Hoe kijk je écht tegen je vrijgezellenleven aan?

 

 
 
 
Ben je niet (helemaal) tevreden over je vrijgezellenleven, dan zie je meer nadelen dan voordelen, en wil je (zo snel mogelijk) je vrijgezellenleven veranderen óf een partner zien te vinden.
Maar heb je er weleens bij stil gestaan dat jouw onvrede of jouw ontevredenheid ook te maken kan hebben met je manier van kijken?
Dat je tot nu toe misschien maar een deel van alle voordelen en nadelen van het vrijgezellenleven gezien hebt, in plaats van álle voordelen en nadelen? En dat je al die tijd dus misschien wel een vertekend beeld van je vrijgezellenleven gehad hebt?

 
Hieronder zie je 9 verschillende brillen waarmee je naar je vrijgezellenleven kunt kijken.
Met elke bril zie je bepaalde voordelen en bepaalde nadelen van het vrijgezel zijn.
En kijk je door alle 9 brillen, dan zie je alle voordelen en alle nadelen die het vrijgezel zijn nu voor jóu heeft.
Zodat je open en eerlijk kunt beoordelen wat je op dit moment écht van je vrijgezellenleven vindt. En wat je eventueel nog in of aan je vrijgezellenleven wil veranderen om jezelf (nog) gelukkiger te voelen zolang je geen partner hebt.

  1. Bril 1: De Plezier-bril

    Kun je in je vrijgezellenleven meer of minder leuke dingen doen dan in een relatie?
    Maak je in je vrijgezellenleven meer of minder onprettige dingen mee dan in een relatie?
    Heb je in je vrijgezellenleven meer of minder vrijheid dan in een relatie?
    Heb je in je vrijgezellenleven meer of minder afwisseling dan in een relatie?
    Kun je in je vrijgezellenleven je pijn meer of minder uiten dan in een relatie?

  2. Bril 2: De Veiligheid-bril

    Voel jij je in je vrijgezellenleven zekerder of onzekerder dan in een relatie?
    Voel je in je vrijgezellenleven meer of minder angst/ongerustheid/bezorgdheid dan in een relatie?
    Voel je in je vrijgezellenleven meer of minder twijfel dan in een relatie?
    Krijg je in je vrijgezellenleven meer of minder steun dan in een relatie?
    Voel jij je in je vrijgezellenleven veiliger of onveiliger dan in een relatie?

  3. Bril 3: De Onafhankelijkheid-bril

    Kun je in je vrijgezellenleven beter of slechter in je levensonderhoud voorzien dan in een relatie?
    Heb je in je vrijgezellenleven meer of minder tijd (voor jezelf) dan in een relatie?
    Heb je in je vrijgezellenleven meer of minder ruimte dan in een relatie?
    Heb je in je vrijgezellenleven meer of minder energie dan in een relatie?
    Heb je in je vrijgezellenleven meer of minder geld/middelen dan in een relatie?
    Kun je in je vrijgezellenleven je hoofd er beter of slechter bij houden dan in een relatie?
    Voel jij je in je vrijgezellenleven minder of meer afhankelijk dan in een relatie?

  4. Bril 4: De Succes-bril

    Bereik je in je vrijgezellenleven je eigen doelen meer of minder dan in een relatie?
    Is je vrijgezellenleven beter of slechter voor je imago dan een relatie?
    Vind je jouw vrijgezellenleven meer of minder geslaagd dan je relaties?
    Vind je jezelf in je vrijgezellenleven meer of minder geslaagd dan in een relatie?
    Krijg je in je vrijgezellenleven meer of minder erkenning dan in een relatie?
    Krijg je in je vrijgezellenleven meer of minder waardering dan in een relatie?

  5. Bril 5: De Echtheid-bril

    Kun je in je vrijgezellenleven je gevoelens meer of minder uiten dan in een relatie?
    Kun je in je vrijgezellenleven je meningen meer of minder geven dan in een relatie?
    Kun je in je vrijgezellenleven je gedachten meer of minder uitspreken dan in een relatie?
    Kun je in je vrijgezellenleven je verlangens meer of minder vervullen dan in een relatie?
    Kun je in je vrijgezellenleven meer of minder jezelf zijn dan in een relatie?
    Word je in je vrijgezellenleven meer of minder gezien/gehoord/begrepen dan in een relatie?

  6. Bril 6: De Perfectie-bril

    Vind je dat je in je vrijgezellenleven de dingen beter of slechter doet dan in een relatie?
    Vind je jezelf in je vrijgezellenleven een beter of slechter mens dan in een relatie?
    Maak je in je vrijgezellenleven meer of minder fouten dan in een relatie?
    Kun jij je in je vrijgezellenleven meer of minder aan je eigen normen/waarden houden?
    Is je vrijgezellenleven beter of slechter voor je eigen welzijn dan een relatie?

  7. Bril 7: De Kracht-bril

    Voel jij je in je vrijgezellenleven meer of minder energiek dan in een relatie?
    Kun je in je vrijgezellenleven meer of minder zelf bepalen hoe jouw leven eruit ziet dan in een relatie?
    Durf je in je vrijgezellenleven meer of minder je grenzen aangeven dan in een relatie?
    Durf jij je in je vrijgezellenleven meer of minder kwetsbaar op te stellen dan in een relatie?
    Voel jij je in je vrijgezellenleven meer of minder krachtig dan in een relatie?

  8. Bril 8: De NodigZijn-bril

    Voel jij je in je vrijgezellenleven meer of minder nodig dan in een relatie?
    Voel jij je in je vrijgezellenleven meer of minder nuttig dan in een relatie?
    Kun je in je vrijgezellenleven meer of minder voor mensen/dieren betekenen dan in een relatie?
    Heb je in je vrijgezellenleven meer of minder het gevoel dat je iets bij te dragen, toe te voegen of te bieden hebt dan in een relatie?
    Heb je in je vrijgezellenleven meer of minder het gevoel dat je er toe doet dan in een relatie?
    Vind je jouw vrijgezellenleven meer of minder zinvol/waardevol dan een relatie?
    Krijg je in je vrijgezellenleven meer of minder aandacht/liefde dan in een relatie?

  9. Bril 9: De Harmonie-bril

    Voel jij je in je vrijgezellenleven rustiger of onrustiger dan in een relatie?
    Heb je in je vrijgezellenleven meer of minder gezelligheid dan in een relatie?
    Voel je in je vrijgezellenleven meer of minder innerlijke tweestrijd/twijfel/weerstand dan in een relatie?
    Heb je in je vrijgezellenleven meer of minder conflicten dan in een relatie?
    Hoef jij je in je vrijgezellenleven meer of minder in te houden dan in een relatie?
    Heb je in je vrijgezellenleven meer of minder intimiteit/seks dan in een relatie?
    Voel jij je in je vrijgezellenleven meer of minder gelijkwaardig dan in een relatie?

  10.  

Negen mogelijkheden om met élke vervelende situatie om te gaan

 

 
 
 
Er zijn situaties die je helemaal niet wil, maar waar je tóch mee geconfronteerd wordt. En daardoor kun je jezelf machteloos of gefrustreerd gaan voelen.
Maar wat dat ook voor een situatie is, je kunt wél altijd zelf bepalen hoe je met die situatie omgaat. In elke situatie heb je namelijk de volgende 9 mogelijkheden:

  1. Rusten:

    Even pas op de plaats maken en niets doen.
    Alleen tot je door laten dringen dat deze situatie op dit moment een feit, een gegeven, de realiteit is. Dat het geen enkele zin heeft om dat te ontkennen, om dat te negeren, of om jezelf tegen deze realiteit te verzetten: dat je dan alleen maar je hoofd in het zand steekt.
    Zodra je toegeeft, erkent en aanvaardt dat deze situatie echt gebeurd is, voel je een innerlijke rust en kalmte. En dankzij die kalmte komen er vanzelf ideeën naar boven hoe je nu verder met deze situatie om kunt gaan.

  2. Doorvoelen:

    Een situatie in je buitenwereld vind je alleen maar vervelend, als die situatie vervelende emoties in jouw binnenwereld oproept.
    En die vervelende emoties kun je voelen in je lichaam, net zoals je vervelende sensaties zoals kou, honger of jeuk in je lichaam kunt voelen.
    Als je aanvaardt dat die emoties op dat moment in je lichaam zitten, en je met je aandacht bij die emoties in je lichaam blijft, dan zul je merken dat jouw emoties vanzelf weer verdwijnen. Komen ze na een tijdje later weer terug, dan kun je weer hetzelfde doen.
    Door te beseffen dat je emoties hebt, en dat je niet je emoties bent, kun je meer afstand van de situatie nemen, voelt de situatie niet als een drama, en raak je juist minder geëmotioneerd.

  3. Doorgronden:

    Je trekt situaties en mensen niet voor niets aan: ze leren jou iets nieuws over jezelf.
    En door (met je intuïtie) te doorgronden waarom een vervelende situatie op jouw pad gekomen kan zijn en waarom juist op dit moment, kun je de situatie beter accepteren, en voel je meer innerlijke vrede.

  4. Genieten:

    Van een vervelende situatie geniet je uiteraard niet.
    Maar als je goed kijkt, dan zul je zien dat in deze situatie 1 of meer behoeftes van jou niet bevredigd zijn (bijvoorbeeld je behoefte aan waardering).
    En als je alsnog een manier vindt om die behoefte wél te vervullen (bijvoorbeeld door jezelf de waardering te geven die je van mensen om je heen niet kreeg), dan voel je weer bevrediging en voldoening, en ga je weer meer plezier voelen.

  5. Presteren:

    Over een vervelende situatie ben je ontevreden: je wil de schade zoveel mogelijk beperken, als het kan graag weer (zo snel mogelijk) uit deze situatie zien te komen, en voorkomen dat er nog een keer zoiets gebeurt.
    Kijk wat je nodig hebt om jezelf weer tevreden(er) te voelen, en stel jezelf tot doel om dat voor elkaar te krijgen. Lukt dat, dan geeft jou dat een goed gevoel over jezelf, en raakt de teleurstelling over de vervelende situatie meer op de achtergrond.

  6. Beschermen:

    In een vervelende situatie kun jij je onzeker, bang, ongerust, bezorgd of onveilig voelen.
    Kijk wie of wat jou kan helpen om je weer zeker en veilig te voelen.
    Door jezelf te beschermen tegen onzekerheid, angst, ongerustheid, bezorgdheid en/of onveiligheid, merk je dat jij er voor jezelf bent, en ga je meer op jezelf vertrouwen.
    In volgende vervelende situaties weet je dan dat je op jezelf kunt rekenen, en voel jij je bij voorbaat al minder onzeker en minder onveilig.

  7. Verbeteren:

    In een vervelende situatie is er altijd een verschil (een kloof) tussen de werkelijkheid en jouw verwachting (je ideaalbeeld).
    Kijk eerst wat je kunt doen om de werkelijkheid zo te veranderen dat ze meer naar jouw zin is, en dus dichter bij jouw ideaalbeeld komt.
    Lukt dat niet (helemaal), kijk dan of je jezelf zo kunt ontwikkelen dat je jouw verwachting in dit soort situaties wat naar beneden kunt bijstellen.
    Jouw verwachting was in deze situatie niet realistisch, want anders was deze situatie niet gebeurd. En door in dit soort situaties voortaan de lat wat lager te leggen, en je ideaalbeeld wat realistischer te maken, ben je minder teleurgesteld en minder gefrustreerd als er weer zoiets gebeurt.

  8. Doorzetten:

    Wat je deed of zei op het moment dat je met deze vervelende situatie geconfronteerd werd, deed je met een bepaalde bedoeling (een bepaalde intentie): je wilde een behoefte van jezelf of van anderen bevredigen, of een doel van jezelf of van anderen bereiken.
    Sta je nog steeds achter de intentie die je toen had, zet dan gewoon door: laat je niet door deze tegenslag tegenhouden of ontmoedigen, en blijf gaan voor wat je zo graag wilt.

  9. Helpen:

    Deze situatie is in ieder geval vervelend voor jou, en misschien ook wel voor andere betrokkenen (zoals je kinderen).
    Je kunt jezelf helpen om met deze situatie om te gaan, door te kijken wat je zelf nodig hebt, dat jezelf te gunnen, en ervoor te zorgen dat je dat krijgt.
    En met de ervaring die je opdoet over wat wel en wat niet werkt, kun je ook andere betrokkenen helpen om met deze situatie te dealen.
    Lukt dat, dan kun je eventueel ook nog overwegen om mensen te gaan helpen die nog wel steeds in een soortgelijke situatie zitten (lotgenoten), of om mensen te helpen voorkomen dat ze net als jij ook een keer in deze situatie terecht komen.

 

Bepaal zelf hoeveel jij jezelf met andere mensen wilt delen door van je binnenwereld je ideale kasteel te maken

 

recognizable landmarks, listed on unesco list of world heritage sites.

 
 
 
Als vrijgezel heb je geen partner met wie jij lief en leed kunt delen. En je ontkomt dan ook niet aan de keuze hoeveel jij jezelf wilt delen met de andere mensen om je heen: familieleden, vrienden, kennissen, collega’s en onbekenden.
Want jezelf delen kan zowel spannend, ongemakkelijk, bedreigend of gevaarlijk zijn, als gezellig, fijn, bevredigend of verrijkend.
Om makkelijker de keuze te kunnen maken hoeveel privacy je graag wilt hebben en hoeveel informatie je graag met anderen wilt delen, kun je jouw binnenwereld zien als een kasteel met een muur, een kasteelpoort, een slotgracht en een binnenplaats.

 
Zo kan het zijn dat jij je tot nu toe als vrijgezel voorgenomen hebt om je binnenwereld zo min mogelijk met andere mensen te delen. Bijvoorbeeld omdat je teleurgesteld geraakt bent in andere mensen of omdat je jouw eigen privacy een groot goed vindt.
Jouw binnenwereld is dan als het ware een zwaarbewaakt fort.
Het heeft als ‘kasteel’ hoge en dikke muren met verschillende uitkijkposten, een kleine en goed gebarricadeerde kasteelpoort zonder raampjes die in principe altijd dicht is, een brede slotgracht met een aantal krokodillen erin om nieuwsgierige en opdringerige mensen op afstand te houden, en een grote hond op de binnenplaats die mensen weer naar buiten kan jagen zodra je hun gezelschap zat bent.

 
Het kan ook zijn dat jij je tot nu toe als vrijgezel juist voorgenomen hebt om je binnenwereld zoveel mogelijk met andere mensen te delen. Bijvoorbeeld omdat je graag met andere mensen alles wilt delen wat je anders met je partner had gedeeld. Of omdat je van diepgaande gesprekken houdt, of iets voor andere mensen wilt betekenen.
Jouw binnenwereld is dan als het ware een inloophuis. Het heeft als ‘kasteel’ lage en dunne muren zonder uitkijkposten, een grote en houten kasteelpoort met veel raampjes die in principe altijd open is, een smalle slotgracht waar iedereen makkelijk overheen kan stappen, en een gezellige binnenplaats met allerlei hapjes en drankjes.

 
Als vrijgezel bepaal je helemaal zelf hoe je jouw binnenwereld er als kasteel uit wilt laten ziet: je bent zelf de enige ontwerper van dit kasteel.
Daarbij maakt het helemaal niet uit voor welk kasteel je kiest. Geen enkel kasteel is beter of waardevoller dan een ander kasteel, en het is puur en alleen een kwestie van voorkeur. Zolang dit kasteel maar voor jóu werkt. Laat dus gerust je fantasie en je creativiteit de vrije loop!

 
Ook ben jij de enige sleutelbewaarder van jouw binnenwereld.
Want in tegenstelling tot je woonruimte is je binnenwereld iets wat niemand kan zien en waar niemand ongevraagd binnen kan komen.
Alleen op de momenten dat jijzelf de deur van je binnenwereld opent, kunnen mensen een glimp van je binnenwereld opvangen, En je bepaalt helemaal zelf wanneer en hoe lang je hen een inkijkje gunt, en hoever je hen in je binnenwereld toelaat.
Je binnenwereld is dus lekker je eigen domein, waarin je 100 procent controle hebt over wie je wanneer, hoe lang en hoe ver binnenlaat!

 
De vraag “Hoeveel wil ik mezelf delen met andere mensen?” kun je dan ook vertalen naar: “Ziet mijn binnenwereld er op dit moment uit als mijn ideale kasteel?”. Met andere woorden: “Hoe tevreden ben ik met de huidige muur, kasteelpoort, slotgracht en binnenplaats van mijn binnenwereld?”.

 
Zonder een partner heb je juist de gelegenheid om van je privacy te genieten: er is niemand die van jou verlangt of eist dat je deelt wat er in je omgaat, en je hebt genoeg tijd en ruimte om alles met jezelf te delen wat jou bezighoudt.
Wel loop je dan op den duur het risico dat jij je eenzaam gaat voelen, of dat je het gevoel krijgt dat jij er altijd helemaal alleen voor staat. Als dat gebeurt, zul je moeten leren om in een gesprek je binnenwereld stukje bij beetje te delen naar een ander toe, zodat de ander zich ook stukje bij beetje kwetsbaar durft op te stellen naar jou toe. Of om voor jezelf de gesprekspartner, steun en toeverlaat te worden die je zoekt.

 
Aan de andere kant heb je als vrijgezel juist ook de gelegenheid om jezelf met veel mensen te delen: je hebt geen partner die jij in gezelschap steeds aandacht hoeft te geven, en kunt jezelf daardoor extra open stellen voor nieuwe contacten.
Wel loop je dan het risico dat sommige mensen misbruik maken van de dingen die ze over jou horen, of dat ze jou maar een kwebbelkous vinden die alleen maar over zichzelf praat. Als dat gebeurt, zul je moeten leren om op je intuïtie te vertrouwen wie je hoeveel over jezelf kunt vertellen. En om in gesprekken niet alleen te zenden maar ook te luisteren, en af te wegen wat je met jezelf wilt delen en wat je met anderen wilt delen …
 

Hoe aantrekkelijk je bent hangt af van het uithangbord dat je als het ware altijd om je nek hebt

 

 
 
 
Krijg je als vrijgezel regelmatig aandacht van mannen of vrouwen, dan voel jij je aantrekkelijk en vind je het prima om vrijgezel te zijn.
Maar als je nauwelijks of geen aandacht van anderen krijgt, dan steekt dat. Onbewust ga je dan denken dat je onaantrekkelijk bent. Met als gevolg dat je jezelf minderwaardig kunt gaan voelen en dat je ervan baalt dat je nog steeds vrijgezel bent.

 
Ben je extravert (een doener of een prater), dan denk je dat mensen om je heen je uiterlijk, je gedrag of je maatschappelijke status onaantrekkelijk vinden. Ben je introvert (een denker, voeler, dromer of een idealist) dan denk je dat je karakter onaantrekkelijk is.
In beide gevallen is de kans groot dat je jezelf net zolang probeert te veranderen totdat je wél weer in de smaak valt bij andere mensen.
Als extraverte (op de buitenwereld gerichte) vrijgezel ga je dan bijvoorbeeld op zoek naar een ander kapsel, andere kleding, een slanker of gespierder lichaam, andere make-up, meer rijkdom, meer succes, een ander imago, of zelfs botox of cosmetische chirurgie.
En als introverte (op de binnenwereld gerichte) vrijgezel probeer je bijvoorbeeld vrolijker, spontaner, boeiender, zelfverzekerder of stoerder over te komen: door jouw karakter te veranderen (via boeken, trainingen of zelfkritiek) of door jezelf anders voor te doen dan je bent.

 
Soms lijkt je metamorfose een tijdje te helpen, en ben je blij met de aandacht die je nu eindelijk wél krijgt. Maar meestal is dit maar van korte duur en zijn je pogingen gedoemd om te mislukken. Ongeacht hoeveel tijd, energie en geld je er ook in stopt.
Want als vrijgezel straal je onbewust altijd uit wat je van jezelf vindt. Op elk moment van de dag heb je dus als het ware een uithangbord om je nek hangen met daarop ongezouten en ongecensureerd je eigen mening over jezelf!

 
Ben je ontevreden over jezelf, dan straal je dat onbewust uit in je buitenwereld, ongeacht hoeveel moeite je ook doet om dat te verbergen of te verbloemen. En dan staat er op je uithangbord om je nek met koeieletters: “Ik ben onaantrekkelijk: …”, met achter de dubbele punt al je negatieve oordelen over jezelf (zoals: “lelijk, saai, onzeker, verlegen en sloom”).
De mensen om je heen zien dat uithangbord (voelen onbewust aan wat je uitstraalt, en dus wat je over jezelf denkt), en gaan daar onbewust extra op letten. Met als gevolg dat ze dan ook eerder de negatieve dingen bij jou denken te herkennen die ze op dat uithangbord zien staan.

 
Het omgekeerde geldt ook. Ben je juist tevreden over jezelf, dan straal je dat onbewust uit in je buitenwereld, ongeacht hoeveel moeite je ook doet om dat te verbergen of te verbloemen. En dan staat er op je uithangbord om je nek met koeieletters: “Ik ben aantrekkelijk: …”, met achter de dubbele punt al je positieve oordelen over jezelf (zoals: “leuk, vriendelijk, boeiend, zelfverzekerd en grappig”).
De mensen om je heen zien dat uithangbord (voelen onbewust aan wat je uitstraalt, en dus wat je over jezelf denkt), en gaan daar onbewust extra op letten. Met als gevolg dat ze dan ook eerder de positieve dingen bij jou denken te herkennen die ze op dat uithangbord zien staan.

 
Als je het gevoel hebt dat je in welk opzicht dan ook onaantrekkelijk bent, neem dan eens de tijd om te kijken wat er op dat uithangbord zou kunnen staan dat jij op elk moment van de dag om je nek hebt hangen (oftewel: wat je van jezelf vindt, en dus onbewust ook altijd naar andere mensen toe uitstraalt).
Kijk daarna eerlijk met welke negatieve oordelen over jezelf je het echt eens bent. Want als je echt goed naar jezelf én naar die oordelen kijkt, dan blijkt die lelijke grote puist in je uiterlijk of in je innerlijk vaak maar een klein (en misschien zelfs wel schattig) pukkeltje te zijn.
En kijk vervolgens wat je nodig hebt om te aanvaarden dat je uiterlijk, je gedrag, je karakter en je maatschappelijke status op dit moment (en in jouw eigen ogen!) zo zijn.

 
Zodra je dat doet, verandert je uithangbord “Ik ben onaantrekkelijk: …” automatisch in het uithangbord “Ik ben aantrekkelijk. Punt!”.
Waarna je op een gegeven moment gaat merken dat mensen om je heen steeds positiever op je reageren. Zonder dat je jezelf daarvoor hebt hoeven uitsloven. En vooral ook: zonder dat je daarop uit was! Want je accepteert jezelf sowieso toch al, ongeacht wat andere mensen ook over je zeggen en hoe ze ook op jou reageren …
 

Als we andere mensen helpen, doen we dat onbewust ook altijd om er zelf beter van te worden

 

 
 
 
Als we andere mensen helpen, dan geloven we graag dat we dat puur en alleen voor de ander doen.
Dat we puur en alleen uit liefde, genegenheid of medeleven klaar staan voor anderen, en omdat we het hen zo gunnen.

 
Maar helaas, we zijn geen van allen zo onbaatzuchtig als we denken, hopen en zouden willen: zelfs moeder Theresa was in werkelijkheid niet onbaatzuchtig.
Want hoe erg we een ander misschien ook onze hulp gunnen, we helpen onbewust ook altijd omdat we er zelf beter van worden: mensen helpen vervult altijd één of meer behoeftes van onszelf.
Het ‘bewijs’ hiervoor is het fijne en bevredigende gevoel dat we aan helpen overhouden. Zou mensen helpen geen enkele behoefte van ons bevredigen, dan voelden we na afloop geen enkele bevrediging, bleven we met een onbevredigend gevoel achter, en zouden we er voortaan geen tijd en geen energie meer aan besteden.

 
Op het eerste gehoor klinkt “zelf beter worden van anderen helpen” erg ‘egoïstisch’ en ‘fout’: alsof we mensen alleen maar uit eigenbelang helpen, en onze hulp daardoor geen enkele waarde heeft. En dit besef is nou ook niet echt goed voor ons zelfbeeld en voor onze eigenwaarde, want het liefst zijn we 100% onbaatzuchtig.
Maar gelukkig ligt het iets genuanceerder: we helpen anderen over het algemeen omdat we het hen gunnen én omdat het ons een fijn gevoel oplevert. En zag nou zelf, wat is er eigenlijk op tegen als niet alleen anderen, maar ook wijzelf baat hebben bij de hulp die we geven?

 
Vooral dit kan andere mensen helpen ons onbewust opleveren:

  1. Het gevoel dat we iets bijdragen, iets toevoegen, een verschil maken, iets betekenen of er toe doen.
  2. Het gevoel dat we iets te bieden hebben, capabel zijn of competent zijn.
  3. Plezier of genot.
  4. Het gevoel dat we iets bereiken, succes hebben of ergens in slagen.
  5. Het gevoel dat we iets goeds doen, verbetering brengen in een situatie, of de wereld weer iets beter maken.
  6. Meer energie.
  7. Gezelligheid.
  8. Creativiteit.
  9. Diepgang of verdieping in onze sociale contacten.

 

Hoe een gevoel van machteloosheid toen je partner jou dumpte je leven onnodig kan beheersen, en wat je daaraan kunt doen

 

 
 
 
Op het moment dat je partner het met jou uitmaakte (jou dumpte), voelde jij je onbewust onmachtig, machteloos, kwetsbaar of zwak.
Jouw partner bepaalde zelfstandig en eigenhandig dat ie jou of de relatie niet meer wilde, en gooide jou dat als mededeling voor de voeten.
En door dat te doen, ontnam ie jou de mogelijkheid om nog verder te gaan met deze relatie en om er samen nog wat moois van te maken. Jullie relatie en jullie gezamenlijke toekomstplannen spatten in één keer dan ook als een zeepbel uit elkaar.
Vanaf dat uitmaakmoment had niet jijzelf maar jouw partner de touwtjes en de macht in handen. Want hoe jij ook op dit nieuws reageerde en wat je ook uit de kast haalde om ‘m van gedachten te laten veranderen, je partner bepaalde helemaal zelf of ie wel of niet nog terug zou komen op z’n besluit.
Met andere woorden, je partner was de winnaar en jij de verliezer.

 

Je eerste impuls: de relatie weer herstellen, repareren of lijmen

Zo door iemand benadeeld worden of als een wegwerp-artikel weggegooid worden, zonder dat je zelf inspraak hebt en zonder dat je controle hebt over wat er verder gebeurt, doet flink pijn en is slecht voor je zelfvertrouwen.
Je eerste impuls was dan ook om woedend te worden: “Waar slaat dit op?”, “Hoezo dan?”, “Heb ik er ook nog wat over te zeggen?”, of “Wie denk je wel dat je bent om dit zo voor mij te bepalen?”.
Maar onbewust besefte je toen al gauw dat woedend uitvallen tegen je partner nou niet echt zou helpen om hem of haar weer terug te winnen.
En dus bracht je jouw partner in herinnering hoe fijn jullie het samen wel niet gehad hebben, wat jullie samen allemaal wel niet meegemaakt hebben, en misschien ook hoeveel jij wel niet voor hem/haar gedaan hebt.

Of je vroeg wat je partner niet meer aan jullie relatie beviel, bracht een stuk begrip voor hem of haar op, verdedigde jezelf tegen de kritiek op jou die je hoorde (of dacht te horen), en beloofde hem/haar beterschap om de relatie te repareren en weer een nieuwe kans te geven.

Of je liet je partner merken hoe verschrikkelijk dit nieuws voor je was, door te huilen of jouw pijn op een andere manier de vrije loop te laten. Niet alleen om je partner te laten zien hoeveel hij/zij en jullie relatie voor jou betekenden. Maar onbewust ook in de hoop dat je partner zich bij het zien van al je verdriet en frustratie schuldig zou gaan voelen en op z’n besluit zou terugkomen.

Of je deed alsof dit nieuws jou onverschillig en koud liet, in de hoop dat je partner zou gaan inzien dat ie er zelf slechter van zou worden als ie bij jou zou weggaan: “Jij bent degene die iets verliest en misloopt hoor, als je het met mij uitmaakt!”, “Weet wat je doet, want ik kan genoeg anderen krijgen!”, “Ach, ik was toch ook al op jou uitgekeken!”, “Je hebt geluk, want ik was al van plan om het met jou uit te maken!”, “Ach, zonder mij red je het toch niet!” of “Als je binnenkort met hangende pootjes terugkomt, dan hoef ik je niet meer terug hoor!”.

 

Je (onbewuste) tweede impuls: je ex-partner verwijten maken en terugpakken

Werkten al je pogingen om jullie relatie weer te herstellen, te repareren of te lijmen wél, dan voelde jij je weer blij en opgelucht. Óf omdat je de relatie weer terug had die jou zo dierbaar was, óf omdat je nu mooi in de positie was om je partner zelf te dumpen. En in beide gevallen voelde jij je onbewust weer sterker dan je partner (de winnaar): “Ik heb hem/haar toch weer zover weten te krijgen dat ie het opnieuw wil proberen!” of “Mooi, nu heb ik de touwtjes weer in handen, en kan ik hem/haar dumpen voordat ie dat misschien nog een keer bij mij doet!”. Ook was dit goed voor je zelfvertrouwen: “Blijkbaar ben ik voor hem/haar toch wel de moeite waard om mee verder te gaan!” of “Blijkbaar kan hij/zij toch niet zonder mij!”.

Werkten al je herstelpogingen, reparatiepogingen en lijmpogingen níet, dan voelde je dat onbewust als een afgang, vernedering of als een extra deuk in je zelfvertrouwen: “Nou heb ik me zo laten kennen, mezelf zo laten gaan, me zo ingezet, alles uit de kast gehaald of mezelf zo gegeven, en dan word ik nóg een keer gedumpt!”.
Dit laatste is moeilijk te accepteren en de kans is dan ook groot dat je jouw ex-partner daarom sindsdien allerlei verwijten bent gaan maken in je hoofd: “Hoe kon ie dat nou doen?”, “Wat een klootzaak/trut is dat toch!”, “Wat gemeen en achterbaks van ‘m zeg!”, “Dat is wel erg gemakzuchtig/laf om het al zo gauw op te geven!”, of “Overduidelijk hebben ik en onze relatie helemaal niets voor ‘m betekend, want anders had ie er wel voor gevochten!”. Op deze manier geef je jouw ex-partner er steeds van langs in je hoofd, en pak je ‘m terug door ‘m de les te lezen, zonder dat hij/zij en de mensen om je heen dat doorhebben. Dit is stil verzet tegen je relatiebreuk en je ex-partner.

Of je hebt in je omgeving aan iedereen die het (wel of niet) wilde horen rondverteld wat voor een gemenerik je ex-partner is, rondverteld hoe slecht ie eigenlijk wel niet als partner of in bed was, allerlei persoonlijke dingen of geheimen van hem/haar verklapt, of allerlei gevoelige of pikante foto’s van ‘m op Facebook of op Twitter gezet.

Of je bent met je ex-partner de strijd aangegaan via een advocaat om het ‘m zo moeilijk mogelijk te maken, om ‘m te laten zien dat hij niet het recht had om jou zo onrechtvaardig te behandelen, om ‘m te laten zien dat jij niet met je laat spotten en sollen, om ‘m terug te pakken, om ‘m niet de kans te geven om ook het leven van je kinderen te verpesten, of om materieel gezien nog zoveel mogelijk aan jullie breuk over te houden als kleine genoegdoening/compensatie voor het leed dat ie jou heeft aangedaan.

Of je bent nog een stap verder gegaan door je ex-partner steeds te stalken, dierbare dingen van ‘m kapot te maken of weg te halen, ‘m regelmatig lastig te vallen, ‘m te bedreigen, of geweld tegen ‘m te gebruiken.

 

Het terugpakken beheerst en overschaduwt je (vrijgezellen)leven

Heb je jouw toevlucht genomen tot een of meer dingen hierboven, uit boosheid dat je gedumpt bent en dat jullie relatie niet meer te redden is, dan is de kans groot dat je daar ook nu nog steeds mee bezig bent, en er nog steeds in verstrikt zit.
En als je niet oppast, ga je daar nog een hele tijd mee door, misschien zelfs wel de rest van je leven. Dan wordt het als het ware een levensmissie.
Als dit voor jou werkt, dan kun je er gerust mee doorgaan hoor. Maar ik nodig je uit om jezelf eens eerlijk af te vragen hoeveel dit jou nou echt oplevert.

Natuurlijk, het is goed om assertief te zijn en te laten zien dat je niet zomaar over je heen laat lopen. En laten we wel zijn, diep in je hart vind je het eigenlijk ook wel lekker om je partner nog even goed terug te pakken voor wat ie jou allemaal aangedaan heeft. Dat geeft je een stuk voldoening, het gevoel dat je weer meer in je kracht gaat staan, een gevoel dat je weer meer invloed/grip/controle/macht in deze situatie hebt, en meer zelfvertrouwen,
Alleen de vraag is, hoe voel jij je terwijl je hier nog steeds mee bezig bent? Voel je steeds meer opluchting, ontspanning, blijheid, rust, tevredenheid en innerlijke vrede door dit te doen? Of blijf je een voortdurende (en groeiende) woede, wrok, wraakzucht, hekel of haat voelen, en probeer je tevergeefs van die nare gevoelens af te komen door er dan nog maar een schepje bovenop te doen in je woorden en daden naar je ex-partner toe?

Besef goed dat je door deze dingen te doen, continu bezig bent met je ex-partner in jouw buitenwereld, in plaats van aandacht te geven aan je eigen binnenwereld. Terwijl in jouw eigen binnenwereld de echte strijd plaatsvindt: woede, verdriet, ongeloof, teleurstelling, desillusie, gebrek aan vertrouwen en machteloosheid, die er allemaal voor vechten om door jou gezien, gehoord en doorvoeld te worden, en om een plekje te krijgen.

 

Met je ex-partner terugpakken heb je vooral jezelf te pakken

Want wat je ook in je buitenwereld onderneemt naar je ex-partner toe, de pijn en het gemis die je tijdens en na de relatiebreuk voelde, blijven op de achtergrond aan je knagen en je leven overschaduwen, en worden alleen maar groter in je binnenwereld zolang je ze negeert en onderdrukt.

Alleen door met jezelf in gesprek te gaan, het uitgebreid met jezelf te hebben over hoe het nou voor jóu als persoon was om dit mee te maken, en jezelf toestemming te geven om de herinneringen onder ogen te zien en de gevoelens te doorvoelen die daarbij naar boven komen, kom je weer met jezelf in het reine.
Je leert dan stapje voor stapje en met vallen en opstaan om dit hele gebeuren een plekje te geven en los te laten, in plaats van er nog elke dag mee bezig te blijven door van alles naar je ex-partner toe te doen en te zeggen. De ingrijpende relatiebreuk zelf vergeet je niet meer, en het kan zijn dat de pijn en het gemis niet helemaal zullen verdwijnen, maar ze raken in ieder geval op de achtergrond zodat je weer je eigen leven kunt oppakken. Je laat je relatiebreuk dan achter je, in plaats van maar in het verleden te blijven hangen en de toekomst die voor je ligt te blijven verwaarlozen.
En door de innerlijke rust en innerlijke vrede die je dan voelt, zit je niet meer vast in die heftige emoties van daarvoor, en ga je de relatiebreuk zelf ook wat meer in perspectief zien.

 

Een andere blik op gedumpt zijn

Zodra je gevoelswereld weer wat meer tot rust komt, ga je beseffen dat het voor je ex-partner waarschijnlijk ook een moeilijke stap was om het met jou uit te maken en jou dus pijn te doen.Dat ie zelf waarschijnlijk ook in een innerlijk conflict heeft gezeten voordat ie deze stap uiteindelijk kon zetten, en dat ie daarna waarschijnlijk geworsteld heeft met een schuldgevoel naar jou toe en met twijfels of ie er wel goed aan gedaan had om het uit te maken: “Had ik de relatie misschien toch nog een kans moeten geven, er meer voor moeten vechten of mijn eisen wat lager moeten stellen?”.
Dat kan ook het geval zijn als jij zelf de indruk had dat het uitmaken jouw ex-partner wel erg makkelijk afging, of dat hij/zij na het uitmaken z’n leven wel weer erg gauw op orde had. Want hoe rot je ex-partner misschien ook (uiteindelijk) naar jou toe gedaan heeft, hij/zij had er geruime tijd wél behoefte aan om (ook) met jou een relatie aan te gaan: anders had ie daar geen energie en geen tijd in gestoken.

Ook ga je dan inzien dat jullie relatie na verloop van tijd misschien nog wel jóuw (belangrijkste) behoeftes bevredigde, maar niet meer alle belangrijke behoeftes van je ex-partner: bijvoorbeeld doordat z’n behoeftes in de loop van de tijd gingen veranderen of doordat ie zich steeds meer bewust werd van wat ie echt wilde.
En dat ie op het moment van uitmaken (terecht of onterecht) geen manier meer zag waarop jullie relatie die behoeftes wél weer kon bevredigen. Met andere woorden, dat je ex-partner tijdens het uitmaken op zoek was naar meer bevrediging en naar meer geluk, en dat het uitmaken dus niets persoonlijks naar jou toe was (ook al heeft ie dat misschien wel gezegd of gesuggereerd).

Daarnaast realiseer jij je dan dat een relatie net als elke andere samenwerking iets is wat van beide kanten moet komen, en dat er altijd een kans bestaat dat een van beiden af gaat haken. Voor hetzelfde geld was jij zelf tegen een stuk onvrede in je relatie aangelopen en degene geweest die het uit had gemaakt.
>En dan zie je ook eerlijk onder ogen dat een relatie, waarin jullie allebei veel energie, tijd en geld in hebben gestoken, niet zomaar ineens onverwachts stopt. Ik weet zeker dat er al een tijd ervoor signalen waren dat je ex-partner tegen een stuk onvrede in de relatie aanliep (iets in jullie relatie miste), en dat die signalen steeds sterker werden tot het moment van uitmaken.
[Voorbeelden:
Het kan zijn dat je ex-partner meerdere keren aangaf dat ie met je wilde praten, chagerijnig werd, op jou begon te vitten, over jou of over z’n omgeving begon te mopperen/klagen, minder vrolijk werd, vaker boos of neerslachtig was, minder energie had, minder contact met je opnam, minder met je praatte, minder dingen samen wilde doen, niet meer zoveel reageerde op wat je zei of deed, er met z’n aandacht niet meer helemaal bij was als ie samen met jou was, vaker buitenshuis was, later thuiskwam, meer op andere mannen/vrouwen begon te letten, meer met andere mannen/vrouwen contact maakte of omging, zichzelf ineens meer lichamelijk ging verzorgen, een geur of voorwerpen had die je niet kon plaatsen, dingen ging zeggen die niet klopten, of (volgens eigen zeggen of volgens mensen om je heen) vreemd ging.]

Net als alle partijen bij een verbroken samenwerking hadden jullie allebei een aandeel in de verbroken relatie, ook al was het alleen maar dat je de signalen van je partner niet opmerkte of niet serieus nam.
In mijn ogen voelen we allemaal intuïtief haarfijn aan wanneer er iets met onze partner (of met onze kinderen) aan de hand is. En ook al hebben we wat minder contact met onze intuïtie, dan nog vallen ons in ieder geval al gauw dingen op die anders dan anders zijn: met onze partner hebben we namelijk een sterkere band dan met andere mensen, en we kennen die persoon als geen ander.

Vervelend genoeg drukken we onze intuïtie en onze waarnemingen meestal al gauw weer weg omdat we denken dat we ons wel zullen vergissen, dat het vast wel iets tijdelijks/onschuldigs zal zijn, dat het allemaal wel mee zal vallen, dat het vanzelf wel goed komt, of dat onze partner er zelf wel over begint als er iets aan de hand of mis is. En hoe plausibel dat wegdrukken vanuit ons eigen gezichtspunt misschien ook is, het is wel iets wat we zelf doen: daar kunnen we onze ex-partner niet de schuld van geven.

 

Je bent niet machteloos als je partner het uitmaakt!

Zo onmachtig of machteloos als je dacht te zijn toen je ex-partner het uitmaakte, was je in werkelijkheid niet.
Want voordat je aan een relatie begon, wist je al bij voorbaat dat er een (kleine) kans was dat de relatie mis zou lopen.
Ondanks dat heb je er toch zelf voor gekozen om de relatie aan te gaan en om al die tijd in de relatie te blijven. Je hebt dus helemaal zelf bepaald dat je de relatie aan wilde gaan en ermee door wilde blijven gaan, en dat je dus het risico van een relatiebreuk op de koop toe nam.

Ook tijdens de hele relatie had je de touwtjes in handen: je was tijdens de hele relatie in de gelegenheid om je partner eens in de zoveel tijd te vragen hoe ie jou en de relatie vond, en om de signalen uit te spreken die je zag of intuïtief aanvoelde.
Daarmee zeg ik niet dat de relatiebreuk je eigen schuld was of dat je de relatiebreuk had kunnen voorkomen hoor, begrijp me goed.
Maar ook als onze partner mooi weer speelt en doet alsof er niets aan de hand en niets mis is, voelen we intuïtief aan dat dit niet klopt.
En ook al weigert onze partner om te praten over de signalen die we zien of voelen, of over zijn of haar eigen onvrede, dan weten we in ieder geval dat er iets bij onze partner speelt, en zien we een relatiebreuk al eerder aankomen.
Zodat we uit onszelf alvast dingen in de relatie kunnen veranderen, alvast voorzorgsmaatregelen kunnen nemen voor een eventuele relatiebreuk, niet meer overvallen worden door de relatiebreuk op het moment dat die daadwerkelijk komt, en ons niet meer onmachtig, machteloos, kwetsbaar of zwak hoeven te voelen zodra onze partner ons meedeelt dat ie met de relatie wil stoppen …
 

Hoe je conflicten veroorzaakt door niets te zeggen en niets te doen wat conflicten kan veroorzaken

 

 
 
 
Als je onder mensen bent, is het altijd even oppassen wat je zegt en wat je doet. Want wat je zegt en wat je doet kan onbedoeld verkeerd uitgelegd worden of verkeerd vallen.
Vooral als je vertelt wat je voelt, vindt, wilt of denkt. En vooral als je iets wat jij doet of wilt, belangrijker maakt dan wat andere mensen doen of willen.
Het veiligste is dan ook om je binnenwereld zo min mogelijk te delen en om voor zo min mogelijk dingen te gaan.
Want hoe minder je zegt en hoe minder je doet, hoe minder conflicten je kunt krijgen. Toch?

 
Ja, dat zou je inderdaad zeggen hè.
Maar vreemd genoeg is het tegendeel waar!
Hoe minder je zegt en hoe minder je doet, hoe onzichtbaarder je wordt voor de mensen om je heen.
in eerste instantie vinden mensen dat wel prettig en makkelijk: je lijkt altijd stilzwijgend akkoord te gaan met alles wat zijzelf voorstellen, willen en vinden, en dus helemaal achter hen te staan.
Maar op een gegeven moment beseffen ze dat er iets niet klopt. Want iedereen heeft de hele dag door gevoelens, meningen, verlangens, gedachten en doelen. Jij hebt ze dus ook, zo weten ze. En tegelijkertijd merken ze dat jij er met geen woord over rept.
Daarnaast zijn er ook situaties waarin ze graag even willen weten wat jij voelt, vindt, wilt of denkt over iets. Zodat ze rekening met je kunnen houden, feedback krijgen of ze zelf wel op de goede weg zijn, door jouw kijk zelf op nieuwe ideeën komen, of een gezamenlijk probleem kunnen oplossen.

 
Door jouw gebrek aan profiel en aan zichtbaarheid worden ze onrustiger en onrustiger. Blijkbaar is er iets aan de hand, waardoor jij je in hun gezelschap in stilzwijgen hult. Vind jij het niet fijn om in hun gezelschap te zijn? Vertrouw jij hen niet? Hou jij misschien bewust wat achter? Of heb jij zelfs een verborgen agenda? Ze beginnen te piekeren, en krijgen maar geen grip op je.
Door die groeiende onrust worden ze steeds kriegeliger.
Ze gaan jou steeds meer vragen wat je voelt, vindt, wilt en denkt. Als dat niet helpt, gaan ze in jouw ogen irritante dingen zeggen of doen om bij jou een reactie uit te lokken. En levert dat niets op, dan worden ze boos.
En daar heb je ineens het conflict dat je juist dacht te kunnen voorkomen, door niets te zeggen en niets te doen wat conflicten kan veroorzaken!
 

Van alleen op jezelf vertrouwen of alleen op andere mensen vertrouwen naar: op jezelf én op anderen vertrouwen

 

 
 
 
Eén deel van jou (je Krachtige Ik) is ervan overtuigd dat je maar beter op jezelf kunt vertrouwen: mensen maken misbruik van je zwakke punten, of benadelen jou, zodra ze de kans krijgen. En een ander deel van jou (je Beschermende Ik) is er juist van overtuigd dat je maar beter op andere mensen kunt vertrouwen: samen sta je sterk en andere mensen hebben ervaring met gebeurtenissen die voor jou nog (gedeeltelijk) onbekend zijn.

 
Tot nu toe heb je in jouw (vrijgezellen)leven hoogstwaarschijnlijk maar naar 1 van deze 2 delen in jezelf geluisterd.
Óf je doet alles zoveel mogelijk zelf en laat zo min mogelijk invloed van andere mensen toe. Met als gevolg dat jij je sterk, krachtig en autonoom voelt, en tegelijkertijd ook eenzaam, in de steek gelaten, uitgeput en overbelast.
Óf je vraagt geruststelling/bevestiging/advies/steun aan mensen om je heen, en zoekt houvast/duidelijkheid/stabiliteit/veiligheid in afspraken, (ongeschreven) regels, wetten, procedures, richtlijnen, een godsdienst, een levensbeschouwing of een levensfilosofie. Met als gevolg dat jij je gesteund, geaccepteerd en veilig voelt, en tegelijkertijd ook afhankelijk, sociaal verplicht, bang voor afwijzing en niet loyaal aan jezelf.

 
Zou het niet mooi zijn als je bij elke kleine of grote beslissing zelf kon kiezen of je op jezelf gaat vertrouwen of op andere mensen? Oftewel, naar welke van deze twee delen van jezelf jij op dat moment gaat luisteren?
Dat kan!
Het enige wat je daarvoor nodig hebt, is inzien en doorzien wat het verborgen belang is van je Krachtige Ik en je Beschermende Ik. Er is een reden waarom ze zich zo krampachtig vasthouden aan alleen maar op zichzelf of alleen maar op andere mensen vertrouwen! En zodra deze 2 Ikken beseffen wat de echte onderliggende reden is, gaan ze twijfelen of die reden wel terecht is, en beginnen ze ervoor open te staan om zowel op zichzelf als op andere mensen te vertrouwen.

 
Jouw Krachtige Ik wil zich de hele dag door sterk en krachtig voelen. En dat kan alleen door regelmatig grote uitdagingen aan te gaan en vaak de (woorden)strijd met andere mensen aan te gaan. Want pas als je geconfronteerd wordt met een grote uitdaging of met een krachtige tegenstander (iemand die tegenstand of een weerwoord geeft), moet je een beroep doen op je eigen kracht, en ontdek je of je sterk genoeg bent om die uitdaging of die tegenstander te overwinnen.
De (woorden)strijd met andere mensen aangaan lukt niet en heeft geen enkele zin als je vertrouwt op de goedheid van andere mensen. En dus maakt je Krachtige Ik jou de hele dag door wijs dat mensen het slecht met je voor hebben, en dat je de klos bent zodra je op hen vertrouwt. In plaats van jou aan te moedigen om eerlijk naar je intuïtie te luisteren of iemand wel of niet te vertrouwen is.
Door je Beschermende Ik meer ruimte te geven, merkt je Krachtige Ik dat er ook genoeg mensen zijn die jou wél geruststelling/bevestiging/advies/steun willen geven, dat het jou veel energie bespaart als je niet alles zelf hoeft te doen, en dat je altijd zelf in de gaten kunt blijven houden of mensen te vertrouwen zijn (door naar je intuïtie te luisteren, goed te luisteren naar wat mensen zeggen, goed door te vragen en hen desnoods uit te testen).

 
Je Beschermende Ik wil jou dolgraag beschermen tegen een pijnlijke afwijzing door de mensen om je heen en tegen het er niet meer bijhoren. Ze probeert dan ook continu te voorkomen dat je iets doet, zegt of nalaat wat verkeerd kan vallen bij andere mensen.
De veiligste manier die ze daarvoor kent is flexibel blijven: ervoor zorgen dat je loyaal blijft aan de mensen om je heen, en dat je in blijft spelen op hun (onuitgesproken) verwachtingen.
Jezelf flexibel aanpassen aan andere mensen lukt alleen zolang je jezelf niet teveel deelt en niet teveel profiel aannneemt: zolang je anoniem, onder de radar en onder het maaiveld blijft, en niet te zelfbewust wordt.
En om te garanderen dat jij jezelf niet teveel uit, niet teveel laat zien en niet te uitgesproken wordt, trekt ze al jouw opvattingen, meningen en behoeftes bij voorbaat in twijfel. Zodat jij te weinig zelfvertrouwen hebt om voor jezelf te gaan staan en om jouw grenzen aan te geven, en dus makkelijker mee kunt gaan in wat anderen van jou verwachten. In plaats van jou de ruimte te geven om je eigen opvattingen/meningen/behoeftes en de opvattingen/meningen/behoeftes van andere mensen tegen elkaar af te wegen.
Door je Krachtige Ik meer ruimte te geven, voelt je Beschermende Ik dat je sterker bent dan je zelf dacht, dat je sterk genoeg bent om met afwijzing om te gaan, en dat je dus gerust op jezelf kunt vertrouwen.
 

Wat je kunt doen als je iets heel graag wilt doen of zeggen, maar dat fout, slecht of verkeerd vindt

 

 
 
 
Hoe meer je doet en zegt wat je graag wilt, hoe gelukkiger jij je voelt. Toch kun je als mens en als vrijgezel hoogstwaarschijnlijk genoeg redenen bedenken om niet alles te doen en niet alles te zeggen waar je blij van zou worden.
Eén van die redenen kan zijn dat je iets wat je graag wilt doen of graag wilt zeggen zelf afkeurt: je vindt het fout, slecht, verkeerd of niet horen (“Dat doe je toch niet!”).
Vervolgens word je boos op jezelf (“Hoe kan ik zoiets fouts/slechts/verkeerds nou willen!”), en onderdruk je dat verlangen meteen. Daarna lijkt het of je dat verlangen helemaal niet meer hebt en dat je er lekker vanaf bent, want doordat je het verdringt ben jij je er niet meer van bewust.
Maar in werkelijkheid heb je dat ‘foute/slechte/verkeerde’ verlangen in een laatje van je binnenwereld gestopt, en houd je de hele dag door onbewust dat laatje dicht, uit angst dat dit verlangen onverwachts weer naar boven komt.
En hoe langer je dat laatje dichthoudt, hoe langer dat verlangen onvervuld blijft, hoe groter en sterker dat verlangen wordt, en hoe moeilijker het wordt om het verlangen weg te drukken en te bedwingen. Met als gevolg dat het verlangen vroeg of laat zo’n sterke drang wordt, dat je er alleen nog maar vanaf kunt komen door het alsnog te vervullen: meestal op een heel ongelegen moment, en op een (veel) extremere manier dan nodig is omdat je het verlangen al zolang onderdrukt hebt.

 
Zelf had ik als volwassene bijvoorbeeld een periode dat ik met veel plezier terugdacht aan hoe ik als kind altijd zo genoot van met speelgoedsoldaatjes spelen.
En op een dag kwam er ineens het verlangen naar boven om als volwassene weer met soldaatjes te gaan spelen. Ik schrok me wild, en keurde dit verlangen meteen af: “Ik als volwassene met soldaatjes spelen? Geen denken aan! Ik ben toch niet kinderachtig!”. En: “Met soldaatjes spelen? Oftewel oorlogje spelen? Dat is wel iets heel agressiefs! Terwijl ik graag spiritueel wil zijn!”.
Ik had dit verlangen dan ook weer heel snel onderdrukt, en dacht er voortaan geen last meer van te zullen krijgen. Maar elke keer dat ik in het winkelcentrum langs een speelgoedwinkel liep of in de brievenbus een reclamefolder van een speelgoedwinkel zag, kwam dat verlangen toch weer naar boven. En ik merkte dat het verlangen steeds groter werd in plaats van steeds kleiner.

 
Zelf heb jij op dit moment misschien ook wel iets wat je heel graag zou willen doen of zeggen, maar waar jij je tegelijkertijd voor schaamt. Net zoals ik toen met die speelgoedsoldaatjes. En ook nu schaam ik me er eerlijk gezegd toch ook nog wat voor om dit over die speelgoedsoldaatjes op Facebook te zetten.
Om met je eigen ‘verboden’ verlangen om te gaan, kunnen de volgende stappen jou misschien verder helpen:

Stap 1: Kijk of je jouw verlangen wel echt zelf fout/slecht/verkeerd vindt

Als kind heb je onbewust veel oordelen van mensen om je heen overgenomen over wat wel en niet goed is, en over wat wel en niet hoort (vooral van ouders/verzorgers en docenten).
Ga dan ook nog eens goed na of je wel zelf degene bent die jouw verlangen afkeurt, of dat die afkeurende stem in jou eigenlijk de stem van iemand om jou heen is. Iemand wiens woorden je als waarheid aanneemt, zonder er zelf nog echt goed over nagedacht te hebben of jij het wel met hem of haar eens bent.
Bij deze stap besefte ik dat ik me zelf op z’n tijd graag jeugdig en speels wil kunnen gedragen, en zo nu en dan even gek wil kunnen doen, bijvoorbeeld met speelgoedsoldaatjes. Maar dat ik in gedachten mijn ouders naar mij zag kijken en hen hoorde zeggen: “Word nou eindelijk toch eens volwassen! Je bent toch geen kind meer!”. Dat oordeel was dus het oordeel van mijn ouders waar ik tot dan toe altijd geloof en waarde aan had gehecht, terwijl ik er zelf een hele andere mening over bleek te hebben. Daarnaast realiseerde ik me dat mijn oordeel over “agressief”en “spiritueel” wel mijn eigen mening was.

Stap 2: Kijk wat er in het allerergste geval kan gebeuren als je jouw verlangen toch zou gaan vervullen

Je verstand is er heel goed in om van een mug een olifant te maken. En om alles wat er in theorie allemaal zou kunnen gebeuren zodra je jouw verlangen toch zou gaan vervullen op te kloppen, op te blazen en te overdrijven. En voordat je er erg in hebt gaat je verstand helemaal op de loop met allerlei doemscenario’s.
Ga om je doemdenkende verstand tot rust te brengen dan ook eens na wat het aller-allerverschrikkelijkste is wat er zou kunnen gebeuren, zodra je jouw verlangen toch zou gaan vervullen.
In mijn geval was dat: dat iemand mij zou zien, en me uit zou gaan lachen en me belachelijk zou gaan maken.

Stap 3: Kijk hoe realistisch het is dat het allerergste echt zal gebeuren zodra je jouw verlangen toch vervult

Zodra je eenmaal weet wat het allerergste is wat er zou kunnen gebeuren bij het vervullen van jouw verlangen, weet je ook wat je allergrootste angst op dit gebied is.
En je kunt dan eens objectief nagaan hoe waarschijnlijk en hoe realistisch het is dat jouw allergrootste angst uit gaat komen.
In mijn geval was er inderdaad een kleine kans dat mijn ouders mijn huis zouden binnenkomen, precies op het moment dat ik toe zou geven aan mijn verlangen om met speelgoedsoldaatjes te spelen. Maar, zo besefte ik, ik kon wel de deur van mijn slaapkamer op slot doen, en daar hadden ze geen sleutel van.

Stap 4: Kijk of er een acceptabele mogelijkheid is om je verlangen toch te vervullen in je dagelijkse leven

Ga eens na of er iets is wat je zou kunnen doen om jouw verlangen toch te vervullen, zonder dat er gebeurt waar je het meest bang voor bent.
In mijn geval hadden mijn ouders geen sleutel van mijn slaapkamer, en kon ik de luxaflex dichtdoen voor mijn slaapkamerraam zodat ik geen inkijk had. In mijn slaapkamer zou ik dus wel ongestoord mijn verlangen kunnen vervullen.
Dat heb ik op een gegeven moment ook gedaan, nadat ik wel eerst mijn schaamte opzij moest zetten: ik heb me een paar keer helemaal uitgeleefd met speelgoedsoldaatjes, net zoals ik vroeger als kind zo vaak deed. Eerlijk gezegd deed het me goed om me weer even kind te voelen, in plaats van een volwassene met allerlei plichten en verantwoordelijkheden. En het wonderlijke was dat mijn verlangen na die paar keren uitleven helemaal vervuld was, en sindsdien niet meer is teruggekeerd!

Stap 5: Fantaseer dat je het verlangen in je dagelijkse leven vervult, als je geen acceptabele mogelijkheid ziet om dat in het echt te doen

Het vervullen van je verlangen in de werkelijkheid geeft de meeste bevrediging. Maar het kan zijn dat je (nog even) geen mogelijkheid ziet om je verlangen in het echt te vervullen, zonder dat je met je allergrootste angst geconfronteerd wordt.
In dat geval is er nog een andere manier om je verlangen te vervullen: namelijk in je fantasiewereld! Niemand anders kan in jouw fantasiewereld kijken, en in je fantasiewereld doe je niemand kwaad. Dus daar kun je ongestoord je verlangen vervullen, zo vaak en zo lang als je maar wilt!
Als ik geen slot op mijn slaapkamer had gehad, of als ik samen met andere mensen mijn huis had gedeeld (bijvoorbeeld met een eigen kind, familieleden of medebewoners) had ik soldaatje kunnen spelen in mijn eigen fantasiewereld. Zo vaak en zo lang als ik zelf had gewild. Zonder dat iemand dat kon zien en mij uit kon lachen. En zonder dat ik daar iemand kwaad mee deed of schade mee berokkende …