Van nature heb je als vrijgezel genoeg zelfvertrouwen

 

 
 
 
Van nature heb je als vrijgezel genoeg zelfvertrouwen om het leven aan te kunnen. En heb je dan ook geen enkele moeite met de nieuwe en onbekende gebeurtenissen die er in het Nieuwjaar aan zitten te komen.
Waarom jij van nature dat zelfvertrouwen hebt, en hoe dat in de loop van de tijd ongemerkt en in kleine stapjes veranderd zou kunnen zijn bij jou, lees je in dit artikel.

 

Van nature

Van nature weet je dat je jouw buitenwereld niet op jouw bevel kunt veranderen, en dat er in je buitenwereld dus altijd dingen kunnen gebeuren die je niet onder controle hebt.
Tegelijkertijd ben jij je er van nature ook van bewust dat jouw intuïtie je altijd vertelt of je iemand wel of niet kunt vertrouwen, en wat je op het moment zelf het beste kunt doen.
Daarnaast besef je dat hoe belangrijker iets voor jou is, hoe meer je iets nodig hebt of hoe grager je iets wilt, hoe groter jouw wilskracht wordt. En dat je dankzij jouw wilskracht altijd de moed en daadkracht kunt vinden om ergens voor te gaan waar je achter staat of in gelooft, en om met tegenslagen en teleurstellingen om te gaan op de weg daarnaartoe.
Je weet van nature dan ook dat je dankzij je intuïtie (jouw innerlijke weten) niet onzeker hoeft te zijn en dat je dankzij je wilskracht (jouw innerlijke kracht) niet bang hoeft te zijn.
En je voelt je daarom kalm en vol zelfvertrouwen in elke situatie …

 

Verandering 1

In de loop van de tijd (meestal al als kind) begin je te twijfelen of je wel altijd genoeg op jouw eigen intuïtie, wilskracht en capaciteiten kunt vertrouwen om met risico’s, gevaren, bedreigingen, tegenslagen en teleurstellingen om te gaan.
En als je niet meer genoeg op jezelf kunt vertrouwen, dan blijft er nog maar één mogelijkheid over: meer op andere mensen gaan vertrouwen.
Dus ga je op zoek naar andere mensen op wie je altijd kunt terugvallen als dat nodig is.
Je probeert vriendschap met hen te sluiten. En je zorgt ervoor dat je zelf ook betrouwbaar bent, zodat je vrienden ook altijd op jou kunnen terugvallen en graag bevriend willen blijven.
Jouw eerste vriendschappen probeerde je met je ouders/verzorgers op te bouwen. En tijdens deze verandering is elke keer dat je een vriend hebt uitgezocht die later jouw vertrouwen beschaamde, elke mislukte vriendschap, elke afwijzing in een vriendschap, elke keer dat je voor je gevoel zelf niet betrouwbaar genoeg was naar je vrienden toe, of het helemaal geen vrienden kunnen vinden een deuk in je zelfvertrouwen.

 

Verandering 2

Binnen elke groep mensen één of meer vrienden hebben geeft een geruststellend gevoel.
Maar het is nog geruststellender als een héle groep mensen achter je staat. Want samen ben je sterker en kun je meer bereiken dan alleen. En in een groep voel jij je veiliger als je in je buitenwereld tegen risico’s, gevaren, bedreigingen, tegenslagen of teleurstellingen aanloopt.
Dus wil je na verloop van tijd niet meer alleen vriendschappen hebben, maar jezelf ook aansluiten bij groepen. Ook al zou dat alleen maar zijn om een groep niet tegen je te krijgen.
Daarbij besef je op latere leeftijd goed dat een vriendschap of een groep (bijvoorbeeld je afdeling of je bedrijf) alleen maar kan blijven bestaan zolang iedereen (inclusief jijzelf!) een stuk verantwoordelijkheid neemt om er het beste van te maken.
De eerste groepen mensen waar je in terecht kwam, waren je ouderlijk huis en je scholen.
En tijdens deze verandering is elke keer dat je een groep hebt uitgezocht die later jouw vertrouwen beschaamde, elke afwijzing in een groep, en elke keer dat je voor je gevoel zelf niet genoeg verantwoordelijkheid nam een nieuwe deuk in je zelfvertrouwen.

 

Verandering 3

Betrouwbaar zijn en genoeg verantwoordelijkheid nemen is heel belangrijk om in een groep of vriendschap te mogen blijven. Maar helaas, je groepsleden (bijvoorbeeld je collega’s en je leidinggevenden, of je ouders) en je vrienden blijken (of lijken!) jou toch nog niet altijd te accepteren en goed te keuren. Iets wat erg aan je zelfvertrouwen knaagt.
Binnen jouw groepen en vriendschappen begin jij je daardoor nu toch wat onveilig te voelen.
Om nog meer afkeuring (kritiek, afwijzing of straf) te voorkomen, doe je er daarom nog een schepje bovenop en wil je graag loyaal aan hen allemaal zijn: je neemt niet alleen je eigen verantwoordelijkheden op je, maar probeert ook aan alle verwachtingen en eisen van je groepsleden en vrienden te voldoen. Ook als je dat eigenlijk liever niet zou doen, maar je ertoe verplicht voelt. Je houdt je bijvoorbeeld zoveel mogelijk aan alle (ongeschreven) regels.

 

Verandering 4

Na verloop van tijd merk je tot je schrik steeds vaker dat je niet meer de energie en de tijd hebt om alle verantwoordelijkheden, verplichtingen en beloftes na te komen. En dat je groepsleden of vrienden daardoor ontevreden of boos (kunnen) worden. Iets wat niet goed is voor je zelfvertrouwen, en wat je een onveilig gevoel geeft in je groepen en vriendschappen.
In de hoop dat het niet al teveel opvalt, doe je daarom een stapje terug met het nakomen van minder belangrijke verantwoordelijkheden, verplichtingen en beloftes, zodat je meer tijd en energie overhoudt voor belangrijkere verwachtingen en eisen.
Als het mensen wél opvalt en ze daarop reageren, schat je in (of test je uit) of ze misbruik van jou maken. In dat geval probeer je hen met pijn in je hart te laten vallen, zodat je meer tijd en energie overhoudt voor groepsleden en vrienden die wél betrouwbaar zijn.
Tijdens deze verandering is elke keer dat het iemand wél opviel, elke keer dat iemand misbruik van je (b)leek te maken, en elke keer dat het je niet lukte om het contact met iemand te verbreken (bijvoorbeeld met een dominant iemand) slecht voor je zelfvertrouwen.

 

Verandering 5

Op een gegeven moment begin je al die verwachtingen en eisen van je overgebleven groepsleden en vrienden, waar maar geen einde aan lijkt te komen, zat te worden: het wordt je gewoon teveel. En je besluit hen duidelijk te laten merken dat je niet op nóg meer verantwoordelijkheden, verplichtingen en beloftes zit te wachten.
Na al die tijd eindelijk eens goed voor jezelf opkomen geeft je weer lekker veel zelfvertrouwen en het gevoel dat je weer helemaal in je kracht staat.
Maar door al die opgekropte irritatie en frustratie komt alles wat je zegt er botter en zelfs agressiever uit dan je bedoeld had. Waardoor je tot je eigen schrik diverse groepen en vrienden kwijtraakt, die zo’n reactie niet gewend waren van jou en daarom niet pikken.
En om te voorkomen dat je op deze manier alle groepen en vriendschappen verspeelt, en er misschien zelfs vijanden bij krijgt, besluit je met tegenzin om jezelf dan toch maar weer weg te cijferen. Met als gevolg dat je groeiende zelfvertrouwen in één keer weer flink instort.

 

Verandering 6

Als je assertief bent en voor jezelf opkomt, dan pakt dat verkeerd uit, en raak je groepen en vrienden kwijt, zo heb je duidelijk gemerkt.
Maar je bent overduidelijk ook niet meer in staat om aan alle verwachtingen en eisen van je groepen en vrienden te voldoen, waardoor je ook weer vrienden en groepen kunt kwijtraken.
Je voelt je dan ook onbekwaam en minderwaardig, en hebt geen enkel idee meer hoe je met dit lastige dilemma moet omgaan. Met als gevolg dat je voor je gevoel voortaan niet meer op jezelf kunt vertrouwen en voortaan niet meer op eigen benen kunt staan.
En dus doe je voortaan maar onderdanig tegen de groepen en vrienden die jouw gezelschap nog wel dulden. Want als je nog meer fouten maakt, wordt je alsnog in de steek gelaten of verstoten, en blijf je eenzaam achter met al die risico’s, gevaren en bedreigingen om je heen.

 

Hoe nu verder?

Door jezelf weer te herinneren wat je van nature al beseft, weet en kunt (zie hierboven), maakt het jou voortaan niets meer uit dat er weer een Nieuwjaar is aangebroken met nieuwe en onbekende gebeurtenissen: je vertrouwt in elke situatie gewoon zoveel mogelijk op je intuïtie en je wilskracht, al dan niet met vrienden of groepsleden om jou heen …
 

Hoe ver heb jij jezelf uit een onveilige en onzekere buitenwereld teruggetrokken?

 

 
 
 
Hoe meer vertrouwen je in jouw buitenwereld hebt, hoe zekerder en veiliger jij je er voelt, en hoe grager je in je buitenwereld komt.
Loop je in je buitenwereld aan tegen onzekerheden, risico’s, bedreigingen of gevaren, dan kan dat bezorgdheid, ongerustheid, angst, twijfel, onzekerheid of paniek bij je oproepen.
En als je vaak of een lange tijd bang voor je buitenwereld bent, dan kun je jezelf steeds meer gaan terugtrekken uit je buitenwereld: eerst steeds meer in je huis, dan in jezelf en vervolgens in iets buiten je dagelijkse leven.
In dit artikel ontdek je in welke fases dat in mijn ogen kan gebeuren en in welke fase jij op dit moment zit.

 

Terugtrek-fase 1: in je fantasiewereld

Vind je het buitenshuis te onzeker, te riskant, te bedreigend of te gevaarlijk, dan kun je jezelf ongemerkt gaan terugtrekken in je fantasiewereld.
Voordat je iets gaat doen of ervaren, fantaseer je dan eerst wat er allemaal mis kan gaan, hoe je die dingen kunt voorkomen en wat je het beste kunt doen als ze toch gebeuren.
“Hoe beter ik mezelf voorbereid op het nieuwe en onbekende dat er aan gaat komen, hoe meer het alleen maar kan meevallen” denk je dan bij jezelf.

 

Terugtrek-fase 2: in je gedachtenwereld

Kom je er zelf steeds maar niet uit hoe je het beste om kunt gaan met al die onzekerheden, risico’s, bedreigingen en gevaren die je jezelf steeds voor de geest haalt, dan kun je jezelf ongemerkt gaan terugtrekken in je gedachtenwereld.
Je probeert dan zoveel mogelijk kennis op te doen om jezelf in alle nieuwe en onbekende situaties te kunnen redden. Bijvoorbeeld door boeken te lezen, cursussen te volgen, of jezelf te verdiepen in survival, wetenschap, filosofie of spiritualiteit.
Je zoekt dan houvast en duidelijkheid in alle onveilige en onzekere situaties die je kunt tegenkomen. En een stappenplan voor élke gebeurtenis die jou ongerust, bezorgd, onzeker, twijfelend of angstig maakt is je ideaal.

 

Terugtrek-fase 3: in groepen mensen

Kom je er zelf na alle moeite die je gedaan hebt nog steeds niet uit wat je in onveilige en onzekere situaties het beste kunt doen, dan kun je jouw zelfvertrouwen verliezen. En het gevoel krijgen dat je er dan maar op moet vertrouwen dat andere mensen jou de veiligheid en zekerheid gaan geven die je zoekt (“Samen staan we sterk!”).
Je vraagt bij alle nieuwe en onbekende dingen die je gaat doen de mensen on je heen om raad en tips, zoekt steun bij je familie of vrienden, zoekt steun bij sterke of invloedrijke mensen, zoekt steun bij andere mensen die in een soortgelijke situatie zitten (lotgenoten), of je zoekt steun bij groepen mensen die beloven dat ze je kunnen helpen (b.v. met survival, zelfverdediging, een geloof, een spirituele leer of een filosofie). En je trekt je dan steeds meer terug in het gezelschap van anderen: alleen in hun gezelschap of alleen na met hen gesproken te hebben durf je de buitenwereld in te gaan.

 

Terugtrek-fase 4: in je huis

Verlies je op een gegeven moment ook het vertrouwen in andere mensen, dan kun je jezelf ongemerkt steeds meer gaan terugtrekken in je huis. Daar is het voor je gevoel een stuk veiliger dan buitenshuis en daar heb je, zo zonder partner, meer grip op wat er gebeurt dan buitenshuis.
Je beschermt je huis dan tegen alle mogelijke risico’s: bijvoorbeeld tegen verval door veel te klussen, tegen verwaarlozing door veel het huishouden te doen of te tuinieren, tegen rommel door veel op te ruimen, tegen vuil door veel schoon te maken, en tegen schade door alles goed op te bergen of veel verzekeringen af te sluiten.
Wat je niet alleen een veilig en zeker gevoel geeft, maar ook het gevoel dat er wel degelijk iets is in je leven waar je grip op hebt.
Heb je voor je gevoel te weinig invloed op je eigen huis (bijvoorbeeld omdat je afhankelijk bent van je huisbaas of medebewoners), dan kun je de drang krijgen om te verhuizen.
Heb je wel genoeg invloed op je (nieuwe) huis, dan kan het zijn dat je op den duur alleen nog maar naar buiten komt als het echt niet meer anders kan (bijvoorbeeld als je dringend boodschappen moet doen of moet werken).

 

Terugtrek-fase 5: in je lichaam

Voel jij je ondanks al je eigen inspanningen maar niet veilig genoeg in je huis (bijvoorbeeld in een onveilige buurt), dan kun je jezelf ongemerkt gaan terugtrekken in je lichaam.
Je beschermt je lichaam dan tegen alle mogelijke risico’s, zoals honger, dorst, ziekte (b.v. door gezond te eten, voedingssupplementen te nemen of regelmatig te bewegen), kwalen, dikker worden (door te diëten, en desnoods door je zelf uit te hongeren), kritiek (b.v. door veel met je uiterlijk bezig te zijn), ouderdom (desnoods via plastische chirurgie), uitputting (b.v. door op tijd naar bed te gaan, regelmatig te leven of veel te sporten), blessures, verwondingen en kou.
Wat je niet alleen een veilig en zeker gevoel geeft, maar ook het gevoel dat er wel degelijk iets is in je leven waar je grip op hebt (“Als ik mijn eigen lichaam al niet eens meer onder controle krijg, wat dan nog wel?”).

 

Terugtrek-fase 6: in je herinneringswereld

Krijgt je lichaam teveel last van bijvoorbeeld ziektes, kwalen, ouderdom, dikheid, blessures, verwondingen, kritiek of mishandeling, dan kun je jezelf onveilig gaan voelen in je lichaam en je ongemerkt gaan terugtrekken in je herinneringswereld.
Want in je verleden zijn misschien nog wel situaties te vinden waarin jij je veilig en zeker (genoeg) voelde in je lichaam, je huis of je buitenwereld.
En die geruststellende herinneringen aan veiligheid en zekerheid in je verleden probeer je zoveel mogelijk en zo lang mogelijk te koesteren, zodat jouw angst en onzekerheid in het heden wat meer op de achtergrond raken.

 

Terugtrek-fase 7: in je fantasiewereld

Heb je te weinig herinneringen aan veilige en zekere situaties in je verleden, of sussen herinneringen aan een veilig verleden niet langer meer je angst en onzekerheid in het heden, dan kun je jezelf ongemerkt gaan terugtrekken in je fantasiewereld.
Want als je fantaseert weet je vooraf altijd precies wát er gaat gebeuren en hoe (de ultieme zekerheid), en in je fantasiewereld kun je alle risico’s, bedreigingen en gevaren uitbannen door er gewoon niet over te fantaseren (de ultieme veiligheid).

 

Terugtrek-fase 8: in een spirituele wereld

Botst je fantasiewereld teveel met je dagelijkse werkelijkheid, of vind je dat je jezelf voor de gek houdt door steeds te fantaseren, dan kun je ongemerkt op zoek gaan naar een spirituele wereld en je daarin terugtrekken (bijvoorbeeld door te mediteren, te visualiseren of te channelen).
In de hoop dat je op die manier in contact komt met bijvoorbeeld engelen, gidsen, je Hoger Zelf, een Groter Geheel of het Al-Wat-Is, die jou de steun, hulp, duidelijkheid, bevestiging en tips kunnen geven waar je zo naar hunkert en zoekt.
Of in de hoop dat je erachter komt waarom de spirituele wereld jou al die onzekere en beangstigende gebeurtenissen toch steeds laat doormaken (of ze in ieder geval niet tegenhoudt), en wat je kunt doen om de spirituele wereld zover te krijgen dat ze die gebeurtenissen niet meer nodig vindt of ingrijpt.
 

Hoe je als vrijgezel het zelfvertrouwen opbouwt dat jij je prima kunt redden, zelfs tijdens onverwachte of oncomfortabele gebeurtenissen

 

 
 
 
Als vrijgezel moet je het uiteindelijk toch in je eentje zien te redden, zonder dat je daarbij kunt terugvallen op een partner. Hoeveel adviezen, steun of hulp je daarbij misschien ook van je omgeving krijgt.
Dat lukt jou alleen maar als je genoeg vertrouwen hebt dat je dat zelf (met vallen en opstaan) voor elkaar krijgt: anders ontmoedig je jezelf al voordat je bent begonnen, trek je jezelf steeds in twijfel, en geef je jezelf regelmatig op je kop dat je het niet goed genoeg of niet snel genoeg doet.
Genoeg zelfvertrouwen is dan ook een noodzakelijke voorwaarde om zelfredzaam te kunnen zijn als vrijgezel!

Maar hoe bouw je dat zelfvertrouwen eigenlijk op?
Nou, door het onderscheid te leren maken tussen dingen die je zelf niet kunt veranderen en dingen waar je zelf juist wel invloed op hebt.
Elke gebeurtenis (hoe oncomfortabel, ingewikkeld, hefig of ingrijpend ook) bestaat uit aspecten waar je geen invloed op hebt en uit aspecten waar je wel degelijk (een kleine) invloed op hebt.
Staar jij je blind op de onveranderlijke aspecten van een gebeurtenis, dan voel jij je een slachtoffer van de situatie: je voelt je machteloos, raakt gefrustreerd, raakt verbitterd, probeert wraak te nemen, of wacht de rest van je leven totdat een bepaald iemand eindelijk tot inkeer komt en zijn of haar excuses aanbiedt.
Richt jij je daarnaast ook op de beïnvloedbare aspecten van een gebeurtenis, dan krijg je hoop, ga je meer in je kracht staan, zie je steeds meer mogelijkheden om met de gebeurtenis om te gaan, en voel je meer en meer innerlijke rust.

Over het algemeen heb je geen invloed op mensen en dingen in je buitenwereld.
Een stoplicht springt bijvoorbeeld gewoon op rood, of je dat nou wel of niet wil. Mensen zijn zoals ze zijn: ze veranderen alleen maar als ze daar zelf achter staan. Kijk bijvoorbeeld maar naar (je) kinderen.
En op alles wat er in je verleden gebeurd is, heb je ook geen enkele invloed meer: je kunt je verleden niet meer terugdraaien of ongedaan maken.
Dingen en mensen die je niet (meer) kunt veranderen, kun je alleen nog maar leren accepteren. Daarmee bedoel ik: leren aanvaarden dat ze zijn zoals ze zijn, en dat ze een gegeven (een feit) zijn, hoeveel pijn dat jou misschien ook doet.
In plaats van te blijven ontkennen dat ze zo zijn, tegen beter weten in te blijven hopen dat ze alsnog veranderen, je maar te blijven verzetten tegen hoe ze zijn, jezelf of de ander maar verwijten te blijven maken, of maar te blijven fantaseren over hoe het anders had kunnen gaan.

Gebeurd is gebeurd, punt.
Maar gelukkig zijn er altijd ook nog wel aspecten waar je wel degelijk invloed of grip op hebt.
In ieder geval de manier waarop je zelf met de gebeurtenis omgaat.
Je kunt er namelijk voor kiezen om:

  • Jezelf een luisterend oor te bieden
  • Jezelf met raad en daad bij te staan
  • Jezelf de tijd en ruimte te geven om de gebeurtenis te verwerken
  • Onderscheid te maken tussen wat er feitelijk gebeurd is en hoe jij dat zelf interpreteert (we vullen zelf meer dingen in dan we denken)
  • Niet alleen te kijken naar wat er misging maar ook naar wat er goed ging
  • Niet alleen naar de nadelen te kijken maar ook naar de (kleine) voordelen
  • Jezelf het gebeuren niet onnodig persoonlijk aan te trekken
  • Jezelf niet onnodig de schuld te geven
  • Niet tegen jezelf te keer te gaan
  • Na te gaan welke behoeftes van jou door het gebeuren niet vervuld zijn (door deze onvervulde behoeftes voel jij je onprettig)
  • Andere manieren te zoeken om je onvervulde behoeftes alsnog te vervullen (hierdoor ga je eerder oplossingen en veranderingen aantrekken)
  • Ook naar je eigen aandeel in het gebeuren te kijken (dat plaatst alles meer in perspectief)
  • Het gebeuren ook door de ogen van de ander(en) te bekijken (dat neemt onnodige verwijten weg)
  • Te kijken op welke andere manieren je eveneens tegen het gebeuren aan zou kunnen kijken (daardoor krijg je meer zicht op nieuwe mogelijkheden en oplossingen)
  • Te kijken wat je van het gebeuren kunt leren
  • Te kijken welke nieuwe dingen je door dit gebeuren over jezelf te weten bent gekomen (tijdens onprettige gebeurtenissen leer je weer een hele andere kant van jezelf kennen dan tijdens prettige gebeurtenissen)
  • Te kijken in hoeverre je dit gebeuren zelf hebt aangetrokken (wat we uitstralen, bepaalt welke mensen en gebeurtenissen er op ons pad komen)

Daarnaast kun je er ook altijd nog voor kiezen hoe je in je buitenwereld gaat reageren op het gebeuren (wat je precies gaat zeggen en doen):

  • Geef je aan wat het gebeuren met je doet (hoe jij je daarbij voelt)?
  • Geef je aan waar je behoefte aan hebt?
  • Probeer je het gebeuren uit te praten?
  • Probeer je een gezamenlijke oplossing te vinden?
  • Kom je voor jezelf op?
  • Geef je jouw grenzen aan?
  • Trek je een streep “Tot hier en niet verder”?
  • Ga je dingen doen om de schade te beperken?
  • Ga je dingen doen om herhaling te voorkomen?
  • Ga je ervoor zorgen dat dit minder vaak kan gebeuren?
  • Ga je kijken wat je kunt doen om dit gebeuren de volgende keren draaglijker voor jezelf te maken?
  • Ga je met iets of iemand stoppen (bijvoorbeeld een andere afdeling, een ander bedrijf, een ander huis of een andere woonplaats)?
  • Ga je dingen op een andere manier aanpakken? Zolang je dingen op dezelfde manier blijft doen, houd je dezelfde soort resultaten en uitkomsten.
  • Ga je steun, hulp, advies of een luisterend oor zoeken bij anderen?
  • Richt jij je meer op je mogelijkheden en je kansen, in plaats van je steeds te laten weerhouden door de risico’s, gevaren en bedreigingen?

Dus je ziet het: er zijn hoogstwaarschijnlijk veel meer mogelijkheden dan je denkt als je jezelf alleen probeert te redden, en daarbij tegen onverwachte of oncomfortabele gebeurtenissen aanloopt.
En hoe meer van deze mogelijkheden je in de loop van de tijd leert te zien, hoe meer uitzicht op verandering je in dat soort situaties gaat krijgen, hoe hoopvoller en daadkrachtiger je wordt, en hoe meer vertrouwen je krijgt dat jij jezelf prima alleen kunt redden …
 

Hoe aantrekkelijk je bent hangt af van het uithangbord dat je als het ware altijd om je nek hebt

 

 
 
 
Krijg je als vrijgezel regelmatig aandacht van mannen of vrouwen, dan voel jij je aantrekkelijk en vind je het prima om vrijgezel te zijn.
Maar als je nauwelijks of geen aandacht van anderen krijgt, dan steekt dat. Onbewust ga je dan denken dat je onaantrekkelijk bent. Met als gevolg dat je jezelf minderwaardig kunt gaan voelen en dat je ervan baalt dat je nog steeds vrijgezel bent.

 
Ben je extravert (een doener of een prater), dan denk je dat mensen om je heen je uiterlijk, je gedrag of je maatschappelijke status onaantrekkelijk vinden. Ben je introvert (een denker, voeler, dromer of een idealist) dan denk je dat je karakter onaantrekkelijk is.
In beide gevallen is de kans groot dat je jezelf net zolang probeert te veranderen totdat je wél weer in de smaak valt bij andere mensen.
Als extraverte (op de buitenwereld gerichte) vrijgezel ga je dan bijvoorbeeld op zoek naar een ander kapsel, andere kleding, een slanker of gespierder lichaam, andere make-up, meer rijkdom, meer succes, een ander imago, of zelfs botox of cosmetische chirurgie.
En als introverte (op de binnenwereld gerichte) vrijgezel probeer je bijvoorbeeld vrolijker, spontaner, boeiender, zelfverzekerder of stoerder over te komen: door jouw karakter te veranderen (via boeken, trainingen of zelfkritiek) of door jezelf anders voor te doen dan je bent.

 
Soms lijkt je metamorfose een tijdje te helpen, en ben je blij met de aandacht die je nu eindelijk wél krijgt. Maar meestal is dit maar van korte duur en zijn je pogingen gedoemd om te mislukken. Ongeacht hoeveel tijd, energie en geld je er ook in stopt.
Want als vrijgezel straal je onbewust altijd uit wat je van jezelf vindt. Op elk moment van de dag heb je dus als het ware een uithangbord om je nek hangen met daarop ongezouten en ongecensureerd je eigen mening over jezelf!

 
Ben je ontevreden over jezelf, dan straal je dat onbewust uit in je buitenwereld, ongeacht hoeveel moeite je ook doet om dat te verbergen of te verbloemen. En dan staat er op je uithangbord om je nek met koeieletters: “Ik ben onaantrekkelijk: …”, met achter de dubbele punt al je negatieve oordelen over jezelf (zoals: “lelijk, saai, onzeker, verlegen en sloom”).
De mensen om je heen zien dat uithangbord (voelen onbewust aan wat je uitstraalt, en dus wat je over jezelf denkt), en gaan daar onbewust extra op letten. Met als gevolg dat ze dan ook eerder de negatieve dingen bij jou denken te herkennen die ze op dat uithangbord zien staan.

 
Het omgekeerde geldt ook. Ben je juist tevreden over jezelf, dan straal je dat onbewust uit in je buitenwereld, ongeacht hoeveel moeite je ook doet om dat te verbergen of te verbloemen. En dan staat er op je uithangbord om je nek met koeieletters: “Ik ben aantrekkelijk: …”, met achter de dubbele punt al je positieve oordelen over jezelf (zoals: “leuk, vriendelijk, boeiend, zelfverzekerd en grappig”).
De mensen om je heen zien dat uithangbord (voelen onbewust aan wat je uitstraalt, en dus wat je over jezelf denkt), en gaan daar onbewust extra op letten. Met als gevolg dat ze dan ook eerder de positieve dingen bij jou denken te herkennen die ze op dat uithangbord zien staan.

 
Als je het gevoel hebt dat je in welk opzicht dan ook onaantrekkelijk bent, neem dan eens de tijd om te kijken wat er op dat uithangbord zou kunnen staan dat jij op elk moment van de dag om je nek hebt hangen (oftewel: wat je van jezelf vindt, en dus onbewust ook altijd naar andere mensen toe uitstraalt).
Kijk daarna eerlijk met welke negatieve oordelen over jezelf je het echt eens bent. Want als je echt goed naar jezelf én naar die oordelen kijkt, dan blijkt die lelijke grote puist in je uiterlijk of in je innerlijk vaak maar een klein (en misschien zelfs wel schattig) pukkeltje te zijn.
En kijk vervolgens wat je nodig hebt om te aanvaarden dat je uiterlijk, je gedrag, je karakter en je maatschappelijke status op dit moment (en in jouw eigen ogen!) zo zijn.

 
Zodra je dat doet, verandert je uithangbord “Ik ben onaantrekkelijk: …” automatisch in het uithangbord “Ik ben aantrekkelijk. Punt!”.
Waarna je op een gegeven moment gaat merken dat mensen om je heen steeds positiever op je reageren. Zonder dat je jezelf daarvoor hebt hoeven uitsloven. En vooral ook: zonder dat je daarop uit was! Want je accepteert jezelf sowieso toch al, ongeacht wat andere mensen ook over je zeggen en hoe ze ook op jou reageren …
 

Van alleen op jezelf vertrouwen of alleen op andere mensen vertrouwen naar: op jezelf én op anderen vertrouwen

 

 
 
 
Eén deel van jou (je Krachtige Ik) is ervan overtuigd dat je maar beter op jezelf kunt vertrouwen: mensen maken misbruik van je zwakke punten, of benadelen jou, zodra ze de kans krijgen. En een ander deel van jou (je Beschermende Ik) is er juist van overtuigd dat je maar beter op andere mensen kunt vertrouwen: samen sta je sterk en andere mensen hebben ervaring met gebeurtenissen die voor jou nog (gedeeltelijk) onbekend zijn.

 
Tot nu toe heb je in jouw (vrijgezellen)leven hoogstwaarschijnlijk maar naar 1 van deze 2 delen in jezelf geluisterd.
Óf je doet alles zoveel mogelijk zelf en laat zo min mogelijk invloed van andere mensen toe. Met als gevolg dat jij je sterk, krachtig en autonoom voelt, en tegelijkertijd ook eenzaam, in de steek gelaten, uitgeput en overbelast.
Óf je vraagt geruststelling/bevestiging/advies/steun aan mensen om je heen, en zoekt houvast/duidelijkheid/stabiliteit/veiligheid in afspraken, (ongeschreven) regels, wetten, procedures, richtlijnen, een godsdienst, een levensbeschouwing of een levensfilosofie. Met als gevolg dat jij je gesteund, geaccepteerd en veilig voelt, en tegelijkertijd ook afhankelijk, sociaal verplicht, bang voor afwijzing en niet loyaal aan jezelf.

 
Zou het niet mooi zijn als je bij elke kleine of grote beslissing zelf kon kiezen of je op jezelf gaat vertrouwen of op andere mensen? Oftewel, naar welke van deze twee delen van jezelf jij op dat moment gaat luisteren?
Dat kan!
Het enige wat je daarvoor nodig hebt, is inzien en doorzien wat het verborgen belang is van je Krachtige Ik en je Beschermende Ik. Er is een reden waarom ze zich zo krampachtig vasthouden aan alleen maar op zichzelf of alleen maar op andere mensen vertrouwen! En zodra deze 2 Ikken beseffen wat de echte onderliggende reden is, gaan ze twijfelen of die reden wel terecht is, en beginnen ze ervoor open te staan om zowel op zichzelf als op andere mensen te vertrouwen.

 
Jouw Krachtige Ik wil zich de hele dag door sterk en krachtig voelen. En dat kan alleen door regelmatig grote uitdagingen aan te gaan en vaak de (woorden)strijd met andere mensen aan te gaan. Want pas als je geconfronteerd wordt met een grote uitdaging of met een krachtige tegenstander (iemand die tegenstand of een weerwoord geeft), moet je een beroep doen op je eigen kracht, en ontdek je of je sterk genoeg bent om die uitdaging of die tegenstander te overwinnen.
De (woorden)strijd met andere mensen aangaan lukt niet en heeft geen enkele zin als je vertrouwt op de goedheid van andere mensen. En dus maakt je Krachtige Ik jou de hele dag door wijs dat mensen het slecht met je voor hebben, en dat je de klos bent zodra je op hen vertrouwt. In plaats van jou aan te moedigen om eerlijk naar je intuïtie te luisteren of iemand wel of niet te vertrouwen is.
Door je Beschermende Ik meer ruimte te geven, merkt je Krachtige Ik dat er ook genoeg mensen zijn die jou wél geruststelling/bevestiging/advies/steun willen geven, dat het jou veel energie bespaart als je niet alles zelf hoeft te doen, en dat je altijd zelf in de gaten kunt blijven houden of mensen te vertrouwen zijn (door naar je intuïtie te luisteren, goed te luisteren naar wat mensen zeggen, goed door te vragen en hen desnoods uit te testen).

 
Je Beschermende Ik wil jou dolgraag beschermen tegen een pijnlijke afwijzing door de mensen om je heen en tegen het er niet meer bijhoren. Ze probeert dan ook continu te voorkomen dat je iets doet, zegt of nalaat wat verkeerd kan vallen bij andere mensen.
De veiligste manier die ze daarvoor kent is flexibel blijven: ervoor zorgen dat je loyaal blijft aan de mensen om je heen, en dat je in blijft spelen op hun (onuitgesproken) verwachtingen.
Jezelf flexibel aanpassen aan andere mensen lukt alleen zolang je jezelf niet teveel deelt en niet teveel profiel aannneemt: zolang je anoniem, onder de radar en onder het maaiveld blijft, en niet te zelfbewust wordt.
En om te garanderen dat jij jezelf niet teveel uit, niet teveel laat zien en niet te uitgesproken wordt, trekt ze al jouw opvattingen, meningen en behoeftes bij voorbaat in twijfel. Zodat jij te weinig zelfvertrouwen hebt om voor jezelf te gaan staan en om jouw grenzen aan te geven, en dus makkelijker mee kunt gaan in wat anderen van jou verwachten. In plaats van jou de ruimte te geven om je eigen opvattingen/meningen/behoeftes en de opvattingen/meningen/behoeftes van andere mensen tegen elkaar af te wegen.
Door je Krachtige Ik meer ruimte te geven, voelt je Beschermende Ik dat je sterker bent dan je zelf dacht, dat je sterk genoeg bent om met afwijzing om te gaan, en dat je dus gerust op jezelf kunt vertrouwen.
 

Hoe zelfredzaam jij bent, hangt af van hoeveel ruimte je jouw Verstandige Ik geeft

 

 
 
 
Jouw Verstandige Ik realiseert zich heel goed dat het voor jou als vrijgezel essentieel is om jezelf alleen te kunnen redden.
En dus zorgt ze ervoor dat jij voldoende van alles hebt om zelfredzaam te blijven: genoeg energie, tijd, ruimte, geld, middelen en kennis.

 
Ze stimuleert jou om genoeg te slapen, om alleen dingen te doen die weinig energie kosten, om efficiënt met je tijd om te gaan, om genoeg tijd voor jezelf te nemen, om zuinig met je geld om te gaan, om genoeg geld te sparen, om je koelkast, voorraadkasten en zolder gevuld te houden, en om te weten te komen hoe je dingen moet doen.

 
Ze beseft dat al deze dingen in de loop van de dag op kunnen raken, en dat jij dan aangewezen bent op de hulp van andere mensen om te overleven. En dat wil ze koste wat het kost voorkomen, want omgaan met mensen kost in haar ogen teveel energie, tijd en geld, en maakt jou te afhankelijk.
Daarom zorgt ze ervoor dat jij zo min mogelijk verspilt, door zich altijd goed op dingen voor te bereiden en dingen zo efficiënt mogelijk in te plannen.
Ook zorgt ze ervoor dat jij genoeg spullen in voorraad hebt voor als er dingen opraken (zoals levensmiddelen of batterijen), kapot gaan (zoals lampen) of nodig zijn (zoals gereedschap of boeken).

 
Geef je jouw Verstandige Ik te weinig ruimte, dan wordt ze onderactief: je hebt regelmatig een geldtekort, je bent gauw moe, je zit vaak in tijdsnood, je hebt steeds te weinig in huis, je neemt te weinig tijd voor jezelf, je weet niet goed hoe je dingen moet doen, of je moet vaak een beroep op andere mensen doen.

 
Geef je jouw Verstandige Ik teveel ruimte, dan wordt ze overactief: je gunt jezelf geen ruimte meer om spontaan dingen te doen, je kunt niet goed meer tegen verrassingen, je vindt dat mensen jou te vaak storen (je planning doorkruisen), je ontzegt jezelf teveel leuke dingen (zoals sport of een bioscoopfilm) omdat ze in jouw ogen teveel tijd/energie/geld kosten, je hebt uitpuilende boekenkasten of voorraadkasten, mensen om je heen vinden dat je te weinig tijd voor hen maakt, of mensen vinden je gierig.
 

Stel jouw Beschermende Ik gerust als ze zich weer eens op alles wil voorbereiden wat er mis kan gaan

 

 
 
Jouw Beschermende Ik wil zich graag de hele dag door veilig en zeker voelen. Daarom bereidt hij/zij zich het liefst continu voor op alles wat er mis kan gaan en op wat je dan moet doen.
Bij onbekende, onzekere, risicovolle, gevaarljke of bedreigende situaties kan dat heel handig en praktisch zijn: bijvoorbeeld een scheiding of een verbroken relatie, het zoeken van een nieuwe woning, de voorbereiding van je vakantie, financiële probemen, een reorganisatie op je werk, ontslag, een solicitatie, een conflict of een onverwachte tegenvaller.
Maar in andere situaties kan dit jou juist erg tegenhouden: je kunt moeilijk knopen doorhakken, het duurt lang voordat je in actie of in beweging komt, je voelt je voortdurend ongerust/bezorgd/onzeker/angstig/wantrouwend, je kunt niet spontaan op mensen en gebeurtenissen reageren, je voorbereiden op alle mogelijke situaties kost je teveel tijd, je ziet continu beren op de weg, je concentreert je meer op wat je niet wil dan op wat je wel wil, en je bent steeds met je aandacht bij de toekomst in plaats van bij het hier-en-nu.

 
Hier zijn 7 tips om jouw Beschermende Ik te kalmeren en gerust te stellen op de momenten dat je even geen zin hebt om je voor te bereiden op alles wat er mis kan gaan:

  1. Doorzie de keerzijde van jezelf op alles voorbereiden

    Je Beschermende Ik wil jou graag beschermen tegen alle risico’s, gevaren en bedreigingen in je buitenwereld. En dat kan hij/zij alleen maar doen als ie vooraf precies weet wat er gaat gebeuren.
    In de toekomst kijken kan ie alleen niet. En dus blijft er voor hem/haar nog maar één mogelijkheid over: vooraf alle mogelijke scenario’s doornemen en oefenen in je hoofd.
    Jezelf van te voren grondig voorbereiden op alles wat er mis kan gaan lijkt dan ook heel verstandig: het geeft jou meer bescherming, zekerheid en veiligheid. En als je jezelf van te voren maar goed voorbereid hebt op alle mogelijke scenario’s, dan kan het op het moment zelf alleen nog maar meevallen: je wordt dan niet meer verrast door welke gebeurtenis ook en je weet dan meteen wat je precies moet doen, zonder jezelf door je angst en je onzekerheid te laten verlammen.
    Tegelijkertijd er is ook een keerzijde: jezelf op alles grondig voorbereiden betekent namelijk eveneens (of misschien zelfs: juist) jezelf uitgebreid voorbereiden op de allerergste dingen, ook als de kans erop heel klein is maar de gevolgen voor jou heel groot zijn (bijvoorbeeld aanslagen). En door je de allerergste dingen, en je reacties daarop, uitgebreid voor te stellen, besef je pas echt wat er allemaal mis kan gaan. Je wordt je bewust van risico’s waar je eerst nog helemaal niet bij stil had gestaan, en ziet in hoe gevaarlijk zelfs het naar buiten gaan al kan zijn. Met als gevolg dat de ongerustheid, bezorgdheid of angst die je al voelde alleen maar groter wordt in plaats van kleiner bij het zien van al dat mogelijke onheil. En met als risico dat je het na verloop van tijd veiliger vindt om dan maar gewoon thuis te blijven, zodat je jezelf dingen gaat ontzeggen en je jezelf gaat isoleren.

  2. Doorzie de beperkingen van je verstand

    Ons verstand lijkt een ideaal hulpmiddel om ons te beschermen tegen dingen die misgaan: ze kan, zo denken we, vooraf inschatten en voorspellen wat er gaat gebeuren, een situatie op het moment zelf volledig doorzien en begrijpen, en met logisch nadenken weer grip op de situatie krijgen.
    Maar je hoeft alleen maar naar je eigen relaties en naar je eigen banen te kijken, om te zien dat er genoeg situaties zijn die we met ons verstand niet kunnen voorzien, doorzien, of waar we geen grip op hebben.
    Ons verstand kan de toekomst nooit met 100% zekerheid voorspellen, en weet nooit zeker wat zich in de binnenwereld van andere mensen afspeelt (vaak niet eens wat zich in onze eigen binnenwereld afspeelt). Hoe vaak gebeurt het dan ook niet dat een situatie toch net wat anders is dan je had verwacht?
    Daarnaast speelt er in situaties vaak zoveel, en zijn er vaak zoveel oorzaken voor een situatie (zoals een verbroken relatie), dat het een illusie is om te denken dat ons verstand een situatie volledig kan doorzien.
    Ook zijn er achteraf gezien vaak meer reacties op een situatie mogelijk dan ons verstand op het moment zelf denkt. En als we reageren op een situatie, worden we vaak beperkt door dingen waar we met ons verstand geen invloed op lijken te hebben (zoals de reacties van andere mensen).
    Bovendien, zelfs al zou ons verstand wel in staat zijn om elke situatie te voorzien, te doorzien, te begrijpen en er grip op te krijgen, dan kost dit haar nog zoveel tijd dat het vaak al te laat is. Want ons verstand moet eerst alle informatie over een situatie verzamelen, op juistheid controleren, op een rijtje zetten, vergelijken met de situatie waarop ze zich had voorbereid, de mogelijke gevolgen voor ons in kaart brengen, onze mogelijke reacties op de situatie bedenken, en beredeneren welke reactie in deze situatie het verstandigst is. Dat kan pas echt goed op het moment zelf, terwijl het in gevaarlijke of bedreigende situaties (zoals een dreigend ongeluk) juist nodig is om al in een fractie van een seconde te beslissen.
    Angst is misschien geen goede raadgever, maar de vraag is of ons verstand wel een goede (of een betere) raadgever is. Wat dat betreft kunnen we beter op onze intuïtie vertrouwen, die in een fractie van een seconde een situatie kan inschatten en inziet hoe we daar het beste op kunnen reageren. Dat is ook in wetenschappelijk onderzoek aangetoond: ons verstand is handig en praktisch voor kleine klusjes en kleine beslissingen, maar grote of ingrijpende beslissingen zoals een huis kopen kun je beter maar overlaten aan je intuïtie of je Onbewuste.

  3. Concentreer je meer op je lichaam en daarmee op het hier-en-nu

    Jouw Beschermende Ik gebruikt continu z’n verstand: hij/zij stelt zich voor wat er allemaal mis kan gaan, bedenkt wat je in die situaties allemaal kunt doen, en oefent in z’n fantasiewereld alle mogelijke scenario’s. En al dat nadenken en fantaseren vraagt veel concentratie, aandacht en energie.
    Door je op je lichaam te concentreren, blijft er minder aandacht en energie over om je op je gedachtewereld en je fantasiewereld te concentreren. En daardoor kun je minder goed fantaseren en minder goed nadenken over wat er allemaal mis kan gaan. Vooral op de momenten dat je jouw lichaam intensief gebruikt, door bijvoorbeeld te sporten, te tuinieren of te klussen.
    Door je op je lichaam te concentreren kom je ook automatisch in het hier-en-nu terecht, wat je bijvoorbeeld extra merkt als je honger of dorst hebt, of het koud hebt: je voelt de sensaties van je lichaam op het moment zelf, of je dat nou wil of niet. Terwijl jouw Beschermende Ik met z’n aandacht alleen maar bij de onzekere en onveilige toekomst is.

  4. Vertrouw meer op jouw Krachtige Ik

    Jouw Beschermende Ik heeft weinig zelfvertrouwen, en denkt dat ie niet in staat is om snel en spontaan te reageren als er iets misgaat. Hij/zij is vooral bang dat ie door z’n angst en onzekerheid verlamd raakt, dat ie niet weet wat ie op het moment zelf moet doen, en dat ie te weinig bedenktijd heeft om daar achter te komen voordat het te laat is.
    Maar net als ieder ander heb jij ook nog 8 andere Ikken, waaronder een Krachtige Ik. En jouw Krachtige Ik ziet tegenslag als een uitdaging, heeft genoeg energie en kracht om voor zichzelf op te komen, en heeft genoeg doorzettingsvermogen en daadkracht om te krijgen wat ie nodig heeft.
    Door erop te vertrouwen dat je Krachtige Ik er is op het moment dat er iets misgaat, geef je jouw Krachtige Ik de toestemming en ruimte om tevoorschijn te komen zodra dat nodig is. Zodat jij je vooraf steeds minder zorgen hoeft te maken, de noodzaak steeds meer wegvalt om je vooraf op alle mogelijke situaties voor te bereiden, en jij je steeds zelfverzekerder en sterker gaat voelen.

  5. Laat jouw Gevoelige Ik zichzelf meer uiten

    Jouw Beschermende Ik vind het moeilijk om vanuit z’n gevoel te leven en om naar z’n intuïtie te luisteren. En in plaats daarvan klampt ie zich vast aan het enige wat er dan nog overblijft: z’n verstand.
    Door jouw Gevoelige Ik meer de ruimte te geven, oftewel door meer vanuit je intuïtie en je gevoel te leven, krijgt jouw Beschermende Ik beetje bij beetje het vertrouwen dat risicovolle situaties zonder z’n verstand ook goed af kunnen lopen.
    Als je naar je intuïtie luistert, dan kom je niet gauw meer op het verkeerde moment op de verkeerde plek, en voel je meteen aan wat je het beste kunt zeggen of doen als je toch in een onveilige situatie verzeild raakt. En als je naar je gevoel luistert, dan kun je spontaan (en dus sneller) op situaties reageren en creatiever omgaan met dingen die misgaan.

  6. Luister meer naar jouw Verstandige Ik

    Jouw Verstandige Ik lijkt in twee opzichten erg op jouw Beschermende Ik. Hij/zij gebruikt vooral z’n verstand, in plaats van z’n gevoel en z’n intuïtie. Ook probeert ie van z’n onzekerheid af te komen door meer informatie te verzamelen.
    Maar er is één duidelijk en essentieel verschil. Jouw Verstandige Ik houdt zich altijd aan de feiten: hij/zij kijkt wat er feitelijk gezegd/gedaan/gebeurd is, en beredeneert met z’n logische verstand wat voor gevolgen dat voor jou heeft en wat je daaraan zou kunnen doen. Terwijl jouw Beschermende Ik door z’n onzekerheid of angst meestal overhaaste conclusies trekt (bijvoorbeeld een stok aanziet voor een slang), zelf dingen invult (“Hij/zij zal vast wel denken dat ik …”), en de neiging heeft om meteen van het ergste uit te gaan.
    Door meer naar je Verstandige Ik te luisteren kan je verstand niet meer zo erg met je op de loop gaan of op hol slaan, maak je jezelf niet onnodig ongerust/bezorgd/angstig, en bedenk je effectievere manieren om met situaties om te gaan.

  7. Geef jouw Genietende Ik meer vrijheid

    Jouw Beschermende Ik houdt zich alleen maar bezig met wat er mis kan gaan, en dus met wat ie niet wil. En kijkt steeds hoe ie weg kan blijven bij alle ervaringen die ‘m een ongerust, bezorgd, onzeker of angstig gevoel geven.
    Terwijl jouw Genietende Ik zich juist richt op wat ie wel wil, en kijkt hoe ie alle ervaringen kan opdoen die ‘m een plezierig gevoel geven.
    Als je iets niet wil, dan wil je het tegenovergestelde wel. En in plaats van jezelf alleen maar te beschermen tegen alles wat je niet wil, kun je jezelf ook helpen om alle tegenovergestelde dingen (die je juist wel wil!) te ervaren.

 

Waar het gevoel vandaan komt dat je onwelkom, ongewenst, ongewild, impopulair, onaantrekkelijk of ongeliefd bent

 

 
 
Vanaf het moment dat je geboren werd kwam je in contact met allerlei mensen om je heen.
Het kan zijn dat de mensen om je heen over het algemeen negatief reageerden op jouw aanwezigheid: ze negeerden je, namen je niet serieus, lachten je uit, bekritiseerden je, stelden hoge eisen aan je, pestten je, scholden je uit, mishandelden je geestelijk of lichamelijk, of vergrepen zich aan je. Dat gaf jou het gevoel dat je onwelkom, ongewenst, ongewild, impopulair, onaantrekkelijk of ongeliefd was. En daardoor ging je denken dat je minder waard was dan andere mensen, dat je er niet toe deed, dat je er niet mocht zijn, dat je niet jezelf mocht zijn, dat je er geen recht op had om te bestaan, of dat je er misschien maar beter niet had kunnen zijn. Met als gevolg dat je steeds meer afstandelijkheid, koelheid, kilheid, onverschilligheid, onbegrip, boosheid, haat of vijandigheid ging voelen naar jezelf en naar andere mensen toe.
Reageerden zij over het algemeen juist positief op jouw aanwezigheid, dan voelde jij je welkom, gewenst, gewild, populair, aantrekkelijk en geliefd. Je kreeg het gevoel dat je er toe deed en dat je er recht op had om te bestaan, je voelde je minstens evenveel waard als andere mensen, en je voelde warmte en genegenheid naar jezelf en naar andere mensen toe.

 
Hoe welkom, gewenst, gewild, populair, aantrekkelijk en geliefd jij je in jouw jeugd voelde, hing niet alleen af van hoe de mensen om je heen daadwerkelijk met jou omgingen, maar ook van hoe je zelf naar hun reacties op jou keek.
Zie je als persoon eerder wat er wel is, wat er goed gaat, wat de overeenkomsten zijn en wat de mogelijkheden zijn (oftewel: ben je als persoon een matcher), dan zijn je vooral de momenten opgevallen en bijgebleven waarop mensen positief op jou reageerden, en voelde jij je al gauw welkom, gewenst, gewild, populair, aantrekkelijk en geliefd.
Zie je als persoon eerder wat er niet is, wat er ontbreekt, wat fout/verkeerd/mis gaat, wat de verschillen zijn en wat de risico’s/gevaren/bedreigingen zijn (oftewel: ben je als persoon een mismatcher), dan zijn je vooral de momenten opgevallen en bijgebleven waarop mensen negatief op jou reageerden, en voelde jij je al gauw onwelkom, ongewenst, ongewild, impopulair, onaantrekkelijk of ongeliefd.

 
Daarnaast hing het ervan af hoeveel geloof je hechtte aan wat andere mensen tegen of over je zeiden, en aan wat ze met hun gedrag naar jou toe suggereerden.
Zo ziet een matcher vooral z’n eigen positieve kanten (met zelfoverschatting als valkuil), waardoor ie vanaf z’n geboorte uit zichzelf al een positiever zelfbeeld heeft, minder gauw geloof hecht aan kritiek en zich minder gauw laat ontmoedigen door de reacties van anderen.
En een mismatcher ziet vooral z’n eigen verbeterpunten (met perfectionisme als valkuil), waardoor ie vanaf z’n geboorte uit zichzelf al een minder positief zelfbeeld heeft, zich eerder kritiek persoonlijk aantrekt en zich eerder laat ontmoedigen door de reacties van anderen.
Een matcher zijn is trouwens niet beter en niet slechter dan een mismatcher zijn. Het heeft allebei haar voordelen en nadelen: zo irriteert een matcher zich minder gauw aan zichzelf en z’n omgeving, en ontdekt een mismatcher problemen en risico’s al in het stadium dat er nog iets aan gedaan kan worden.
Of je als persoon een matcher of mismatcher bent is aangeboren (net als bijvoorbeeld je geslacht): dit staat dus helemaal los van de ouders/verzorgers, de omgeving, het milieu, de cultuur, de politieke voorkeur of de levensbeschouwing waar je mee opgegroeid bent, en is dus iets wat je niet op hen kunt afschuiven..

 
Hoeveel jij er in jouw ogen in je jeugd mocht zijn bepaalt ook hoeveel je er nu in jouw ogen mag zijn als vrijgezel.
Voelde jij je toen onwelkom, ongewenst, ongewild, impopulair, onaantrekkelijk of ongeliefd, dan is de kans groot dat jij je nu ook onwelkom, ongewenst, ongewild, impopulair of ongeliefd voelt op je werk, in je woonplaats en temidden van een groep mensen. En dat je als vrijgezel nog steeds geen partner hebt gevonden, kun je dan ook als bewijs gaan zien en aanvoeren dat er iets aan jou ontbreekt en dat je ongewild, impopulair of onaantrekkelijk bent.
Want onbewust denk je bij jezelf: “Als zelfs de mensen die mij op deze wereld hebben neergezet, die dicht bij mij stonden of die mij goed kenden al niets met mij te maken wilden hebben, dan wil niemand op deze wereld iets met mij te maken hebben”.
Terwijl de mensen om je heen maar een heel klein percentage zijn van de hele wereldbevolking. De rest van de wereldbevolking ken je nog helemaal niet, en die kan er heel anders over denken. En voor hetzelfde geld waren de mensen om je heen die je getroffen hebt een uitzondering, of had je door je eigen gekleurde bril een vertekend beeld van de mensen om je heen.

 
Bovendien heeft iedereen op deze wereld evenveel bestaansrecht: anders had het leven, de natuur of het Grote Geheel niet al die moeite gedaan om ons geboren te laten worden en hadden we nooit bestaan!
Iedereen die (ooit) geboren is, heeft (of had) dus het recht om er te zijn: ongeacht hoe lang iemand leeft (of leefde), of in welke omgeving iemand geboren werd en opgegroeid is.
En iedere dag dat we weer wakker worden, vindt het leven, de natuur of het Grote Geheel ons belangrijk genoeg om ons weer een nieuwe dag te geven!
 

Waarom jouw Gevoelige Ik zich een buitenbeentje voelt tussen alle stelletjes om jou heen

 

 
 
Als bijna iedereen om jou heen een relatie lijkt te hebben, dan kan jouw Gevoelige Ik zich eenzaam en een buitenbeentje gaan voelen.
In haar beleving hebben al die andere mensen blijkbaar een bepaalde eigenschap waardoor zij wél een partner kunnen krijgen en houden, en heb jij die eigenschap (nog) niet.
En liggen al die niet-vrijgezellen blijkbaar wél goed in de markt, terwijl jij keer op keer afgewezen wordt (of zelfs helemaal niet opgemerkt wordt!) door de mensen met wie jij wel een relatie zou willen.
Met als gevolg dat jij je voor jezelf kunt gaan schamen en dat je jezelfminderwaardig kunt gaan voelen.

 
Door dat gevoel van eenzaamheid en anders zijn, wil je Gevoelige Ik aan de ene kant graag net als de mensen om jou heen een partner hebben. Als jij namelijk net zoals andere mensen bent, dan hoor je erbij, en word je gewaardeerd in plaats van afgewezen.
Aan de andere kant wil ze, hoe gek dat misschien ook klinkt, juist geen partner. Want hoe langer jij zonder partner bent, hoe meer je naar een partner gaat verlangen, hoe meer emoties je gaat voelen en hoe meer je het gevoel krijgt dat je leeft.

 
Dus of je nou wel of niet een relatie aangaat, je Gevoelige Ik blijft ontevreden.
Ga je wel een relatie aan, dan mist ze het intense gemis van een partner en het diepe verlangen naar een partner, en voelt ze veel minder emoties dan ze wil (als het aan haar ligt, dan voelt ze de hele dag door intense emoties).
Ga je geen relatie aan, dan mist ze het erbij horen en de waardering van niet-vrijgezellen, en is ze bang om afgewezen te worden door de grote groep niet-vrijgezellen omdat ze anders is.
En zolang je deze ontevredenheid in jezelf voelt, heb je een innerlijk conflict.

 
De enige manier om weer innerlijke vrede te vinden, is om met jouw Gevoelige Ik de dialoog aan te gaan.
Je kunt haar helpen inzien dat iedereen uniek is, en dat dus ook alle niet-vrijgezellen van elkaar verschillen. Er bestaat dan ook niet zoiets als: net als alle andere mensen zijn (een grijze muis zijn). Want er zijn op deze hele wereld geen twee mensen te vinden die er precies hetzelfde uitzien, die precies dezelfde ervaringen opgedaan hebben, die precies hetzelfde op die ervaringen gereageerd hebben, en die op elk moment van de dag precies dezelfde gevoelens, gedachten, meningen, verlangens, herinneringen en fantasieën hebben. Zelfs het lichaam, de binnenwereld en de ervaringen van tweelingen zijn niet 100 procent hetzelfde: ze kunnen bijvoorbeeld andere moedervlekken hebben, andere vrienden en vriendinnen hebben, zich net wat anders voelen of gedragen, ander werk hebben, en zullen in ieder geval niet altijd gelijktijdig dezelfde partner hebben 😉 . Kortom, ieder van ons verschilt van alle andere mensen op deze wereld, en we hebben dus evenveel kans als alle andere mensen om gewaardeerd te worden of om door ons anders zijn afgewezen te worden. Ongeacht of we nou vrijgezel zijn of niet-vrijgezel zijn.
Daarnaast kun je jouw Gevoelige Ik helpen inzien dat ze niet alleen als vrijgezel maar ook als niet-vrijgezel intense emoties kan voelen. Want mensen in een relatie worden door hun partner een spiegel voorgehouden en kunnen zichzelf daardoor flink tegenkomen. Ook lopen ze in een relatie tegen moeilijkheden, tegenslagen of problemen aan waar ze samen uit moeten zien te komen. En ze kunnen zich in de loop van de tijd gaan ergeren aan hun partner of aan de relatie zelf. Al met al genoeg emoties dus!

 
Zodra jouw Gevoelige Ik deze twee dingen inziet, maakt het haar niet meer uit of jij nou vrijgezel of niet-vrijgezel bent.
Je stopt met jezelf afwijzen en naar beneden halen, je gaat openstaan voor hoe jouw (liefdes)leven zich ook gaat ontvouwen, en je zult een heerlijke innerlijke rust gaan voelen …