Van nature heb je als vrijgezel genoeg zelfvertrouwen

 

 
 
 
Van nature heb je als vrijgezel genoeg zelfvertrouwen om het leven aan te kunnen. En heb je dan ook geen enkele moeite met de nieuwe en onbekende gebeurtenissen die er in het Nieuwjaar aan zitten te komen.
Waarom jij van nature dat zelfvertrouwen hebt, en hoe dat in de loop van de tijd ongemerkt en in kleine stapjes veranderd zou kunnen zijn bij jou, lees je in dit artikel.

 

Van nature

Van nature weet je dat je jouw buitenwereld niet op jouw bevel kunt veranderen, en dat er in je buitenwereld dus altijd dingen kunnen gebeuren die je niet onder controle hebt.
Tegelijkertijd ben jij je er van nature ook van bewust dat jouw intuïtie je altijd vertelt of je iemand wel of niet kunt vertrouwen, en wat je op het moment zelf het beste kunt doen.
Daarnaast besef je dat hoe belangrijker iets voor jou is, hoe meer je iets nodig hebt of hoe grager je iets wilt, hoe groter jouw wilskracht wordt. En dat je dankzij jouw wilskracht altijd de moed en daadkracht kunt vinden om ergens voor te gaan waar je achter staat of in gelooft, en om met tegenslagen en teleurstellingen om te gaan op de weg daarnaartoe.
Je weet van nature dan ook dat je dankzij je intuïtie (jouw innerlijke weten) niet onzeker hoeft te zijn en dat je dankzij je wilskracht (jouw innerlijke kracht) niet bang hoeft te zijn.
En je voelt je daarom kalm en vol zelfvertrouwen in elke situatie …

 

Verandering 1

In de loop van de tijd (meestal al als kind) begin je te twijfelen of je wel altijd genoeg op jouw eigen intuïtie, wilskracht en capaciteiten kunt vertrouwen om met risico’s, gevaren, bedreigingen, tegenslagen en teleurstellingen om te gaan.
En als je niet meer genoeg op jezelf kunt vertrouwen, dan blijft er nog maar één mogelijkheid over: meer op andere mensen gaan vertrouwen.
Dus ga je op zoek naar andere mensen op wie je altijd kunt terugvallen als dat nodig is.
Je probeert vriendschap met hen te sluiten. En je zorgt ervoor dat je zelf ook betrouwbaar bent, zodat je vrienden ook altijd op jou kunnen terugvallen en graag bevriend willen blijven.
Jouw eerste vriendschappen probeerde je met je ouders/verzorgers op te bouwen. En tijdens deze verandering is elke keer dat je een vriend hebt uitgezocht die later jouw vertrouwen beschaamde, elke mislukte vriendschap, elke afwijzing in een vriendschap, elke keer dat je voor je gevoel zelf niet betrouwbaar genoeg was naar je vrienden toe, of het helemaal geen vrienden kunnen vinden een deuk in je zelfvertrouwen.

 

Verandering 2

Binnen elke groep mensen één of meer vrienden hebben geeft een geruststellend gevoel.
Maar het is nog geruststellender als een héle groep mensen achter je staat. Want samen ben je sterker en kun je meer bereiken dan alleen. En in een groep voel jij je veiliger als je in je buitenwereld tegen risico’s, gevaren, bedreigingen, tegenslagen of teleurstellingen aanloopt.
Dus wil je na verloop van tijd niet meer alleen vriendschappen hebben, maar jezelf ook aansluiten bij groepen. Ook al zou dat alleen maar zijn om een groep niet tegen je te krijgen.
Daarbij besef je op latere leeftijd goed dat een vriendschap of een groep (bijvoorbeeld je afdeling of je bedrijf) alleen maar kan blijven bestaan zolang iedereen (inclusief jijzelf!) een stuk verantwoordelijkheid neemt om er het beste van te maken.
De eerste groepen mensen waar je in terecht kwam, waren je ouderlijk huis en je scholen.
En tijdens deze verandering is elke keer dat je een groep hebt uitgezocht die later jouw vertrouwen beschaamde, elke afwijzing in een groep, en elke keer dat je voor je gevoel zelf niet genoeg verantwoordelijkheid nam een nieuwe deuk in je zelfvertrouwen.

 

Verandering 3

Betrouwbaar zijn en genoeg verantwoordelijkheid nemen is heel belangrijk om in een groep of vriendschap te mogen blijven. Maar helaas, je groepsleden (bijvoorbeeld je collega’s en je leidinggevenden, of je ouders) en je vrienden blijken (of lijken!) jou toch nog niet altijd te accepteren en goed te keuren. Iets wat erg aan je zelfvertrouwen knaagt.
Binnen jouw groepen en vriendschappen begin jij je daardoor nu toch wat onveilig te voelen.
Om nog meer afkeuring (kritiek, afwijzing of straf) te voorkomen, doe je er daarom nog een schepje bovenop en wil je graag loyaal aan hen allemaal zijn: je neemt niet alleen je eigen verantwoordelijkheden op je, maar probeert ook aan alle verwachtingen en eisen van je groepsleden en vrienden te voldoen. Ook als je dat eigenlijk liever niet zou doen, maar je ertoe verplicht voelt. Je houdt je bijvoorbeeld zoveel mogelijk aan alle (ongeschreven) regels.

 

Verandering 4

Na verloop van tijd merk je tot je schrik steeds vaker dat je niet meer de energie en de tijd hebt om alle verantwoordelijkheden, verplichtingen en beloftes na te komen. En dat je groepsleden of vrienden daardoor ontevreden of boos (kunnen) worden. Iets wat niet goed is voor je zelfvertrouwen, en wat je een onveilig gevoel geeft in je groepen en vriendschappen.
In de hoop dat het niet al teveel opvalt, doe je daarom een stapje terug met het nakomen van minder belangrijke verantwoordelijkheden, verplichtingen en beloftes, zodat je meer tijd en energie overhoudt voor belangrijkere verwachtingen en eisen.
Als het mensen wél opvalt en ze daarop reageren, schat je in (of test je uit) of ze misbruik van jou maken. In dat geval probeer je hen met pijn in je hart te laten vallen, zodat je meer tijd en energie overhoudt voor groepsleden en vrienden die wél betrouwbaar zijn.
Tijdens deze verandering is elke keer dat het iemand wél opviel, elke keer dat iemand misbruik van je (b)leek te maken, en elke keer dat het je niet lukte om het contact met iemand te verbreken (bijvoorbeeld met een dominant iemand) slecht voor je zelfvertrouwen.

 

Verandering 5

Op een gegeven moment begin je al die verwachtingen en eisen van je overgebleven groepsleden en vrienden, waar maar geen einde aan lijkt te komen, zat te worden: het wordt je gewoon teveel. En je besluit hen duidelijk te laten merken dat je niet op nóg meer verantwoordelijkheden, verplichtingen en beloftes zit te wachten.
Na al die tijd eindelijk eens goed voor jezelf opkomen geeft je weer lekker veel zelfvertrouwen en het gevoel dat je weer helemaal in je kracht staat.
Maar door al die opgekropte irritatie en frustratie komt alles wat je zegt er botter en zelfs agressiever uit dan je bedoeld had. Waardoor je tot je eigen schrik diverse groepen en vrienden kwijtraakt, die zo’n reactie niet gewend waren van jou en daarom niet pikken.
En om te voorkomen dat je op deze manier alle groepen en vriendschappen verspeelt, en er misschien zelfs vijanden bij krijgt, besluit je met tegenzin om jezelf dan toch maar weer weg te cijferen. Met als gevolg dat je groeiende zelfvertrouwen in één keer weer flink instort.

 

Verandering 6

Als je assertief bent en voor jezelf opkomt, dan pakt dat verkeerd uit, en raak je groepen en vrienden kwijt, zo heb je duidelijk gemerkt.
Maar je bent overduidelijk ook niet meer in staat om aan alle verwachtingen en eisen van je groepen en vrienden te voldoen, waardoor je ook weer vrienden en groepen kunt kwijtraken.
Je voelt je dan ook onbekwaam en minderwaardig, en hebt geen enkel idee meer hoe je met dit lastige dilemma moet omgaan. Met als gevolg dat je voor je gevoel voortaan niet meer op jezelf kunt vertrouwen en voortaan niet meer op eigen benen kunt staan.
En dus doe je voortaan maar onderdanig tegen de groepen en vrienden die jouw gezelschap nog wel dulden. Want als je nog meer fouten maakt, wordt je alsnog in de steek gelaten of verstoten, en blijf je eenzaam achter met al die risico’s, gevaren en bedreigingen om je heen.

 

Hoe nu verder?

Door jezelf weer te herinneren wat je van nature al beseft, weet en kunt (zie hierboven), maakt het jou voortaan niets meer uit dat er weer een Nieuwjaar is aangebroken met nieuwe en onbekende gebeurtenissen: je vertrouwt in elke situatie gewoon zoveel mogelijk op je intuïtie en je wilskracht, al dan niet met vrienden of groepsleden om jou heen …
 

Hoe meer leuke dingen je op een dag wil doen, hoe MINDER je van je dag geniet

 

 
 
 
Vooral als je werk of kinderen hebt, is je dag vaak te kort om alle leuke dingen te doen waar je zin in hebt. De verleiding kan dan ook groot zijn om in de (weinige) tijd die nog voor jouzelf overblijft zoveel mogelijk leuke dingen te ‘proppen’.

 
Maar hoe meer leuke dingen je wilt doen in de tijd die je hebt:
* Hoe minder tijd jij jezelf gunt om lekker ontspannen van elk ding te genieten
* Hoe meer jij jezelf onder druk gaat zetten om op te schieten, zodat je ook nog aan al die andere leuke dingen toekomt
* Hoe oppervlakkiger je de dingen gaat doen

 
Begin je in plaats daarvan met iets wat jou op dat moment het allerleukst lijkt, en geniet je daar zolang mogelijk van voordat je weer een ander leuk iets gaat doen, dan voel je jezelf niet meer gejaagd en onrustig, maar juist ontspannen, bevredigd en heerlijk …
 

Bepaal zelf hoeveel jij jezelf met andere mensen wilt delen door van je binnenwereld je ideale kasteel te maken

 

recognizable landmarks, listed on unesco list of world heritage sites.

 
 
 
Als vrijgezel heb je geen partner met wie jij lief en leed kunt delen. En je ontkomt dan ook niet aan de keuze hoeveel jij jezelf wilt delen met de andere mensen om je heen: familieleden, vrienden, kennissen, collega’s en onbekenden.
Want jezelf delen kan zowel spannend, ongemakkelijk, bedreigend of gevaarlijk zijn, als gezellig, fijn, bevredigend of verrijkend.
Om makkelijker de keuze te kunnen maken hoeveel privacy je graag wilt hebben en hoeveel informatie je graag met anderen wilt delen, kun je jouw binnenwereld zien als een kasteel met een muur, een kasteelpoort, een slotgracht en een binnenplaats.

 
Zo kan het zijn dat jij je tot nu toe als vrijgezel voorgenomen hebt om je binnenwereld zo min mogelijk met andere mensen te delen. Bijvoorbeeld omdat je teleurgesteld geraakt bent in andere mensen of omdat je jouw eigen privacy een groot goed vindt.
Jouw binnenwereld is dan als het ware een zwaarbewaakt fort.
Het heeft als ‘kasteel’ hoge en dikke muren met verschillende uitkijkposten, een kleine en goed gebarricadeerde kasteelpoort zonder raampjes die in principe altijd dicht is, een brede slotgracht met een aantal krokodillen erin om nieuwsgierige en opdringerige mensen op afstand te houden, en een grote hond op de binnenplaats die mensen weer naar buiten kan jagen zodra je hun gezelschap zat bent.

 
Het kan ook zijn dat jij je tot nu toe als vrijgezel juist voorgenomen hebt om je binnenwereld zoveel mogelijk met andere mensen te delen. Bijvoorbeeld omdat je graag met andere mensen alles wilt delen wat je anders met je partner had gedeeld. Of omdat je van diepgaande gesprekken houdt, of iets voor andere mensen wilt betekenen.
Jouw binnenwereld is dan als het ware een inloophuis. Het heeft als ‘kasteel’ lage en dunne muren zonder uitkijkposten, een grote en houten kasteelpoort met veel raampjes die in principe altijd open is, een smalle slotgracht waar iedereen makkelijk overheen kan stappen, en een gezellige binnenplaats met allerlei hapjes en drankjes.

 
Als vrijgezel bepaal je helemaal zelf hoe je jouw binnenwereld er als kasteel uit wilt laten ziet: je bent zelf de enige ontwerper van dit kasteel.
Daarbij maakt het helemaal niet uit voor welk kasteel je kiest. Geen enkel kasteel is beter of waardevoller dan een ander kasteel, en het is puur en alleen een kwestie van voorkeur. Zolang dit kasteel maar voor jóu werkt. Laat dus gerust je fantasie en je creativiteit de vrije loop!

 
Ook ben jij de enige sleutelbewaarder van jouw binnenwereld.
Want in tegenstelling tot je woonruimte is je binnenwereld iets wat niemand kan zien en waar niemand ongevraagd binnen kan komen.
Alleen op de momenten dat jijzelf de deur van je binnenwereld opent, kunnen mensen een glimp van je binnenwereld opvangen, En je bepaalt helemaal zelf wanneer en hoe lang je hen een inkijkje gunt, en hoever je hen in je binnenwereld toelaat.
Je binnenwereld is dus lekker je eigen domein, waarin je 100 procent controle hebt over wie je wanneer, hoe lang en hoe ver binnenlaat!

 
De vraag “Hoeveel wil ik mezelf delen met andere mensen?” kun je dan ook vertalen naar: “Ziet mijn binnenwereld er op dit moment uit als mijn ideale kasteel?”. Met andere woorden: “Hoe tevreden ben ik met de huidige muur, kasteelpoort, slotgracht en binnenplaats van mijn binnenwereld?”.

 
Zonder een partner heb je juist de gelegenheid om van je privacy te genieten: er is niemand die van jou verlangt of eist dat je deelt wat er in je omgaat, en je hebt genoeg tijd en ruimte om alles met jezelf te delen wat jou bezighoudt.
Wel loop je dan op den duur het risico dat jij je eenzaam gaat voelen, of dat je het gevoel krijgt dat jij er altijd helemaal alleen voor staat. Als dat gebeurt, zul je moeten leren om in een gesprek je binnenwereld stukje bij beetje te delen naar een ander toe, zodat de ander zich ook stukje bij beetje kwetsbaar durft op te stellen naar jou toe. Of om voor jezelf de gesprekspartner, steun en toeverlaat te worden die je zoekt.

 
Aan de andere kant heb je als vrijgezel juist ook de gelegenheid om jezelf met veel mensen te delen: je hebt geen partner die jij in gezelschap steeds aandacht hoeft te geven, en kunt jezelf daardoor extra open stellen voor nieuwe contacten.
Wel loop je dan het risico dat sommige mensen misbruik maken van de dingen die ze over jou horen, of dat ze jou maar een kwebbelkous vinden die alleen maar over zichzelf praat. Als dat gebeurt, zul je moeten leren om op je intuïtie te vertrouwen wie je hoeveel over jezelf kunt vertellen. En om in gesprekken niet alleen te zenden maar ook te luisteren, en af te wegen wat je met jezelf wilt delen en wat je met anderen wilt delen …
 

Hoe je de twee obstakels in je binnenwereld kunt overwinnen waardoor je de partner maar blijft mislopen die ergens op deze wereld op jou wacht

 

 
 
 
Kun je als vrijgezel maar geen leuke partner vinden, terwijl je daar al jarenlang erg je best voor gedaan hebt? Dan kan dat ontzettend frustrerend zijn, je heel onzeker maken en je na verloop van tijd bijna tot wanhoop brengen.
Het lijkt dan misschien alsof er voor jou gewoon helemaal niemand te vinden is. Maar tussen de bijna 7,5 miljard mensen op deze wereld en 17 miljoen mensen in Nederland zit gegarandeerd iemand die goed (of het beste) bij jou past. En als iemand goed bij jou past, dan pas jij goed bij hem of haar, en is de kans groot dat de liefde wederzijds is.
De partner die je zoekt is er dus sowieso! De vraag die overblijft is dan alleen nog waarom je die partner de afgelopen jaren nog niet hebt aangetrokken.

 
Dat je bewust écht heel graag een partner wilt en dat je écht je best gedaan hebt om een partner te vinden, daar twijfel ik niet aan.
Maar twee obstakels in je binnenwereld zijn in mijn ogen de doodsteek voor het vinden van een partner ergens op deze wereld: té graag een partner willen hebben (onbewuste verlatingsangst), of onbewust óók redenen hebben om nog even geen relatie aan te gaan (onbewuste bindingsangst).

 

Ik wil onbewust té graag een partner

 
Wil jij té graag een partner, dan klamp jij je (onbewust) meteen aan iemand vast zodra je hem of haar wel ziet zitten. Want na al dat lange zoeken lijkt je wachten dan toch eindelijk beloond te zijn! Je bent dan ook niet meer bereid om hem of haar weer te laten gaan. En het liefst wil je zoveel mogelijk bij ‘m zijn, en zoveel mogelijk dingen samen doen.
Vanuit jouw kant bekeken is dit heel begrijpelijk én goed bedoeld. Maar dat jij je aan iemand vastklampt, voelt hij of zij onbewust meteen aan, en dat kan heel benauwend, opdringerig, claimend of verstikkend aanvoelen. Vooral bij iemand die eerst even de kat uit de boom wil kijken, of die graag z’n eigen gang gaat.

 
Jouw eigen drang om iemand te vinden, en jouw eigen blijdschap en enthousiasme zodra je een leuk iemand gevonden hebt, werken dus averechts: voordat je het weet maakt je grote liefde weer rechtsomkeert en zet ie het weer op een lopen!
Daar bovenop ben je dan ook nog eens zo geforceerd bezig met een partner vinden, dat je teveel controle probeert uit te oefenen op de manier waarop je een partner vindt, en daardoor niet meer openstaat voor een spontane ontmoeting.
En daarnaast ben je dan zo bang om een slechte indruk op je aanstaande partner te maken, dat je niet meer spontaan kunt reageren zodra je hem of haar eindelijk wel tegen het lijf loopt.

 

Ik zie onbewust nog op tegen een relatie

 
Ook kun je nog bepaalde redenen zien om nog even geen relatie aan te gaan, zonder dat je het zelf doorhebt. Je ziet onbewust op tegen bepaalde nadelen van een relatie, of je bent bang om een relatie aan te gaan:

  1. Je twijfelt of je wel leuk, aantrekkelijk of goed genoeg bent om een partner te vinden én te houden
  2. Je wilt je niet afhankelijk van iemand voelen of niemand nodig hebben
  3. Je bent bang dat een relatie op den duur toch weer op een relatiebreuk of een scheiding uitloopt
  4. Je zit nog met een onverwerkt (liefdes)verleden, ongeuite gevoelens, onopgeloste problemen of onbereikte doelen
  5. Je vindt het moeilijk om je gevoelens naar een partner toe te uiten, om met de gevoelens van je partner om te gaan, of om jezelf te zijn in een relatie
  6. Je hebt weinig vertrouwen in mannen/vrouwen/mensen, of bent bang dat jouw vertrouwen in een partner (opnieuw) beschaamd wordt
  7. Je bent bang dat een relatie jou pijn of problemen gaat opleveren
  8. Je bent bang dat je door je verliefdheid of in een relatie de controle verliest
  9. Je hebt geen zin in de verplichtingen, beperkingen of verantwoordelijkheden van een relatie

 

De oplossing

 
Als je als vrijgezel graag een partner wilt, dan straal je dat in mijn ogen onbewust uit, en straal je ook uit wat voor partner je graag wilt hebben. En datzelfde geldt eveneens voor jouw aanstaande partner.
Jullie zijn dus allebei als het ware een menselijke magneet die elkaar energetisch gezien aantrekken. En het enige wat jullie hoeven te doen om elkaar te vinden is: luisteren naar jullie intuïtie, en openstaan voor alle mogelijkheden en kansen die op jullie pad komen.
Sterke magneten blijven elkaar namelijk aantrekken, hoeveel mensen, hoeveel dingen en welke afstand er ook tussen hen inzitten. Vroeg of laat komen jullie elkaar in mijn optiek dan ook vanzelf op de juiste plek én op het juiste moment ’toevallig’ tegen.

 
Heb je onbewust ook redenen om nog even niet aan een relatie te beginnen, dan straal je in mijn ogen gelijktijdig uit dat je wél en géén relatie wilt hebben. Naar je aanstaande partner straal je dus tegenstrijdige signalen uit. Met als gevolg dat jij jouw aanstaande partner tegelijkertijd aantrekt én afstoot, en niet met hem of haar op dezelfde golflengte zit.
Zodat jij daardoor steeds (net) niet op het juiste moment op de juiste plek arriveert, en jullie elkaar maar bijven mislopen. Hoe dat kan gaan, en hoe lang dat kan duren, kun je heel mooi zien in de speelfilm “Serendipity” uit 2001, die ook op dvd te krijgen is.
Om daar wat aan te veranderen, is het nodig om open en eerlijk met jezelf in gesprek te gaan, en op die manier te ontdekken welke nadelen van relaties je ziet, welke angsten je hebt voor relaties, en wat je kunt doen om die nadelen en angsten blijvend bij jezelf weg te nemen.
Zodat je weer eenduidig uit gaat stralen dat je wel degelijk een relatie wilt, jij wel weer op dezelfde golflengte als je aanstaande partner komt, en jullie elkaar wel weer aan kunnen trekken.

 
Elkaar als een magneet aan kunnen trekken betekent zoals gezegd: luisteren naar jullie intuïtie, en openstaan voor alle mogelijkheden en kansen die op jullie pad komen. En dat gaat jou alleen maar lukken als jij niet te geforceerd en niet te geobsedeerd op zoek bent naar een partner, en dus niet té graag een partner wilt.
De reden dat je té graag een partner wilt, is dat je een partner geen fijne aanvulling op je toch al fijne leven vindt, maar dat je een partner nodig hebt omdat je iets in je leven mist. Met andere woorden, je zoekt een partner die jou of je leven heel maakt of compleet maakt.
De oplossing hiervoor is dan ook: in gesprekken met jezelf ontdekken wat je precies mist zolang je nog geen partner hebt, en leren om dat wat je mist aan jezelf te geven of aan mensen om je heen te vragen.
Zodra je van jezelf weet dat je ook zonder een partner in staat bent om je eigen behoeftes te bevredigen, heb je een partner niet meer per se nodig, en kun je een leuk iemand de tijd, ruimte en rust geven die hij of zij nodig heeft.
 

Hoe je als vrijgezel het zelfvertrouwen opbouwt dat jij je prima kunt redden, zelfs tijdens onverwachte of oncomfortabele gebeurtenissen

 

 
 
 
Als vrijgezel moet je het uiteindelijk toch in je eentje zien te redden, zonder dat je daarbij kunt terugvallen op een partner. Hoeveel adviezen, steun of hulp je daarbij misschien ook van je omgeving krijgt.
Dat lukt jou alleen maar als je genoeg vertrouwen hebt dat je dat zelf (met vallen en opstaan) voor elkaar krijgt: anders ontmoedig je jezelf al voordat je bent begonnen, trek je jezelf steeds in twijfel, en geef je jezelf regelmatig op je kop dat je het niet goed genoeg of niet snel genoeg doet.
Genoeg zelfvertrouwen is dan ook een noodzakelijke voorwaarde om zelfredzaam te kunnen zijn als vrijgezel!

Maar hoe bouw je dat zelfvertrouwen eigenlijk op?
Nou, door het onderscheid te leren maken tussen dingen die je zelf niet kunt veranderen en dingen waar je zelf juist wel invloed op hebt.
Elke gebeurtenis (hoe oncomfortabel, ingewikkeld, hefig of ingrijpend ook) bestaat uit aspecten waar je geen invloed op hebt en uit aspecten waar je wel degelijk (een kleine) invloed op hebt.
Staar jij je blind op de onveranderlijke aspecten van een gebeurtenis, dan voel jij je een slachtoffer van de situatie: je voelt je machteloos, raakt gefrustreerd, raakt verbitterd, probeert wraak te nemen, of wacht de rest van je leven totdat een bepaald iemand eindelijk tot inkeer komt en zijn of haar excuses aanbiedt.
Richt jij je daarnaast ook op de beïnvloedbare aspecten van een gebeurtenis, dan krijg je hoop, ga je meer in je kracht staan, zie je steeds meer mogelijkheden om met de gebeurtenis om te gaan, en voel je meer en meer innerlijke rust.

Over het algemeen heb je geen invloed op mensen en dingen in je buitenwereld.
Een stoplicht springt bijvoorbeeld gewoon op rood, of je dat nou wel of niet wil. Mensen zijn zoals ze zijn: ze veranderen alleen maar als ze daar zelf achter staan. Kijk bijvoorbeeld maar naar (je) kinderen.
En op alles wat er in je verleden gebeurd is, heb je ook geen enkele invloed meer: je kunt je verleden niet meer terugdraaien of ongedaan maken.
Dingen en mensen die je niet (meer) kunt veranderen, kun je alleen nog maar leren accepteren. Daarmee bedoel ik: leren aanvaarden dat ze zijn zoals ze zijn, en dat ze een gegeven (een feit) zijn, hoeveel pijn dat jou misschien ook doet.
In plaats van te blijven ontkennen dat ze zo zijn, tegen beter weten in te blijven hopen dat ze alsnog veranderen, je maar te blijven verzetten tegen hoe ze zijn, jezelf of de ander maar verwijten te blijven maken, of maar te blijven fantaseren over hoe het anders had kunnen gaan.

Gebeurd is gebeurd, punt.
Maar gelukkig zijn er altijd ook nog wel aspecten waar je wel degelijk invloed of grip op hebt.
In ieder geval de manier waarop je zelf met de gebeurtenis omgaat.
Je kunt er namelijk voor kiezen om:

  • Jezelf een luisterend oor te bieden
  • Jezelf met raad en daad bij te staan
  • Jezelf de tijd en ruimte te geven om de gebeurtenis te verwerken
  • Onderscheid te maken tussen wat er feitelijk gebeurd is en hoe jij dat zelf interpreteert (we vullen zelf meer dingen in dan we denken)
  • Niet alleen te kijken naar wat er misging maar ook naar wat er goed ging
  • Niet alleen naar de nadelen te kijken maar ook naar de (kleine) voordelen
  • Jezelf het gebeuren niet onnodig persoonlijk aan te trekken
  • Jezelf niet onnodig de schuld te geven
  • Niet tegen jezelf te keer te gaan
  • Na te gaan welke behoeftes van jou door het gebeuren niet vervuld zijn (door deze onvervulde behoeftes voel jij je onprettig)
  • Andere manieren te zoeken om je onvervulde behoeftes alsnog te vervullen (hierdoor ga je eerder oplossingen en veranderingen aantrekken)
  • Ook naar je eigen aandeel in het gebeuren te kijken (dat plaatst alles meer in perspectief)
  • Het gebeuren ook door de ogen van de ander(en) te bekijken (dat neemt onnodige verwijten weg)
  • Te kijken op welke andere manieren je eveneens tegen het gebeuren aan zou kunnen kijken (daardoor krijg je meer zicht op nieuwe mogelijkheden en oplossingen)
  • Te kijken wat je van het gebeuren kunt leren
  • Te kijken welke nieuwe dingen je door dit gebeuren over jezelf te weten bent gekomen (tijdens onprettige gebeurtenissen leer je weer een hele andere kant van jezelf kennen dan tijdens prettige gebeurtenissen)
  • Te kijken in hoeverre je dit gebeuren zelf hebt aangetrokken (wat we uitstralen, bepaalt welke mensen en gebeurtenissen er op ons pad komen)

Daarnaast kun je er ook altijd nog voor kiezen hoe je in je buitenwereld gaat reageren op het gebeuren (wat je precies gaat zeggen en doen):

  • Geef je aan wat het gebeuren met je doet (hoe jij je daarbij voelt)?
  • Geef je aan waar je behoefte aan hebt?
  • Probeer je het gebeuren uit te praten?
  • Probeer je een gezamenlijke oplossing te vinden?
  • Kom je voor jezelf op?
  • Geef je jouw grenzen aan?
  • Trek je een streep “Tot hier en niet verder”?
  • Ga je dingen doen om de schade te beperken?
  • Ga je dingen doen om herhaling te voorkomen?
  • Ga je ervoor zorgen dat dit minder vaak kan gebeuren?
  • Ga je kijken wat je kunt doen om dit gebeuren de volgende keren draaglijker voor jezelf te maken?
  • Ga je met iets of iemand stoppen (bijvoorbeeld een andere afdeling, een ander bedrijf, een ander huis of een andere woonplaats)?
  • Ga je dingen op een andere manier aanpakken? Zolang je dingen op dezelfde manier blijft doen, houd je dezelfde soort resultaten en uitkomsten.
  • Ga je steun, hulp, advies of een luisterend oor zoeken bij anderen?
  • Richt jij je meer op je mogelijkheden en je kansen, in plaats van je steeds te laten weerhouden door de risico’s, gevaren en bedreigingen?

Dus je ziet het: er zijn hoogstwaarschijnlijk veel meer mogelijkheden dan je denkt als je jezelf alleen probeert te redden, en daarbij tegen onverwachte of oncomfortabele gebeurtenissen aanloopt.
En hoe meer van deze mogelijkheden je in de loop van de tijd leert te zien, hoe meer uitzicht op verandering je in dat soort situaties gaat krijgen, hoe hoopvoller en daadkrachtiger je wordt, en hoe meer vertrouwen je krijgt dat jij jezelf prima alleen kunt redden …
 

Waarom jouw vrijgezellenleven de beste gelegenheid is om echt helemaal jezelf te worden

 

 
 
 
Geen relatie hebben is de beste gelegenheid om echt helemaal jezelf te leren worden! Om te leren doen wat je wil wanneer je dat wil. En om eerlijk uit te leren spreken wat je denkt, vindt, wilt en voelt.
Want in een relatie mag je bepaalde dingen niet zeggen en niet doen, en moet je aan de andere kant juist bepaalde dingen wel zeggen en wel doen, om te voorkomen dat je relatie op de klippen loopt.
En als vrijgezel heb je dat probleem lekker niet. Zolang je vrijgezel bent, word je door niemand meer beperkt. En kun je dus rustig de tijd en de ruimte nemen die je nodig hebt om te ontdekken en (naar jezelf toe) uit te leren spreken wat je denkt, vindt, wilt en voelt.

 
Tenminste, tot op zekere hoogte.
Want in een relatie met een partner word je niet door één iemand beperkt (alleen door je partner), maar door twee mensen: door je partner én door jezelf. Niet alleen je partner stelt namelijk bepaalde (on)uitgesproken eisen aan jou in jullie relatie, maar zelf stel je onbewust ook bepaalde eisen aan jezelf in jullie relatie.
En zodra je relatie stopt, zit je weliswaar lekker niet meer opgescheept met de eisen van je partner aan jou, maar nog wel met je eigen eisen aan jezelf.
Want ook als je relatie met een partner stopt, heb je nog steeds een relatie: een relatie met jezelf! En ook in de relatie met jezelf heb je zo je eigen verwachtingen van jezelf en je eigen eisen aan jezelf.

 
Echt helemaal jezelf worden begint dan ook met: al je eigen verwachtingen van jezelf en al je eigen eisen aan jezelf in je eigen tempo los leren laten.
Ongemerkt ben je jezelf de hele dag door namelijk aan het muilkorven, inhouden en aanpassen. Op je werk, in het gezelschap van anderen, maar ook in je eigen huis. Bepaalde dingen mág je niet van jezelf en andere dingen móet je juist van jezelf.
Met als gevolg dat je zo verstrikt raakt in je eigen geboden en verboden (in je verwachtingen, eisen, idealen en regels), dat je jouw eigen gevoelens en verlangens steeds meer over het hoofd ziet, steeds minder vaak en steeds minder lang bij jezelf stil blijft staan, en steeds meer het contact met jezelf verliest.
In je vrijgezellenleven heb je dan nog steeds even weinig vrijheid en ben je dan nog steeds even weinig jezelf als in een relatie. Terwijl je jezelf ook toestemming kunt geven om te worden wie je echt bent.

 
De komende week nodig ik jou uit om eens te kijken wat je allemaal van jezelf moet en wat je allemaal niet van jezelf mag. Oftewel, aan welke geboden en verboden jij je van jezelf allemaal moet houden, en door welke geboden en verboden jij nog niet echt helemaal jezelf kunt zijn.
Welke dingen horen in jouw ogen niet?
Wat vind je verkeerd, fout of slecht?
Wanneer vind je jezelf egoïstisch?
Welke dingen doe je vooral voor de buitenwereld?
Wat laat je na, uit angst om afgewezen te worden?
Wanneer doe je wat het verstandigst is, en niet waar je gevoel naar uit gaat?
Wanneer laat jij je door angst weerhouden?
Wanneer doe jij jezelf vrolijker en blijer voor dan je bent?
Wanneer doe je stoer, uit angst om je kwetsbaar te voelen?
En wanneer houd jij jezelf in en pas jij jezelf aan om geen conflict te krijgen?

 
De komende week naar je eigen geboden en naar je eigen verboden kijken is trouwens geen gebod en geen opdracht hoor 😉 En je hoeft jezelf ook niet elke keer op je kop te geven, zodra je merkt dat je van jezelf iets niet mag of iets moet!
Want naar je eigen geboden en verboden kijken is juist een mooie en prettige snelweg naar echt helemaal jezelf worden.
Zodra je merkt dat je iets van jezelf moet of iets niet mag van jezelf, kun je gewoon rustig kijken waarom je dat vindt. Vraag jezelf daarna af hoe het voelt (hoe comfortabel of hoe oncomfortabel) om dat iets te moeten of dat iets niet te mogen. Kijk vervolgens wat je denkt dat er gaat gebeuren als je jezelf toestemming geeft om niet te luisteren naar dat gebod of verbod. En kijk tot slot eerlijk wat je op dit moment het liefst wil, als je ook rekening houdt met de mogelijke gevolgen: juist niet of juist wel luisteren naar je eigen gebod/verbod.

 
En walla, elke keer dat je die 4 stapjes zet bij een gebod of verbod, ontdek je automatsch bij jezelf wat je vindt, voelt, denkt en wilt, en spreek je automatisch naar jezelf toe uit wat je vindt, voelt, denkt en wilt!
En zo kom je dus automatisch elke keer dichter bij jezelf. Ongeacht of je nou beslist om je wel of niet aan je eigen gebod of verbod te houden.
Alleen al het kijken naar je eigen geboden en verboden zorgt er al voor dat je meer jezelf wordt! En je geboden en verboden loslaten komt vanzelf wel een keer, zodra je in gaat zien dat echt helemaal jezelf zijn jou meer oplevert dan kost en daar echt aan toe bent …
 

Van alleen op jezelf vertrouwen of alleen op andere mensen vertrouwen naar: op jezelf én op anderen vertrouwen

 

 
 
 
Eén deel van jou (je Krachtige Ik) is ervan overtuigd dat je maar beter op jezelf kunt vertrouwen: mensen maken misbruik van je zwakke punten, of benadelen jou, zodra ze de kans krijgen. En een ander deel van jou (je Beschermende Ik) is er juist van overtuigd dat je maar beter op andere mensen kunt vertrouwen: samen sta je sterk en andere mensen hebben ervaring met gebeurtenissen die voor jou nog (gedeeltelijk) onbekend zijn.

 
Tot nu toe heb je in jouw (vrijgezellen)leven hoogstwaarschijnlijk maar naar 1 van deze 2 delen in jezelf geluisterd.
Óf je doet alles zoveel mogelijk zelf en laat zo min mogelijk invloed van andere mensen toe. Met als gevolg dat jij je sterk, krachtig en autonoom voelt, en tegelijkertijd ook eenzaam, in de steek gelaten, uitgeput en overbelast.
Óf je vraagt geruststelling/bevestiging/advies/steun aan mensen om je heen, en zoekt houvast/duidelijkheid/stabiliteit/veiligheid in afspraken, (ongeschreven) regels, wetten, procedures, richtlijnen, een godsdienst, een levensbeschouwing of een levensfilosofie. Met als gevolg dat jij je gesteund, geaccepteerd en veilig voelt, en tegelijkertijd ook afhankelijk, sociaal verplicht, bang voor afwijzing en niet loyaal aan jezelf.

 
Zou het niet mooi zijn als je bij elke kleine of grote beslissing zelf kon kiezen of je op jezelf gaat vertrouwen of op andere mensen? Oftewel, naar welke van deze twee delen van jezelf jij op dat moment gaat luisteren?
Dat kan!
Het enige wat je daarvoor nodig hebt, is inzien en doorzien wat het verborgen belang is van je Krachtige Ik en je Beschermende Ik. Er is een reden waarom ze zich zo krampachtig vasthouden aan alleen maar op zichzelf of alleen maar op andere mensen vertrouwen! En zodra deze 2 Ikken beseffen wat de echte onderliggende reden is, gaan ze twijfelen of die reden wel terecht is, en beginnen ze ervoor open te staan om zowel op zichzelf als op andere mensen te vertrouwen.

 
Jouw Krachtige Ik wil zich de hele dag door sterk en krachtig voelen. En dat kan alleen door regelmatig grote uitdagingen aan te gaan en vaak de (woorden)strijd met andere mensen aan te gaan. Want pas als je geconfronteerd wordt met een grote uitdaging of met een krachtige tegenstander (iemand die tegenstand of een weerwoord geeft), moet je een beroep doen op je eigen kracht, en ontdek je of je sterk genoeg bent om die uitdaging of die tegenstander te overwinnen.
De (woorden)strijd met andere mensen aangaan lukt niet en heeft geen enkele zin als je vertrouwt op de goedheid van andere mensen. En dus maakt je Krachtige Ik jou de hele dag door wijs dat mensen het slecht met je voor hebben, en dat je de klos bent zodra je op hen vertrouwt. In plaats van jou aan te moedigen om eerlijk naar je intuïtie te luisteren of iemand wel of niet te vertrouwen is.
Door je Beschermende Ik meer ruimte te geven, merkt je Krachtige Ik dat er ook genoeg mensen zijn die jou wél geruststelling/bevestiging/advies/steun willen geven, dat het jou veel energie bespaart als je niet alles zelf hoeft te doen, en dat je altijd zelf in de gaten kunt blijven houden of mensen te vertrouwen zijn (door naar je intuïtie te luisteren, goed te luisteren naar wat mensen zeggen, goed door te vragen en hen desnoods uit te testen).

 
Je Beschermende Ik wil jou dolgraag beschermen tegen een pijnlijke afwijzing door de mensen om je heen en tegen het er niet meer bijhoren. Ze probeert dan ook continu te voorkomen dat je iets doet, zegt of nalaat wat verkeerd kan vallen bij andere mensen.
De veiligste manier die ze daarvoor kent is flexibel blijven: ervoor zorgen dat je loyaal blijft aan de mensen om je heen, en dat je in blijft spelen op hun (onuitgesproken) verwachtingen.
Jezelf flexibel aanpassen aan andere mensen lukt alleen zolang je jezelf niet teveel deelt en niet teveel profiel aannneemt: zolang je anoniem, onder de radar en onder het maaiveld blijft, en niet te zelfbewust wordt.
En om te garanderen dat jij jezelf niet teveel uit, niet teveel laat zien en niet te uitgesproken wordt, trekt ze al jouw opvattingen, meningen en behoeftes bij voorbaat in twijfel. Zodat jij te weinig zelfvertrouwen hebt om voor jezelf te gaan staan en om jouw grenzen aan te geven, en dus makkelijker mee kunt gaan in wat anderen van jou verwachten. In plaats van jou de ruimte te geven om je eigen opvattingen/meningen/behoeftes en de opvattingen/meningen/behoeftes van andere mensen tegen elkaar af te wegen.
Door je Krachtige Ik meer ruimte te geven, voelt je Beschermende Ik dat je sterker bent dan je zelf dacht, dat je sterk genoeg bent om met afwijzing om te gaan, en dat je dus gerust op jezelf kunt vertrouwen.
 

Wat je kunt doen als je iets heel graag wilt doen of zeggen, maar dat fout, slecht of verkeerd vindt

 

 
 
 
Hoe meer je doet en zegt wat je graag wilt, hoe gelukkiger jij je voelt. Toch kun je als mens en als vrijgezel hoogstwaarschijnlijk genoeg redenen bedenken om niet alles te doen en niet alles te zeggen waar je blij van zou worden.
Eén van die redenen kan zijn dat je iets wat je graag wilt doen of graag wilt zeggen zelf afkeurt: je vindt het fout, slecht, verkeerd of niet horen (“Dat doe je toch niet!”).
Vervolgens word je boos op jezelf (“Hoe kan ik zoiets fouts/slechts/verkeerds nou willen!”), en onderdruk je dat verlangen meteen. Daarna lijkt het of je dat verlangen helemaal niet meer hebt en dat je er lekker vanaf bent, want doordat je het verdringt ben jij je er niet meer van bewust.
Maar in werkelijkheid heb je dat ‘foute/slechte/verkeerde’ verlangen in een laatje van je binnenwereld gestopt, en houd je de hele dag door onbewust dat laatje dicht, uit angst dat dit verlangen onverwachts weer naar boven komt.
En hoe langer je dat laatje dichthoudt, hoe langer dat verlangen onvervuld blijft, hoe groter en sterker dat verlangen wordt, en hoe moeilijker het wordt om het verlangen weg te drukken en te bedwingen. Met als gevolg dat het verlangen vroeg of laat zo’n sterke drang wordt, dat je er alleen nog maar vanaf kunt komen door het alsnog te vervullen: meestal op een heel ongelegen moment, en op een (veel) extremere manier dan nodig is omdat je het verlangen al zolang onderdrukt hebt.

 
Zelf had ik als volwassene bijvoorbeeld een periode dat ik met veel plezier terugdacht aan hoe ik als kind altijd zo genoot van met speelgoedsoldaatjes spelen.
En op een dag kwam er ineens het verlangen naar boven om als volwassene weer met soldaatjes te gaan spelen. Ik schrok me wild, en keurde dit verlangen meteen af: “Ik als volwassene met soldaatjes spelen? Geen denken aan! Ik ben toch niet kinderachtig!”. En: “Met soldaatjes spelen? Oftewel oorlogje spelen? Dat is wel iets heel agressiefs! Terwijl ik graag spiritueel wil zijn!”.
Ik had dit verlangen dan ook weer heel snel onderdrukt, en dacht er voortaan geen last meer van te zullen krijgen. Maar elke keer dat ik in het winkelcentrum langs een speelgoedwinkel liep of in de brievenbus een reclamefolder van een speelgoedwinkel zag, kwam dat verlangen toch weer naar boven. En ik merkte dat het verlangen steeds groter werd in plaats van steeds kleiner.

 
Zelf heb jij op dit moment misschien ook wel iets wat je heel graag zou willen doen of zeggen, maar waar jij je tegelijkertijd voor schaamt. Net zoals ik toen met die speelgoedsoldaatjes. En ook nu schaam ik me er eerlijk gezegd toch ook nog wat voor om dit over die speelgoedsoldaatjes op Facebook te zetten.
Om met je eigen ‘verboden’ verlangen om te gaan, kunnen de volgende stappen jou misschien verder helpen:

Stap 1: Kijk of je jouw verlangen wel echt zelf fout/slecht/verkeerd vindt

Als kind heb je onbewust veel oordelen van mensen om je heen overgenomen over wat wel en niet goed is, en over wat wel en niet hoort (vooral van ouders/verzorgers en docenten).
Ga dan ook nog eens goed na of je wel zelf degene bent die jouw verlangen afkeurt, of dat die afkeurende stem in jou eigenlijk de stem van iemand om jou heen is. Iemand wiens woorden je als waarheid aanneemt, zonder er zelf nog echt goed over nagedacht te hebben of jij het wel met hem of haar eens bent.
Bij deze stap besefte ik dat ik me zelf op z’n tijd graag jeugdig en speels wil kunnen gedragen, en zo nu en dan even gek wil kunnen doen, bijvoorbeeld met speelgoedsoldaatjes. Maar dat ik in gedachten mijn ouders naar mij zag kijken en hen hoorde zeggen: “Word nou eindelijk toch eens volwassen! Je bent toch geen kind meer!”. Dat oordeel was dus het oordeel van mijn ouders waar ik tot dan toe altijd geloof en waarde aan had gehecht, terwijl ik er zelf een hele andere mening over bleek te hebben. Daarnaast realiseerde ik me dat mijn oordeel over “agressief”en “spiritueel” wel mijn eigen mening was.

Stap 2: Kijk wat er in het allerergste geval kan gebeuren als je jouw verlangen toch zou gaan vervullen

Je verstand is er heel goed in om van een mug een olifant te maken. En om alles wat er in theorie allemaal zou kunnen gebeuren zodra je jouw verlangen toch zou gaan vervullen op te kloppen, op te blazen en te overdrijven. En voordat je er erg in hebt gaat je verstand helemaal op de loop met allerlei doemscenario’s.
Ga om je doemdenkende verstand tot rust te brengen dan ook eens na wat het aller-allerverschrikkelijkste is wat er zou kunnen gebeuren, zodra je jouw verlangen toch zou gaan vervullen.
In mijn geval was dat: dat iemand mij zou zien, en me uit zou gaan lachen en me belachelijk zou gaan maken.

Stap 3: Kijk hoe realistisch het is dat het allerergste echt zal gebeuren zodra je jouw verlangen toch vervult

Zodra je eenmaal weet wat het allerergste is wat er zou kunnen gebeuren bij het vervullen van jouw verlangen, weet je ook wat je allergrootste angst op dit gebied is.
En je kunt dan eens objectief nagaan hoe waarschijnlijk en hoe realistisch het is dat jouw allergrootste angst uit gaat komen.
In mijn geval was er inderdaad een kleine kans dat mijn ouders mijn huis zouden binnenkomen, precies op het moment dat ik toe zou geven aan mijn verlangen om met speelgoedsoldaatjes te spelen. Maar, zo besefte ik, ik kon wel de deur van mijn slaapkamer op slot doen, en daar hadden ze geen sleutel van.

Stap 4: Kijk of er een acceptabele mogelijkheid is om je verlangen toch te vervullen in je dagelijkse leven

Ga eens na of er iets is wat je zou kunnen doen om jouw verlangen toch te vervullen, zonder dat er gebeurt waar je het meest bang voor bent.
In mijn geval hadden mijn ouders geen sleutel van mijn slaapkamer, en kon ik de luxaflex dichtdoen voor mijn slaapkamerraam zodat ik geen inkijk had. In mijn slaapkamer zou ik dus wel ongestoord mijn verlangen kunnen vervullen.
Dat heb ik op een gegeven moment ook gedaan, nadat ik wel eerst mijn schaamte opzij moest zetten: ik heb me een paar keer helemaal uitgeleefd met speelgoedsoldaatjes, net zoals ik vroeger als kind zo vaak deed. Eerlijk gezegd deed het me goed om me weer even kind te voelen, in plaats van een volwassene met allerlei plichten en verantwoordelijkheden. En het wonderlijke was dat mijn verlangen na die paar keren uitleven helemaal vervuld was, en sindsdien niet meer is teruggekeerd!

Stap 5: Fantaseer dat je het verlangen in je dagelijkse leven vervult, als je geen acceptabele mogelijkheid ziet om dat in het echt te doen

Het vervullen van je verlangen in de werkelijkheid geeft de meeste bevrediging. Maar het kan zijn dat je (nog even) geen mogelijkheid ziet om je verlangen in het echt te vervullen, zonder dat je met je allergrootste angst geconfronteerd wordt.
In dat geval is er nog een andere manier om je verlangen te vervullen: namelijk in je fantasiewereld! Niemand anders kan in jouw fantasiewereld kijken, en in je fantasiewereld doe je niemand kwaad. Dus daar kun je ongestoord je verlangen vervullen, zo vaak en zo lang als je maar wilt!
Als ik geen slot op mijn slaapkamer had gehad, of als ik samen met andere mensen mijn huis had gedeeld (bijvoorbeeld met een eigen kind, familieleden of medebewoners) had ik soldaatje kunnen spelen in mijn eigen fantasiewereld. Zo vaak en zo lang als ik zelf had gewild. Zonder dat iemand dat kon zien en mij uit kon lachen. En zonder dat ik daar iemand kwaad mee deed of schade mee berokkende …
 

Help jouw Presterende Ik om gas terug te nemen, zodat jij vaker succes hebt, meer innerlijke rust en plezier voelt, en dichter bij jezelf blijft

 

 
 
 
Jouw Presterende Ik wil graag al haar doelen bereiken.
En daar heeft ze een heel handig foefje voor: ze zorgt ervoor dat ze alleen haalbare doelen stelt. Want als ze bij voorbaat al weet dat een doel haalbaar is, dan haalt ze dat doel gegarandeerd en is succes dus verzekerd!

 
Het vervelende is alleen dat ze zichzelf daar tegelijkertijd ook bij tegenwerkt.
Want ze wil niet alleen AL HAAR doelen bereiken, maar ook ZOVEEL MOGELIJK doelen bereiken. En daardoor rekt ze de grenzen van “haalbaar” wat op: haalbaar wordt voor haar alles wat ze met hard (over)werken kan realiseren.
En dat wordt nu juist haar struikelblok bij het bereiken van haar doelen. Want als ze iets uitsluitend met hard (over)werken voor elkaar kan krijgen, dan kan elke tegenvaller de boel zo vertragen dat de deadline niet meer gehaald wordt.

 
Jijzelf kunt er heel makkelijk achter komen of een doel van jouw Presterende Ik wel of niet haalbaar is.
Voel jij je gejaagd of gehaast als jij je op een doel concentreert? Dan weet je dat jouw Presterende Ik de definitie van haalbaar wat opgerekt heeft om zo snel mogelijk na dit doel weer een ander doel te kunnen halen. En dat elke tegenvaller nu roet in het eten kan gooien, en het doel kan laten mislukken.

 
Zodra je merkt dat jouw Presterende Ik zichzelf aan het opjagen en haasten is om een bepaald doel te kunnen bereiken, wordt het tijd om meer naar 3 andere Ikken van jou te luisteren: je Harmonieuze Ik, je Genietende Ik en je Gevoelige Ik.
Jouw Harmonieuze ik wil zich graag rustig voelen: ze wil voor alles dan ook de tijd nemen die ze nodig heeft, en kan er niet tegen om opgejaagd te worden.
Jouw Genietende ik wil graag de tijd nemen om te genieten van alles wat ze aan het doen is. En jouw Gevoelige Ik wil graag de tijd en ruimte hebben om dingen vanuit haar gevoel te kunnen doen.

 
Je kunt jezelf weer kalmeren en tot rust brengen, door jouw Presterende Ik erop te wijzen dat er door haar eigen gejaagdheid en gehaast nu een mislukking op de loer ligt. En dat is het laatste wat ze wil: ze wil al haar doelen halen, en dus alleen maar successen.
Schuif de deadline vervolgens net zolang naar voren totdat jij je weer rustig en ontspannen voelt: dat is een signaal van jouw Onbewuste dat deze deadline ook haalbaar is zonder hard werken, en dus zonder gejaag en gehaast.

 
Gauw daarna zul je merken dat je Harmonieuze Ik, je Genietende Ik en je Gevoelige Ik de ruimte krijgen om zich te ontplooien.
En dat zorgt ervoor dat je innerlijke rust en plezier voelt terwijl je jouw doel aan het verwezenlijken bent, en dat je daarbij trouw aan jezelf (aan je gevoel) blijft …
 

Breng jouw kritiek op jezelf en jouw kritiek op je omgeving met elkaar in balans

 

 
 
Als je iets fout, verkeerd of slecht vindt (bijvoorbeeld ongeduld, boosheid, egoïsme of een grote neus), dan vind je dat van nature fout, verkeerd of slecht bij iedereen: bij anderen én bij jezelf.
Toch zul je vast weleens gemerkt hebben dat je bij jezelf iets afkeurt, wat je bij andere mensen niet erg vindt, zoals dingen laten vallen of iets niet meteen perfect kunnen.
Of dat je iets bij een ander afkeurt (bijvoorbeeld een eigenschap of daad van een ‘foute’ man of vrouw), en dan bij jezelf denkt: “Zo zou ik zelf nooit zijn!” of “Dat zou ik zelf nooit doen!”.

 

Mijn uitnodiging aan jou

Ik wil jou graag uitnodigen om hier eens wat uitgebreider op in te zoemen.
Kijk eens goed wanneer je een eigenschap of daad wel afkeurt bij jezelf en niet bij andere mensen.
En wanneer je iets van een ander afkeurt, wat je zelf nooit denkt te hebben of zelf nooit denkt te doen.

 

Iets wel in jezelf en niet in een ander afkeuren

Op elk moment dat je een eigenschap of daad niet afkeurt bij andere mensen en wel bij jezelf, heb je de sleutel in handen om die eigenschap of daad voortaan ook niet meer bij jouzelf af te keuren.
Onderzoek waarom je het eigenlijk niet zo erg vindt dat iemand zo is of zo doet. Het kan bijvoorbeeld zijn dat je de grote neus of het gekluns van de ander eigenlijk best wel schattig of ontwapenend vindt.
En probeer vervolgens op dezelfde manier naar jezelf te kijken als naar de ander. Door bijvoorbeeld bij jezelf te zien dat jouw grote neus of jouw gekluns toch eigenlijk ook wel iets schattigs of ontwapenends heeft.
En desnoods vraag je het als dubbelcheck ook nog even aan een aantal mensen om je heen die je vertrouwt: “Wat vindt jij eigenlijk van mijn neus of van mijn gekluns?”. De kans is dan groot dat ze jou terugvragen: “Hoezo, wat is er dan met je neus?” of “Welk gekluns?”.
Elke eigenschap of daad van jezelf waar je op deze manier anders naar leert kijken, zorgt ervoor dat jij jezelf minder vaak afkeurt, afwijst en afkraakt. Daardoor reageer je minder vaak boos op jezelf, krijg je minder vaak een conflict met jezelf, en voel je dus meer innerlijke vrede. Want net zoals boos worden op een ander een conflict met een ander oplevert, zo zorgt boos worden op jezelf ook voor een conflict met jezelf: je wordt dan aan de ene kant boos op jezelf omdat je iets bent, hebt of doet wat je niet kunt accepteren, en aan de andere kant boos op jezelf omdat je zo boos tegen jezelf doet …

 

Iets in een ander afkeuren wat je zelf niet denkt te zijn/hebben/doen

Je kunt alleen maar kritiek hebben op dingen die jij herkent.
Heb je bijvoorbeeld nog nooit ervaren wat arrogantie is, dan herken je dat niet bij jezelf en niet bij anderen, en zul jij jezelf en anderen dus nooit verwijten dat ze arrogant zijn. En als je bij andere mensen dingen ziet die je nog nooit bij jezelf hebt gezien, dan kun je die dingen bij hen niet goed plaatsen, er geen woorden aan geven, en er dus ook geen etiket op plakken.
Dat betekent dat alles wat jij bij een ander (in een extreme vorm) herkent, ook (in een minder extreme vorm) in jouzelf zit! Maar dat je er zo bang voor bent of jezelf er zo voor schaamt dat je niet doorhebt dat je zelf ook al zo bent of zo doet, of dat je zelf ook graag wat meer zo zou willen zijn of zo zou willen doen. Stel bijvoorbeeld dat je regelmatig ‘foute’ mannen of vrouwen aantrekt die jou op een botte manier en ongezouten zeggen wat ze allemaal wel niet van jou vinden. Dan is de kans groot dat je zelf ook graag meer voor jouw eigen mening en jouw eigen gevoelens uit zou willen komen maar dat nog niet durft. Of dat je onbedoeld botter of directer bent dan je zelf beseft.
Op deze manier tot het besef komen dat je iets zelf ook bent, hebt of doet, is niet alleen confronterend, maar geeft ook een grote opluchting. Want eindelijk hoef je dit na al die jaren niet meer uit schaamte of uit angst te ontkennen en weg te drukken, en dat geeft veel innerlijke rust en innerlijke harmonie …

 

Tot slot

Veel succes!
Mocht je hierbij ervaringen opdoen die weleens interessant of leerzaam kunnen zijn voor jouw medevrijgezellen, deel die dan gerust in een reactie onder dit artikel …