Hoe kijk je écht tegen je vrijgezellenleven aan?

 

 
 
 
Ben je niet (helemaal) tevreden over je vrijgezellenleven, dan zie je meer nadelen dan voordelen, en wil je (zo snel mogelijk) je vrijgezellenleven veranderen óf een partner zien te vinden.
Maar heb je er weleens bij stil gestaan dat jouw onvrede of jouw ontevredenheid ook te maken kan hebben met je manier van kijken?
Dat je tot nu toe misschien maar een deel van alle voordelen en nadelen van het vrijgezellenleven gezien hebt, in plaats van álle voordelen en nadelen? En dat je al die tijd dus misschien wel een vertekend beeld van je vrijgezellenleven gehad hebt?

 
Hieronder zie je 9 verschillende brillen waarmee je naar je vrijgezellenleven kunt kijken.
Met elke bril zie je bepaalde voordelen en bepaalde nadelen van het vrijgezel zijn.
En kijk je door alle 9 brillen, dan zie je alle voordelen en alle nadelen die het vrijgezel zijn nu voor jóu heeft.
Zodat je open en eerlijk kunt beoordelen wat je op dit moment écht van je vrijgezellenleven vindt. En wat je eventueel nog in of aan je vrijgezellenleven wil veranderen om jezelf (nog) gelukkiger te voelen zolang je geen partner hebt.

  1. Bril 1: De Plezier-bril

    Kun je in je vrijgezellenleven meer of minder leuke dingen doen dan in een relatie?
    Maak je in je vrijgezellenleven meer of minder onprettige dingen mee dan in een relatie?
    Heb je in je vrijgezellenleven meer of minder vrijheid dan in een relatie?
    Heb je in je vrijgezellenleven meer of minder afwisseling dan in een relatie?
    Kun je in je vrijgezellenleven je pijn meer of minder uiten dan in een relatie?

  2. Bril 2: De Veiligheid-bril

    Voel jij je in je vrijgezellenleven zekerder of onzekerder dan in een relatie?
    Voel je in je vrijgezellenleven meer of minder angst/ongerustheid/bezorgdheid dan in een relatie?
    Voel je in je vrijgezellenleven meer of minder twijfel dan in een relatie?
    Krijg je in je vrijgezellenleven meer of minder steun dan in een relatie?
    Voel jij je in je vrijgezellenleven veiliger of onveiliger dan in een relatie?

  3. Bril 3: De Onafhankelijkheid-bril

    Kun je in je vrijgezellenleven beter of slechter in je levensonderhoud voorzien dan in een relatie?
    Heb je in je vrijgezellenleven meer of minder tijd (voor jezelf) dan in een relatie?
    Heb je in je vrijgezellenleven meer of minder ruimte dan in een relatie?
    Heb je in je vrijgezellenleven meer of minder energie dan in een relatie?
    Heb je in je vrijgezellenleven meer of minder geld/middelen dan in een relatie?
    Kun je in je vrijgezellenleven je hoofd er beter of slechter bij houden dan in een relatie?
    Voel jij je in je vrijgezellenleven minder of meer afhankelijk dan in een relatie?

  4. Bril 4: De Succes-bril

    Bereik je in je vrijgezellenleven je eigen doelen meer of minder dan in een relatie?
    Is je vrijgezellenleven beter of slechter voor je imago dan een relatie?
    Vind je jouw vrijgezellenleven meer of minder geslaagd dan je relaties?
    Vind je jezelf in je vrijgezellenleven meer of minder geslaagd dan in een relatie?
    Krijg je in je vrijgezellenleven meer of minder erkenning dan in een relatie?
    Krijg je in je vrijgezellenleven meer of minder waardering dan in een relatie?

  5. Bril 5: De Echtheid-bril

    Kun je in je vrijgezellenleven je gevoelens meer of minder uiten dan in een relatie?
    Kun je in je vrijgezellenleven je meningen meer of minder geven dan in een relatie?
    Kun je in je vrijgezellenleven je gedachten meer of minder uitspreken dan in een relatie?
    Kun je in je vrijgezellenleven je verlangens meer of minder vervullen dan in een relatie?
    Kun je in je vrijgezellenleven meer of minder jezelf zijn dan in een relatie?
    Word je in je vrijgezellenleven meer of minder gezien/gehoord/begrepen dan in een relatie?

  6. Bril 6: De Perfectie-bril

    Vind je dat je in je vrijgezellenleven de dingen beter of slechter doet dan in een relatie?
    Vind je jezelf in je vrijgezellenleven een beter of slechter mens dan in een relatie?
    Maak je in je vrijgezellenleven meer of minder fouten dan in een relatie?
    Kun jij je in je vrijgezellenleven meer of minder aan je eigen normen/waarden houden?
    Is je vrijgezellenleven beter of slechter voor je eigen welzijn dan een relatie?

  7. Bril 7: De Kracht-bril

    Voel jij je in je vrijgezellenleven meer of minder energiek dan in een relatie?
    Kun je in je vrijgezellenleven meer of minder zelf bepalen hoe jouw leven eruit ziet dan in een relatie?
    Durf je in je vrijgezellenleven meer of minder je grenzen aangeven dan in een relatie?
    Durf jij je in je vrijgezellenleven meer of minder kwetsbaar op te stellen dan in een relatie?
    Voel jij je in je vrijgezellenleven meer of minder krachtig dan in een relatie?

  8. Bril 8: De NodigZijn-bril

    Voel jij je in je vrijgezellenleven meer of minder nodig dan in een relatie?
    Voel jij je in je vrijgezellenleven meer of minder nuttig dan in een relatie?
    Kun je in je vrijgezellenleven meer of minder voor mensen/dieren betekenen dan in een relatie?
    Heb je in je vrijgezellenleven meer of minder het gevoel dat je iets bij te dragen, toe te voegen of te bieden hebt dan in een relatie?
    Heb je in je vrijgezellenleven meer of minder het gevoel dat je er toe doet dan in een relatie?
    Vind je jouw vrijgezellenleven meer of minder zinvol/waardevol dan een relatie?
    Krijg je in je vrijgezellenleven meer of minder aandacht/liefde dan in een relatie?

  9. Bril 9: De Harmonie-bril

    Voel jij je in je vrijgezellenleven rustiger of onrustiger dan in een relatie?
    Heb je in je vrijgezellenleven meer of minder gezelligheid dan in een relatie?
    Voel je in je vrijgezellenleven meer of minder innerlijke tweestrijd/twijfel/weerstand dan in een relatie?
    Heb je in je vrijgezellenleven meer of minder conflicten dan in een relatie?
    Hoef jij je in je vrijgezellenleven meer of minder in te houden dan in een relatie?
    Heb je in je vrijgezellenleven meer of minder intimiteit/seks dan in een relatie?
    Voel jij je in je vrijgezellenleven meer of minder gelijkwaardig dan in een relatie?

  10.  

Negen mogelijkheden om met élke vervelende situatie om te gaan

 

 
 
 
Er zijn situaties die je helemaal niet wil, maar waar je tóch mee geconfronteerd wordt. En daardoor kun je jezelf machteloos of gefrustreerd gaan voelen.
Maar wat dat ook voor een situatie is, je kunt wél altijd zelf bepalen hoe je met die situatie omgaat. In elke situatie heb je namelijk de volgende 9 mogelijkheden:

  1. Rusten:

    Even pas op de plaats maken en niets doen.
    Alleen tot je door laten dringen dat deze situatie op dit moment een feit, een gegeven, de realiteit is. Dat het geen enkele zin heeft om dat te ontkennen, om dat te negeren, of om jezelf tegen deze realiteit te verzetten: dat je dan alleen maar je hoofd in het zand steekt.
    Zodra je toegeeft, erkent en aanvaardt dat deze situatie echt gebeurd is, voel je een innerlijke rust en kalmte. En dankzij die kalmte komen er vanzelf ideeën naar boven hoe je nu verder met deze situatie om kunt gaan.

  2. Doorvoelen:

    Een situatie in je buitenwereld vind je alleen maar vervelend, als die situatie vervelende emoties in jouw binnenwereld oproept.
    En die vervelende emoties kun je voelen in je lichaam, net zoals je vervelende sensaties zoals kou, honger of jeuk in je lichaam kunt voelen.
    Als je aanvaardt dat die emoties op dat moment in je lichaam zitten, en je met je aandacht bij die emoties in je lichaam blijft, dan zul je merken dat jouw emoties vanzelf weer verdwijnen. Komen ze na een tijdje later weer terug, dan kun je weer hetzelfde doen.
    Door te beseffen dat je emoties hebt, en dat je niet je emoties bent, kun je meer afstand van de situatie nemen, voelt de situatie niet als een drama, en raak je juist minder geëmotioneerd.

  3. Doorgronden:

    Je trekt situaties en mensen niet voor niets aan: ze leren jou iets nieuws over jezelf.
    En door (met je intuïtie) te doorgronden waarom een vervelende situatie op jouw pad gekomen kan zijn en waarom juist op dit moment, kun je de situatie beter accepteren, en voel je meer innerlijke vrede.

  4. Genieten:

    Van een vervelende situatie geniet je uiteraard niet.
    Maar als je goed kijkt, dan zul je zien dat in deze situatie 1 of meer behoeftes van jou niet bevredigd zijn (bijvoorbeeld je behoefte aan waardering).
    En als je alsnog een manier vindt om die behoefte wél te vervullen (bijvoorbeeld door jezelf de waardering te geven die je van mensen om je heen niet kreeg), dan voel je weer bevrediging en voldoening, en ga je weer meer plezier voelen.

  5. Presteren:

    Over een vervelende situatie ben je ontevreden: je wil de schade zoveel mogelijk beperken, als het kan graag weer (zo snel mogelijk) uit deze situatie zien te komen, en voorkomen dat er nog een keer zoiets gebeurt.
    Kijk wat je nodig hebt om jezelf weer tevreden(er) te voelen, en stel jezelf tot doel om dat voor elkaar te krijgen. Lukt dat, dan geeft jou dat een goed gevoel over jezelf, en raakt de teleurstelling over de vervelende situatie meer op de achtergrond.

  6. Beschermen:

    In een vervelende situatie kun jij je onzeker, bang, ongerust, bezorgd of onveilig voelen.
    Kijk wie of wat jou kan helpen om je weer zeker en veilig te voelen.
    Door jezelf te beschermen tegen onzekerheid, angst, ongerustheid, bezorgdheid en/of onveiligheid, merk je dat jij er voor jezelf bent, en ga je meer op jezelf vertrouwen.
    In volgende vervelende situaties weet je dan dat je op jezelf kunt rekenen, en voel jij je bij voorbaat al minder onzeker en minder onveilig.

  7. Verbeteren:

    In een vervelende situatie is er altijd een verschil (een kloof) tussen de werkelijkheid en jouw verwachting (je ideaalbeeld).
    Kijk eerst wat je kunt doen om de werkelijkheid zo te veranderen dat ze meer naar jouw zin is, en dus dichter bij jouw ideaalbeeld komt.
    Lukt dat niet (helemaal), kijk dan of je jezelf zo kunt ontwikkelen dat je jouw verwachting in dit soort situaties wat naar beneden kunt bijstellen.
    Jouw verwachting was in deze situatie niet realistisch, want anders was deze situatie niet gebeurd. En door in dit soort situaties voortaan de lat wat lager te leggen, en je ideaalbeeld wat realistischer te maken, ben je minder teleurgesteld en minder gefrustreerd als er weer zoiets gebeurt.

  8. Doorzetten:

    Wat je deed of zei op het moment dat je met deze vervelende situatie geconfronteerd werd, deed je met een bepaalde bedoeling (een bepaalde intentie): je wilde een behoefte van jezelf of van anderen bevredigen, of een doel van jezelf of van anderen bereiken.
    Sta je nog steeds achter de intentie die je toen had, zet dan gewoon door: laat je niet door deze tegenslag tegenhouden of ontmoedigen, en blijf gaan voor wat je zo graag wilt.

  9. Helpen:

    Deze situatie is in ieder geval vervelend voor jou, en misschien ook wel voor andere betrokkenen (zoals je kinderen).
    Je kunt jezelf helpen om met deze situatie om te gaan, door te kijken wat je zelf nodig hebt, dat jezelf te gunnen, en ervoor te zorgen dat je dat krijgt.
    En met de ervaring die je opdoet over wat wel en wat niet werkt, kun je ook andere betrokkenen helpen om met deze situatie te dealen.
    Lukt dat, dan kun je eventueel ook nog overwegen om mensen te gaan helpen die nog wel steeds in een soortgelijke situatie zitten (lotgenoten), of om mensen te helpen voorkomen dat ze net als jij ook een keer in deze situatie terecht komen.

 

Hoe je als vrijgezel het zelfvertrouwen opbouwt dat jij je prima kunt redden, zelfs tijdens onverwachte of oncomfortabele gebeurtenissen

 

 
 
 
Als vrijgezel moet je het uiteindelijk toch in je eentje zien te redden, zonder dat je daarbij kunt terugvallen op een partner. Hoeveel adviezen, steun of hulp je daarbij misschien ook van je omgeving krijgt.
Dat lukt jou alleen maar als je genoeg vertrouwen hebt dat je dat zelf (met vallen en opstaan) voor elkaar krijgt: anders ontmoedig je jezelf al voordat je bent begonnen, trek je jezelf steeds in twijfel, en geef je jezelf regelmatig op je kop dat je het niet goed genoeg of niet snel genoeg doet.
Genoeg zelfvertrouwen is dan ook een noodzakelijke voorwaarde om zelfredzaam te kunnen zijn als vrijgezel!

Maar hoe bouw je dat zelfvertrouwen eigenlijk op?
Nou, door het onderscheid te leren maken tussen dingen die je zelf niet kunt veranderen en dingen waar je zelf juist wel invloed op hebt.
Elke gebeurtenis (hoe oncomfortabel, ingewikkeld, hefig of ingrijpend ook) bestaat uit aspecten waar je geen invloed op hebt en uit aspecten waar je wel degelijk (een kleine) invloed op hebt.
Staar jij je blind op de onveranderlijke aspecten van een gebeurtenis, dan voel jij je een slachtoffer van de situatie: je voelt je machteloos, raakt gefrustreerd, raakt verbitterd, probeert wraak te nemen, of wacht de rest van je leven totdat een bepaald iemand eindelijk tot inkeer komt en zijn of haar excuses aanbiedt.
Richt jij je daarnaast ook op de beïnvloedbare aspecten van een gebeurtenis, dan krijg je hoop, ga je meer in je kracht staan, zie je steeds meer mogelijkheden om met de gebeurtenis om te gaan, en voel je meer en meer innerlijke rust.

Over het algemeen heb je geen invloed op mensen en dingen in je buitenwereld.
Een stoplicht springt bijvoorbeeld gewoon op rood, of je dat nou wel of niet wil. Mensen zijn zoals ze zijn: ze veranderen alleen maar als ze daar zelf achter staan. Kijk bijvoorbeeld maar naar (je) kinderen.
En op alles wat er in je verleden gebeurd is, heb je ook geen enkele invloed meer: je kunt je verleden niet meer terugdraaien of ongedaan maken.
Dingen en mensen die je niet (meer) kunt veranderen, kun je alleen nog maar leren accepteren. Daarmee bedoel ik: leren aanvaarden dat ze zijn zoals ze zijn, en dat ze een gegeven (een feit) zijn, hoeveel pijn dat jou misschien ook doet.
In plaats van te blijven ontkennen dat ze zo zijn, tegen beter weten in te blijven hopen dat ze alsnog veranderen, je maar te blijven verzetten tegen hoe ze zijn, jezelf of de ander maar verwijten te blijven maken, of maar te blijven fantaseren over hoe het anders had kunnen gaan.

Gebeurd is gebeurd, punt.
Maar gelukkig zijn er altijd ook nog wel aspecten waar je wel degelijk invloed of grip op hebt.
In ieder geval de manier waarop je zelf met de gebeurtenis omgaat.
Je kunt er namelijk voor kiezen om:

  • Jezelf een luisterend oor te bieden
  • Jezelf met raad en daad bij te staan
  • Jezelf de tijd en ruimte te geven om de gebeurtenis te verwerken
  • Onderscheid te maken tussen wat er feitelijk gebeurd is en hoe jij dat zelf interpreteert (we vullen zelf meer dingen in dan we denken)
  • Niet alleen te kijken naar wat er misging maar ook naar wat er goed ging
  • Niet alleen naar de nadelen te kijken maar ook naar de (kleine) voordelen
  • Jezelf het gebeuren niet onnodig persoonlijk aan te trekken
  • Jezelf niet onnodig de schuld te geven
  • Niet tegen jezelf te keer te gaan
  • Na te gaan welke behoeftes van jou door het gebeuren niet vervuld zijn (door deze onvervulde behoeftes voel jij je onprettig)
  • Andere manieren te zoeken om je onvervulde behoeftes alsnog te vervullen (hierdoor ga je eerder oplossingen en veranderingen aantrekken)
  • Ook naar je eigen aandeel in het gebeuren te kijken (dat plaatst alles meer in perspectief)
  • Het gebeuren ook door de ogen van de ander(en) te bekijken (dat neemt onnodige verwijten weg)
  • Te kijken op welke andere manieren je eveneens tegen het gebeuren aan zou kunnen kijken (daardoor krijg je meer zicht op nieuwe mogelijkheden en oplossingen)
  • Te kijken wat je van het gebeuren kunt leren
  • Te kijken welke nieuwe dingen je door dit gebeuren over jezelf te weten bent gekomen (tijdens onprettige gebeurtenissen leer je weer een hele andere kant van jezelf kennen dan tijdens prettige gebeurtenissen)
  • Te kijken in hoeverre je dit gebeuren zelf hebt aangetrokken (wat we uitstralen, bepaalt welke mensen en gebeurtenissen er op ons pad komen)

Daarnaast kun je er ook altijd nog voor kiezen hoe je in je buitenwereld gaat reageren op het gebeuren (wat je precies gaat zeggen en doen):

  • Geef je aan wat het gebeuren met je doet (hoe jij je daarbij voelt)?
  • Geef je aan waar je behoefte aan hebt?
  • Probeer je het gebeuren uit te praten?
  • Probeer je een gezamenlijke oplossing te vinden?
  • Kom je voor jezelf op?
  • Geef je jouw grenzen aan?
  • Trek je een streep “Tot hier en niet verder”?
  • Ga je dingen doen om de schade te beperken?
  • Ga je dingen doen om herhaling te voorkomen?
  • Ga je ervoor zorgen dat dit minder vaak kan gebeuren?
  • Ga je kijken wat je kunt doen om dit gebeuren de volgende keren draaglijker voor jezelf te maken?
  • Ga je met iets of iemand stoppen (bijvoorbeeld een andere afdeling, een ander bedrijf, een ander huis of een andere woonplaats)?
  • Ga je dingen op een andere manier aanpakken? Zolang je dingen op dezelfde manier blijft doen, houd je dezelfde soort resultaten en uitkomsten.
  • Ga je steun, hulp, advies of een luisterend oor zoeken bij anderen?
  • Richt jij je meer op je mogelijkheden en je kansen, in plaats van je steeds te laten weerhouden door de risico’s, gevaren en bedreigingen?

Dus je ziet het: er zijn hoogstwaarschijnlijk veel meer mogelijkheden dan je denkt als je jezelf alleen probeert te redden, en daarbij tegen onverwachte of oncomfortabele gebeurtenissen aanloopt.
En hoe meer van deze mogelijkheden je in de loop van de tijd leert te zien, hoe meer uitzicht op verandering je in dat soort situaties gaat krijgen, hoe hoopvoller en daadkrachtiger je wordt, en hoe meer vertrouwen je krijgt dat jij jezelf prima alleen kunt redden …
 

Waarom jouw vrijgezellenleven de beste gelegenheid is om echt helemaal jezelf te worden

 

 
 
 
Geen relatie hebben is de beste gelegenheid om echt helemaal jezelf te leren worden! Om te leren doen wat je wil wanneer je dat wil. En om eerlijk uit te leren spreken wat je denkt, vindt, wilt en voelt.
Want in een relatie mag je bepaalde dingen niet zeggen en niet doen, en moet je aan de andere kant juist bepaalde dingen wel zeggen en wel doen, om te voorkomen dat je relatie op de klippen loopt.
En als vrijgezel heb je dat probleem lekker niet. Zolang je vrijgezel bent, word je door niemand meer beperkt. En kun je dus rustig de tijd en de ruimte nemen die je nodig hebt om te ontdekken en (naar jezelf toe) uit te leren spreken wat je denkt, vindt, wilt en voelt.

 
Tenminste, tot op zekere hoogte.
Want in een relatie met een partner word je niet door één iemand beperkt (alleen door je partner), maar door twee mensen: door je partner én door jezelf. Niet alleen je partner stelt namelijk bepaalde (on)uitgesproken eisen aan jou in jullie relatie, maar zelf stel je onbewust ook bepaalde eisen aan jezelf in jullie relatie.
En zodra je relatie stopt, zit je weliswaar lekker niet meer opgescheept met de eisen van je partner aan jou, maar nog wel met je eigen eisen aan jezelf.
Want ook als je relatie met een partner stopt, heb je nog steeds een relatie: een relatie met jezelf! En ook in de relatie met jezelf heb je zo je eigen verwachtingen van jezelf en je eigen eisen aan jezelf.

 
Echt helemaal jezelf worden begint dan ook met: al je eigen verwachtingen van jezelf en al je eigen eisen aan jezelf in je eigen tempo los leren laten.
Ongemerkt ben je jezelf de hele dag door namelijk aan het muilkorven, inhouden en aanpassen. Op je werk, in het gezelschap van anderen, maar ook in je eigen huis. Bepaalde dingen mág je niet van jezelf en andere dingen móet je juist van jezelf.
Met als gevolg dat je zo verstrikt raakt in je eigen geboden en verboden (in je verwachtingen, eisen, idealen en regels), dat je jouw eigen gevoelens en verlangens steeds meer over het hoofd ziet, steeds minder vaak en steeds minder lang bij jezelf stil blijft staan, en steeds meer het contact met jezelf verliest.
In je vrijgezellenleven heb je dan nog steeds even weinig vrijheid en ben je dan nog steeds even weinig jezelf als in een relatie. Terwijl je jezelf ook toestemming kunt geven om te worden wie je echt bent.

 
De komende week nodig ik jou uit om eens te kijken wat je allemaal van jezelf moet en wat je allemaal niet van jezelf mag. Oftewel, aan welke geboden en verboden jij je van jezelf allemaal moet houden, en door welke geboden en verboden jij nog niet echt helemaal jezelf kunt zijn.
Welke dingen horen in jouw ogen niet?
Wat vind je verkeerd, fout of slecht?
Wanneer vind je jezelf egoïstisch?
Welke dingen doe je vooral voor de buitenwereld?
Wat laat je na, uit angst om afgewezen te worden?
Wanneer doe je wat het verstandigst is, en niet waar je gevoel naar uit gaat?
Wanneer laat jij je door angst weerhouden?
Wanneer doe jij jezelf vrolijker en blijer voor dan je bent?
Wanneer doe je stoer, uit angst om je kwetsbaar te voelen?
En wanneer houd jij jezelf in en pas jij jezelf aan om geen conflict te krijgen?

 
De komende week naar je eigen geboden en naar je eigen verboden kijken is trouwens geen gebod en geen opdracht hoor 😉 En je hoeft jezelf ook niet elke keer op je kop te geven, zodra je merkt dat je van jezelf iets niet mag of iets moet!
Want naar je eigen geboden en verboden kijken is juist een mooie en prettige snelweg naar echt helemaal jezelf worden.
Zodra je merkt dat je iets van jezelf moet of iets niet mag van jezelf, kun je gewoon rustig kijken waarom je dat vindt. Vraag jezelf daarna af hoe het voelt (hoe comfortabel of hoe oncomfortabel) om dat iets te moeten of dat iets niet te mogen. Kijk vervolgens wat je denkt dat er gaat gebeuren als je jezelf toestemming geeft om niet te luisteren naar dat gebod of verbod. En kijk tot slot eerlijk wat je op dit moment het liefst wil, als je ook rekening houdt met de mogelijke gevolgen: juist niet of juist wel luisteren naar je eigen gebod/verbod.

 
En walla, elke keer dat je die 4 stapjes zet bij een gebod of verbod, ontdek je automatsch bij jezelf wat je vindt, voelt, denkt en wilt, en spreek je automatisch naar jezelf toe uit wat je vindt, voelt, denkt en wilt!
En zo kom je dus automatisch elke keer dichter bij jezelf. Ongeacht of je nou beslist om je wel of niet aan je eigen gebod of verbod te houden.
Alleen al het kijken naar je eigen geboden en verboden zorgt er al voor dat je meer jezelf wordt! En je geboden en verboden loslaten komt vanzelf wel een keer, zodra je in gaat zien dat echt helemaal jezelf zijn jou meer oplevert dan kost en daar echt aan toe bent …
 

Hoe aantrekkelijk je bent hangt af van het uithangbord dat je als het ware altijd om je nek hebt

 

 
 
 
Krijg je als vrijgezel regelmatig aandacht van mannen of vrouwen, dan voel jij je aantrekkelijk en vind je het prima om vrijgezel te zijn.
Maar als je nauwelijks of geen aandacht van anderen krijgt, dan steekt dat. Onbewust ga je dan denken dat je onaantrekkelijk bent. Met als gevolg dat je jezelf minderwaardig kunt gaan voelen en dat je ervan baalt dat je nog steeds vrijgezel bent.

 
Ben je extravert (een doener of een prater), dan denk je dat mensen om je heen je uiterlijk, je gedrag of je maatschappelijke status onaantrekkelijk vinden. Ben je introvert (een denker, voeler, dromer of een idealist) dan denk je dat je karakter onaantrekkelijk is.
In beide gevallen is de kans groot dat je jezelf net zolang probeert te veranderen totdat je wél weer in de smaak valt bij andere mensen.
Als extraverte (op de buitenwereld gerichte) vrijgezel ga je dan bijvoorbeeld op zoek naar een ander kapsel, andere kleding, een slanker of gespierder lichaam, andere make-up, meer rijkdom, meer succes, een ander imago, of zelfs botox of cosmetische chirurgie.
En als introverte (op de binnenwereld gerichte) vrijgezel probeer je bijvoorbeeld vrolijker, spontaner, boeiender, zelfverzekerder of stoerder over te komen: door jouw karakter te veranderen (via boeken, trainingen of zelfkritiek) of door jezelf anders voor te doen dan je bent.

 
Soms lijkt je metamorfose een tijdje te helpen, en ben je blij met de aandacht die je nu eindelijk wél krijgt. Maar meestal is dit maar van korte duur en zijn je pogingen gedoemd om te mislukken. Ongeacht hoeveel tijd, energie en geld je er ook in stopt.
Want als vrijgezel straal je onbewust altijd uit wat je van jezelf vindt. Op elk moment van de dag heb je dus als het ware een uithangbord om je nek hangen met daarop ongezouten en ongecensureerd je eigen mening over jezelf!

 
Ben je ontevreden over jezelf, dan straal je dat onbewust uit in je buitenwereld, ongeacht hoeveel moeite je ook doet om dat te verbergen of te verbloemen. En dan staat er op je uithangbord om je nek met koeieletters: “Ik ben onaantrekkelijk: …”, met achter de dubbele punt al je negatieve oordelen over jezelf (zoals: “lelijk, saai, onzeker, verlegen en sloom”).
De mensen om je heen zien dat uithangbord (voelen onbewust aan wat je uitstraalt, en dus wat je over jezelf denkt), en gaan daar onbewust extra op letten. Met als gevolg dat ze dan ook eerder de negatieve dingen bij jou denken te herkennen die ze op dat uithangbord zien staan.

 
Het omgekeerde geldt ook. Ben je juist tevreden over jezelf, dan straal je dat onbewust uit in je buitenwereld, ongeacht hoeveel moeite je ook doet om dat te verbergen of te verbloemen. En dan staat er op je uithangbord om je nek met koeieletters: “Ik ben aantrekkelijk: …”, met achter de dubbele punt al je positieve oordelen over jezelf (zoals: “leuk, vriendelijk, boeiend, zelfverzekerd en grappig”).
De mensen om je heen zien dat uithangbord (voelen onbewust aan wat je uitstraalt, en dus wat je over jezelf denkt), en gaan daar onbewust extra op letten. Met als gevolg dat ze dan ook eerder de positieve dingen bij jou denken te herkennen die ze op dat uithangbord zien staan.

 
Als je het gevoel hebt dat je in welk opzicht dan ook onaantrekkelijk bent, neem dan eens de tijd om te kijken wat er op dat uithangbord zou kunnen staan dat jij op elk moment van de dag om je nek hebt hangen (oftewel: wat je van jezelf vindt, en dus onbewust ook altijd naar andere mensen toe uitstraalt).
Kijk daarna eerlijk met welke negatieve oordelen over jezelf je het echt eens bent. Want als je echt goed naar jezelf én naar die oordelen kijkt, dan blijkt die lelijke grote puist in je uiterlijk of in je innerlijk vaak maar een klein (en misschien zelfs wel schattig) pukkeltje te zijn.
En kijk vervolgens wat je nodig hebt om te aanvaarden dat je uiterlijk, je gedrag, je karakter en je maatschappelijke status op dit moment (en in jouw eigen ogen!) zo zijn.

 
Zodra je dat doet, verandert je uithangbord “Ik ben onaantrekkelijk: …” automatisch in het uithangbord “Ik ben aantrekkelijk. Punt!”.
Waarna je op een gegeven moment gaat merken dat mensen om je heen steeds positiever op je reageren. Zonder dat je jezelf daarvoor hebt hoeven uitsloven. En vooral ook: zonder dat je daarop uit was! Want je accepteert jezelf sowieso toch al, ongeacht wat andere mensen ook over je zeggen en hoe ze ook op jou reageren …
 

Hoe een gevoel van machteloosheid toen je partner jou dumpte je leven onnodig kan beheersen, en wat je daaraan kunt doen

 

 
 
 
Op het moment dat je partner het met jou uitmaakte (jou dumpte), voelde jij je onbewust onmachtig, machteloos, kwetsbaar of zwak.
Jouw partner bepaalde zelfstandig en eigenhandig dat ie jou of de relatie niet meer wilde, en gooide jou dat als mededeling voor de voeten.
En door dat te doen, ontnam ie jou de mogelijkheid om nog verder te gaan met deze relatie en om er samen nog wat moois van te maken. Jullie relatie en jullie gezamenlijke toekomstplannen spatten in één keer dan ook als een zeepbel uit elkaar.
Vanaf dat uitmaakmoment had niet jijzelf maar jouw partner de touwtjes en de macht in handen. Want hoe jij ook op dit nieuws reageerde en wat je ook uit de kast haalde om ‘m van gedachten te laten veranderen, je partner bepaalde helemaal zelf of ie wel of niet nog terug zou komen op z’n besluit.
Met andere woorden, je partner was de winnaar en jij de verliezer.

 

Je eerste impuls: de relatie weer herstellen, repareren of lijmen

Zo door iemand benadeeld worden of als een wegwerp-artikel weggegooid worden, zonder dat je zelf inspraak hebt en zonder dat je controle hebt over wat er verder gebeurt, doet flink pijn en is slecht voor je zelfvertrouwen.
Je eerste impuls was dan ook om woedend te worden: “Waar slaat dit op?”, “Hoezo dan?”, “Heb ik er ook nog wat over te zeggen?”, of “Wie denk je wel dat je bent om dit zo voor mij te bepalen?”.
Maar onbewust besefte je toen al gauw dat woedend uitvallen tegen je partner nou niet echt zou helpen om hem of haar weer terug te winnen.
En dus bracht je jouw partner in herinnering hoe fijn jullie het samen wel niet gehad hebben, wat jullie samen allemaal wel niet meegemaakt hebben, en misschien ook hoeveel jij wel niet voor hem/haar gedaan hebt.

Of je vroeg wat je partner niet meer aan jullie relatie beviel, bracht een stuk begrip voor hem of haar op, verdedigde jezelf tegen de kritiek op jou die je hoorde (of dacht te horen), en beloofde hem/haar beterschap om de relatie te repareren en weer een nieuwe kans te geven.

Of je liet je partner merken hoe verschrikkelijk dit nieuws voor je was, door te huilen of jouw pijn op een andere manier de vrije loop te laten. Niet alleen om je partner te laten zien hoeveel hij/zij en jullie relatie voor jou betekenden. Maar onbewust ook in de hoop dat je partner zich bij het zien van al je verdriet en frustratie schuldig zou gaan voelen en op z’n besluit zou terugkomen.

Of je deed alsof dit nieuws jou onverschillig en koud liet, in de hoop dat je partner zou gaan inzien dat ie er zelf slechter van zou worden als ie bij jou zou weggaan: “Jij bent degene die iets verliest en misloopt hoor, als je het met mij uitmaakt!”, “Weet wat je doet, want ik kan genoeg anderen krijgen!”, “Ach, ik was toch ook al op jou uitgekeken!”, “Je hebt geluk, want ik was al van plan om het met jou uit te maken!”, “Ach, zonder mij red je het toch niet!” of “Als je binnenkort met hangende pootjes terugkomt, dan hoef ik je niet meer terug hoor!”.

 

Je (onbewuste) tweede impuls: je ex-partner verwijten maken en terugpakken

Werkten al je pogingen om jullie relatie weer te herstellen, te repareren of te lijmen wél, dan voelde jij je weer blij en opgelucht. Óf omdat je de relatie weer terug had die jou zo dierbaar was, óf omdat je nu mooi in de positie was om je partner zelf te dumpen. En in beide gevallen voelde jij je onbewust weer sterker dan je partner (de winnaar): “Ik heb hem/haar toch weer zover weten te krijgen dat ie het opnieuw wil proberen!” of “Mooi, nu heb ik de touwtjes weer in handen, en kan ik hem/haar dumpen voordat ie dat misschien nog een keer bij mij doet!”. Ook was dit goed voor je zelfvertrouwen: “Blijkbaar ben ik voor hem/haar toch wel de moeite waard om mee verder te gaan!” of “Blijkbaar kan hij/zij toch niet zonder mij!”.

Werkten al je herstelpogingen, reparatiepogingen en lijmpogingen níet, dan voelde je dat onbewust als een afgang, vernedering of als een extra deuk in je zelfvertrouwen: “Nou heb ik me zo laten kennen, mezelf zo laten gaan, me zo ingezet, alles uit de kast gehaald of mezelf zo gegeven, en dan word ik nóg een keer gedumpt!”.
Dit laatste is moeilijk te accepteren en de kans is dan ook groot dat je jouw ex-partner daarom sindsdien allerlei verwijten bent gaan maken in je hoofd: “Hoe kon ie dat nou doen?”, “Wat een klootzaak/trut is dat toch!”, “Wat gemeen en achterbaks van ‘m zeg!”, “Dat is wel erg gemakzuchtig/laf om het al zo gauw op te geven!”, of “Overduidelijk hebben ik en onze relatie helemaal niets voor ‘m betekend, want anders had ie er wel voor gevochten!”. Op deze manier geef je jouw ex-partner er steeds van langs in je hoofd, en pak je ‘m terug door ‘m de les te lezen, zonder dat hij/zij en de mensen om je heen dat doorhebben. Dit is stil verzet tegen je relatiebreuk en je ex-partner.

Of je hebt in je omgeving aan iedereen die het (wel of niet) wilde horen rondverteld wat voor een gemenerik je ex-partner is, rondverteld hoe slecht ie eigenlijk wel niet als partner of in bed was, allerlei persoonlijke dingen of geheimen van hem/haar verklapt, of allerlei gevoelige of pikante foto’s van ‘m op Facebook of op Twitter gezet.

Of je bent met je ex-partner de strijd aangegaan via een advocaat om het ‘m zo moeilijk mogelijk te maken, om ‘m te laten zien dat hij niet het recht had om jou zo onrechtvaardig te behandelen, om ‘m te laten zien dat jij niet met je laat spotten en sollen, om ‘m terug te pakken, om ‘m niet de kans te geven om ook het leven van je kinderen te verpesten, of om materieel gezien nog zoveel mogelijk aan jullie breuk over te houden als kleine genoegdoening/compensatie voor het leed dat ie jou heeft aangedaan.

Of je bent nog een stap verder gegaan door je ex-partner steeds te stalken, dierbare dingen van ‘m kapot te maken of weg te halen, ‘m regelmatig lastig te vallen, ‘m te bedreigen, of geweld tegen ‘m te gebruiken.

 

Het terugpakken beheerst en overschaduwt je (vrijgezellen)leven

Heb je jouw toevlucht genomen tot een of meer dingen hierboven, uit boosheid dat je gedumpt bent en dat jullie relatie niet meer te redden is, dan is de kans groot dat je daar ook nu nog steeds mee bezig bent, en er nog steeds in verstrikt zit.
En als je niet oppast, ga je daar nog een hele tijd mee door, misschien zelfs wel de rest van je leven. Dan wordt het als het ware een levensmissie.
Als dit voor jou werkt, dan kun je er gerust mee doorgaan hoor. Maar ik nodig je uit om jezelf eens eerlijk af te vragen hoeveel dit jou nou echt oplevert.

Natuurlijk, het is goed om assertief te zijn en te laten zien dat je niet zomaar over je heen laat lopen. En laten we wel zijn, diep in je hart vind je het eigenlijk ook wel lekker om je partner nog even goed terug te pakken voor wat ie jou allemaal aangedaan heeft. Dat geeft je een stuk voldoening, het gevoel dat je weer meer in je kracht gaat staan, een gevoel dat je weer meer invloed/grip/controle/macht in deze situatie hebt, en meer zelfvertrouwen,
Alleen de vraag is, hoe voel jij je terwijl je hier nog steeds mee bezig bent? Voel je steeds meer opluchting, ontspanning, blijheid, rust, tevredenheid en innerlijke vrede door dit te doen? Of blijf je een voortdurende (en groeiende) woede, wrok, wraakzucht, hekel of haat voelen, en probeer je tevergeefs van die nare gevoelens af te komen door er dan nog maar een schepje bovenop te doen in je woorden en daden naar je ex-partner toe?

Besef goed dat je door deze dingen te doen, continu bezig bent met je ex-partner in jouw buitenwereld, in plaats van aandacht te geven aan je eigen binnenwereld. Terwijl in jouw eigen binnenwereld de echte strijd plaatsvindt: woede, verdriet, ongeloof, teleurstelling, desillusie, gebrek aan vertrouwen en machteloosheid, die er allemaal voor vechten om door jou gezien, gehoord en doorvoeld te worden, en om een plekje te krijgen.

 

Met je ex-partner terugpakken heb je vooral jezelf te pakken

Want wat je ook in je buitenwereld onderneemt naar je ex-partner toe, de pijn en het gemis die je tijdens en na de relatiebreuk voelde, blijven op de achtergrond aan je knagen en je leven overschaduwen, en worden alleen maar groter in je binnenwereld zolang je ze negeert en onderdrukt.

Alleen door met jezelf in gesprek te gaan, het uitgebreid met jezelf te hebben over hoe het nou voor jóu als persoon was om dit mee te maken, en jezelf toestemming te geven om de herinneringen onder ogen te zien en de gevoelens te doorvoelen die daarbij naar boven komen, kom je weer met jezelf in het reine.
Je leert dan stapje voor stapje en met vallen en opstaan om dit hele gebeuren een plekje te geven en los te laten, in plaats van er nog elke dag mee bezig te blijven door van alles naar je ex-partner toe te doen en te zeggen. De ingrijpende relatiebreuk zelf vergeet je niet meer, en het kan zijn dat de pijn en het gemis niet helemaal zullen verdwijnen, maar ze raken in ieder geval op de achtergrond zodat je weer je eigen leven kunt oppakken. Je laat je relatiebreuk dan achter je, in plaats van maar in het verleden te blijven hangen en de toekomst die voor je ligt te blijven verwaarlozen.
En door de innerlijke rust en innerlijke vrede die je dan voelt, zit je niet meer vast in die heftige emoties van daarvoor, en ga je de relatiebreuk zelf ook wat meer in perspectief zien.

 

Een andere blik op gedumpt zijn

Zodra je gevoelswereld weer wat meer tot rust komt, ga je beseffen dat het voor je ex-partner waarschijnlijk ook een moeilijke stap was om het met jou uit te maken en jou dus pijn te doen.Dat ie zelf waarschijnlijk ook in een innerlijk conflict heeft gezeten voordat ie deze stap uiteindelijk kon zetten, en dat ie daarna waarschijnlijk geworsteld heeft met een schuldgevoel naar jou toe en met twijfels of ie er wel goed aan gedaan had om het uit te maken: “Had ik de relatie misschien toch nog een kans moeten geven, er meer voor moeten vechten of mijn eisen wat lager moeten stellen?”.
Dat kan ook het geval zijn als jij zelf de indruk had dat het uitmaken jouw ex-partner wel erg makkelijk afging, of dat hij/zij na het uitmaken z’n leven wel weer erg gauw op orde had. Want hoe rot je ex-partner misschien ook (uiteindelijk) naar jou toe gedaan heeft, hij/zij had er geruime tijd wél behoefte aan om (ook) met jou een relatie aan te gaan: anders had ie daar geen energie en geen tijd in gestoken.

Ook ga je dan inzien dat jullie relatie na verloop van tijd misschien nog wel jóuw (belangrijkste) behoeftes bevredigde, maar niet meer alle belangrijke behoeftes van je ex-partner: bijvoorbeeld doordat z’n behoeftes in de loop van de tijd gingen veranderen of doordat ie zich steeds meer bewust werd van wat ie echt wilde.
En dat ie op het moment van uitmaken (terecht of onterecht) geen manier meer zag waarop jullie relatie die behoeftes wél weer kon bevredigen. Met andere woorden, dat je ex-partner tijdens het uitmaken op zoek was naar meer bevrediging en naar meer geluk, en dat het uitmaken dus niets persoonlijks naar jou toe was (ook al heeft ie dat misschien wel gezegd of gesuggereerd).

Daarnaast realiseer jij je dan dat een relatie net als elke andere samenwerking iets is wat van beide kanten moet komen, en dat er altijd een kans bestaat dat een van beiden af gaat haken. Voor hetzelfde geld was jij zelf tegen een stuk onvrede in je relatie aangelopen en degene geweest die het uit had gemaakt.
>En dan zie je ook eerlijk onder ogen dat een relatie, waarin jullie allebei veel energie, tijd en geld in hebben gestoken, niet zomaar ineens onverwachts stopt. Ik weet zeker dat er al een tijd ervoor signalen waren dat je ex-partner tegen een stuk onvrede in de relatie aanliep (iets in jullie relatie miste), en dat die signalen steeds sterker werden tot het moment van uitmaken.
[Voorbeelden:
Het kan zijn dat je ex-partner meerdere keren aangaf dat ie met je wilde praten, chagerijnig werd, op jou begon te vitten, over jou of over z’n omgeving begon te mopperen/klagen, minder vrolijk werd, vaker boos of neerslachtig was, minder energie had, minder contact met je opnam, minder met je praatte, minder dingen samen wilde doen, niet meer zoveel reageerde op wat je zei of deed, er met z’n aandacht niet meer helemaal bij was als ie samen met jou was, vaker buitenshuis was, later thuiskwam, meer op andere mannen/vrouwen begon te letten, meer met andere mannen/vrouwen contact maakte of omging, zichzelf ineens meer lichamelijk ging verzorgen, een geur of voorwerpen had die je niet kon plaatsen, dingen ging zeggen die niet klopten, of (volgens eigen zeggen of volgens mensen om je heen) vreemd ging.]

Net als alle partijen bij een verbroken samenwerking hadden jullie allebei een aandeel in de verbroken relatie, ook al was het alleen maar dat je de signalen van je partner niet opmerkte of niet serieus nam.
In mijn ogen voelen we allemaal intuïtief haarfijn aan wanneer er iets met onze partner (of met onze kinderen) aan de hand is. En ook al hebben we wat minder contact met onze intuïtie, dan nog vallen ons in ieder geval al gauw dingen op die anders dan anders zijn: met onze partner hebben we namelijk een sterkere band dan met andere mensen, en we kennen die persoon als geen ander.

Vervelend genoeg drukken we onze intuïtie en onze waarnemingen meestal al gauw weer weg omdat we denken dat we ons wel zullen vergissen, dat het vast wel iets tijdelijks/onschuldigs zal zijn, dat het allemaal wel mee zal vallen, dat het vanzelf wel goed komt, of dat onze partner er zelf wel over begint als er iets aan de hand of mis is. En hoe plausibel dat wegdrukken vanuit ons eigen gezichtspunt misschien ook is, het is wel iets wat we zelf doen: daar kunnen we onze ex-partner niet de schuld van geven.

 

Je bent niet machteloos als je partner het uitmaakt!

Zo onmachtig of machteloos als je dacht te zijn toen je ex-partner het uitmaakte, was je in werkelijkheid niet.
Want voordat je aan een relatie begon, wist je al bij voorbaat dat er een (kleine) kans was dat de relatie mis zou lopen.
Ondanks dat heb je er toch zelf voor gekozen om de relatie aan te gaan en om al die tijd in de relatie te blijven. Je hebt dus helemaal zelf bepaald dat je de relatie aan wilde gaan en ermee door wilde blijven gaan, en dat je dus het risico van een relatiebreuk op de koop toe nam.

Ook tijdens de hele relatie had je de touwtjes in handen: je was tijdens de hele relatie in de gelegenheid om je partner eens in de zoveel tijd te vragen hoe ie jou en de relatie vond, en om de signalen uit te spreken die je zag of intuïtief aanvoelde.
Daarmee zeg ik niet dat de relatiebreuk je eigen schuld was of dat je de relatiebreuk had kunnen voorkomen hoor, begrijp me goed.
Maar ook als onze partner mooi weer speelt en doet alsof er niets aan de hand en niets mis is, voelen we intuïtief aan dat dit niet klopt.
En ook al weigert onze partner om te praten over de signalen die we zien of voelen, of over zijn of haar eigen onvrede, dan weten we in ieder geval dat er iets bij onze partner speelt, en zien we een relatiebreuk al eerder aankomen.
Zodat we uit onszelf alvast dingen in de relatie kunnen veranderen, alvast voorzorgsmaatregelen kunnen nemen voor een eventuele relatiebreuk, niet meer overvallen worden door de relatiebreuk op het moment dat die daadwerkelijk komt, en ons niet meer onmachtig, machteloos, kwetsbaar of zwak hoeven te voelen zodra onze partner ons meedeelt dat ie met de relatie wil stoppen …
 

Wat je kunt doen als je iets heel graag wilt doen of zeggen, maar dat fout, slecht of verkeerd vindt

 

 
 
 
Hoe meer je doet en zegt wat je graag wilt, hoe gelukkiger jij je voelt. Toch kun je als mens en als vrijgezel hoogstwaarschijnlijk genoeg redenen bedenken om niet alles te doen en niet alles te zeggen waar je blij van zou worden.
Eén van die redenen kan zijn dat je iets wat je graag wilt doen of graag wilt zeggen zelf afkeurt: je vindt het fout, slecht, verkeerd of niet horen (“Dat doe je toch niet!”).
Vervolgens word je boos op jezelf (“Hoe kan ik zoiets fouts/slechts/verkeerds nou willen!”), en onderdruk je dat verlangen meteen. Daarna lijkt het of je dat verlangen helemaal niet meer hebt en dat je er lekker vanaf bent, want doordat je het verdringt ben jij je er niet meer van bewust.
Maar in werkelijkheid heb je dat ‘foute/slechte/verkeerde’ verlangen in een laatje van je binnenwereld gestopt, en houd je de hele dag door onbewust dat laatje dicht, uit angst dat dit verlangen onverwachts weer naar boven komt.
En hoe langer je dat laatje dichthoudt, hoe langer dat verlangen onvervuld blijft, hoe groter en sterker dat verlangen wordt, en hoe moeilijker het wordt om het verlangen weg te drukken en te bedwingen. Met als gevolg dat het verlangen vroeg of laat zo’n sterke drang wordt, dat je er alleen nog maar vanaf kunt komen door het alsnog te vervullen: meestal op een heel ongelegen moment, en op een (veel) extremere manier dan nodig is omdat je het verlangen al zolang onderdrukt hebt.

 
Zelf had ik als volwassene bijvoorbeeld een periode dat ik met veel plezier terugdacht aan hoe ik als kind altijd zo genoot van met speelgoedsoldaatjes spelen.
En op een dag kwam er ineens het verlangen naar boven om als volwassene weer met soldaatjes te gaan spelen. Ik schrok me wild, en keurde dit verlangen meteen af: “Ik als volwassene met soldaatjes spelen? Geen denken aan! Ik ben toch niet kinderachtig!”. En: “Met soldaatjes spelen? Oftewel oorlogje spelen? Dat is wel iets heel agressiefs! Terwijl ik graag spiritueel wil zijn!”.
Ik had dit verlangen dan ook weer heel snel onderdrukt, en dacht er voortaan geen last meer van te zullen krijgen. Maar elke keer dat ik in het winkelcentrum langs een speelgoedwinkel liep of in de brievenbus een reclamefolder van een speelgoedwinkel zag, kwam dat verlangen toch weer naar boven. En ik merkte dat het verlangen steeds groter werd in plaats van steeds kleiner.

 
Zelf heb jij op dit moment misschien ook wel iets wat je heel graag zou willen doen of zeggen, maar waar jij je tegelijkertijd voor schaamt. Net zoals ik toen met die speelgoedsoldaatjes. En ook nu schaam ik me er eerlijk gezegd toch ook nog wat voor om dit over die speelgoedsoldaatjes op Facebook te zetten.
Om met je eigen ‘verboden’ verlangen om te gaan, kunnen de volgende stappen jou misschien verder helpen:

Stap 1: Kijk of je jouw verlangen wel echt zelf fout/slecht/verkeerd vindt

Als kind heb je onbewust veel oordelen van mensen om je heen overgenomen over wat wel en niet goed is, en over wat wel en niet hoort (vooral van ouders/verzorgers en docenten).
Ga dan ook nog eens goed na of je wel zelf degene bent die jouw verlangen afkeurt, of dat die afkeurende stem in jou eigenlijk de stem van iemand om jou heen is. Iemand wiens woorden je als waarheid aanneemt, zonder er zelf nog echt goed over nagedacht te hebben of jij het wel met hem of haar eens bent.
Bij deze stap besefte ik dat ik me zelf op z’n tijd graag jeugdig en speels wil kunnen gedragen, en zo nu en dan even gek wil kunnen doen, bijvoorbeeld met speelgoedsoldaatjes. Maar dat ik in gedachten mijn ouders naar mij zag kijken en hen hoorde zeggen: “Word nou eindelijk toch eens volwassen! Je bent toch geen kind meer!”. Dat oordeel was dus het oordeel van mijn ouders waar ik tot dan toe altijd geloof en waarde aan had gehecht, terwijl ik er zelf een hele andere mening over bleek te hebben. Daarnaast realiseerde ik me dat mijn oordeel over “agressief”en “spiritueel” wel mijn eigen mening was.

Stap 2: Kijk wat er in het allerergste geval kan gebeuren als je jouw verlangen toch zou gaan vervullen

Je verstand is er heel goed in om van een mug een olifant te maken. En om alles wat er in theorie allemaal zou kunnen gebeuren zodra je jouw verlangen toch zou gaan vervullen op te kloppen, op te blazen en te overdrijven. En voordat je er erg in hebt gaat je verstand helemaal op de loop met allerlei doemscenario’s.
Ga om je doemdenkende verstand tot rust te brengen dan ook eens na wat het aller-allerverschrikkelijkste is wat er zou kunnen gebeuren, zodra je jouw verlangen toch zou gaan vervullen.
In mijn geval was dat: dat iemand mij zou zien, en me uit zou gaan lachen en me belachelijk zou gaan maken.

Stap 3: Kijk hoe realistisch het is dat het allerergste echt zal gebeuren zodra je jouw verlangen toch vervult

Zodra je eenmaal weet wat het allerergste is wat er zou kunnen gebeuren bij het vervullen van jouw verlangen, weet je ook wat je allergrootste angst op dit gebied is.
En je kunt dan eens objectief nagaan hoe waarschijnlijk en hoe realistisch het is dat jouw allergrootste angst uit gaat komen.
In mijn geval was er inderdaad een kleine kans dat mijn ouders mijn huis zouden binnenkomen, precies op het moment dat ik toe zou geven aan mijn verlangen om met speelgoedsoldaatjes te spelen. Maar, zo besefte ik, ik kon wel de deur van mijn slaapkamer op slot doen, en daar hadden ze geen sleutel van.

Stap 4: Kijk of er een acceptabele mogelijkheid is om je verlangen toch te vervullen in je dagelijkse leven

Ga eens na of er iets is wat je zou kunnen doen om jouw verlangen toch te vervullen, zonder dat er gebeurt waar je het meest bang voor bent.
In mijn geval hadden mijn ouders geen sleutel van mijn slaapkamer, en kon ik de luxaflex dichtdoen voor mijn slaapkamerraam zodat ik geen inkijk had. In mijn slaapkamer zou ik dus wel ongestoord mijn verlangen kunnen vervullen.
Dat heb ik op een gegeven moment ook gedaan, nadat ik wel eerst mijn schaamte opzij moest zetten: ik heb me een paar keer helemaal uitgeleefd met speelgoedsoldaatjes, net zoals ik vroeger als kind zo vaak deed. Eerlijk gezegd deed het me goed om me weer even kind te voelen, in plaats van een volwassene met allerlei plichten en verantwoordelijkheden. En het wonderlijke was dat mijn verlangen na die paar keren uitleven helemaal vervuld was, en sindsdien niet meer is teruggekeerd!

Stap 5: Fantaseer dat je het verlangen in je dagelijkse leven vervult, als je geen acceptabele mogelijkheid ziet om dat in het echt te doen

Het vervullen van je verlangen in de werkelijkheid geeft de meeste bevrediging. Maar het kan zijn dat je (nog even) geen mogelijkheid ziet om je verlangen in het echt te vervullen, zonder dat je met je allergrootste angst geconfronteerd wordt.
In dat geval is er nog een andere manier om je verlangen te vervullen: namelijk in je fantasiewereld! Niemand anders kan in jouw fantasiewereld kijken, en in je fantasiewereld doe je niemand kwaad. Dus daar kun je ongestoord je verlangen vervullen, zo vaak en zo lang als je maar wilt!
Als ik geen slot op mijn slaapkamer had gehad, of als ik samen met andere mensen mijn huis had gedeeld (bijvoorbeeld met een eigen kind, familieleden of medebewoners) had ik soldaatje kunnen spelen in mijn eigen fantasiewereld. Zo vaak en zo lang als ik zelf had gewild. Zonder dat iemand dat kon zien en mij uit kon lachen. En zonder dat ik daar iemand kwaad mee deed of schade mee berokkende …
 

Breng jouw kritiek op jezelf en jouw kritiek op je omgeving met elkaar in balans

 

 
 
Als je iets fout, verkeerd of slecht vindt (bijvoorbeeld ongeduld, boosheid, egoïsme of een grote neus), dan vind je dat van nature fout, verkeerd of slecht bij iedereen: bij anderen én bij jezelf.
Toch zul je vast weleens gemerkt hebben dat je bij jezelf iets afkeurt, wat je bij andere mensen niet erg vindt, zoals dingen laten vallen of iets niet meteen perfect kunnen.
Of dat je iets bij een ander afkeurt (bijvoorbeeld een eigenschap of daad van een ‘foute’ man of vrouw), en dan bij jezelf denkt: “Zo zou ik zelf nooit zijn!” of “Dat zou ik zelf nooit doen!”.

 

Mijn uitnodiging aan jou

Ik wil jou graag uitnodigen om hier eens wat uitgebreider op in te zoemen.
Kijk eens goed wanneer je een eigenschap of daad wel afkeurt bij jezelf en niet bij andere mensen.
En wanneer je iets van een ander afkeurt, wat je zelf nooit denkt te hebben of zelf nooit denkt te doen.

 

Iets wel in jezelf en niet in een ander afkeuren

Op elk moment dat je een eigenschap of daad niet afkeurt bij andere mensen en wel bij jezelf, heb je de sleutel in handen om die eigenschap of daad voortaan ook niet meer bij jouzelf af te keuren.
Onderzoek waarom je het eigenlijk niet zo erg vindt dat iemand zo is of zo doet. Het kan bijvoorbeeld zijn dat je de grote neus of het gekluns van de ander eigenlijk best wel schattig of ontwapenend vindt.
En probeer vervolgens op dezelfde manier naar jezelf te kijken als naar de ander. Door bijvoorbeeld bij jezelf te zien dat jouw grote neus of jouw gekluns toch eigenlijk ook wel iets schattigs of ontwapenends heeft.
En desnoods vraag je het als dubbelcheck ook nog even aan een aantal mensen om je heen die je vertrouwt: “Wat vindt jij eigenlijk van mijn neus of van mijn gekluns?”. De kans is dan groot dat ze jou terugvragen: “Hoezo, wat is er dan met je neus?” of “Welk gekluns?”.
Elke eigenschap of daad van jezelf waar je op deze manier anders naar leert kijken, zorgt ervoor dat jij jezelf minder vaak afkeurt, afwijst en afkraakt. Daardoor reageer je minder vaak boos op jezelf, krijg je minder vaak een conflict met jezelf, en voel je dus meer innerlijke vrede. Want net zoals boos worden op een ander een conflict met een ander oplevert, zo zorgt boos worden op jezelf ook voor een conflict met jezelf: je wordt dan aan de ene kant boos op jezelf omdat je iets bent, hebt of doet wat je niet kunt accepteren, en aan de andere kant boos op jezelf omdat je zo boos tegen jezelf doet …

 

Iets in een ander afkeuren wat je zelf niet denkt te zijn/hebben/doen

Je kunt alleen maar kritiek hebben op dingen die jij herkent.
Heb je bijvoorbeeld nog nooit ervaren wat arrogantie is, dan herken je dat niet bij jezelf en niet bij anderen, en zul jij jezelf en anderen dus nooit verwijten dat ze arrogant zijn. En als je bij andere mensen dingen ziet die je nog nooit bij jezelf hebt gezien, dan kun je die dingen bij hen niet goed plaatsen, er geen woorden aan geven, en er dus ook geen etiket op plakken.
Dat betekent dat alles wat jij bij een ander (in een extreme vorm) herkent, ook (in een minder extreme vorm) in jouzelf zit! Maar dat je er zo bang voor bent of jezelf er zo voor schaamt dat je niet doorhebt dat je zelf ook al zo bent of zo doet, of dat je zelf ook graag wat meer zo zou willen zijn of zo zou willen doen. Stel bijvoorbeeld dat je regelmatig ‘foute’ mannen of vrouwen aantrekt die jou op een botte manier en ongezouten zeggen wat ze allemaal wel niet van jou vinden. Dan is de kans groot dat je zelf ook graag meer voor jouw eigen mening en jouw eigen gevoelens uit zou willen komen maar dat nog niet durft. Of dat je onbedoeld botter of directer bent dan je zelf beseft.
Op deze manier tot het besef komen dat je iets zelf ook bent, hebt of doet, is niet alleen confronterend, maar geeft ook een grote opluchting. Want eindelijk hoef je dit na al die jaren niet meer uit schaamte of uit angst te ontkennen en weg te drukken, en dat geeft veel innerlijke rust en innerlijke harmonie …

 

Tot slot

Veel succes!
Mocht je hierbij ervaringen opdoen die weleens interessant of leerzaam kunnen zijn voor jouw medevrijgezellen, deel die dan gerust in een reactie onder dit artikel …
 

Goedkeuring van andere mensen verdienen is een signaal dat jij jezelf afkeurt

 

 
 
Zodra jij je in het gezelschap van een of meer mensen onwelkom, ongewenst, ongeliefd of onaantrekkelijk voelt, kun je onbewust de schuld bij jezelf gaan leggen, en bij jezelf gaan denken: “Er is blijkbaar iets mis met mij”.
Je gaat jezelf vervolgens met hen vergelijken, en komt dan meestal uit op 1 van de volgende conclusies: “Ik ben een heel ander persoon dan zij”, “Ik ben minder succesvol dan zij”, “Of ik sta te weinig klaar voor hen”.
Als je dan toch graag waardering, genegenheid of liefde van hen wil krijgen, dan probeer je hun goedkeuring te verdienen door jezelf te ‘repareren’: je probeert als persoon meer op hen te lijken (jezelf in te houden, aan te passen of anders voor te doen), je probeert successen te behalen waarmee je bij hen kunt scoren (een beter imago of betere prestaties), of je probeert zoveel mogelijk voor hen klaar te staan (ongevraagd of gevraagd).

 
Met goedkeuring verdienen ben je hoogstwaarschijnlijk al begonnen bij je ouders/verzorgers. En daarna op school, in je vriendschappen, in je liefdesrelaties, op je werk, en in het gezelschap van onbekenden.
Daar kun je zonder dat je het zelf doorhebt de rest van je leven mee bezig blijven. En hieronder zitten 2 gevoelens verscholen: schaamte en schuldgevoel. Je schaamt je voor je eigen persoonlijkheid, voor je eigen prestaties of voor je eigen ‘egoïsme’. En je voelt je schuldig als je daardoor in jouw eigen ogen andere mensen tekort doet (hen de dupe ervan laat worden).
Je keurt dus zelf je eigen persoonlijkheid, prestaties of behoeftes af, en vraagt vervolgens aan mensen buiten jouzelf goedkeuring door je voor hen uit te sloven.
En zeg nou zelf, ligt het dan eigenlijk niet meer voor de hand om de goedkeuring waar je zo naar smacht te vragen aan de persoon zelf die jou afkeurt: namelijk aan jezelf?