en de tijd hebt om alle verantwoordelijkheden, verplichtingen en beloftes na te komen. En dat je groepsleden of vrienden daardoor ontevreden of boos (kunnen) worden. Iets wat niet goed is voor je zelfvertrouwen, en wat je een onveilig gevoel geeft in je groepen en vriendschappen.
In de hoop dat het niet al teveel opvalt, doe je daarom een stapje terug met het nakomen van minder belangrijke verantwoordelijkheden, verplichtingen en beloftes, zodat je meer tijd en energie overhoudt voor belangrijkere verwachtingen en eisen.
Als het mensen wél opvalt en ze daarop reageren, schat je in (of test je uit) of ze misbruik van jou maken. In dat geval probeer je hen met pijn in je hart te laten vallen, zodat je meer tijd en energie overhoudt voor groepsleden en vrienden die wél betrouwbaar zijn.
Tijdens deze verandering is elke keer dat het iemand wél opviel, elke keer dat iemand misbruik van je (b)leek te maken, en elke keer dat het je niet lukte om het contact met iemand te verbreken (bijvoorbeeld met een dominant iemand) slecht voor je zelfvertrouwen.

 

Verandering 5

Op een gegeven moment begin je al die verwachtingen en eisen van je overgebleven groepsleden en vrienden, waar maar geen einde aan lijkt te komen, zat te worden: het wordt je gewoon teveel. En je besluit hen duidelijk te laten merken dat je niet op nóg meer verantwoordelijkheden, verplichtingen en beloftes zit te wachten.
Na al die tijd eindelijk eens goed voor jezelf opkomen geeft je weer lekker veel zelfvertrouwen en het gevoel dat je weer helemaal in je kracht staat.
Maar door al die opgekropte irritatie en frustratie komt alles wat je zegt er botter en zelfs agressiever uit dan je bedoeld had. Waardoor je tot je eigen schrik diverse groepen en vrienden kwijtraakt, die zo’n reactie niet gewend waren van jou en daarom niet pikken.
En om te voorkomen dat je op deze manier alle groepen en vriendschappen verspeelt, en er misschien zelfs vijanden bij krijgt, besluit je met tegenzin om jezelf dan toch maar weer weg te cijferen. Met als gevolg dat je groeiende zelfvertrouwen in één keer weer flink instort.

 

Verandering 6

Als je assertief bent en voor jezelf opkomt, dan pakt dat verkeerd uit, en raak je groepen en vrienden kwijt, zo heb je duidelijk gemerkt.
Maar je bent overduidelijk ook niet meer in staat om aan alle verwachtingen en eisen van je groepen en vrienden te voldoen, waardoor je ook weer vrienden en groepen kunt kwijtraken.
Je voelt je dan ook onbekwaam en minderwaardig, en hebt geen enkel idee meer hoe je met dit lastige dilemma moet omgaan. Met als gevolg dat je voor je gevoel voortaan niet meer op jezelf kunt vertrouwen en voortaan niet meer op eigen benen kunt staan.
En dus doe je voortaan maar onderdanig tegen de groepen en vrienden die jouw gezelschap nog wel dulden. Want als je nog meer fouten maakt, wordt je alsnog in de steek gelaten of verstoten, en blijf je eenzaam achter met al die risico’s, gevaren en bedreigingen om je heen.

 

Hoe nu verder?

Door jezelf weer te herinneren wat je van nature al beseft, weet en kunt (zie hierboven), maakt het jou voortaan niets meer uit dat er weer een Nieuwjaar is aangebroken met nieuwe en onbekende gebeurtenissen: je vertrouwt in elke situatie gewoon zoveel mogelijk op je intuïtie en je wilskracht, al dan niet met vrienden of groepsleden om jou heen …
 

Bepaal zelf hoeveel jij jezelf met andere mensen wilt delen door van je binnenwereld je ideale kasteel te maken

 

recognizable landmarks, listed on unesco list of world heritage sites.

 
 
 
Als vrijgezel heb je geen partner met wie jij lief en leed kunt delen. En je ontkomt dan ook niet aan de keuze hoeveel jij jezelf wilt delen met de andere mensen om je heen: familieleden, vrienden, kennissen, collega’s en onbekenden.
Want jezelf delen kan zowel spannend, ongemakkelijk, bedreigend of gevaarlijk zijn, als gezellig, fijn, bevredigend of verrijkend.
Om makkelijker de keuze te kunnen maken hoeveel privacy je graag wilt hebben en hoeveel informatie je graag met anderen wilt delen, kun je jouw binnenwereld zien als een kasteel met een muur, een kasteelpoort, een slotgracht en een binnenplaats.

 
Zo kan het zijn dat jij je tot nu toe als vrijgezel voorgenomen hebt om je binnenwereld zo min mogelijk met andere mensen te delen. Bijvoorbeeld omdat je teleurgesteld geraakt bent in andere mensen of omdat je jouw eigen privacy een groot goed vindt.
Jouw binnenwereld is dan als het ware een zwaarbewaakt fort.
Het heeft als ‘kasteel’ hoge en dikke muren met verschillende uitkijkposten, een kleine en goed gebarricadeerde kasteelpoort zonder raampjes die in principe altijd dicht is, een brede slotgracht met een aantal krokodillen erin om nieuwsgierige en opdringerige mensen op afstand te houden, en een grote hond op de binnenplaats die mensen weer naar buiten kan jagen zodra je hun gezelschap zat bent.

 
Het kan ook zijn dat jij je tot nu toe als vrijgezel juist voorgenomen hebt om je binnenwereld zoveel mogelijk met andere mensen te delen. Bijvoorbeeld omdat je graag met andere mensen alles wilt delen wat je anders met je partner had gedeeld. Of omdat je van diepgaande gesprekken houdt, of iets voor andere mensen wilt betekenen.
Jouw binnenwereld is dan als het ware een inloophuis. Het heeft als ‘kasteel’ lage en dunne muren zonder uitkijkposten, een grote en houten kasteelpoort met veel raampjes die in principe altijd open is, een smalle slotgracht waar iedereen makkelijk overheen kan stappen, en een gezellige binnenplaats met allerlei hapjes en drankjes.

 
Als vrijgezel bepaal je helemaal zelf hoe je jouw binnenwereld er als kasteel uit wilt laten ziet: je bent zelf de enige ontwerper van dit kasteel.
Daarbij maakt het helemaal niet uit voor welk kasteel je kiest. Geen enkel kasteel is beter of waardevoller dan een ander kasteel, en het is puur en alleen een kwestie van voorkeur. Zolang dit kasteel maar voor jóu werkt. Laat dus gerust je fantasie en je creativiteit de vrije loop!

 
Ook ben jij de enige sleutelbewaarder van jouw binnenwereld.
Want in tegenstelling tot je woonruimte is je binnenwereld iets wat niemand kan zien en waar niemand ongevraagd binnen kan komen.
Alleen op de momenten dat jijzelf de deur van je binnenwereld opent, kunnen mensen een glimp van je binnenwereld opvangen, En je bepaalt helemaal zelf wanneer en hoe lang je hen een inkijkje gunt, en hoever je hen in je binnenwereld toelaat.
Je binnenwereld is dus lekker je eigen domein, waarin je 100 procent controle hebt over wie je wanneer, hoe lang en hoe ver binnenlaat!

 
De vraag “Hoeveel wil ik mezelf delen met andere mensen?” kun je dan ook vertalen naar: “Ziet mijn binnenwereld er op dit moment uit als mijn ideale kasteel?”. Met andere woorden: “Hoe tevreden ben ik met de huidige muur, kasteelpoort, slotgracht en binnenplaats van mijn binnenwereld?”.

 
Zonder een partner heb je juist de gelegenheid om van je privacy te genieten: er is niemand die van jou verlangt of eist dat je deelt wat er in je omgaat, en je hebt genoeg tijd en ruimte om alles met jezelf te delen wat jou bezighoudt.
Wel loop je dan op den duur het risico dat jij je eenzaam gaat voelen, of dat je het gevoel krijgt dat jij er altijd helemaal alleen voor staat. Als dat gebeurt, zul je moeten leren om in een gesprek je binnenwereld stukje bij beetje te delen naar een ander toe, zodat de ander zich ook stukje bij beetje kwetsbaar durft op te stellen naar jou toe. Of om voor jezelf de gesprekspartner, steun en toeverlaat te worden die je zoekt.

 
Aan de andere kant heb je als vrijgezel juist ook de gelegenheid om jezelf met veel mensen te delen: je hebt geen partner die jij in gezelschap steeds aandacht hoeft te geven, en kunt jezelf daardoor extra open stellen voor nieuwe contacten.
Wel loop je dan het risico dat sommige mensen misbruik maken van de dingen die ze over jou horen, of dat ze jou maar een kwebbelkous vinden die alleen maar over zichzelf praat. Als dat gebeurt, zul je moeten leren om op je intuïtie te vertrouwen wie je hoeveel over jezelf kunt vertellen. En om in gesprekken niet alleen te zenden maar ook te luisteren, en af te wegen wat je met jezelf wilt delen en wat je met anderen wilt delen …
 

Hoe ver heb jij jezelf uit een onveilige en onzekere buitenwereld teruggetrokken?

 

 
 
 
Hoe meer vertrouwen je in jouw buitenwereld hebt, hoe zekerder en veiliger jij je er voelt, en hoe grager je in je buitenwereld komt.
Loop je in je buitenwereld aan tegen onzekerheden, risico’s, bedreigingen of gevaren, dan kan dat bezorgdheid, ongerustheid, angst, twijfel, onzekerheid of paniek bij je oproepen.
En als je vaak of een lange tijd bang voor je buitenwereld bent, dan kun je jezelf steeds meer gaan terugtrekken uit je buitenwereld: eerst steeds meer in je huis, dan in jezelf en vervolgens in iets buiten je dagelijkse leven.
In dit artikel ontdek je in welke fases dat in mijn ogen kan gebeuren en in welke fase jij op dit moment zit.

 

Terugtrek-fase 1: in je fantasiewereld

Vind je het buitenshuis te onzeker, te riskant, te bedreigend of te gevaarlijk, dan kun je jezelf ongemerkt gaan terugtrekken in je fantasiewereld.
Voordat je iets gaat doen of ervaren, fantaseer je dan eerst wat er allemaal mis kan gaan, hoe je die dingen kunt voorkomen en wat je het beste kunt doen als ze toch gebeuren.
“Hoe beter ik mezelf voorbereid op het nieuwe en onbekende dat er aan gaat komen, hoe meer het alleen maar kan meevallen” denk je dan bij jezelf.

 

Terugtrek-fase 2: in je gedachtenwereld

Kom je er zelf steeds maar niet uit hoe je het beste om kunt gaan met al die onzekerheden, risico’s, bedreigingen en gevaren die je jezelf steeds voor de geest haalt, dan kun je jezelf ongemerkt gaan terugtrekken in je gedachtenwereld.
Je probeert dan zoveel mogelijk kennis op te doen om jezelf in alle nieuwe en onbekende situaties te kunnen redden. Bijvoorbeeld door boeken te lezen, cursussen te volgen, of jezelf te verdiepen in survival, wetenschap, filosofie of spiritualiteit.
Je zoekt dan houvast en duidelijkheid in alle onveilige en onzekere situaties die je kunt tegenkomen. En een stappenplan voor élke gebeurtenis die jou ongerust, bezorgd, onzeker, twijfelend of angstig maakt is je ideaal.

 

Terugtrek-fase 3: in groepen mensen

Kom je er zelf na alle moeite die je gedaan hebt nog steeds niet uit wat je in onveilige en onzekere situaties het beste kunt doen, dan kun je jouw zelfvertrouwen verliezen. En het gevoel krijgen dat je er dan maar op moet vertrouwen dat andere mensen jou de veiligheid en zekerheid gaan geven die je zoekt (“Samen staan we sterk!”).
Je vraagt bij alle nieuwe en onbekende dingen die je gaat doen de mensen on je heen om raad en tips, zoekt steun bij je familie of vrienden, zoekt steun bij sterke of invloedrijke mensen, zoekt steun bij andere mensen die in een soortgelijke situatie zitten (lotgenoten), of je zoekt steun bij groepen mensen die beloven dat ze je kunnen helpen (b.v. met survival, zelfverdediging, een geloof, een spirituele leer of een filosofie). En je trekt je dan steeds meer terug in het gezelschap van anderen: alleen in hun gezelschap of alleen na met hen gesproken te hebben durf je de buitenwereld in te gaan.

 

Terugtrek-fase 4: in je huis

Verlies je op een gegeven moment ook het vertrouwen in andere mensen, dan kun je jezelf ongemerkt steeds meer gaan terugtrekken in je huis. Daar is het voor je gevoel een stuk veiliger dan buitenshuis en daar heb je, zo zonder partner, meer grip op wat er gebeurt dan buitenshuis.
Je beschermt je huis dan tegen alle mogelijke risico’s: bijvoorbeeld tegen verval door veel te klussen, tegen verwaarlozing door veel het huishouden te doen of te tuinieren, tegen rommel door veel op te ruimen, tegen vuil door veel schoon te maken, en tegen schade door alles goed op te bergen of veel verzekeringen af te sluiten.
Wat je niet alleen een veilig en zeker gevoel geeft, maar ook het gevoel dat er wel degelijk iets is in je leven waar je grip op hebt.
Heb je voor je gevoel te weinig invloed op je eigen huis (bijvoorbeeld omdat je afhankelijk bent van je huisbaas of medebewoners), dan kun je de drang krijgen om te verhuizen.
Heb je wel genoeg invloed op je (nieuwe) huis, dan kan het zijn dat je op den duur alleen nog maar naar buiten komt als het echt niet meer anders kan (bijvoorbeeld als je dringend boodschappen moet doen of moet werken).

 

Terugtrek-fase 5: in je lichaam

Voel jij je ondanks al je eigen inspanningen maar niet veilig genoeg in je huis (bijvoorbeeld in een onveilige buurt), dan kun je jezelf ongemerkt gaan terugtrekken in je lichaam.
Je beschermt je lichaam dan tegen alle mogelijke risico’s, zoals honger, dorst, ziekte (b.v. door gezond te eten, voedingssupplementen te nemen of regelmatig te bewegen), kwalen, dikker worden (door te diëten, en desnoods door je zelf uit te hongeren), kritiek (b.v. door veel met je uiterlijk bezig te zijn), ouderdom (desnoods via plastische chirurgie), uitputting (b.v. door op tijd naar bed te gaan, regelmatig te leven of veel te sporten), blessures, verwondingen en kou.
Wat je niet alleen een veilig en zeker gevoel geeft, maar ook het gevoel dat er wel degelijk iets is in je leven waar je grip op hebt (“Als ik mijn eigen lichaam al niet eens meer onder controle krijg, wat dan nog wel?”).

 

Terugtrek-fase 6: in je herinneringswereld

Krijgt je lichaam teveel last van bijvoorbeeld ziektes, kwalen, ouderdom, dikheid, blessures, verwondingen, kritiek of mishandeling, dan kun je jezelf onveilig gaan voelen in je lichaam en je ongemerkt gaan terugtrekken in je herinneringswereld.
Want in je verleden zijn misschien nog wel situaties te vinden waarin jij je veilig en zeker (genoeg) voelde in je lichaam, je huis of je buitenwereld.
En die geruststellende herinneringen aan veiligheid en zekerheid in je verleden probeer je zoveel mogelijk en zo lang mogelijk te koesteren, zodat jouw angst en onzekerheid in het heden wat meer op de achtergrond raken.

 

Terugtrek-fase 7: in je fantasiewereld

Heb je te weinig herinneringen aan veilige en zekere situaties in je verleden, of sussen herinneringen aan een veilig verleden niet langer meer je angst en onzekerheid in het heden, dan kun je jezelf ongemerkt gaan terugtrekken in je fantasiewereld.
Want als je fantaseert weet je vooraf altijd precies wát er gaat gebeuren en hoe (de ultieme zekerheid), en in je fantasiewereld kun je alle risico’s, bedreigingen en gevaren uitbannen door er gewoon niet over te fantaseren (de ultieme veiligheid).

 

Terugtrek-fase 8: in een spirituele wereld

Botst je fantasiewereld teveel met je dagelijkse werkelijkheid, of vind je dat je jezelf voor de gek houdt door steeds te fantaseren, dan kun je ongemerkt op zoek gaan naar een spirituele wereld en je daarin terugtrekken (bijvoorbeeld door te mediteren, te visualiseren of te channelen).
In de hoop dat je op die manier in contact komt met bijvoorbeeld engelen, gidsen, je Hoger Zelf, een Groter Geheel of het Al-Wat-Is, die jou de steun, hulp, duidelijkheid, bevestiging en tips kunnen geven waar je zo naar hunkert en zoekt.
Of in de hoop dat je erachter komt waarom de spirituele wereld jou al die onzekere en beangstigende gebeurtenissen toch steeds laat doormaken (of ze in ieder geval niet tegenhoudt), en wat je kunt doen om de spirituele wereld zover te krijgen dat ze die gebeurtenissen niet meer nodig vindt of ingrijpt.
 

Bevrijd jezelf van alle verplichtingen in 3 eenvoudige stappen

 

 
 
 
Als vrijgezel ken je misschien wel het gevoel dat je (regelmatig/steeds) geleefd wordt: je moet op tijd naar bed, op tijd uit bed, op tijd eten en drinken, geld verdienen, boodschappen doen, koken, de afwas doen, dingen opruimen, je huishouden doen, je administratie doen, regelmatig contacten met andere mensen onderhouden (al dan niet via social media), jezelf schoonhouden, er steeds voor zorgen dat je er toonbaar uitziet, en regelmatig naar de wc.

 
Op zulke momenten heb je het gevoel dat je bepaalde dingen móet doen, en dan meestal ook nog op een bepaald moment (over het algemeen: nu of vandaag) en/of op een bepaalde manier: “Ik moet nu de was opvouwen op mijn standaardmanier!”.
Op het eerste gezicht lijkt het alsof de buitenwereld jou deze dingen oplegt en dicteert: je lichaam, je huis, de maatschappij, je baas, de mensen om je heen enzovoort.
Maar in werkelijkheid ben jíj altijd zelf degene die jou deze dingen oplegt.
Want of mensen nou hoog of laag springen, en met wat ze ook dreigen, je bepaalt altijd zelf of, wanneer en onder welke voorwaarden je “Ja” zegt tegen hun verwachtingen/eisen. En in veel gevallen vul jij zelf in dat mensen dit of dat wel van jou zullen verwachten/eisen, zonder dat je bij hen checkt of dat wel echt zo is.
Moet je iets van jezelf wat niet door iemand anders verwacht of geëist wordt, dan verwacht of eis je het van jezelf. En zodra je die eis of verwachting van jezelf laat vallen, zie je iets niet meer als verplichting.

 
Zo is geld verdienen (via werk of via een uitkering met sollicitatieplicht) iets waar je in deze maatschappij niet aan ontkomt. Maar zelf heb je “Ja” gezegd tegen die baan bij dat bedrijf. En binnen je werk heb je vaak toch nog (enige) vrijheid/speelruimte: zelf (een deel van) je werkdag indelen, zelf bepalen hoe je opgelegde taken uitvoert, flexibele werkuren, thuis werken, keuze tussen ochtend-/middag-/avond-/nachtdiensten, vrije tijd kopen en/of minder uren werken. Bij een sollicitatieplicht voor je uitkering bepaal je zelf wanneer, hoe lang achter elkaar, bij welke bedrijven, op welke manier en hoe grondig/uitgebreid/serieus je solliciteert.
Aan het huishouden, boodschappen doen, afwassen, opruimen, eten bereiden en je administratie ontkom je ook niet. Maar je bepaalt zelf hoe vaak, hoe lang achter elkaar, wanneer, op welke manier en hoe grondig/uitgebreid je dat doet.
Dingen als eten, drinken en naar de wc gaan kun je vaak nog wat uitstellen, want de drang of noodzaak wordt meestal langzaam groter. En bij jezelf wassen/douchen en jezelf toonbaar maken bepaal je zelf hoe vaak, hoe lang achter elkaar, wanneer en hoe grondig/uitgebreid je dat doet.

 
Soms leg je jezelf bepaalde dingen op om een reden waar je zelf achter staat en in dat geval kun je er gewoon mee doorgaan.
Maar vast en zeker doe je dat ook vaak zonder reden of om een reden die als je wat beter kijkt niet blijkt te kloppen. En in dat geval maak je jouw vrijgezellenleven een stuk prettiger door die verplichtingen lekker te laten vallen, zodat je opluchting, en meer rust, ruimte, vrijheid en ontspanning, voelt.
Hier zijn 3 stappen waarmee je kunt ontdekken of een verplichting iets is wat je jezelf onnodig oplegt en dus kunt loslaten, of iets waar je zelf echt achter staat:

 

Stap 1: Vraag jezelf “Moet ik dit van mezelf of van een ander?”

Zodra je met een verplichting geconfronteerd wordt, denk je meestal alleen nog bij jezelf dat het moet. Zonder jezelf af te vragen van wíe dat eigenlijk moet. Moet het van jezelf, omdat je er zelf achter staat, er behoefte aan hebt of denkt dat het jou iets oplevert? Of moet het niet van jezelf, maar van iemand uit je heden of verleden zoals je (al dan niet nog levende) ouders of docenten, of volgens een regel, procedure, voorschrift, religie, levensbeschouwing of cultuur?
Levert deze verplichting jou niets op (ook geen goedkeuring van anderen), en doe je het alleen maar omdat het nou eenmaal zo hoort, omdat je het nou eenmaal zo gewend bent, omdat ‘iedereen’ om je heen het ook doet, of omdat het nu eenmaal traditie is, laat de verplichting dan los: het dient je niet (meer) en levert je alleen maar stress op.
Als je er zelf wel achter staat, er behoefte aan hebt of denkt dat het jou iets oplevert, ga dan naar de volgende stap.

 

Stap 2: Vraag jezelf “Wat levert het mezelf in het allerbeste geval op als ik dit wel in mijn leven doe?” en “Wat kan er in het allerergste geval gebeuren als ik dit nooit meer doe?”

Als deze verplichting iets is wat je zelf echt nodig vindt en niet iets wat je van anderen overgenomen hebt, kijk dan of het echt zo nodig en belangrijk is als je dacht, en stel jezelf deze 2 vragen.
Kun je niets bedenken wat deze verplichting jou in het allerbeste geval oplevert, of wat het jou in het allerergste geval kost als je het nalaat, laat de verplichting dan los: het dient je niet (meer) en levert je alleen maar stress op.
Kun je wel het grootste voordeel als je het wel doet bedenken en/of het grootste nadeel als je het niet meer doet, kijk dan of dat voordeel en dat nadeel echt zo groot zijn dat jij jezelf daarvoor zo moet opjagen en zo onder druk moet zetten (bijvoorbeeld bij altijd een dop op de tandpasta doen).
Zijn het voordeel en het nadeel kleiner dan je stress, laat de verplichting dan los, zodat je meer rust, ruimte, vrijheid en ontspanning voelt.
Weegt het voordeel of het nadeel wel op tegen je stress, en moet dit in jouw ogen echt gebeuren, ga dan naar de volgende stap.

 

Stap 3: Vraag jezelf “Wat levert het mezelf in het allerbeste geval op als ik dit nu of op deze manier doe?” en “Wat kan er in het allerergste geval gebeuren als ik dit op een ander tijdstip of op een andere manier doe?”

Als deze verplichting iets is wat echt een keer moet gebeuren, kijk dan of het echt zo dringend en vastomlijnd is als je dacht, en stel jezelf deze 2 vragen.
Kun je niets bedenken wat deze verplichting jou in het allerbeste geval oplevert als je het nu of op deze manier doet, of wat het jou in het allerergste geval kost als je het een andere keer of op een andere manier doet, laat de verplichting dan los: het dient je niet (meer) en levert je alleen maar stress op.
Kun je wel het grootste voordeel als je het nu of zo doet bedenken en/of het grootste nadeel als je het niet nu of niet zo doet, kijk dan of dat voordeel en dat nadeel echt zo groot zijn dat jij jezelf daarvoor zo moet opjagen en zo onder druk moet zetten (bijvoorbeeld nu afwassen).
Zijn het voordeel en het nadeel kleiner dan je stress, laat de verplichting dan los, zodat je meer rust, ruimte, vrijheid en ontspanning voelt.
Weegt het voordeel of het nadeel wel op tegen je stress, en is dit iets wat echt nu en echt op deze manier moet gebeuren. En dus ook iets wat je nu graag wilt en dus geen verplichting meer! Ga het dan gewoon doen en kijk eventueel wat je nog kunt bedenken om het leuker te maken (bijvoorbeeld een lekker muziekje opzetten, en eventueel wat dansen 🙂 , tijdens het strijken) …
 

Hoe een gevoel van machteloosheid toen je partner jou dumpte je leven onnodig kan beheersen, en wat je daaraan kunt doen

 

 
 
 
Op het moment dat je partner het met jou uitmaakte (jou dumpte), voelde jij je onbewust onmachtig, machteloos, kwetsbaar of zwak.
Jouw partner bepaalde zelfstandig en eigenhandig dat ie jou of de relatie niet meer wilde, en gooide jou dat als mededeling voor de voeten.
En door dat te doen, ontnam ie jou de mogelijkheid om nog verder te gaan met deze relatie en om er samen nog wat moois van te maken. Jullie relatie en jullie gezamenlijke toekomstplannen spatten in één keer dan ook als een zeepbel uit elkaar.
Vanaf dat uitmaakmoment had niet jijzelf maar jouw partner de touwtjes en de macht in handen. Want hoe jij ook op dit nieuws reageerde en wat je ook uit de kast haalde om ‘m van gedachten te laten veranderen, je partner bepaalde helemaal zelf of ie wel of niet nog terug zou komen op z’n besluit.
Met andere woorden, je partner was de winnaar en jij de verliezer.

 

Je eerste impuls: de relatie weer herstellen, repareren of lijmen

Zo door iemand benadeeld worden of als een wegwerp-artikel weggegooid worden, zonder dat je zelf inspraak hebt en zonder dat je controle hebt over wat er verder gebeurt, doet flink pijn en is slecht voor je zelfvertrouwen.
Je eerste impuls was dan ook om woedend te worden: “Waar slaat dit op?”, “Hoezo dan?”, “Heb ik er ook nog wat over te zeggen?”, of “Wie denk je wel dat je bent om dit zo voor mij te bepalen?”.
Maar onbewust besefte je toen al gauw dat woedend uitvallen tegen je partner nou niet echt zou helpen om hem of haar weer terug te winnen.
En dus bracht je jouw partner in herinnering hoe fijn jullie het samen wel niet gehad hebben, wat jullie samen allemaal wel niet meegemaakt hebben, en misschien ook hoeveel jij wel niet voor hem/haar gedaan hebt.

Of je vroeg wat je partner niet meer aan jullie relatie beviel, bracht een stuk begrip voor hem of haar op, verdedigde jezelf tegen de kritiek op jou die je hoorde (of dacht te horen), en beloofde hem/haar beterschap om de relatie te repareren en weer een nieuwe kans te geven.

Of je liet je partner merken hoe verschrikkelijk dit nieuws voor je was, door te huilen of jouw pijn op een andere manier de vrije loop te laten. Niet alleen om je partner te laten zien hoeveel hij/zij en jullie relatie voor jou betekenden. Maar onbewust ook in de hoop dat je partner zich bij het zien van al je verdriet en frustratie schuldig zou gaan voelen en op z’n besluit zou terugkomen.

Of je deed alsof dit nieuws jou onverschillig en koud liet, in de hoop dat je partner zou gaan inzien dat ie er zelf slechter van zou worden als ie bij jou zou weggaan: “Jij bent degene die iets verliest en misloopt hoor, als je het met mij uitmaakt!”, “Weet wat je doet, want ik kan genoeg anderen krijgen!”, “Ach, ik was toch ook al op jou uitgekeken!”, “Je hebt geluk, want ik was al van plan om het met jou uit te maken!”, “Ach, zonder mij red je het toch niet!” of “Als je binnenkort met hangende pootjes terugkomt, dan hoef ik je niet meer terug hoor!”.

 

Je (onbewuste) tweede impuls: je ex-partner verwijten maken en terugpakken

Werkten al je pogingen om jullie relatie weer te herstellen, te repareren of te lijmen wél, dan voelde jij je weer blij en opgelucht. Óf omdat je de relatie weer terug had die jou zo dierbaar was, óf omdat je nu mooi in de positie was om je partner zelf te dumpen. En in beide gevallen voelde jij je onbewust weer sterker dan je partner (de winnaar): “Ik heb hem/haar toch weer zover weten te krijgen dat ie het opnieuw wil proberen!” of “Mooi, nu heb ik de touwtjes weer in handen, en kan ik hem/haar dumpen voordat ie dat misschien nog een keer bij mij doet!”. Ook was dit goed voor je zelfvertrouwen: “Blijkbaar ben ik voor hem/haar toch wel de moeite waard om mee verder te gaan!” of “Blijkbaar kan hij/zij toch niet zonder mij!”.

Werkten al je herstelpogingen, reparatiepogingen en lijmpogingen níet, dan voelde je dat onbewust als een afgang, vernedering of als een extra deuk in je zelfvertrouwen: “Nou heb ik me zo laten kennen, mezelf zo laten gaan, me zo ingezet, alles uit de kast gehaald of mezelf zo gegeven, en dan word ik nóg een keer gedumpt!”.
Dit laatste is moeilijk te accepteren en de kans is dan ook groot dat je jouw ex-partner daarom sindsdien allerlei verwijten bent gaan maken in je hoofd: “Hoe kon ie dat nou doen?”, “Wat een klootzaak/trut is dat toch!”, “Wat gemeen en achterbaks van ‘m zeg!”, “Dat is wel erg gemakzuchtig/laf om het al zo gauw op te geven!”, of “Overduidelijk hebben ik en onze relatie helemaal niets voor ‘m betekend, want anders had ie er wel voor gevochten!”. Op deze manier geef je jouw ex-partner er steeds van langs in je hoofd, en pak je ‘m terug door ‘m de les te lezen, zonder dat hij/zij en de mensen om je heen dat doorhebben. Dit is stil verzet tegen je relatiebreuk en je ex-partner.

Of je hebt in je omgeving aan iedereen die het (wel of niet) wilde horen rondverteld wat voor een gemenerik je ex-partner is, rondverteld hoe slecht ie eigenlijk wel niet als partner of in bed was, allerlei persoonlijke dingen of geheimen van hem/haar verklapt, of allerlei gevoelige of pikante foto’s van ‘m op Facebook of op Twitter gezet.

Of je bent met je ex-partner de strijd aangegaan via een advocaat om het ‘m zo moeilijk mogelijk te maken, om ‘m te laten zien dat hij niet het recht had om jou zo onrechtvaardig te behandelen, om ‘m te laten zien dat jij niet met je laat spotten en sollen, om ‘m terug te pakken, om ‘m niet de kans te geven om ook het leven van je kinderen te verpesten, of om materieel gezien nog zoveel mogelijk aan jullie breuk over te houden als kleine genoegdoening/compensatie voor het leed dat ie jou heeft aangedaan.

Of je bent nog een stap verder gegaan door je ex-partner steeds te stalken, dierbare dingen van ‘m kapot te maken of weg te halen, ‘m regelmatig lastig te vallen, ‘m te bedreigen, of geweld tegen ‘m te gebruiken.

 

Het terugpakken beheerst en overschaduwt je (vrijgezellen)leven

Heb je jouw toevlucht genomen tot een of meer dingen hierboven, uit boosheid dat je gedumpt bent en dat jullie relatie niet meer te redden is, dan is de kans groot dat je daar ook nu nog steeds mee bezig bent, en er nog steeds in verstrikt zit.
En als je niet oppast, ga je daar nog een hele tijd mee door, misschien zelfs wel de rest van je leven. Dan wordt het als het ware een levensmissie.
Als dit voor jou werkt, dan kun je er gerust mee doorgaan hoor. Maar ik nodig je uit om jezelf eens eerlijk af te vragen hoeveel dit jou nou echt oplevert.

Natuurlijk, het is goed om assertief te zijn en te laten zien dat je niet zomaar over je heen laat lopen. En laten we wel zijn, diep in je hart vind je het eigenlijk ook wel lekker om je partner nog even goed terug te pakken voor wat ie jou allemaal aangedaan heeft. Dat geeft je een stuk voldoening, het gevoel dat je weer meer in je kracht gaat staan, een gevoel dat je weer meer invloed/grip/controle/macht in deze situatie hebt, en meer zelfvertrouwen,
Alleen de vraag is, hoe voel jij je terwijl je hier nog steeds mee bezig bent? Voel je steeds meer opluchting, ontspanning, blijheid, rust, tevredenheid en innerlijke vrede door dit te doen? Of blijf je een voortdurende (en groeiende) woede, wrok, wraakzucht, hekel of haat voelen, en probeer je tevergeefs van die nare gevoelens af te komen door er dan nog maar een schepje bovenop te doen in je woorden en daden naar je ex-partner toe?

Besef goed dat je door deze dingen te doen, continu bezig bent met je ex-partner in jouw buitenwereld, in plaats van aandacht te geven aan je eigen binnenwereld. Terwijl in jouw eigen binnenwereld de echte strijd plaatsvindt: woede, verdriet, ongeloof, teleurstelling, desillusie, gebrek aan vertrouwen en machteloosheid, die er allemaal voor vechten om door jou gezien, gehoord en doorvoeld te worden, en om een plekje te krijgen.

 

Met je ex-partner terugpakken heb je vooral jezelf te pakken

Want wat je ook in je buitenwereld onderneemt naar je ex-partner toe, de pijn en het gemis die je tijdens en na de relatiebreuk voelde, blijven op de achtergrond aan je knagen en je leven overschaduwen, en worden alleen maar groter in je binnenwereld zolang je ze negeert en onderdrukt.

Alleen door met jezelf in gesprek te gaan, het uitgebreid met jezelf te hebben over hoe het nou voor jóu als persoon was om dit mee te maken, en jezelf toestemming te geven om de herinneringen onder ogen te zien en de gevoelens te doorvoelen die daarbij naar boven komen, kom je weer met jezelf in het reine.
Je leert dan stapje voor stapje en met vallen en opstaan om dit hele gebeuren een plekje te geven en los te laten, in plaats van er nog elke dag mee bezig te blijven door van alles naar je ex-partner toe te doen en te zeggen. De ingrijpende relatiebreuk zelf vergeet je niet meer, en het kan zijn dat de pijn en het gemis niet helemaal zullen verdwijnen, maar ze raken in ieder geval op de achtergrond zodat je weer je eigen leven kunt oppakken. Je laat je relatiebreuk dan achter je, in plaats van maar in het verleden te blijven hangen en de toekomst die voor je ligt te blijven verwaarlozen.
En door de innerlijke rust en innerlijke vrede die je dan voelt, zit je niet meer vast in die heftige emoties van daarvoor, en ga je de relatiebreuk zelf ook wat meer in perspectief zien.

 

Een andere blik op gedumpt zijn

Zodra je gevoelswereld weer wat meer tot rust komt, ga je beseffen dat het voor je ex-partner waarschijnlijk ook een moeilijke stap was om het met jou uit te maken en jou dus pijn te doen.Dat ie zelf waarschijnlijk ook in een innerlijk conflict heeft gezeten voordat ie deze stap uiteindelijk kon zetten, en dat ie daarna waarschijnlijk geworsteld heeft met een schuldgevoel naar jou toe en met twijfels of ie er wel goed aan gedaan had om het uit te maken: “Had ik de relatie misschien toch nog een kans moeten geven, er meer voor moeten vechten of mijn eisen wat lager moeten stellen?”.
Dat kan ook het geval zijn als jij zelf de indruk had dat het uitmaken jouw ex-partner wel erg makkelijk afging, of dat hij/zij na het uitmaken z’n leven wel weer erg gauw op orde had. Want hoe rot je ex-partner misschien ook (uiteindelijk) naar jou toe gedaan heeft, hij/zij had er geruime tijd wél behoefte aan om (ook) met jou een relatie aan te gaan: anders had ie daar geen energie en geen tijd in gestoken.

Ook ga je dan inzien dat jullie relatie na verloop van tijd misschien nog wel jóuw (belangrijkste) behoeftes bevredigde, maar niet meer alle belangrijke behoeftes van je ex-partner: bijvoorbeeld doordat z’n behoeftes in de loop van de tijd gingen veranderen of doordat ie zich steeds meer bewust werd van wat ie echt wilde.
En dat ie op het moment van uitmaken (terecht of onterecht) geen manier meer zag waarop jullie relatie die behoeftes wél weer kon bevredigen. Met andere woorden, dat je ex-partner tijdens het uitmaken op zoek was naar meer bevrediging en naar meer geluk, en dat het uitmaken dus niets persoonlijks naar jou toe was (ook al heeft ie dat misschien wel gezegd of gesuggereerd).

Daarnaast realiseer jij je dan dat een relatie net als elke andere samenwerking iets is wat van beide kanten moet komen, en dat er altijd een kans bestaat dat een van beiden af gaat haken. Voor hetzelfde geld was jij zelf tegen een stuk onvrede in je relatie aangelopen en degene geweest die het uit had gemaakt.
>En dan zie je ook eerlijk onder ogen dat een relatie, waarin jullie allebei veel energie, tijd en geld in hebben gestoken, niet zomaar ineens onverwachts stopt. Ik weet zeker dat er al een tijd ervoor signalen waren dat je ex-partner tegen een stuk onvrede in de relatie aanliep (iets in jullie relatie miste), en dat die signalen steeds sterker werden tot het moment van uitmaken.
[Voorbeelden:
Het kan zijn dat je ex-partner meerdere keren aangaf dat ie met je wilde praten, chagerijnig werd, op jou begon te vitten, over jou of over z’n omgeving begon te mopperen/klagen, minder vrolijk werd, vaker boos of neerslachtig was, minder energie had, minder contact met je opnam, minder met je praatte, minder dingen samen wilde doen, niet meer zoveel reageerde op wat je zei of deed, er met z’n aandacht niet meer helemaal bij was als ie samen met jou was, vaker buitenshuis was, later thuiskwam, meer op andere mannen/vrouwen begon te letten, meer met andere mannen/vrouwen contact maakte of omging, zichzelf ineens meer lichamelijk ging verzorgen, een geur of voorwerpen had die je niet kon plaatsen, dingen ging zeggen die niet klopten, of (volgens eigen zeggen of volgens mensen om je heen) vreemd ging.]

Net als alle partijen bij een verbroken samenwerking hadden jullie allebei een aandeel in de verbroken relatie, ook al was het alleen maar dat je de signalen van je partner niet opmerkte of niet serieus nam.
In mijn ogen voelen we allemaal intuïtief haarfijn aan wanneer er iets met onze partner (of met onze kinderen) aan de hand is. En ook al hebben we wat minder contact met onze intuïtie, dan nog vallen ons in ieder geval al gauw dingen op die anders dan anders zijn: met onze partner hebben we namelijk een sterkere band dan met andere mensen, en we kennen die persoon als geen ander.

Vervelend genoeg drukken we onze intuïtie en onze waarnemingen meestal al gauw weer weg omdat we denken dat we ons wel zullen vergissen, dat het vast wel iets tijdelijks/onschuldigs zal zijn, dat het allemaal wel mee zal vallen, dat het vanzelf wel goed komt, of dat onze partner er zelf wel over begint als er iets aan de hand of mis is. En hoe plausibel dat wegdrukken vanuit ons eigen gezichtspunt misschien ook is, het is wel iets wat we zelf doen: daar kunnen we onze ex-partner niet de schuld van geven.

 

Je bent niet machteloos als je partner het uitmaakt!

Zo onmachtig of machteloos als je dacht te zijn toen je ex-partner het uitmaakte, was je in werkelijkheid niet.
Want voordat je aan een relatie begon, wist je al bij voorbaat dat er een (kleine) kans was dat de relatie mis zou lopen.
Ondanks dat heb je er toch zelf voor gekozen om de relatie aan te gaan en om al die tijd in de relatie te blijven. Je hebt dus helemaal zelf bepaald dat je de relatie aan wilde gaan en ermee door wilde blijven gaan, en dat je dus het risico van een relatiebreuk op de koop toe nam.

Ook tijdens de hele relatie had je de touwtjes in handen: je was tijdens de hele relatie in de gelegenheid om je partner eens in de zoveel tijd te vragen hoe ie jou en de relatie vond, en om de signalen uit te spreken die je zag of intuïtief aanvoelde.
Daarmee zeg ik niet dat de relatiebreuk je eigen schuld was of dat je de relatiebreuk had kunnen voorkomen hoor, begrijp me goed.
Maar ook als onze partner mooi weer speelt en doet alsof er niets aan de hand en niets mis is, voelen we intuïtief aan dat dit niet klopt.
En ook al weigert onze partner om te praten over de signalen die we zien of voelen, of over zijn of haar eigen onvrede, dan weten we in ieder geval dat er iets bij onze partner speelt, en zien we een relatiebreuk al eerder aankomen.
Zodat we uit onszelf alvast dingen in de relatie kunnen veranderen, alvast voorzorgsmaatregelen kunnen nemen voor een eventuele relatiebreuk, niet meer overvallen worden door de relatiebreuk op het moment dat die daadwerkelijk komt, en ons niet meer onmachtig, machteloos, kwetsbaar of zwak hoeven te voelen zodra onze partner ons meedeelt dat ie met de relatie wil stoppen …
 

Hoe je conflicten veroorzaakt door niets te zeggen en niets te doen wat conflicten kan veroorzaken

 

 
 
 
Als je onder mensen bent, is het altijd even oppassen wat je zegt en wat je doet. Want wat je zegt en wat je doet kan onbedoeld verkeerd uitgelegd worden of verkeerd vallen.
Vooral als je vertelt wat je voelt, vindt, wilt of denkt. En vooral als je iets wat jij doet of wilt, belangrijker maakt dan wat andere mensen doen of willen.
Het veiligste is dan ook om je binnenwereld zo min mogelijk te delen en om voor zo min mogelijk dingen te gaan.
Want hoe minder je zegt en hoe minder je doet, hoe minder conflicten je kunt krijgen. Toch?

 
Ja, dat zou je inderdaad zeggen hè.
Maar vreemd genoeg is het tegendeel waar!
Hoe minder je zegt en hoe minder je doet, hoe onzichtbaarder je wordt voor de mensen om je heen.
in eerste instantie vinden mensen dat wel prettig en makkelijk: je lijkt altijd stilzwijgend akkoord te gaan met alles wat zijzelf voorstellen, willen en vinden, en dus helemaal achter hen te staan.
Maar op een gegeven moment beseffen ze dat er iets niet klopt. Want iedereen heeft de hele dag door gevoelens, meningen, verlangens, gedachten en doelen. Jij hebt ze dus ook, zo weten ze. En tegelijkertijd merken ze dat jij er met geen woord over rept.
Daarnaast zijn er ook situaties waarin ze graag even willen weten wat jij voelt, vindt, wilt of denkt over iets. Zodat ze rekening met je kunnen houden, feedback krijgen of ze zelf wel op de goede weg zijn, door jouw kijk zelf op nieuwe ideeën komen, of een gezamenlijk probleem kunnen oplossen.

 
Door jouw gebrek aan profiel en aan zichtbaarheid worden ze onrustiger en onrustiger. Blijkbaar is er iets aan de hand, waardoor jij je in hun gezelschap in stilzwijgen hult. Vind jij het niet fijn om in hun gezelschap te zijn? Vertrouw jij hen niet? Hou jij misschien bewust wat achter? Of heb jij zelfs een verborgen agenda? Ze beginnen te piekeren, en krijgen maar geen grip op je.
Door die groeiende onrust worden ze steeds kriegeliger.
Ze gaan jou steeds meer vragen wat je voelt, vindt, wilt en denkt. Als dat niet helpt, gaan ze in jouw ogen irritante dingen zeggen of doen om bij jou een reactie uit te lokken. En levert dat niets op, dan worden ze boos.
En daar heb je ineens het conflict dat je juist dacht te kunnen voorkomen, door niets te zeggen en niets te doen wat conflicten kan veroorzaken!
 

Wat je kunt doen als je iets heel graag wilt doen of zeggen, maar dat fout, slecht of verkeerd vindt

 

 
 
 
Hoe meer je doet en zegt wat je graag wilt, hoe gelukkiger jij je voelt. Toch kun je als mens en als vrijgezel hoogstwaarschijnlijk genoeg redenen bedenken om niet alles te doen en niet alles te zeggen waar je blij van zou worden.
Eén van die redenen kan zijn dat je iets wat je graag wilt doen of graag wilt zeggen zelf afkeurt: je vindt het fout, slecht, verkeerd of niet horen (“Dat doe je toch niet!”).
Vervolgens word je boos op jezelf (“Hoe kan ik zoiets fouts/slechts/verkeerds nou willen!”), en onderdruk je dat verlangen meteen. Daarna lijkt het of je dat verlangen helemaal niet meer hebt en dat je er lekker vanaf bent, want doordat je het verdringt ben jij je er niet meer van bewust.
Maar in werkelijkheid heb je dat ‘foute/slechte/verkeerde’ verlangen in een laatje van je binnenwereld gestopt, en houd je de hele dag door onbewust dat laatje dicht, uit angst dat dit verlangen onverwachts weer naar boven komt.
En hoe langer je dat laatje dichthoudt, hoe langer dat verlangen onvervuld blijft, hoe groter en sterker dat verlangen wordt, en hoe moeilijker het wordt om het verlangen weg te drukken en te bedwingen. Met als gevolg dat het verlangen vroeg of laat zo’n sterke drang wordt, dat je er alleen nog maar vanaf kunt komen door het alsnog te vervullen: meestal op een heel ongelegen moment, en op een (veel) extremere manier dan nodig is omdat je het verlangen al zolang onderdrukt hebt.

 
Zelf had ik als volwassene bijvoorbeeld een periode dat ik met veel plezier terugdacht aan hoe ik als kind altijd zo genoot van met speelgoedsoldaatjes spelen.
En op een dag kwam er ineens het verlangen naar boven om als volwassene weer met soldaatjes te gaan spelen. Ik schrok me wild, en keurde dit verlangen meteen af: “Ik als volwassene met soldaatjes spelen? Geen denken aan! Ik ben toch niet kinderachtig!”. En: “Met soldaatjes spelen? Oftewel oorlogje spelen? Dat is wel iets heel agressiefs! Terwijl ik graag spiritueel wil zijn!”.
Ik had dit verlangen dan ook weer heel snel onderdrukt, en dacht er voortaan geen last meer van te zullen krijgen. Maar elke keer dat ik in het winkelcentrum langs een speelgoedwinkel liep of in de brievenbus een reclamefolder van een speelgoedwinkel zag, kwam dat verlangen toch weer naar boven. En ik merkte dat het verlangen steeds groter werd in plaats van steeds kleiner.

 
Zelf heb jij op dit moment misschien ook wel iets wat je heel graag zou willen doen of zeggen, maar waar jij je tegelijkertijd voor schaamt. Net zoals ik toen met die speelgoedsoldaatjes. En ook nu schaam ik me er eerlijk gezegd toch ook nog wat voor om dit over die speelgoedsoldaatjes op Facebook te zetten.
Om met je eigen ‘verboden’ verlangen om te gaan, kunnen de volgende stappen jou misschien verder helpen:

Stap 1: Kijk of je jouw verlangen wel echt zelf fout/slecht/verkeerd vindt

Als kind heb je onbewust veel oordelen van mensen om je heen overgenomen over wat wel en niet goed is, en over wat wel en niet hoort (vooral van ouders/verzorgers en docenten).
Ga dan ook nog eens goed na of je wel zelf degene bent die jouw verlangen afkeurt, of dat die afkeurende stem in jou eigenlijk de stem van iemand om jou heen is. Iemand wiens woorden je als waarheid aanneemt, zonder er zelf nog echt goed over nagedacht te hebben of jij het wel met hem of haar eens bent.
Bij deze stap besefte ik dat ik me zelf op z’n tijd graag jeugdig en speels wil kunnen gedragen, en zo nu en dan even gek wil kunnen doen, bijvoorbeeld met speelgoedsoldaatjes. Maar dat ik in gedachten mijn ouders naar mij zag kijken en hen hoorde zeggen: “Word nou eindelijk toch eens volwassen! Je bent toch geen kind meer!”. Dat oordeel was dus het oordeel van mijn ouders waar ik tot dan toe altijd geloof en waarde aan had gehecht, terwijl ik er zelf een hele andere mening over bleek te hebben. Daarnaast realiseerde ik me dat mijn oordeel over “agressief”en “spiritueel” wel mijn eigen mening was.

Stap 2: Kijk wat er in het allerergste geval kan gebeuren als je jouw verlangen toch zou gaan vervullen

Je verstand is er heel goed in om van een mug een olifant te maken. En om alles wat er in theorie allemaal zou kunnen gebeuren zodra je jouw verlangen toch zou gaan vervullen op te kloppen, op te blazen en te overdrijven. En voordat je er erg in hebt gaat je verstand helemaal op de loop met allerlei doemscenario’s.
Ga om je doemdenkende verstand tot rust te brengen dan ook eens na wat het aller-allerverschrikkelijkste is wat er zou kunnen gebeuren, zodra je jouw verlangen toch zou gaan vervullen.
In mijn geval was dat: dat iemand mij zou zien, en me uit zou gaan lachen en me belachelijk zou gaan maken.

Stap 3: Kijk hoe realistisch het is dat het allerergste echt zal gebeuren zodra je jouw verlangen toch vervult

Zodra je eenmaal weet wat het allerergste is wat er zou kunnen gebeuren bij het vervullen van jouw verlangen, weet je ook wat je allergrootste angst op dit gebied is.
En je kunt dan eens objectief nagaan hoe waarschijnlijk en hoe realistisch het is dat jouw allergrootste angst uit gaat komen.
In mijn geval was er inderdaad een kleine kans dat mijn ouders mijn huis zouden binnenkomen, precies op het moment dat ik toe zou geven aan mijn verlangen om met speelgoedsoldaatjes te spelen. Maar, zo besefte ik, ik kon wel de deur van mijn slaapkamer op slot doen, en daar hadden ze geen sleutel van.

Stap 4: Kijk of er een acceptabele mogelijkheid is om je verlangen toch te vervullen in je dagelijkse leven

Ga eens na of er iets is wat je zou kunnen doen om jouw verlangen toch te vervullen, zonder dat er gebeurt waar je het meest bang voor bent.
In mijn geval hadden mijn ouders geen sleutel van mijn slaapkamer, en kon ik de luxaflex dichtdoen voor mijn slaapkamerraam zodat ik geen inkijk had. In mijn slaapkamer zou ik dus wel ongestoord mijn verlangen kunnen vervullen.
Dat heb ik op een gegeven moment ook gedaan, nadat ik wel eerst mijn schaamte opzij moest zetten: ik heb me een paar keer helemaal uitgeleefd met speelgoedsoldaatjes, net zoals ik vroeger als kind zo vaak deed. Eerlijk gezegd deed het me goed om me weer even kind te voelen, in plaats van een volwassene met allerlei plichten en verantwoordelijkheden. En het wonderlijke was dat mijn verlangen na die paar keren uitleven helemaal vervuld was, en sindsdien niet meer is teruggekeerd!

Stap 5: Fantaseer dat je het verlangen in je dagelijkse leven vervult, als je geen acceptabele mogelijkheid ziet om dat in het echt te doen

Het vervullen van je verlangen in de werkelijkheid geeft de meeste bevrediging. Maar het kan zijn dat je (nog even) geen mogelijkheid ziet om je verlangen in het echt te vervullen, zonder dat je met je allergrootste angst geconfronteerd wordt.
In dat geval is er nog een andere manier om je verlangen te vervullen: namelijk in je fantasiewereld! Niemand anders kan in jouw fantasiewereld kijken, en in je fantasiewereld doe je niemand kwaad. Dus daar kun je ongestoord je verlangen vervullen, zo vaak en zo lang als je maar wilt!
Als ik geen slot op mijn slaapkamer had gehad, of als ik samen met andere mensen mijn huis had gedeeld (bijvoorbeeld met een eigen kind, familieleden of medebewoners) had ik soldaatje kunnen spelen in mijn eigen fantasiewereld. Zo vaak en zo lang als ik zelf had gewild. Zonder dat iemand dat kon zien en mij uit kon lachen. En zonder dat ik daar iemand kwaad mee deed of schade mee berokkende …