Negen mogelijkheden om met élke vervelende situatie om te gaan

 

 
 
 
Er zijn situaties die je helemaal niet wil, maar waar je tóch mee geconfronteerd wordt. En daardoor kun je jezelf machteloos of gefrustreerd gaan voelen.
Maar wat dat ook voor een situatie is, je kunt wél altijd zelf bepalen hoe je met die situatie omgaat. In elke situatie heb je namelijk de volgende 9 mogelijkheden:

  1. Rusten:

    Even pas op de plaats maken en niets doen.
    Alleen tot je door laten dringen dat deze situatie op dit moment een feit, een gegeven, de realiteit is. Dat het geen enkele zin heeft om dat te ontkennen, om dat te negeren, of om jezelf tegen deze realiteit te verzetten: dat je dan alleen maar je hoofd in het zand steekt.
    Zodra je toegeeft, erkent en aanvaardt dat deze situatie echt gebeurd is, voel je een innerlijke rust en kalmte. En dankzij die kalmte komen er vanzelf ideeën naar boven hoe je nu verder met deze situatie om kunt gaan.

  2. Doorvoelen:

    Een situatie in je buitenwereld vind je alleen maar vervelend, als die situatie vervelende emoties in jouw binnenwereld oproept.
    En die vervelende emoties kun je voelen in je lichaam, net zoals je vervelende sensaties zoals kou, honger of jeuk in je lichaam kunt voelen.
    Als je aanvaardt dat die emoties op dat moment in je lichaam zitten, en je met je aandacht bij die emoties in je lichaam blijft, dan zul je merken dat jouw emoties vanzelf weer verdwijnen. Komen ze na een tijdje later weer terug, dan kun je weer hetzelfde doen.
    Door te beseffen dat je emoties hebt, en dat je niet je emoties bent, kun je meer afstand van de situatie nemen, voelt de situatie niet als een drama, en raak je juist minder geëmotioneerd.

  3. Doorgronden:

    Je trekt situaties en mensen niet voor niets aan: ze leren jou iets nieuws over jezelf.
    En door (met je intuïtie) te doorgronden waarom een vervelende situatie op jouw pad gekomen kan zijn en waarom juist op dit moment, kun je de situatie beter accepteren, en voel je meer innerlijke vrede.

  4. Genieten:

    Van een vervelende situatie geniet je uiteraard niet.
    Maar als je goed kijkt, dan zul je zien dat in deze situatie 1 of meer behoeftes van jou niet bevredigd zijn (bijvoorbeeld je behoefte aan waardering).
    En als je alsnog een manier vindt om die behoefte wél te vervullen (bijvoorbeeld door jezelf de waardering te geven die je van mensen om je heen niet kreeg), dan voel je weer bevrediging en voldoening, en ga je weer meer plezier voelen.

  5. Presteren:

    Over een vervelende situatie ben je ontevreden: je wil de schade zoveel mogelijk beperken, als het kan graag weer (zo snel mogelijk) uit deze situatie zien te komen, en voorkomen dat er nog een keer zoiets gebeurt.
    Kijk wat je nodig hebt om jezelf weer tevreden(er) te voelen, en stel jezelf tot doel om dat voor elkaar te krijgen. Lukt dat, dan geeft jou dat een goed gevoel over jezelf, en raakt de teleurstelling over de vervelende situatie meer op de achtergrond.

  6. Beschermen:

    In een vervelende situatie kun jij je onzeker, bang, ongerust, bezorgd of onveilig voelen.
    Kijk wie of wat jou kan helpen om je weer zeker en veilig te voelen.
    Door jezelf te beschermen tegen onzekerheid, angst, ongerustheid, bezorgdheid en/of onveiligheid, merk je dat jij er voor jezelf bent, en ga je meer op jezelf vertrouwen.
    In volgende vervelende situaties weet je dan dat je op jezelf kunt rekenen, en voel jij je bij voorbaat al minder onzeker en minder onveilig.

  7. Verbeteren:

    In een vervelende situatie is er altijd een verschil (een kloof) tussen de werkelijkheid en jouw verwachting (je ideaalbeeld).
    Kijk eerst wat je kunt doen om de werkelijkheid zo te veranderen dat ze meer naar jouw zin is, en dus dichter bij jouw ideaalbeeld komt.
    Lukt dat niet (helemaal), kijk dan of je jezelf zo kunt ontwikkelen dat je jouw verwachting in dit soort situaties wat naar beneden kunt bijstellen.
    Jouw verwachting was in deze situatie niet realistisch, want anders was deze situatie niet gebeurd. En door in dit soort situaties voortaan de lat wat lager te leggen, en je ideaalbeeld wat realistischer te maken, ben je minder teleurgesteld en minder gefrustreerd als er weer zoiets gebeurt.

  8. Doorzetten:

    Wat je deed of zei op het moment dat je met deze vervelende situatie geconfronteerd werd, deed je met een bepaalde bedoeling (een bepaalde intentie): je wilde een behoefte van jezelf of van anderen bevredigen, of een doel van jezelf of van anderen bereiken.
    Sta je nog steeds achter de intentie die je toen had, zet dan gewoon door: laat je niet door deze tegenslag tegenhouden of ontmoedigen, en blijf gaan voor wat je zo graag wilt.

  9. Helpen:

    Deze situatie is in ieder geval vervelend voor jou, en misschien ook wel voor andere betrokkenen (zoals je kinderen).
    Je kunt jezelf helpen om met deze situatie om te gaan, door te kijken wat je zelf nodig hebt, dat jezelf te gunnen, en ervoor te zorgen dat je dat krijgt.
    En met de ervaring die je opdoet over wat wel en wat niet werkt, kun je ook andere betrokkenen helpen om met deze situatie te dealen.
    Lukt dat, dan kun je eventueel ook nog overwegen om mensen te gaan helpen die nog wel steeds in een soortgelijke situatie zitten (lotgenoten), of om mensen te helpen voorkomen dat ze net als jij ook een keer in deze situatie terecht komen.

 

Van nature heb je als vrijgezel genoeg zelfvertrouwen

 

 
 
 
Van nature heb je als vrijgezel genoeg zelfvertrouwen om het leven aan te kunnen. En heb je dan ook geen enkele moeite met de nieuwe en onbekende gebeurtenissen die er in het Nieuwjaar aan zitten te komen.
Waarom jij van nature dat zelfvertrouwen hebt, en hoe dat in de loop van de tijd ongemerkt en in kleine stapjes veranderd zou kunnen zijn bij jou, lees je in dit artikel.

 

Van nature

Van nature weet je dat je jouw buitenwereld niet op jouw bevel kunt veranderen, en dat er in je buitenwereld dus altijd dingen kunnen gebeuren die je niet onder controle hebt.
Tegelijkertijd ben jij je er van nature ook van bewust dat jouw intuïtie je altijd vertelt of je iemand wel of niet kunt vertrouwen, en wat je op het moment zelf het beste kunt doen.
Daarnaast besef je dat hoe belangrijker iets voor jou is, hoe meer je iets nodig hebt of hoe grager je iets wilt, hoe groter jouw wilskracht wordt. En dat je dankzij jouw wilskracht altijd de moed en daadkracht kunt vinden om ergens voor te gaan waar je achter staat of in gelooft, en om met tegenslagen en teleurstellingen om te gaan op de weg daarnaartoe.
Je weet van nature dan ook dat je dankzij je intuïtie (jouw innerlijke weten) niet onzeker hoeft te zijn en dat je dankzij je wilskracht (jouw innerlijke kracht) niet bang hoeft te zijn.
En je voelt je daarom kalm en vol zelfvertrouwen in elke situatie …

 

Verandering 1

In de loop van de tijd (meestal al als kind) begin je te twijfelen of je wel altijd genoeg op jouw eigen intuïtie, wilskracht en capaciteiten kunt vertrouwen om met risico’s, gevaren, bedreigingen, tegenslagen en teleurstellingen om te gaan.
En als je niet meer genoeg op jezelf kunt vertrouwen, dan blijft er nog maar één mogelijkheid over: meer op andere mensen gaan vertrouwen.
Dus ga je op zoek naar andere mensen op wie je altijd kunt terugvallen als dat nodig is.
Je probeert vriendschap met hen te sluiten. En je zorgt ervoor dat je zelf ook betrouwbaar bent, zodat je vrienden ook altijd op jou kunnen terugvallen en graag bevriend willen blijven.
Jouw eerste vriendschappen probeerde je met je ouders/verzorgers op te bouwen. En tijdens deze verandering is elke keer dat je een vriend hebt uitgezocht die later jouw vertrouwen beschaamde, elke mislukte vriendschap, elke afwijzing in een vriendschap, elke keer dat je voor je gevoel zelf niet betrouwbaar genoeg was naar je vrienden toe, of het helemaal geen vrienden kunnen vinden een deuk in je zelfvertrouwen.

 

Verandering 2

Binnen elke groep mensen één of meer vrienden hebben geeft een geruststellend gevoel.
Maar het is nog geruststellender als een héle groep mensen achter je staat. Want samen ben je sterker en kun je meer bereiken dan alleen. En in een groep voel jij je veiliger als je in je buitenwereld tegen risico’s, gevaren, bedreigingen, tegenslagen of teleurstellingen aanloopt.
Dus wil je na verloop van tijd niet meer alleen vriendschappen hebben, maar jezelf ook aansluiten bij groepen. Ook al zou dat alleen maar zijn om een groep niet tegen je te krijgen.
Daarbij besef je op latere leeftijd goed dat een vriendschap of een groep (bijvoorbeeld je afdeling of je bedrijf) alleen maar kan blijven bestaan zolang iedereen (inclusief jijzelf!) een stuk verantwoordelijkheid neemt om er het beste van te maken.
De eerste groepen mensen waar je in terecht kwam, waren je ouderlijk huis en je scholen.
En tijdens deze verandering is elke keer dat je een groep hebt uitgezocht die later jouw vertrouwen beschaamde, elke afwijzing in een groep, en elke keer dat je voor je gevoel zelf niet genoeg verantwoordelijkheid nam een nieuwe deuk in je zelfvertrouwen.

 

Verandering 3

Betrouwbaar zijn en genoeg verantwoordelijkheid nemen is heel belangrijk om in een groep of vriendschap te mogen blijven. Maar helaas, je groepsleden (bijvoorbeeld je collega’s en je leidinggevenden, of je ouders) en je vrienden blijken (of lijken!) jou toch nog niet altijd te accepteren en goed te keuren. Iets wat erg aan je zelfvertrouwen knaagt.
Binnen jouw groepen en vriendschappen begin jij je daardoor nu toch wat onveilig te voelen.
Om nog meer afkeuring (kritiek, afwijzing of straf) te voorkomen, doe je er daarom nog een schepje bovenop en wil je graag loyaal aan hen allemaal zijn: je neemt niet alleen je eigen verantwoordelijkheden op je, maar probeert ook aan alle verwachtingen en eisen van je groepsleden en vrienden te voldoen. Ook als je dat eigenlijk liever niet zou doen, maar je ertoe verplicht voelt. Je houdt je bijvoorbeeld zoveel mogelijk aan alle (ongeschreven) regels.

 

Verandering 4

Na verloop van tijd merk je tot je schrik steeds vaker dat je niet meer de energie en de tijd hebt om alle verantwoordelijkheden, verplichtingen en beloftes na te komen. En dat je groepsleden of vrienden daardoor ontevreden of boos (kunnen) worden. Iets wat niet goed is voor je zelfvertrouwen, en wat je een onveilig gevoel geeft in je groepen en vriendschappen.
In de hoop dat het niet al teveel opvalt, doe je daarom een stapje terug met het nakomen van minder belangrijke verantwoordelijkheden, verplichtingen en beloftes, zodat je meer tijd en energie overhoudt voor belangrijkere verwachtingen en eisen.
Als het mensen wél opvalt en ze daarop reageren, schat je in (of test je uit) of ze misbruik van jou maken. In dat geval probeer je hen met pijn in je hart te laten vallen, zodat je meer tijd en energie overhoudt voor groepsleden en vrienden die wél betrouwbaar zijn.
Tijdens deze verandering is elke keer dat het iemand wél opviel, elke keer dat iemand misbruik van je (b)leek te maken, en elke keer dat het je niet lukte om het contact met iemand te verbreken (bijvoorbeeld met een dominant iemand) slecht voor je zelfvertrouwen.

 

Verandering 5

Op een gegeven moment begin je al die verwachtingen en eisen van je overgebleven groepsleden en vrienden, waar maar geen einde aan lijkt te komen, zat te worden: het wordt je gewoon teveel. En je besluit hen duidelijk te laten merken dat je niet op nóg meer verantwoordelijkheden, verplichtingen en beloftes zit te wachten.
Na al die tijd eindelijk eens goed voor jezelf opkomen geeft je weer lekker veel zelfvertrouwen en het gevoel dat je weer helemaal in je kracht staat.
Maar door al die opgekropte irritatie en frustratie komt alles wat je zegt er botter en zelfs agressiever uit dan je bedoeld had. Waardoor je tot je eigen schrik diverse groepen en vrienden kwijtraakt, die zo’n reactie niet gewend waren van jou en daarom niet pikken.
En om te voorkomen dat je op deze manier alle groepen en vriendschappen verspeelt, en er misschien zelfs vijanden bij krijgt, besluit je met tegenzin om jezelf dan toch maar weer weg te cijferen. Met als gevolg dat je groeiende zelfvertrouwen in één keer weer flink instort.

 

Verandering 6

Als je assertief bent en voor jezelf opkomt, dan pakt dat verkeerd uit, en raak je groepen en vrienden kwijt, zo heb je duidelijk gemerkt.
Maar je bent overduidelijk ook niet meer in staat om aan alle verwachtingen en eisen van je groepen en vrienden te voldoen, waardoor je ook weer vrienden en groepen kunt kwijtraken.
Je voelt je dan ook onbekwaam en minderwaardig, en hebt geen enkel idee meer hoe je met dit lastige dilemma moet omgaan. Met als gevolg dat je voor je gevoel voortaan niet meer op jezelf kunt vertrouwen en voortaan niet meer op eigen benen kunt staan.
En dus doe je voortaan maar onderdanig tegen de groepen en vrienden die jouw gezelschap nog wel dulden. Want als je nog meer fouten maakt, wordt je alsnog in de steek gelaten of verstoten, en blijf je eenzaam achter met al die risico’s, gevaren en bedreigingen om je heen.

 

Hoe nu verder?

Door jezelf weer te herinneren wat je van nature al beseft, weet en kunt (zie hierboven), maakt het jou voortaan niets meer uit dat er weer een Nieuwjaar is aangebroken met nieuwe en onbekende gebeurtenissen: je vertrouwt in elke situatie gewoon zoveel mogelijk op je intuïtie en je wilskracht, al dan niet met vrienden of groepsleden om jou heen …
 

Bepaal zelf hoeveel jij jezelf met andere mensen wilt delen door van je binnenwereld je ideale kasteel te maken

 

recognizable landmarks, listed on unesco list of world heritage sites.

 
 
 
Als vrijgezel heb je geen partner met wie jij lief en leed kunt delen. En je ontkomt dan ook niet aan de keuze hoeveel jij jezelf wilt delen met de andere mensen om je heen: familieleden, vrienden, kennissen, collega’s en onbekenden.
Want jezelf delen kan zowel spannend, ongemakkelijk, bedreigend of gevaarlijk zijn, als gezellig, fijn, bevredigend of verrijkend.
Om makkelijker de keuze te kunnen maken hoeveel privacy je graag wilt hebben en hoeveel informatie je graag met anderen wilt delen, kun je jouw binnenwereld zien als een kasteel met een muur, een kasteelpoort, een slotgracht en een binnenplaats.

 
Zo kan het zijn dat jij je tot nu toe als vrijgezel voorgenomen hebt om je binnenwereld zo min mogelijk met andere mensen te delen. Bijvoorbeeld omdat je teleurgesteld geraakt bent in andere mensen of omdat je jouw eigen privacy een groot goed vindt.
Jouw binnenwereld is dan als het ware een zwaarbewaakt fort.
Het heeft als ‘kasteel’ hoge en dikke muren met verschillende uitkijkposten, een kleine en goed gebarricadeerde kasteelpoort zonder raampjes die in principe altijd dicht is, een brede slotgracht met een aantal krokodillen erin om nieuwsgierige en opdringerige mensen op afstand te houden, en een grote hond op de binnenplaats die mensen weer naar buiten kan jagen zodra je hun gezelschap zat bent.

 
Het kan ook zijn dat jij je tot nu toe als vrijgezel juist voorgenomen hebt om je binnenwereld zoveel mogelijk met andere mensen te delen. Bijvoorbeeld omdat je graag met andere mensen alles wilt delen wat je anders met je partner had gedeeld. Of omdat je van diepgaande gesprekken houdt, of iets voor andere mensen wilt betekenen.
Jouw binnenwereld is dan als het ware een inloophuis. Het heeft als ‘kasteel’ lage en dunne muren zonder uitkijkposten, een grote en houten kasteelpoort met veel raampjes die in principe altijd open is, een smalle slotgracht waar iedereen makkelijk overheen kan stappen, en een gezellige binnenplaats met allerlei hapjes en drankjes.

 
Als vrijgezel bepaal je helemaal zelf hoe je jouw binnenwereld er als kasteel uit wilt laten ziet: je bent zelf de enige ontwerper van dit kasteel.
Daarbij maakt het helemaal niet uit voor welk kasteel je kiest. Geen enkel kasteel is beter of waardevoller dan een ander kasteel, en het is puur en alleen een kwestie van voorkeur. Zolang dit kasteel maar voor jóu werkt. Laat dus gerust je fantasie en je creativiteit de vrije loop!

 
Ook ben jij de enige sleutelbewaarder van jouw binnenwereld.
Want in tegenstelling tot je woonruimte is je binnenwereld iets wat niemand kan zien en waar niemand ongevraagd binnen kan komen.
Alleen op de momenten dat jijzelf de deur van je binnenwereld opent, kunnen mensen een glimp van je binnenwereld opvangen, En je bepaalt helemaal zelf wanneer en hoe lang je hen een inkijkje gunt, en hoever je hen in je binnenwereld toelaat.
Je binnenwereld is dus lekker je eigen domein, waarin je 100 procent controle hebt over wie je wanneer, hoe lang en hoe ver binnenlaat!

 
De vraag “Hoeveel wil ik mezelf delen met andere mensen?” kun je dan ook vertalen naar: “Ziet mijn binnenwereld er op dit moment uit als mijn ideale kasteel?”. Met andere woorden: “Hoe tevreden ben ik met de huidige muur, kasteelpoort, slotgracht en binnenplaats van mijn binnenwereld?”.

 
Zonder een partner heb je juist de gelegenheid om van je privacy te genieten: er is niemand die van jou verlangt of eist dat je deelt wat er in je omgaat, en je hebt genoeg tijd en ruimte om alles met jezelf te delen wat jou bezighoudt.
Wel loop je dan op den duur het risico dat jij je eenzaam gaat voelen, of dat je het gevoel krijgt dat jij er altijd helemaal alleen voor staat. Als dat gebeurt, zul je moeten leren om in een gesprek je binnenwereld stukje bij beetje te delen naar een ander toe, zodat de ander zich ook stukje bij beetje kwetsbaar durft op te stellen naar jou toe. Of om voor jezelf de gesprekspartner, steun en toeverlaat te worden die je zoekt.

 
Aan de andere kant heb je als vrijgezel juist ook de gelegenheid om jezelf met veel mensen te delen: je hebt geen partner die jij in gezelschap steeds aandacht hoeft te geven, en kunt jezelf daardoor extra open stellen voor nieuwe contacten.
Wel loop je dan het risico dat sommige mensen misbruik maken van de dingen die ze over jou horen, of dat ze jou maar een kwebbelkous vinden die alleen maar over zichzelf praat. Als dat gebeurt, zul je moeten leren om op je intuïtie te vertrouwen wie je hoeveel over jezelf kunt vertellen. En om in gesprekken niet alleen te zenden maar ook te luisteren, en af te wegen wat je met jezelf wilt delen en wat je met anderen wilt delen …
 

Hoe je als vrijgezel het zelfvertrouwen opbouwt dat jij je prima kunt redden, zelfs tijdens onverwachte of oncomfortabele gebeurtenissen

 

 
 
 
Als vrijgezel moet je het uiteindelijk toch in je eentje zien te redden, zonder dat je daarbij kunt terugvallen op een partner. Hoeveel adviezen, steun of hulp je daarbij misschien ook van je omgeving krijgt.
Dat lukt jou alleen maar als je genoeg vertrouwen hebt dat je dat zelf (met vallen en opstaan) voor elkaar krijgt: anders ontmoedig je jezelf al voordat je bent begonnen, trek je jezelf steeds in twijfel, en geef je jezelf regelmatig op je kop dat je het niet goed genoeg of niet snel genoeg doet.
Genoeg zelfvertrouwen is dan ook een noodzakelijke voorwaarde om zelfredzaam te kunnen zijn als vrijgezel!

Maar hoe bouw je dat zelfvertrouwen eigenlijk op?
Nou, door het onderscheid te leren maken tussen dingen die je zelf niet kunt veranderen en dingen waar je zelf juist wel invloed op hebt.
Elke gebeurtenis (hoe oncomfortabel, ingewikkeld, hefig of ingrijpend ook) bestaat uit aspecten waar je geen invloed op hebt en uit aspecten waar je wel degelijk (een kleine) invloed op hebt.
Staar jij je blind op de onveranderlijke aspecten van een gebeurtenis, dan voel jij je een slachtoffer van de situatie: je voelt je machteloos, raakt gefrustreerd, raakt verbitterd, probeert wraak te nemen, of wacht de rest van je leven totdat een bepaald iemand eindelijk tot inkeer komt en zijn of haar excuses aanbiedt.
Richt jij je daarnaast ook op de beïnvloedbare aspecten van een gebeurtenis, dan krijg je hoop, ga je meer in je kracht staan, zie je steeds meer mogelijkheden om met de gebeurtenis om te gaan, en voel je meer en meer innerlijke rust.

Over het algemeen heb je geen invloed op mensen en dingen in je buitenwereld.
Een stoplicht springt bijvoorbeeld gewoon op rood, of je dat nou wel of niet wil. Mensen zijn zoals ze zijn: ze veranderen alleen maar als ze daar zelf achter staan. Kijk bijvoorbeeld maar naar (je) kinderen.
En op alles wat er in je verleden gebeurd is, heb je ook geen enkele invloed meer: je kunt je verleden niet meer terugdraaien of ongedaan maken.
Dingen en mensen die je niet (meer) kunt veranderen, kun je alleen nog maar leren accepteren. Daarmee bedoel ik: leren aanvaarden dat ze zijn zoals ze zijn, en dat ze een gegeven (een feit) zijn, hoeveel pijn dat jou misschien ook doet.
In plaats van te blijven ontkennen dat ze zo zijn, tegen beter weten in te blijven hopen dat ze alsnog veranderen, je maar te blijven verzetten tegen hoe ze zijn, jezelf of de ander maar verwijten te blijven maken, of maar te blijven fantaseren over hoe het anders had kunnen gaan.

Gebeurd is gebeurd, punt.
Maar gelukkig zijn er altijd ook nog wel aspecten waar je wel degelijk invloed of grip op hebt.
In ieder geval de manier waarop je zelf met de gebeurtenis omgaat.
Je kunt er namelijk voor kiezen om:

  • Jezelf een luisterend oor te bieden
  • Jezelf met raad en daad bij te staan
  • Jezelf de tijd en ruimte te geven om de gebeurtenis te verwerken
  • Onderscheid te maken tussen wat er feitelijk gebeurd is en hoe jij dat zelf interpreteert (we vullen zelf meer dingen in dan we denken)
  • Niet alleen te kijken naar wat er misging maar ook naar wat er goed ging
  • Niet alleen naar de nadelen te kijken maar ook naar de (kleine) voordelen
  • Jezelf het gebeuren niet onnodig persoonlijk aan te trekken
  • Jezelf niet onnodig de schuld te geven
  • Niet tegen jezelf te keer te gaan
  • Na te gaan welke behoeftes van jou door het gebeuren niet vervuld zijn (door deze onvervulde behoeftes voel jij je onprettig)
  • Andere manieren te zoeken om je onvervulde behoeftes alsnog te vervullen (hierdoor ga je eerder oplossingen en veranderingen aantrekken)
  • Ook naar je eigen aandeel in het gebeuren te kijken (dat plaatst alles meer in perspectief)
  • Het gebeuren ook door de ogen van de ander(en) te bekijken (dat neemt onnodige verwijten weg)
  • Te kijken op welke andere manieren je eveneens tegen het gebeuren aan zou kunnen kijken (daardoor krijg je meer zicht op nieuwe mogelijkheden en oplossingen)
  • Te kijken wat je van het gebeuren kunt leren
  • Te kijken welke nieuwe dingen je door dit gebeuren over jezelf te weten bent gekomen (tijdens onprettige gebeurtenissen leer je weer een hele andere kant van jezelf kennen dan tijdens prettige gebeurtenissen)
  • Te kijken in hoeverre je dit gebeuren zelf hebt aangetrokken (wat we uitstralen, bepaalt welke mensen en gebeurtenissen er op ons pad komen)

Daarnaast kun je er ook altijd nog voor kiezen hoe je in je buitenwereld gaat reageren op het gebeuren (wat je precies gaat zeggen en doen):

  • Geef je aan wat het gebeuren met je doet (hoe jij je daarbij voelt)?
  • Geef je aan waar je behoefte aan hebt?
  • Probeer je het gebeuren uit te praten?
  • Probeer je een gezamenlijke oplossing te vinden?
  • Kom je voor jezelf op?
  • Geef je jouw grenzen aan?
  • Trek je een streep “Tot hier en niet verder”?
  • Ga je dingen doen om de schade te beperken?
  • Ga je dingen doen om herhaling te voorkomen?
  • Ga je ervoor zorgen dat dit minder vaak kan gebeuren?
  • Ga je kijken wat je kunt doen om dit gebeuren de volgende keren draaglijker voor jezelf te maken?
  • Ga je met iets of iemand stoppen (bijvoorbeeld een andere afdeling, een ander bedrijf, een ander huis of een andere woonplaats)?
  • Ga je dingen op een andere manier aanpakken? Zolang je dingen op dezelfde manier blijft doen, houd je dezelfde soort resultaten en uitkomsten.
  • Ga je steun, hulp, advies of een luisterend oor zoeken bij anderen?
  • Richt jij je meer op je mogelijkheden en je kansen, in plaats van je steeds te laten weerhouden door de risico’s, gevaren en bedreigingen?

Dus je ziet het: er zijn hoogstwaarschijnlijk veel meer mogelijkheden dan je denkt als je jezelf alleen probeert te redden, en daarbij tegen onverwachte of oncomfortabele gebeurtenissen aanloopt.
En hoe meer van deze mogelijkheden je in de loop van de tijd leert te zien, hoe meer uitzicht op verandering je in dat soort situaties gaat krijgen, hoe hoopvoller en daadkrachtiger je wordt, en hoe meer vertrouwen je krijgt dat jij jezelf prima alleen kunt redden …
 

Van alleen op jezelf vertrouwen of alleen op andere mensen vertrouwen naar: op jezelf én op anderen vertrouwen

 

 
 
 
Eén deel van jou (je Krachtige Ik) is ervan overtuigd dat je maar beter op jezelf kunt vertrouwen: mensen maken misbruik van je zwakke punten, of benadelen jou, zodra ze de kans krijgen. En een ander deel van jou (je Beschermende Ik) is er juist van overtuigd dat je maar beter op andere mensen kunt vertrouwen: samen sta je sterk en andere mensen hebben ervaring met gebeurtenissen die voor jou nog (gedeeltelijk) onbekend zijn.

 
Tot nu toe heb je in jouw (vrijgezellen)leven hoogstwaarschijnlijk maar naar 1 van deze 2 delen in jezelf geluisterd.
Óf je doet alles zoveel mogelijk zelf en laat zo min mogelijk invloed van andere mensen toe. Met als gevolg dat jij je sterk, krachtig en autonoom voelt, en tegelijkertijd ook eenzaam, in de steek gelaten, uitgeput en overbelast.
Óf je vraagt geruststelling/bevestiging/advies/steun aan mensen om je heen, en zoekt houvast/duidelijkheid/stabiliteit/veiligheid in afspraken, (ongeschreven) regels, wetten, procedures, richtlijnen, een godsdienst, een levensbeschouwing of een levensfilosofie. Met als gevolg dat jij je gesteund, geaccepteerd en veilig voelt, en tegelijkertijd ook afhankelijk, sociaal verplicht, bang voor afwijzing en niet loyaal aan jezelf.

 
Zou het niet mooi zijn als je bij elke kleine of grote beslissing zelf kon kiezen of je op jezelf gaat vertrouwen of op andere mensen? Oftewel, naar welke van deze twee delen van jezelf jij op dat moment gaat luisteren?
Dat kan!
Het enige wat je daarvoor nodig hebt, is inzien en doorzien wat het verborgen belang is van je Krachtige Ik en je Beschermende Ik. Er is een reden waarom ze zich zo krampachtig vasthouden aan alleen maar op zichzelf of alleen maar op andere mensen vertrouwen! En zodra deze 2 Ikken beseffen wat de echte onderliggende reden is, gaan ze twijfelen of die reden wel terecht is, en beginnen ze ervoor open te staan om zowel op zichzelf als op andere mensen te vertrouwen.

 
Jouw Krachtige Ik wil zich de hele dag door sterk en krachtig voelen. En dat kan alleen door regelmatig grote uitdagingen aan te gaan en vaak de (woorden)strijd met andere mensen aan te gaan. Want pas als je geconfronteerd wordt met een grote uitdaging of met een krachtige tegenstander (iemand die tegenstand of een weerwoord geeft), moet je een beroep doen op je eigen kracht, en ontdek je of je sterk genoeg bent om die uitdaging of die tegenstander te overwinnen.
De (woorden)strijd met andere mensen aangaan lukt niet en heeft geen enkele zin als je vertrouwt op de goedheid van andere mensen. En dus maakt je Krachtige Ik jou de hele dag door wijs dat mensen het slecht met je voor hebben, en dat je de klos bent zodra je op hen vertrouwt. In plaats van jou aan te moedigen om eerlijk naar je intuïtie te luisteren of iemand wel of niet te vertrouwen is.
Door je Beschermende Ik meer ruimte te geven, merkt je Krachtige Ik dat er ook genoeg mensen zijn die jou wél geruststelling/bevestiging/advies/steun willen geven, dat het jou veel energie bespaart als je niet alles zelf hoeft te doen, en dat je altijd zelf in de gaten kunt blijven houden of mensen te vertrouwen zijn (door naar je intuïtie te luisteren, goed te luisteren naar wat mensen zeggen, goed door te vragen en hen desnoods uit te testen).

 
Je Beschermende Ik wil jou dolgraag beschermen tegen een pijnlijke afwijzing door de mensen om je heen en tegen het er niet meer bijhoren. Ze probeert dan ook continu te voorkomen dat je iets doet, zegt of nalaat wat verkeerd kan vallen bij andere mensen.
De veiligste manier die ze daarvoor kent is flexibel blijven: ervoor zorgen dat je loyaal blijft aan de mensen om je heen, en dat je in blijft spelen op hun (onuitgesproken) verwachtingen.
Jezelf flexibel aanpassen aan andere mensen lukt alleen zolang je jezelf niet teveel deelt en niet teveel profiel aannneemt: zolang je anoniem, onder de radar en onder het maaiveld blijft, en niet te zelfbewust wordt.
En om te garanderen dat jij jezelf niet teveel uit, niet teveel laat zien en niet te uitgesproken wordt, trekt ze al jouw opvattingen, meningen en behoeftes bij voorbaat in twijfel. Zodat jij te weinig zelfvertrouwen hebt om voor jezelf te gaan staan en om jouw grenzen aan te geven, en dus makkelijker mee kunt gaan in wat anderen van jou verwachten. In plaats van jou de ruimte te geven om je eigen opvattingen/meningen/behoeftes en de opvattingen/meningen/behoeftes van andere mensen tegen elkaar af te wegen.
Door je Krachtige Ik meer ruimte te geven, voelt je Beschermende Ik dat je sterker bent dan je zelf dacht, dat je sterk genoeg bent om met afwijzing om te gaan, en dat je dus gerust op jezelf kunt vertrouwen.
 

Hoe makkelijk trek jij ‘foute’ mannen of vrouwen aan?

 

 
 
Kom jij eigenlijk nooit een ‘foute’ man of vrouw tegen? Of loop jij de ene na de andere ‘foute’ man of vrouw tegen het lijf, met alle gevolgen van dien?
Op het moment dat je een ‘foute’ partner ontmoet, voelen bepaalde Ikken van jou zich meteen tot hem of haar aangetrokken. Terwijl andere Ikken hem of haar al gauw afkeuren en de deur willen wijzen.
Geef je één van je Ikken haar zin, zonder goed naar de mening van je andere Ikken te luisteren, dan krijg je in ieder geval een innerlijk conflict. Ook blijf je dan hoogstwaarschijnlijk onnodig lang bij een ‘foute’ partner, omdat je alle waarschuwingen van je andere Ikken in de wind slaat.
Ga je in plaats daarvan een innerlijke dialoog aan met je 9 Ikken en neem je op basis daarvan een beslissing waar ze zich allemaal in kunnen vinden, dan voel je innerlijke rust, ook als je voor een ‘foute’ partner kiest. En zodra die partner te ver gaat, trekken bepaalde Ikken aan de bel, en kun je op tijd jouw grenzen aangeven.

 
 
Dit is hoe jouw 9 Ikken tegen een ‘foute’ man of vrouw aankijken:

 

Een ‘foute’ man of vrouw komt bij mij niet verder dan de voordeur!

  • Jouw Perfecte Ik wil graag een plezierige relatie, met zo min mogelijk pijn en met zoveel mogelijk vrijheid.
    Zodra ze dan ook merkt dat jouw relatie haar teveel pijn, te weinig plezier en te weinig vrijheid oplevert, wil ze ermee stoppen.
  • Iets soortgelijks geldt voor jouw Harmonieuze Ik. Zij wil graag een gelijkwaardige, respectvolle, gezellige en harmonieuze relatie. En zodra ze merkt dat die gelijkwaardigheid en dat respect ver te zoeken zijn, en dat je relatie haar steeds (innerlijke) conflicten oplevert, heeft ze er geen zin meer in.
  • Jouw Verstandige Ik weet zich niet zo goed raad met haar emoties, want ze wil graag objectief blijven en haar hoofd erbij kunnen houden. Een ‘foute’ partner roept dan ook al gauw teveel emoties bij haar op, en ze neemt daarom al snel afstand van hem of haar. Ook is zelfredzaamheid essentieel voor haar, en ze laat zichzelf dan ook nooit afhankelijk maken van een ‘foute’ partner.

 

Een beetje ‘fout’ mag een partner van mij wel zijn hoor!

  • Jouw Perfecte Ik wil graag dat je relatie zo goed mogelijk is, en heeft een uitgesproken mening over wat een ‘goede’ relatie en een ‘goede’ partner is.
    In haar ogen is sowieso elke partner wel ‘fout’, want ze heeft strenge normen en eisen. Maar ook al irriteert zij zich aan alle imperfecties van je partner, het geeft haar wel voldoening om jouw partner en je relatie continu te verbeteren. Je partner mag wat haar betreft dan ook best wel wat ‘fout’ zijn: bijvoorbeeld een licht criminele inslag hebben, zodat ze hem of haar weer op het ‘rechte pad’ kan brengen.
  • Jouw Presterende Ik wil alles als een prestatie en als een succes zien, en dus ook je relatie. Aan een relatie die van een leien dakje gaat valt voor haar geen enkele eer te behalen. En zodra je partner een beetje ‘fout’ is, maar je Presterende Ik van te voren weet dat ze nog wel van hem of haar kan ‘winnen’, kan je Presterende Ik trots zijn op haar eigen prestaties tijdens je relatie. Ze zoekt dan vooral een partner die regelmatig dingen zegt of doet waardoor de relatie dreigt te mislukken, en die ze vervolgens toch weer zover weet te krijgen dat de relatie door kan gaan.

 

Een ‘foute’ partner heeft wel wat!

  • Jouw Behulpzame Ik wil continu een verschil, en het liefst hét verschil, maken in het leven van andere mensen. En hoe kan dat nou beter dan bij een (‘foute’) man of vrouw, die hele goede intenties heeft, maar tot zijn of haar eigen spijt en frustratie steeds weer terugvalt in het oude gedrag (bijvoorbeeld een verslaving)? Ze heeft dan ook de neiging om ‘probleemgevallen’ aan te trekken. En omdat mensen helpen in haar bloed zit en haar eerste natuur is, kunnen dat ook probleemgevallen zijn waarbij ze eigenlijk al van tevoren weet dat het helpen onbegonnen werk is: dan blijft ze ervan verzekerd dat ze nodig blijft voor haar partner en dat ze iets aan zijn of haar leven kan blijven toevoegen. Iemand die zichzelf kan redden, kan zíj namelijk niet meer redden.
  • Jouw Krachtige Ik wil continu voelen en zien hoe sterk ze is, door regelmatig voor iets te knokken en door regelmatig de (woorden)strijd met mensen aan te gaan. En de strijd aangaan is makkelijk voor haar, omdat ze ervan overtuigd is dat mensen zonder enige twijfel misbruik maken van haar zachtheid, mildheid en zwakheden, en dat het recht van de sterkste geldt.
    In relaties heeft ze dan ook de neiging om mensen aan te trekken die (uiteraard!) niet te vertrouwen blijken te zijn, en met wie ze de strijd aan moet gaan. Ze kiest daarbij vaak mensen uit die een echte uitdaging voor haar zijn, en verliezen is voor haar geen enkele optie. Dit kunnen bijvoorbeeld gewelddadige partners zijn, partners die een meester zijn in manipuleren (daar heeft ze een bloedhekel aan, want ze heeft duidelijkheid nodig), partners die goed zijn in een psychologische oorlogsvoering, of een mannelijke of vrouwelijke ‘femme fatale’ (ze is dol op sex, omdat haar dat meteen veel energie, en soms ook een gevoel van macht, geeft).
  • Jouw Gevoelige Ik wil aan de ene kant graag een hele (fijn)gevoelige partner hebben, bij wie ze niet bang hoeft te zijn om afgewezen te worden, die veel diepgang heeft, en met wie ze een diepe emotionele band heeft. Maar helaas zijn dat in haar ogen toch ook vaak wel weer alledaagse en voorspelbare mensen. En ze houdt juist van mensen die anders zijn dan anderen, die spannend zijn, en die intense emoties bij haar oproepen. Ja, en in dat geval kom je al gauw bij een ‘foute’ man of vrouw terecht. Aan de ene kant baalt ze van de pijn die zo’n ‘foute’ partner bij haar oproept. En aan de andere kant komt ze juist door zo’n partner heel goed bij haar gevoel, heeft ze echt het gevoel dat ze leeft, en hoeft ze nooit bang te zijn dat alles voorspelbaar, vlak, oppervlakkig en een sleur wordt.

 

Ik wil die ‘foute’ mannen of vrouwen écht niet, maar trek ze toch aan!

  • Jouw Beschermende Ik wil jou beschermen tegen alle risico’s, en dus ook tegen alle ‘foute’ mannnen of vrouwen. Zodra ze gezien of gehoord heeft dat ze het risico loopt om hen tegen te komen, stelt ze zich dan ook in alle details voor hoe die partners zijn, wat ze jou kunnen aandoen en hoe je jezelf daar het beste tegen kunt wapenen. In haar hoofd ziet ze een ‘foute’ partner dan ook regelmatig voor zich, en alles waar je aandacht naar toegaat in je binnenwereld wordt groter in je buitenwereld. In plaats van jou te beschermen tegen ‘foute’ mannen of vrouwen door zich zo grondig mogelijk op hen voor te bereiden, trekt ze hen daardoor juist onbedoeld aan.
  • Jouw Genietende Ik en jouw Verstandige Ik proberen allebei weg te blijven bij emoties: je Genietende Ik bij onplezierige emoties en je Verstandige Ik bij alle emoties. Zodra ze merken dat ze die emoties niet langer meer kunnen negeren, en dat het tijd wordt om ze serieus te nemen, weten ze niet goed hoe ze bij die emoties moeten komen want dat hebben ze nog nooit geleerd. En ze kunnen dan een ‘foute’ partner aan gaan trekken, die hen telkens weer in hun emoties weet te brengen, en op zo’n manier dat ze er niet meer voor weg kunnen lopen.
  • Jouw Harmonieuze Ik houdt zich bij alles wat ze zegt en doet in, uit angst voor conflicten met mensen om haar heen. Zodra ze merkt dat ze zichzelf daardoor steeds meer wegcijfert, steeds onzichtbaarder wordt en zichzelf kwijt begint te raken, kan ze daar zelf niet goed verandering meer in brengen omdat ze nooit geleerd heeft om zichzelf te uiten. Ze kan dan een ‘foute’ partner aan gaan trekken die zo stellig is en zo over haar heen loopt, dat ze gedwongen wordt om zichzelf te uiten en haar grenzen aan te geven.
  • Het kan zijn dat een ‘foute’ man of vrouw zo ver afstaat van de normen en waarde van jouw Perfecte Ik, dat ze niets met hem of haar te maken wil hebben. En dat zij tegelijkertijd een zelfde soort karaktereigenschap heeft als die ‘foute’ man of vrouw, maar dan in een veel minder extreme vorm. Die eigenschap in zichzelf vindt ze zo fout, dat ze die zo goed onderdrukt dat ze ‘m totaal niet meer lijkt te hebben. Maar hoe meer je iets in je binnenwereld onderdrukt, hoe meer je het gaat tegenkomen in je buitenwereld. En ‘foute’ partners kunnen haar een karaktereigenschap zo extreem terugspiegelen, dat ze die wel onder ogen móet zien: eerst bij de ander en daarna bij zichzelf.

 

Waarom trek ik toch steeds een ‘foute’ man of vrouw aan?

 

 
 
Van diverse vrijgezellen krijg ik de vraag: “Waarom trek ik toch steeds een dominante, oneerlijke, controlerende, beperkende, agressieve en ‘foute’ man aan, die in het begin zo lief is?”.
En uiteraard had dit ook de vraag kunnen zijn: “Waarom trek ik toch steeds een dominante, oneerlijke, controlerende, beperkende, agressieve en ‘foute’ vrouw aan, die in het begin zo lief is? “.

Uiteraard wil jij als Bewuste Ik geen dominante, oneerlijke, beperkende, controlerende, agressieve en ‘foute’ man.
En een ontmoeting met zo’n man kan jou veel ellende en pijn bezorgen. Daarover bestaat geen enkele twijfel.
Tegelijkertijd bepaalt in mijn ogen niet jouw Bewuste Ik maar jouw Onbewuste Ik welke mensen en welke gebeurtenissen jij aantrekt.
Met je “Onbewuste Ik” bedoel ik het deel van jezelf waar jij je nog niet (helemaal) bewust van bent.
En je Onbewuste Ik kiest er blijkbaar voor om jou regelmatig met zulke mannen in contact te brengen.

Niet om jou te straffen of omdat ze een hekel aan jou heeft. Integendeel! Want ze wil niets liever dan dat jij als Bewuste Ik zo goed mogelijk kunt overleven.
Maar omdat dit voor haar de enige manier is om jou te laten zien wat er in haar omgaat.
Net als jij wil ze graag gezien, gehoord, begrepen, erkend en gewaardeerd worden.
En omdat jij je niet van haar bewust bent, probeert ze zich via je buitenwereld aan jou te laten zien.
Net zolang tot je met haar de dialoog aangaat.

Eén mogelijkheid is dat zo’n foute man een flink uitvergrote spiegel is van wat je onbewust op kleine schaal met jezelf doet.
Dat je onbewust bijvoorbeeld eerst ook altijd even lief tegen jezelf doet. Maar dat je dan al gauw jezelf in de gaten houdt, onder controle houdt, boos toespreekt of inperkt.
Of dat je bijvoorbeeld onbewust van mensen houdt die ingaan tegen de maatschappij, tegen wat hoort, tegen burgerlijkheid of truttigheid, of tegen grijze muizen. En dan kan het zijn dat je onbewust van jezelf eist dat je altijd rebels bent, en dat je boos op jezelf wordt zodra je bij jezelf merkt dat jij je aanpast aan andere mensen.
Een manier om er achter te komen of zo’n soort man inderdaad een onbewuste spiegel voor jou is, is om ongecensureerd op te schrijven wat je zo’n soort man allemaal verwijt.
En om dan overal in die tekst “hij” te vervangen door “ik”, en eerlijk te kijken wat je dan op kleinere schaal bij jezelf herkent.
Mocht je dit gaan doen, neem daar dan uitgebreid de tijd voor, want dit kan aardig confonterend zijn.

Ook, of daarnaast, zijn er nog allerlei andere mogelijkheden.
Ik noem ze even kort en als jullie erom vragen ga ik volgende keren wel dieper in op een of meer van die mogelijkheden:

  1. Je Onbewuste Ik wil graag zichzelf en andere mensen verbeteren, en trekt daarom steeds mensen aan die ‘fout’ zijn.
  2. Je Onbewuste Ik wil graag een verschil maken in het leven van andere mensen, en trekt daarom steeds mensen aan die persoonlijk, maatschappelijk of sociaal gezien in de problemen zitten.
  3. Je Onbewuste Ik wil graag succesvol zijn, en probeert een succes te maken van relaties met moeilijke mensen.
  4. Je Onbewuste Ik wil graag intense emoties voelen, omdat ze vindt dat ze dan pas echt leeft. Daarom trekt ze steeds mensen aan die intense emoties bij je oproepen.
  5. Je Onbewuste Ik wil graag zelfredzaam zijn en alles wat je in je buitenwereld doet zorgvuldig voorbereiden en plannen. Daarom trek je steeds mannen aan die eveneens zelfredzaam zijn en graag controle over hun buitenwereld willen.
  6. Je Onbewuste Ik is ontzettend objectief en verstandelijk, maar verlangt diep in haar hart ook erg naar contact met haar subjectieve oordelen, meningen en emoties. Daarom trekt ze steeds mannen aan die door die objectiviteit heen kunnen breken, en oordelen, meningen en emoties oproepen.
  7. Je Onbewuste ik voelt zich onveilig, angstig en onzeker. Daarom trekt ze steeds mannen aan die heel sterk, zeker en onbevreesd zijn, en daarin kunnen doorschieten.
  8. Je Onbewuste Ik vind het heel leuk om het voor iedereen licht en luchtig te houden, en om mensen op te beuren. Daarom trekt ze steeds mensen aan die het zwaar hebben, of die zich vaak serieus, somber of verdrietig voelen.
  9. Je Onbewuste Ik is alleen bezig met plezier maken en lol trappen, maar verlangt er diep in haar hart ook erg naar om haar eigen pijn serieus te nemen. Daarom trekt ze steeds mensen aan die herinneringen aan haar eigen onverwerkte pijn en pijn in het hier-en-nu bij haar oproepen.
  10. Je Onbewuste Ik wil zich sterk en krachtig voelen, en zich door niets en niemand laten tegenhouden. Daarom trekt ze steeds mensen aan die een flink weerwoord geven, die zich niet gauw gewonnen geven, die een confrontatie en (woorden)strijd niet schuwen, die tegenwicht durven te geven en die aan jou gewaagd zijn.
  11. Je Onbewuste Ik houdt zich continu in om maar geen onrust en conflicten in de buitenwereld op te roepen. Maar ze verlangt er diep in haar hart ook erg naar om zichzelf ongecensureerd te uiten en te laten zien. Daarom trekt ze steeds mensen aan die haar met hun woorden en daden dwingen om profiel aan te nemen en grenzen aan te geven.

In de loop van de tijd kun je gaan merken dat je nog steeds zo’n soort man aantrekt, maar dat hij steeds minder onweerstaanbaar wordt voor je Bewuste Ik.
Dat betekent in mijn ogen dat er in je binnenwereld iets begint te verschuiven, en dat je bewust en onbewust steeds meer doorkrijgt dat zo’n man niet voor jou werkt.
Maar pas als dat soort mannen helemaal niet meer op je pad verschijnt, is je Onbewuste Ik er volledig van overtuigd dat zo’n soort man jou niets oplevert.
En om dat stadium te bereiken is het noodzakelijk om als Bewuste Ik eerlijk en respectvol in gesprek te gaan met je Onbewuste Ik over haar gehechtheid (of beter gezegd: verslaving) aan zo’n soort man …

 

Je boosheid is een onbewust signaal dat je meer invloed in je (vrijgezellen)leven wil

 

 
 
Boosheid is een emotie die in je omgeving meestal niet zo erg gewaardeerd wordt: als je bijvoorbeeld boos uitvalt naar je leidinggevende, partner, huisbaas of een winkelmedewerker dan maak je in je eigen ogen waarschijnlijk meer kapot dan je lief is.
Toch is boosheid een heel belangrijk signaal uit je binnenwereld: op de momenten dat je boos bent vind je onbewust dat je te weinig invloed hebt op jezelf, op je buitenwereld, of op jezelf én je buitenwereld.
Je wordt in je eigen ogen dan teveel beïnvloed door mensen, dingen of omstandigheden buiten je. Of door beperkingen en tekortkomingen van jezelf. Met als gevolg dat jij je kwetsbaar, onmachtig, machteloos of zelfs een slachtoffer voelt.

Je hebt te weinig invloed op jezelf (te weinig controle over jezelf). En bent er daardoor van overtuigd zijn dat je teveel beïnvloed wordt door je eigen fouten: dat je te vaak verkeerde dingen doet en dingen verkeerd doet, en daar last van hebt.
Of je vindt dat je door bemoeienis of veranderingen in je buitenwereld niet meer zelfstandig, zelfredzaam, onafhankelijk, vrij, jezelf, loyaal aan jezelf of succesvol kunt zijn.
Het kan ook zijn dat de sfeer of de reacties in jouw buitenwereld altijd bepalen hoe jij je voelt. En zodra iemand in jouw ogen de sfeer verpest of verkeerd reageert, vind je dat hij of zij niet alleen onrust in jouw buitenwereld veroorzaakt maar ook nog eens onrust in jouw binnenwereld.

Onbewust maken deze dingen je boos.
En als reactie daarop probeer je onbewust nog meer controle over jezelf en/of je omgeving te krijgen.
Door nog strenger naar jezelf te worden.
Door je omgeving nog duidelijker te maken dat er niet met je te sollen valt, en dat jij je door niets en niemand tegen laat houden.
Door nog meer het goede voorbeeld te geven, in de hoop dat anderen je voorbeeld zullen volgen.
Of door heel subtiel de dingen nog meer naar je hand te zetten.

Je boosheid is een onbewuste noodkreet naar jezelf toe: “Ik word nu teveel beïnvloed en wil meer invloed hebben!”.
Onderdruk of negeer je die boosheid, dan onderdruk of negeer je een belangrijke behoefte van jezelf.
Dat wil niet zeggen dat je dan maar in woede moet uitbarsten. Dat je een heel offensief moet starten om jezelf en/of je omgeving alsnog naar je pijpen te laten dansen. Of dat jij je buitenwereld op een andere manier moet opzadelen met je eigen boosheid. Want op die manier kun je inderdaad meer kapot maken dan je lief is.
Het is genoeg om in je binnenwereld je boosheid aan jezelf toe te geven. En om deze boosheid serieus te nemen en er met jezelf over te praten.
Je boosheid is namelijk een onvervulde behoefte in je binnenwereld en niet in je buitenwereld. En een gevolg van je eigen norm in je eigen binnenwereld over jezelf of je buitenwereld. Hoe eerder je iets met je boosheid doet, hoe minder die boosheid opkropt, opstapelt en tot ontploffing kan komen.
Met andere woorden: Doe lief tegen jezelf, als er in jouw ogen iets kapot is aan jou of je buitenwereld …