Negen mogelijkheden om met élke vervelende situatie om te gaan

 

 
 
 
Er zijn situaties die je helemaal niet wil, maar waar je tóch mee geconfronteerd wordt. En daardoor kun je jezelf machteloos of gefrustreerd gaan voelen.
Maar wat dat ook voor een situatie is, je kunt wél altijd zelf bepalen hoe je met die situatie omgaat. In elke situatie heb je namelijk de volgende 9 mogelijkheden:

  1. Rusten:

    Even pas op de plaats maken en niets doen.
    Alleen tot je door laten dringen dat deze situatie op dit moment een feit, een gegeven, de realiteit is. Dat het geen enkele zin heeft om dat te ontkennen, om dat te negeren, of om jezelf tegen deze realiteit te verzetten: dat je dan alleen maar je hoofd in het zand steekt.
    Zodra je toegeeft, erkent en aanvaardt dat deze situatie echt gebeurd is, voel je een innerlijke rust en kalmte. En dankzij die kalmte komen er vanzelf ideeën naar boven hoe je nu verder met deze situatie om kunt gaan.

  2. Doorvoelen:

    Een situatie in je buitenwereld vind je alleen maar vervelend, als die situatie vervelende emoties in jouw binnenwereld oproept.
    En die vervelende emoties kun je voelen in je lichaam, net zoals je vervelende sensaties zoals kou, honger of jeuk in je lichaam kunt voelen.
    Als je aanvaardt dat die emoties op dat moment in je lichaam zitten, en je met je aandacht bij die emoties in je lichaam blijft, dan zul je merken dat jouw emoties vanzelf weer verdwijnen. Komen ze na een tijdje later weer terug, dan kun je weer hetzelfde doen.
    Door te beseffen dat je emoties hebt, en dat je niet je emoties bent, kun je meer afstand van de situatie nemen, voelt de situatie niet als een drama, en raak je juist minder geëmotioneerd.

  3. Doorgronden:

    Je trekt situaties en mensen niet voor niets aan: ze leren jou iets nieuws over jezelf.
    En door (met je intuïtie) te doorgronden waarom een vervelende situatie op jouw pad gekomen kan zijn en waarom juist op dit moment, kun je de situatie beter accepteren, en voel je meer innerlijke vrede.

  4. Genieten:

    Van een vervelende situatie geniet je uiteraard niet.
    Maar als je goed kijkt, dan zul je zien dat in deze situatie 1 of meer behoeftes van jou niet bevredigd zijn (bijvoorbeeld je behoefte aan waardering).
    En als je alsnog een manier vindt om die behoefte wél te vervullen (bijvoorbeeld door jezelf de waardering te geven die je van mensen om je heen niet kreeg), dan voel je weer bevrediging en voldoening, en ga je weer meer plezier voelen.

  5. Presteren:

    Over een vervelende situatie ben je ontevreden: je wil de schade zoveel mogelijk beperken, als het kan graag weer (zo snel mogelijk) uit deze situatie zien te komen, en voorkomen dat er nog een keer zoiets gebeurt.
    Kijk wat je nodig hebt om jezelf weer tevreden(er) te voelen, en stel jezelf tot doel om dat voor elkaar te krijgen. Lukt dat, dan geeft jou dat een goed gevoel over jezelf, en raakt de teleurstelling over de vervelende situatie meer op de achtergrond.

  6. Beschermen:

    In een vervelende situatie kun jij je onzeker, bang, ongerust, bezorgd of onveilig voelen.
    Kijk wie of wat jou kan helpen om je weer zeker en veilig te voelen.
    Door jezelf te beschermen tegen onzekerheid, angst, ongerustheid, bezorgdheid en/of onveiligheid, merk je dat jij er voor jezelf bent, en ga je meer op jezelf vertrouwen.
    In volgende vervelende situaties weet je dan dat je op jezelf kunt rekenen, en voel jij je bij voorbaat al minder onzeker en minder onveilig.

  7. Verbeteren:

    In een vervelende situatie is er altijd een verschil (een kloof) tussen de werkelijkheid en jouw verwachting (je ideaalbeeld).
    Kijk eerst wat je kunt doen om de werkelijkheid zo te veranderen dat ze meer naar jouw zin is, en dus dichter bij jouw ideaalbeeld komt.
    Lukt dat niet (helemaal), kijk dan of je jezelf zo kunt ontwikkelen dat je jouw verwachting in dit soort situaties wat naar beneden kunt bijstellen.
    Jouw verwachting was in deze situatie niet realistisch, want anders was deze situatie niet gebeurd. En door in dit soort situaties voortaan de lat wat lager te leggen, en je ideaalbeeld wat realistischer te maken, ben je minder teleurgesteld en minder gefrustreerd als er weer zoiets gebeurt.

  8. Doorzetten:

    Wat je deed of zei op het moment dat je met deze vervelende situatie geconfronteerd werd, deed je met een bepaalde bedoeling (een bepaalde intentie): je wilde een behoefte van jezelf of van anderen bevredigen, of een doel van jezelf of van anderen bereiken.
    Sta je nog steeds achter de intentie die je toen had, zet dan gewoon door: laat je niet door deze tegenslag tegenhouden of ontmoedigen, en blijf gaan voor wat je zo graag wilt.

  9. Helpen:

    Deze situatie is in ieder geval vervelend voor jou, en misschien ook wel voor andere betrokkenen (zoals je kinderen).
    Je kunt jezelf helpen om met deze situatie om te gaan, door te kijken wat je zelf nodig hebt, dat jezelf te gunnen, en ervoor te zorgen dat je dat krijgt.
    En met de ervaring die je opdoet over wat wel en wat niet werkt, kun je ook andere betrokkenen helpen om met deze situatie te dealen.
    Lukt dat, dan kun je eventueel ook nog overwegen om mensen te gaan helpen die nog wel steeds in een soortgelijke situatie zitten (lotgenoten), of om mensen te helpen voorkomen dat ze net als jij ook een keer in deze situatie terecht komen.

 

Van nature heb je als vrijgezel genoeg zelfvertrouwen

 

 
 
 
Van nature heb je als vrijgezel genoeg zelfvertrouwen om het leven aan te kunnen. En heb je dan ook geen enkele moeite met de nieuwe en onbekende gebeurtenissen die er in het Nieuwjaar aan zitten te komen.
Waarom jij van nature dat zelfvertrouwen hebt, en hoe dat in de loop van de tijd ongemerkt en in kleine stapjes veranderd zou kunnen zijn bij jou, lees je in dit artikel.

 

Van nature

Van nature weet je dat je jouw buitenwereld niet op jouw bevel kunt veranderen, en dat er in je buitenwereld dus altijd dingen kunnen gebeuren die je niet onder controle hebt.
Tegelijkertijd ben jij je er van nature ook van bewust dat jouw intuïtie je altijd vertelt of je iemand wel of niet kunt vertrouwen, en wat je op het moment zelf het beste kunt doen.
Daarnaast besef je dat hoe belangrijker iets voor jou is, hoe meer je iets nodig hebt of hoe grager je iets wilt, hoe groter jouw wilskracht wordt. En dat je dankzij jouw wilskracht altijd de moed en daadkracht kunt vinden om ergens voor te gaan waar je achter staat of in gelooft, en om met tegenslagen en teleurstellingen om te gaan op de weg daarnaartoe.
Je weet van nature dan ook dat je dankzij je intuïtie (jouw innerlijke weten) niet onzeker hoeft te zijn en dat je dankzij je wilskracht (jouw innerlijke kracht) niet bang hoeft te zijn.
En je voelt je daarom kalm en vol zelfvertrouwen in elke situatie …

 

Verandering 1

In de loop van de tijd (meestal al als kind) begin je te twijfelen of je wel altijd genoeg op jouw eigen intuïtie, wilskracht en capaciteiten kunt vertrouwen om met risico’s, gevaren, bedreigingen, tegenslagen en teleurstellingen om te gaan.
En als je niet meer genoeg op jezelf kunt vertrouwen, dan blijft er nog maar één mogelijkheid over: meer op andere mensen gaan vertrouwen.
Dus ga je op zoek naar andere mensen op wie je altijd kunt terugvallen als dat nodig is.
Je probeert vriendschap met hen te sluiten. En je zorgt ervoor dat je zelf ook betrouwbaar bent, zodat je vrienden ook altijd op jou kunnen terugvallen en graag bevriend willen blijven.
Jouw eerste vriendschappen probeerde je met je ouders/verzorgers op te bouwen. En tijdens deze verandering is elke keer dat je een vriend hebt uitgezocht die later jouw vertrouwen beschaamde, elke mislukte vriendschap, elke afwijzing in een vriendschap, elke keer dat je voor je gevoel zelf niet betrouwbaar genoeg was naar je vrienden toe, of het helemaal geen vrienden kunnen vinden een deuk in je zelfvertrouwen.

 

Verandering 2

Binnen elke groep mensen één of meer vrienden hebben geeft een geruststellend gevoel.
Maar het is nog geruststellender als een héle groep mensen achter je staat. Want samen ben je sterker en kun je meer bereiken dan alleen. En in een groep voel jij je veiliger als je in je buitenwereld tegen risico’s, gevaren, bedreigingen, tegenslagen of teleurstellingen aanloopt.
Dus wil je na verloop van tijd niet meer alleen vriendschappen hebben, maar jezelf ook aansluiten bij groepen. Ook al zou dat alleen maar zijn om een groep niet tegen je te krijgen.
Daarbij besef je op latere leeftijd goed dat een vriendschap of een groep (bijvoorbeeld je afdeling of je bedrijf) alleen maar kan blijven bestaan zolang iedereen (inclusief jijzelf!) een stuk verantwoordelijkheid neemt om er het beste van te maken.
De eerste groepen mensen waar je in terecht kwam, waren je ouderlijk huis en je scholen.
En tijdens deze verandering is elke keer dat je een groep hebt uitgezocht die later jouw vertrouwen beschaamde, elke afwijzing in een groep, en elke keer dat je voor je gevoel zelf niet genoeg verantwoordelijkheid nam een nieuwe deuk in je zelfvertrouwen.

 

Verandering 3

Betrouwbaar zijn en genoeg verantwoordelijkheid nemen is heel belangrijk om in een groep of vriendschap te mogen blijven. Maar helaas, je groepsleden (bijvoorbeeld je collega’s en je leidinggevenden, of je ouders) en je vrienden blijken (of lijken!) jou toch nog niet altijd te accepteren en goed te keuren. Iets wat erg aan je zelfvertrouwen knaagt.
Binnen jouw groepen en vriendschappen begin jij je daardoor nu toch wat onveilig te voelen.
Om nog meer afkeuring (kritiek, afwijzing of straf) te voorkomen, doe je er daarom nog een schepje bovenop en wil je graag loyaal aan hen allemaal zijn: je neemt niet alleen je eigen verantwoordelijkheden op je, maar probeert ook aan alle verwachtingen en eisen van je groepsleden en vrienden te voldoen. Ook als je dat eigenlijk liever niet zou doen, maar je ertoe verplicht voelt. Je houdt je bijvoorbeeld zoveel mogelijk aan alle (ongeschreven) regels.

 

Verandering 4

Na verloop van tijd merk je tot je schrik steeds vaker dat je niet meer de energie en de tijd hebt om alle verantwoordelijkheden, verplichtingen en beloftes na te komen. En dat je groepsleden of vrienden daardoor ontevreden of boos (kunnen) worden. Iets wat niet goed is voor je zelfvertrouwen, en wat je een onveilig gevoel geeft in je groepen en vriendschappen.
In de hoop dat het niet al teveel opvalt, doe je daarom een stapje terug met het nakomen van minder belangrijke verantwoordelijkheden, verplichtingen en beloftes, zodat je meer tijd en energie overhoudt voor belangrijkere verwachtingen en eisen.
Als het mensen wél opvalt en ze daarop reageren, schat je in (of test je uit) of ze misbruik van jou maken. In dat geval probeer je hen met pijn in je hart te laten vallen, zodat je meer tijd en energie overhoudt voor groepsleden en vrienden die wél betrouwbaar zijn.
Tijdens deze verandering is elke keer dat het iemand wél opviel, elke keer dat iemand misbruik van je (b)leek te maken, en elke keer dat het je niet lukte om het contact met iemand te verbreken (bijvoorbeeld met een dominant iemand) slecht voor je zelfvertrouwen.

 

Verandering 5

Op een gegeven moment begin je al die verwachtingen en eisen van je overgebleven groepsleden en vrienden, waar maar geen einde aan lijkt te komen, zat te worden: het wordt je gewoon teveel. En je besluit hen duidelijk te laten merken dat je niet op nóg meer verantwoordelijkheden, verplichtingen en beloftes zit te wachten.
Na al die tijd eindelijk eens goed voor jezelf opkomen geeft je weer lekker veel zelfvertrouwen en het gevoel dat je weer helemaal in je kracht staat.
Maar door al die opgekropte irritatie en frustratie komt alles wat je zegt er botter en zelfs agressiever uit dan je bedoeld had. Waardoor je tot je eigen schrik diverse groepen en vrienden kwijtraakt, die zo’n reactie niet gewend waren van jou en daarom niet pikken.
En om te voorkomen dat je op deze manier alle groepen en vriendschappen verspeelt, en er misschien zelfs vijanden bij krijgt, besluit je met tegenzin om jezelf dan toch maar weer weg te cijferen. Met als gevolg dat je groeiende zelfvertrouwen in één keer weer flink instort.

 

Verandering 6

Als je assertief bent en voor jezelf opkomt, dan pakt dat verkeerd uit, en raak je groepen en vrienden kwijt, zo heb je duidelijk gemerkt.
Maar je bent overduidelijk ook niet meer in staat om aan alle verwachtingen en eisen van je groepen en vrienden te voldoen, waardoor je ook weer vrienden en groepen kunt kwijtraken.
Je voelt je dan ook onbekwaam en minderwaardig, en hebt geen enkel idee meer hoe je met dit lastige dilemma moet omgaan. Met als gevolg dat je voor je gevoel voortaan niet meer op jezelf kunt vertrouwen en voortaan niet meer op eigen benen kunt staan.
En dus doe je voortaan maar onderdanig tegen de groepen en vrienden die jouw gezelschap nog wel dulden. Want als je nog meer fouten maakt, wordt je alsnog in de steek gelaten of verstoten, en blijf je eenzaam achter met al die risico’s, gevaren en bedreigingen om je heen.

 

Hoe nu verder?

Door jezelf weer te herinneren wat je van nature al beseft, weet en kunt (zie hierboven), maakt het jou voortaan niets meer uit dat er weer een Nieuwjaar is aangebroken met nieuwe en onbekende gebeurtenissen: je vertrouwt in elke situatie gewoon zoveel mogelijk op je intuïtie en je wilskracht, al dan niet met vrienden of groepsleden om jou heen …
 

Bepaal zelf hoeveel jij jezelf met andere mensen wilt delen door van je binnenwereld je ideale kasteel te maken

 

recognizable landmarks, listed on unesco list of world heritage sites.

 
 
 
Als vrijgezel heb je geen partner met wie jij lief en leed kunt delen. En je ontkomt dan ook niet aan de keuze hoeveel jij jezelf wilt delen met de andere mensen om je heen: familieleden, vrienden, kennissen, collega’s en onbekenden.
Want jezelf delen kan zowel spannend, ongemakkelijk, bedreigend of gevaarlijk zijn, als gezellig, fijn, bevredigend of verrijkend.
Om makkelijker de keuze te kunnen maken hoeveel privacy je graag wilt hebben en hoeveel informatie je graag met anderen wilt delen, kun je jouw binnenwereld zien als een kasteel met een muur, een kasteelpoort, een slotgracht en een binnenplaats.

 
Zo kan het zijn dat jij je tot nu toe als vrijgezel voorgenomen hebt om je binnenwereld zo min mogelijk met andere mensen te delen. Bijvoorbeeld omdat je teleurgesteld geraakt bent in andere mensen of omdat je jouw eigen privacy een groot goed vindt.
Jouw binnenwereld is dan als het ware een zwaarbewaakt fort.
Het heeft als ‘kasteel’ hoge en dikke muren met verschillende uitkijkposten, een kleine en goed gebarricadeerde kasteelpoort zonder raampjes die in principe altijd dicht is, een brede slotgracht met een aantal krokodillen erin om nieuwsgierige en opdringerige mensen op afstand te houden, en een grote hond op de binnenplaats die mensen weer naar buiten kan jagen zodra je hun gezelschap zat bent.

 
Het kan ook zijn dat jij je tot nu toe als vrijgezel juist voorgenomen hebt om je binnenwereld zoveel mogelijk met andere mensen te delen. Bijvoorbeeld omdat je graag met andere mensen alles wilt delen wat je anders met je partner had gedeeld. Of omdat je van diepgaande gesprekken houdt, of iets voor andere mensen wilt betekenen.
Jouw binnenwereld is dan als het ware een inloophuis. Het heeft als ‘kasteel’ lage en dunne muren zonder uitkijkposten, een grote en houten kasteelpoort met veel raampjes die in principe altijd open is, een smalle slotgracht waar iedereen makkelijk overheen kan stappen, en een gezellige binnenplaats met allerlei hapjes en drankjes.

 
Als vrijgezel bepaal je helemaal zelf hoe je jouw binnenwereld er als kasteel uit wilt laten ziet: je bent zelf de enige ontwerper van dit kasteel.
Daarbij maakt het helemaal niet uit voor welk kasteel je kiest. Geen enkel kasteel is beter of waardevoller dan een ander kasteel, en het is puur en alleen een kwestie van voorkeur. Zolang dit kasteel maar voor jóu werkt. Laat dus gerust je fantasie en je creativiteit de vrije loop!

 
Ook ben jij de enige sleutelbewaarder van jouw binnenwereld.
Want in tegenstelling tot je woonruimte is je binnenwereld iets wat niemand kan zien en waar niemand ongevraagd binnen kan komen.
Alleen op de momenten dat jijzelf de deur van je binnenwereld opent, kunnen mensen een glimp van je binnenwereld opvangen, En je bepaalt helemaal zelf wanneer en hoe lang je hen een inkijkje gunt, en hoever je hen in je binnenwereld toelaat.
Je binnenwereld is dus lekker je eigen domein, waarin je 100 procent controle hebt over wie je wanneer, hoe lang en hoe ver binnenlaat!

 
De vraag “Hoeveel wil ik mezelf delen met andere mensen?” kun je dan ook vertalen naar: “Ziet mijn binnenwereld er op dit moment uit als mijn ideale kasteel?”. Met andere woorden: “Hoe tevreden ben ik met de huidige muur, kasteelpoort, slotgracht en binnenplaats van mijn binnenwereld?”.

 
Zonder een partner heb je juist de gelegenheid om van je privacy te genieten: er is niemand die van jou verlangt of eist dat je deelt wat er in je omgaat, en je hebt genoeg tijd en ruimte om alles met jezelf te delen wat jou bezighoudt.
Wel loop je dan op den duur het risico dat jij je eenzaam gaat voelen, of dat je het gevoel krijgt dat jij er altijd helemaal alleen voor staat. Als dat gebeurt, zul je moeten leren om in een gesprek je binnenwereld stukje bij beetje te delen naar een ander toe, zodat de ander zich ook stukje bij beetje kwetsbaar durft op te stellen naar jou toe. Of om voor jezelf de gesprekspartner, steun en toeverlaat te worden die je zoekt.

 
Aan de andere kant heb je als vrijgezel juist ook de gelegenheid om jezelf met veel mensen te delen: je hebt geen partner die jij in gezelschap steeds aandacht hoeft te geven, en kunt jezelf daardoor extra open stellen voor nieuwe contacten.
Wel loop je dan het risico dat sommige mensen misbruik maken van de dingen die ze over jou horen, of dat ze jou maar een kwebbelkous vinden die alleen maar over zichzelf praat. Als dat gebeurt, zul je moeten leren om op je intuïtie te vertrouwen wie je hoeveel over jezelf kunt vertellen. En om in gesprekken niet alleen te zenden maar ook te luisteren, en af te wegen wat je met jezelf wilt delen en wat je met anderen wilt delen …
 

Hoe ver heb jij jezelf uit een onveilige en onzekere buitenwereld teruggetrokken?

 

 
 
 
Hoe meer vertrouwen je in jouw buitenwereld hebt, hoe zekerder en veiliger jij je er voelt, en hoe grager je in je buitenwereld komt.
Loop je in je buitenwereld aan tegen onzekerheden, risico’s, bedreigingen of gevaren, dan kan dat bezorgdheid, ongerustheid, angst, twijfel, onzekerheid of paniek bij je oproepen.
En als je vaak of een lange tijd bang voor je buitenwereld bent, dan kun je jezelf steeds meer gaan terugtrekken uit je buitenwereld: eerst steeds meer in je huis, dan in jezelf en vervolgens in iets buiten je dagelijkse leven.
In dit artikel ontdek je in welke fases dat in mijn ogen kan gebeuren en in welke fase jij op dit moment zit.

 

Terugtrek-fase 1: in je fantasiewereld

Vind je het buitenshuis te onzeker, te riskant, te bedreigend of te gevaarlijk, dan kun je jezelf ongemerkt gaan terugtrekken in je fantasiewereld.
Voordat je iets gaat doen of ervaren, fantaseer je dan eerst wat er allemaal mis kan gaan, hoe je die dingen kunt voorkomen en wat je het beste kunt doen als ze toch gebeuren.
“Hoe beter ik mezelf voorbereid op het nieuwe en onbekende dat er aan gaat komen, hoe meer het alleen maar kan meevallen” denk je dan bij jezelf.

 

Terugtrek-fase 2: in je gedachtenwereld

Kom je er zelf steeds maar niet uit hoe je het beste om kunt gaan met al die onzekerheden, risico’s, bedreigingen en gevaren die je jezelf steeds voor de geest haalt, dan kun je jezelf ongemerkt gaan terugtrekken in je gedachtenwereld.
Je probeert dan zoveel mogelijk kennis op te doen om jezelf in alle nieuwe en onbekende situaties te kunnen redden. Bijvoorbeeld door boeken te lezen, cursussen te volgen, of jezelf te verdiepen in survival, wetenschap, filosofie of spiritualiteit.
Je zoekt dan houvast en duidelijkheid in alle onveilige en onzekere situaties die je kunt tegenkomen. En een stappenplan voor élke gebeurtenis die jou ongerust, bezorgd, onzeker, twijfelend of angstig maakt is je ideaal.

 

Terugtrek-fase 3: in groepen mensen

Kom je er zelf na alle moeite die je gedaan hebt nog steeds niet uit wat je in onveilige en onzekere situaties het beste kunt doen, dan kun je jouw zelfvertrouwen verliezen. En het gevoel krijgen dat je er dan maar op moet vertrouwen dat andere mensen jou de veiligheid en zekerheid gaan geven die je zoekt (“Samen staan we sterk!”).
Je vraagt bij alle nieuwe en onbekende dingen die je gaat doen de mensen on je heen om raad en tips, zoekt steun bij je familie of vrienden, zoekt steun bij sterke of invloedrijke mensen, zoekt steun bij andere mensen die in een soortgelijke situatie zitten (lotgenoten), of je zoekt steun bij groepen mensen die beloven dat ze je kunnen helpen (b.v. met survival, zelfverdediging, een geloof, een spirituele leer of een filosofie). En je trekt je dan steeds meer terug in het gezelschap van anderen: alleen in hun gezelschap of alleen na met hen gesproken te hebben durf je de buitenwereld in te gaan.

 

Terugtrek-fase 4: in je huis

Verlies je op een gegeven moment ook het vertrouwen in andere mensen, dan kun je jezelf ongemerkt steeds meer gaan terugtrekken in je huis. Daar is het voor je gevoel een stuk veiliger dan buitenshuis en daar heb je, zo zonder partner, meer grip op wat er gebeurt dan buitenshuis.
Je beschermt je huis dan tegen alle mogelijke risico’s: bijvoorbeeld tegen verval door veel te klussen, tegen verwaarlozing door veel het huishouden te doen of te tuinieren, tegen rommel door veel op te ruimen, tegen vuil door veel schoon te maken, en tegen schade door alles goed op te bergen of veel verzekeringen af te sluiten.
Wat je niet alleen een veilig en zeker gevoel geeft, maar ook het gevoel dat er wel degelijk iets is in je leven waar je grip op hebt.
Heb je voor je gevoel te weinig invloed op je eigen huis (bijvoorbeeld omdat je afhankelijk bent van je huisbaas of medebewoners), dan kun je de drang krijgen om te verhuizen.
Heb je wel genoeg invloed op je (nieuwe) huis, dan kan het zijn dat je op den duur alleen nog maar naar buiten komt als het echt niet meer anders kan (bijvoorbeeld als je dringend boodschappen moet doen of moet werken).

 

Terugtrek-fase 5: in je lichaam

Voel jij je ondanks al je eigen inspanningen maar niet veilig genoeg in je huis (bijvoorbeeld in een onveilige buurt), dan kun je jezelf ongemerkt gaan terugtrekken in je lichaam.
Je beschermt je lichaam dan tegen alle mogelijke risico’s, zoals honger, dorst, ziekte (b.v. door gezond te eten, voedingssupplementen te nemen of regelmatig te bewegen), kwalen, dikker worden (door te diëten, en desnoods door je zelf uit te hongeren), kritiek (b.v. door veel met je uiterlijk bezig te zijn), ouderdom (desnoods via plastische chirurgie), uitputting (b.v. door op tijd naar bed te gaan, regelmatig te leven of veel te sporten), blessures, verwondingen en kou.
Wat je niet alleen een veilig en zeker gevoel geeft, maar ook het gevoel dat er wel degelijk iets is in je leven waar je grip op hebt (“Als ik mijn eigen lichaam al niet eens meer onder controle krijg, wat dan nog wel?”).

 

Terugtrek-fase 6: in je herinneringswereld

Krijgt je lichaam teveel last van bijvoorbeeld ziektes, kwalen, ouderdom, dikheid, blessures, verwondingen, kritiek of mishandeling, dan kun je jezelf onveilig gaan voelen in je lichaam en je ongemerkt gaan terugtrekken in je herinneringswereld.
Want in je verleden zijn misschien nog wel situaties te vinden waarin jij je veilig en zeker (genoeg) voelde in je lichaam, je huis of je buitenwereld.
En die geruststellende herinneringen aan veiligheid en zekerheid in je verleden probeer je zoveel mogelijk en zo lang mogelijk te koesteren, zodat jouw angst en onzekerheid in het heden wat meer op de achtergrond raken.

 

Terugtrek-fase 7: in je fantasiewereld

Heb je te weinig herinneringen aan veilige en zekere situaties in je verleden, of sussen herinneringen aan een veilig verleden niet langer meer je angst en onzekerheid in het heden, dan kun je jezelf ongemerkt gaan terugtrekken in je fantasiewereld.
Want als je fantaseert weet je vooraf altijd precies wát er gaat gebeuren en hoe (de ultieme zekerheid), en in je fantasiewereld kun je alle risico’s, bedreigingen en gevaren uitbannen door er gewoon niet over te fantaseren (de ultieme veiligheid).

 

Terugtrek-fase 8: in een spirituele wereld

Botst je fantasiewereld teveel met je dagelijkse werkelijkheid, of vind je dat je jezelf voor de gek houdt door steeds te fantaseren, dan kun je ongemerkt op zoek gaan naar een spirituele wereld en je daarin terugtrekken (bijvoorbeeld door te mediteren, te visualiseren of te channelen).
In de hoop dat je op die manier in contact komt met bijvoorbeeld engelen, gidsen, je Hoger Zelf, een Groter Geheel of het Al-Wat-Is, die jou de steun, hulp, duidelijkheid, bevestiging en tips kunnen geven waar je zo naar hunkert en zoekt.
Of in de hoop dat je erachter komt waarom de spirituele wereld jou al die onzekere en beangstigende gebeurtenissen toch steeds laat doormaken (of ze in ieder geval niet tegenhoudt), en wat je kunt doen om de spirituele wereld zover te krijgen dat ze die gebeurtenissen niet meer nodig vindt of ingrijpt.
 

Als we andere mensen helpen, doen we dat onbewust ook altijd om er zelf beter van te worden

 

 
 
 
Als we andere mensen helpen, dan geloven we graag dat we dat puur en alleen voor de ander doen.
Dat we puur en alleen uit liefde, genegenheid of medeleven klaar staan voor anderen, en omdat we het hen zo gunnen.

 
Maar helaas, we zijn geen van allen zo onbaatzuchtig als we denken, hopen en zouden willen: zelfs moeder Theresa was in werkelijkheid niet onbaatzuchtig.
Want hoe erg we een ander misschien ook onze hulp gunnen, we helpen onbewust ook altijd omdat we er zelf beter van worden: mensen helpen vervult altijd één of meer behoeftes van onszelf.
Het ‘bewijs’ hiervoor is het fijne en bevredigende gevoel dat we aan helpen overhouden. Zou mensen helpen geen enkele behoefte van ons bevredigen, dan voelden we na afloop geen enkele bevrediging, bleven we met een onbevredigend gevoel achter, en zouden we er voortaan geen tijd en geen energie meer aan besteden.

 
Op het eerste gehoor klinkt “zelf beter worden van anderen helpen” erg ‘egoïstisch’ en ‘fout’: alsof we mensen alleen maar uit eigenbelang helpen, en onze hulp daardoor geen enkele waarde heeft. En dit besef is nou ook niet echt goed voor ons zelfbeeld en voor onze eigenwaarde, want het liefst zijn we 100% onbaatzuchtig.
Maar gelukkig ligt het iets genuanceerder: we helpen anderen over het algemeen omdat we het hen gunnen én omdat het ons een fijn gevoel oplevert. En zag nou zelf, wat is er eigenlijk op tegen als niet alleen anderen, maar ook wijzelf baat hebben bij de hulp die we geven?

 
Vooral dit kan andere mensen helpen ons onbewust opleveren:

  1. Het gevoel dat we iets bijdragen, iets toevoegen, een verschil maken, iets betekenen of er toe doen.
  2. Het gevoel dat we iets te bieden hebben, capabel zijn of competent zijn.
  3. Plezier of genot.
  4. Het gevoel dat we iets bereiken, succes hebben of ergens in slagen.
  5. Het gevoel dat we iets goeds doen, verbetering brengen in een situatie, of de wereld weer iets beter maken.
  6. Meer energie.
  7. Gezelligheid.
  8. Creativiteit.
  9. Diepgang of verdieping in onze sociale contacten.

 

Van alleen op jezelf vertrouwen of alleen op andere mensen vertrouwen naar: op jezelf én op anderen vertrouwen

 

 
 
 
Eén deel van jou (je Krachtige Ik) is ervan overtuigd dat je maar beter op jezelf kunt vertrouwen: mensen maken misbruik van je zwakke punten, of benadelen jou, zodra ze de kans krijgen. En een ander deel van jou (je Beschermende Ik) is er juist van overtuigd dat je maar beter op andere mensen kunt vertrouwen: samen sta je sterk en andere mensen hebben ervaring met gebeurtenissen die voor jou nog (gedeeltelijk) onbekend zijn.

 
Tot nu toe heb je in jouw (vrijgezellen)leven hoogstwaarschijnlijk maar naar 1 van deze 2 delen in jezelf geluisterd.
Óf je doet alles zoveel mogelijk zelf en laat zo min mogelijk invloed van andere mensen toe. Met als gevolg dat jij je sterk, krachtig en autonoom voelt, en tegelijkertijd ook eenzaam, in de steek gelaten, uitgeput en overbelast.
Óf je vraagt geruststelling/bevestiging/advies/steun aan mensen om je heen, en zoekt houvast/duidelijkheid/stabiliteit/veiligheid in afspraken, (ongeschreven) regels, wetten, procedures, richtlijnen, een godsdienst, een levensbeschouwing of een levensfilosofie. Met als gevolg dat jij je gesteund, geaccepteerd en veilig voelt, en tegelijkertijd ook afhankelijk, sociaal verplicht, bang voor afwijzing en niet loyaal aan jezelf.

 
Zou het niet mooi zijn als je bij elke kleine of grote beslissing zelf kon kiezen of je op jezelf gaat vertrouwen of op andere mensen? Oftewel, naar welke van deze twee delen van jezelf jij op dat moment gaat luisteren?
Dat kan!
Het enige wat je daarvoor nodig hebt, is inzien en doorzien wat het verborgen belang is van je Krachtige Ik en je Beschermende Ik. Er is een reden waarom ze zich zo krampachtig vasthouden aan alleen maar op zichzelf of alleen maar op andere mensen vertrouwen! En zodra deze 2 Ikken beseffen wat de echte onderliggende reden is, gaan ze twijfelen of die reden wel terecht is, en beginnen ze ervoor open te staan om zowel op zichzelf als op andere mensen te vertrouwen.

 
Jouw Krachtige Ik wil zich de hele dag door sterk en krachtig voelen. En dat kan alleen door regelmatig grote uitdagingen aan te gaan en vaak de (woorden)strijd met andere mensen aan te gaan. Want pas als je geconfronteerd wordt met een grote uitdaging of met een krachtige tegenstander (iemand die tegenstand of een weerwoord geeft), moet je een beroep doen op je eigen kracht, en ontdek je of je sterk genoeg bent om die uitdaging of die tegenstander te overwinnen.
De (woorden)strijd met andere mensen aangaan lukt niet en heeft geen enkele zin als je vertrouwt op de goedheid van andere mensen. En dus maakt je Krachtige Ik jou de hele dag door wijs dat mensen het slecht met je voor hebben, en dat je de klos bent zodra je op hen vertrouwt. In plaats van jou aan te moedigen om eerlijk naar je intuïtie te luisteren of iemand wel of niet te vertrouwen is.
Door je Beschermende Ik meer ruimte te geven, merkt je Krachtige Ik dat er ook genoeg mensen zijn die jou wél geruststelling/bevestiging/advies/steun willen geven, dat het jou veel energie bespaart als je niet alles zelf hoeft te doen, en dat je altijd zelf in de gaten kunt blijven houden of mensen te vertrouwen zijn (door naar je intuïtie te luisteren, goed te luisteren naar wat mensen zeggen, goed door te vragen en hen desnoods uit te testen).

 
Je Beschermende Ik wil jou dolgraag beschermen tegen een pijnlijke afwijzing door de mensen om je heen en tegen het er niet meer bijhoren. Ze probeert dan ook continu te voorkomen dat je iets doet, zegt of nalaat wat verkeerd kan vallen bij andere mensen.
De veiligste manier die ze daarvoor kent is flexibel blijven: ervoor zorgen dat je loyaal blijft aan de mensen om je heen, en dat je in blijft spelen op hun (onuitgesproken) verwachtingen.
Jezelf flexibel aanpassen aan andere mensen lukt alleen zolang je jezelf niet teveel deelt en niet teveel profiel aannneemt: zolang je anoniem, onder de radar en onder het maaiveld blijft, en niet te zelfbewust wordt.
En om te garanderen dat jij jezelf niet teveel uit, niet teveel laat zien en niet te uitgesproken wordt, trekt ze al jouw opvattingen, meningen en behoeftes bij voorbaat in twijfel. Zodat jij te weinig zelfvertrouwen hebt om voor jezelf te gaan staan en om jouw grenzen aan te geven, en dus makkelijker mee kunt gaan in wat anderen van jou verwachten. In plaats van jou de ruimte te geven om je eigen opvattingen/meningen/behoeftes en de opvattingen/meningen/behoeftes van andere mensen tegen elkaar af te wegen.
Door je Krachtige Ik meer ruimte te geven, voelt je Beschermende Ik dat je sterker bent dan je zelf dacht, dat je sterk genoeg bent om met afwijzing om te gaan, en dat je dus gerust op jezelf kunt vertrouwen.
 

Hoe makkelijk trek jij ‘foute’ mannen of vrouwen aan?

 

 
 
Kom jij eigenlijk nooit een ‘foute’ man of vrouw tegen? Of loop jij de ene na de andere ‘foute’ man of vrouw tegen het lijf, met alle gevolgen van dien?
Op het moment dat je een ‘foute’ partner ontmoet, voelen bepaalde Ikken van jou zich meteen tot hem of haar aangetrokken. Terwijl andere Ikken hem of haar al gauw afkeuren en de deur willen wijzen.
Geef je één van je Ikken haar zin, zonder goed naar de mening van je andere Ikken te luisteren, dan krijg je in ieder geval een innerlijk conflict. Ook blijf je dan hoogstwaarschijnlijk onnodig lang bij een ‘foute’ partner, omdat je alle waarschuwingen van je andere Ikken in de wind slaat.
Ga je in plaats daarvan een innerlijke dialoog aan met je 9 Ikken en neem je op basis daarvan een beslissing waar ze zich allemaal in kunnen vinden, dan voel je innerlijke rust, ook als je voor een ‘foute’ partner kiest. En zodra die partner te ver gaat, trekken bepaalde Ikken aan de bel, en kun je op tijd jouw grenzen aangeven.

 
 
Dit is hoe jouw 9 Ikken tegen een ‘foute’ man of vrouw aankijken:

 

Een ‘foute’ man of vrouw komt bij mij niet verder dan de voordeur!

  • Jouw Perfecte Ik wil graag een plezierige relatie, met zo min mogelijk pijn en met zoveel mogelijk vrijheid.
    Zodra ze dan ook merkt dat jouw relatie haar teveel pijn, te weinig plezier en te weinig vrijheid oplevert, wil ze ermee stoppen.
  • Iets soortgelijks geldt voor jouw Harmonieuze Ik. Zij wil graag een gelijkwaardige, respectvolle, gezellige en harmonieuze relatie. En zodra ze merkt dat die gelijkwaardigheid en dat respect ver te zoeken zijn, en dat je relatie haar steeds (innerlijke) conflicten oplevert, heeft ze er geen zin meer in.
  • Jouw Verstandige Ik weet zich niet zo goed raad met haar emoties, want ze wil graag objectief blijven en haar hoofd erbij kunnen houden. Een ‘foute’ partner roept dan ook al gauw teveel emoties bij haar op, en ze neemt daarom al snel afstand van hem of haar. Ook is zelfredzaamheid essentieel voor haar, en ze laat zichzelf dan ook nooit afhankelijk maken van een ‘foute’ partner.

 

Een beetje ‘fout’ mag een partner van mij wel zijn hoor!

  • Jouw Perfecte Ik wil graag dat je relatie zo goed mogelijk is, en heeft een uitgesproken mening over wat een ‘goede’ relatie en een ‘goede’ partner is.
    In haar ogen is sowieso elke partner wel ‘fout’, want ze heeft strenge normen en eisen. Maar ook al irriteert zij zich aan alle imperfecties van je partner, het geeft haar wel voldoening om jouw partner en je relatie continu te verbeteren. Je partner mag wat haar betreft dan ook best wel wat ‘fout’ zijn: bijvoorbeeld een licht criminele inslag hebben, zodat ze hem of haar weer op het ‘rechte pad’ kan brengen.
  • Jouw Presterende Ik wil alles als een prestatie en als een succes zien, en dus ook je relatie. Aan een relatie die van een leien dakje gaat valt voor haar geen enkele eer te behalen. En zodra je partner een beetje ‘fout’ is, maar je Presterende Ik van te voren weet dat ze nog wel van hem of haar kan ‘winnen’, kan je Presterende Ik trots zijn op haar eigen prestaties tijdens je relatie. Ze zoekt dan vooral een partner die regelmatig dingen zegt of doet waardoor de relatie dreigt te mislukken, en die ze vervolgens toch weer zover weet te krijgen dat de relatie door kan gaan.

 

Een ‘foute’ partner heeft wel wat!

  • Jouw Behulpzame Ik wil continu een verschil, en het liefst hét verschil, maken in het leven van andere mensen. En hoe kan dat nou beter dan bij een (‘foute’) man of vrouw, die hele goede intenties heeft, maar tot zijn of haar eigen spijt en frustratie steeds weer terugvalt in het oude gedrag (bijvoorbeeld een verslaving)? Ze heeft dan ook de neiging om ‘probleemgevallen’ aan te trekken. En omdat mensen helpen in haar bloed zit en haar eerste natuur is, kunnen dat ook probleemgevallen zijn waarbij ze eigenlijk al van tevoren weet dat het helpen onbegonnen werk is: dan blijft ze ervan verzekerd dat ze nodig blijft voor haar partner en dat ze iets aan zijn of haar leven kan blijven toevoegen. Iemand die zichzelf kan redden, kan zíj namelijk niet meer redden.
  • Jouw Krachtige Ik wil continu voelen en zien hoe sterk ze is, door regelmatig voor iets te knokken en door regelmatig de (woorden)strijd met mensen aan te gaan. En de strijd aangaan is makkelijk voor haar, omdat ze ervan overtuigd is dat mensen zonder enige twijfel misbruik maken van haar zachtheid, mildheid en zwakheden, en dat het recht van de sterkste geldt.
    In relaties heeft ze dan ook de neiging om mensen aan te trekken die (uiteraard!) niet te vertrouwen blijken te zijn, en met wie ze de strijd aan moet gaan. Ze kiest daarbij vaak mensen uit die een echte uitdaging voor haar zijn, en verliezen is voor haar geen enkele optie. Dit kunnen bijvoorbeeld gewelddadige partners zijn, partners die een meester zijn in manipuleren (daar heeft ze een bloedhekel aan, want ze heeft duidelijkheid nodig), partners die goed zijn in een psychologische oorlogsvoering, of een mannelijke of vrouwelijke ‘femme fatale’ (ze is dol op sex, omdat haar dat meteen veel energie, en soms ook een gevoel van macht, geeft).
  • Jouw Gevoelige Ik wil aan de ene kant graag een hele (fijn)gevoelige partner hebben, bij wie ze niet bang hoeft te zijn om afgewezen te worden, die veel diepgang heeft, en met wie ze een diepe emotionele band heeft. Maar helaas zijn dat in haar ogen toch ook vaak wel weer alledaagse en voorspelbare mensen. En ze houdt juist van mensen die anders zijn dan anderen, die spannend zijn, en die intense emoties bij haar oproepen. Ja, en in dat geval kom je al gauw bij een ‘foute’ man of vrouw terecht. Aan de ene kant baalt ze van de pijn die zo’n ‘foute’ partner bij haar oproept. En aan de andere kant komt ze juist door zo’n partner heel goed bij haar gevoel, heeft ze echt het gevoel dat ze leeft, en hoeft ze nooit bang te zijn dat alles voorspelbaar, vlak, oppervlakkig en een sleur wordt.

 

Ik wil die ‘foute’ mannen of vrouwen écht niet, maar trek ze toch aan!

  • Jouw Beschermende Ik wil jou beschermen tegen alle risico’s, en dus ook tegen alle ‘foute’ mannnen of vrouwen. Zodra ze gezien of gehoord heeft dat ze het risico loopt om hen tegen te komen, stelt ze zich dan ook in alle details voor hoe die partners zijn, wat ze jou kunnen aandoen en hoe je jezelf daar het beste tegen kunt wapenen. In haar hoofd ziet ze een ‘foute’ partner dan ook regelmatig voor zich, en alles waar je aandacht naar toegaat in je binnenwereld wordt groter in je buitenwereld. In plaats van jou te beschermen tegen ‘foute’ mannen of vrouwen door zich zo grondig mogelijk op hen voor te bereiden, trekt ze hen daardoor juist onbedoeld aan.
  • Jouw Genietende Ik en jouw Verstandige Ik proberen allebei weg te blijven bij emoties: je Genietende Ik bij onplezierige emoties en je Verstandige Ik bij alle emoties. Zodra ze merken dat ze die emoties niet langer meer kunnen negeren, en dat het tijd wordt om ze serieus te nemen, weten ze niet goed hoe ze bij die emoties moeten komen want dat hebben ze nog nooit geleerd. En ze kunnen dan een ‘foute’ partner aan gaan trekken, die hen telkens weer in hun emoties weet te brengen, en op zo’n manier dat ze er niet meer voor weg kunnen lopen.
  • Jouw Harmonieuze Ik houdt zich bij alles wat ze zegt en doet in, uit angst voor conflicten met mensen om haar heen. Zodra ze merkt dat ze zichzelf daardoor steeds meer wegcijfert, steeds onzichtbaarder wordt en zichzelf kwijt begint te raken, kan ze daar zelf niet goed verandering meer in brengen omdat ze nooit geleerd heeft om zichzelf te uiten. Ze kan dan een ‘foute’ partner aan gaan trekken die zo stellig is en zo over haar heen loopt, dat ze gedwongen wordt om zichzelf te uiten en haar grenzen aan te geven.
  • Het kan zijn dat een ‘foute’ man of vrouw zo ver afstaat van de normen en waarde van jouw Perfecte Ik, dat ze niets met hem of haar te maken wil hebben. En dat zij tegelijkertijd een zelfde soort karaktereigenschap heeft als die ‘foute’ man of vrouw, maar dan in een veel minder extreme vorm. Die eigenschap in zichzelf vindt ze zo fout, dat ze die zo goed onderdrukt dat ze ‘m totaal niet meer lijkt te hebben. Maar hoe meer je iets in je binnenwereld onderdrukt, hoe meer je het gaat tegenkomen in je buitenwereld. En ‘foute’ partners kunnen haar een karaktereigenschap zo extreem terugspiegelen, dat ze die wel onder ogen móet zien: eerst bij de ander en daarna bij zichzelf.

 

Hoe je Beschermende Ik jou onbedoeld angstiger maakt, door zichzelf voor te bereiden op alles wat er mis kan gaan

 

 
 
Jouw Beschermende Ik wil zich graag de hele dag door veilig en zeker voelen, en zichzelf beschermen tegen alles wat er maar mis kan gaan. Zeker met al die risico’s, gevaren en bedreigingen die tegenwoordig op de loer liggen.
Ze voelt zich veilig zodra ze van te voren precies weet wat er gaat gebeuren en wat voor consequenties dat voor haar heeft.
En ze voelt zich zeker zodra ze precies weet hoe ze met onveilige situaties om moet gaan: wat ze kan doen om die situaties te ontlopen, om die situaties te veranderen of om de schade voor haar zoveel mogelijk te beperken.

 
Vooraf precies weten wat er gaat gebeuren is alleen wel een probleem: hoe in hemelsnaam komt ze daar nou achter?
Ze kan natuurlijk proberen om steeds met haar verstand in te schatten en te voorspellen wat haar allemaal te wachten zal staan.
Maar je hoeft alleen maar naar je eigen relaties en je eigen banen te kijken, om te zien dat er genoeg situaties zijn die je met je verstand niet kunt voorzien, doorzien en onder controle kunt krijgen.

 
Toch heeft je Beschermende Ik daar gelukkig wel een oplossing voor: want ook al weet ze niet precies wat er gaat gebeuren, ze weet wel wat er allemaal kán gebeuren. Met name wat er allemaal mis kan gaan.
En dus is ze zo handig om zich alle denkbare onveilige scenario’s voor te stellen, en in haar hoofd te oefenen wat ze in elk van die situaties het beste zou kunnen doen.
Zichzelf van te voren grondig voorbereiden op alles wat er mis kan gaan lijkt dan ook heel verstandig: het geeft haar meer veiligheid, meer zekerheid en meer bescherming.
En als ze zichzelf van te voren maar goed genoeg voorbereid heeft op alle mogelijke scenario’s, dan kan het op het moment zelf altijd alleen nog maar meevallen: ze wordt dan niet meer verrast door welke gebeurtenis ook en ze weet dan meteen wat ze precies moet doen, zonder zichzelf nog door haar angst en haar onzekerheid te laten verlammen.
Vanaf het moment dat ze zich grondig voorbereid heeft op wat haar te wachten staat, voelt ze zich dan ook minder ongerust, minder bezorgd, minder onzeker, minder angstig, veiliger en meer gerustgesteld.

 
Alhoewel, is dat eigenlijk wel zo?
Want zichzelf grondig voorbereiden op ALLES wat er mis kan gaan betekent eveneens (of juist): zichzelf uitgebreid voorbereiden op de allerergste dingen. Ook als de kans erop eigenlijk heel klein is maar de gevolgen ervan voor haar heel groot kunnen zijn (bijvoorbeeld aanslagen).
En door zichzelf de allerergste dingen, en haar mogelijke reacties daarop, uitgebreid en levendig voor te stellen in haar fantasiewereld, begint het pas echt tot je Beschermende Ik door te dringen wat er wel niet allemaal mis kan gaan. Ze wordt zich bewust van risico’s waar ze eerst nog helemaal niet bij stil gestaan had, en ziet in hoe gevaarlijk zelfs het naar buiten gaan al kan zijn.
Met als gevolg dat de ongerustheid, bezorgdheid, onzekerheid of angst die ze al voelde voordat ze zich zo goed ging voorbereiden, tijdens en na het voorbereiden alleen maar groter wordt in plaats van kleiner, na het zien van al dat mogelijke onheil. En met als risico dat ze het na verloop van tijd dan maar veiliger vindt om gewoon thuis te blijven, en dat ze zichzelf leuke dingen gaat ontzeggen en zichzelf gaat afzonderen en isoleren.

 
Betekent dit nou dat je jouw Beschermende dan maar beter kunt verbieden om zich van te voren voor te bereiden op alles wat er mis kan gaan?
Nee hoor, want in allerlei onbekende, onzekere, risicovolle, gevaarljke of bedreigende situaties kan dit juist heel handig en praktisch zijn: bijvoorbeeld een scheiding, een verbroken relatie, het zoeken van een nieuwe woning, de voorbereiding van je vakantie, financiële probemen, een reorganisatie op je werk, ontslag, een solicitatie, een conflict of een onverwachte tegenvaller.
Maar in andere situaties kan het jezelf zo grondig voorbereiden jou juist erg tegenhouden: je kunt moeilijk knopen doorhakken, het duurt lang voordat je in actie of in beweging komt, je voelt je voortdurend ongerust/bezorgd/onzeker/angstig/wantrouwend, je kunt niet spontaan op mensen en gebeurtenissen reageren, je voorbereiden op alle mogelijke situaties kost je teveel tijd, je ziet continu beren op de weg, je concentreert je meer op wat je niet wil dan op wat je wel wil, en je bent steeds met je aandacht bij de toekomst in plaats van bij het hier-en-nu.

 
Zodra je merkt dat je last krijgt van de grondige voorbereiding van jouw Beschermende Ik, kun je haar beter maar vragen om zichzelf nu maar even niet voor de zoveelste keer zo klakkeloos voor te bereiden op alle mogelijke onveilige scenario’s.
En in plaats daarvan kun je meer gaan vertrouwen op je Krachtige Ik, die ook in jou zit.
Jouw Krachtige Ik ziet tegenslag als een uitdaging, heeft genoeg energie en kracht om voor zichzelf op te komen, en heeft genoeg doorzettingsvermogen en daadkracht om te krijgen wat ie nodig heeft.
Door erop te vertrouwen dat je Krachtige Ik er is op het moment dat er iets misgaat, geef je jouw Krachtige Ik de toestemming en ruimte om tevoorschijn te komen zodra dat nodig is.
Zodat jij je vooraf steeds minder zorgen hoeft te maken, de noodzaak steeds meer wegvalt om je vooraf op alle mogelijke situaties voor te bereiden, en jij je steeds zelfverzekerder en sterker gaat voelen …