Bepaal zelf hoeveel jij jezelf met andere mensen wilt delen door van je binnenwereld je ideale kasteel te maken

 

recognizable landmarks, listed on unesco list of world heritage sites.

 
 
 
Als vrijgezel heb je geen partner met wie jij lief en leed kunt delen. En je ontkomt dan ook niet aan de keuze hoeveel jij jezelf wilt delen met de andere mensen om je heen: familieleden, vrienden, kennissen, collega’s en onbekenden.
Want jezelf delen kan zowel spannend, ongemakkelijk, bedreigend of gevaarlijk zijn, als gezellig, fijn, bevredigend of verrijkend.
Om makkelijker de keuze te kunnen maken hoeveel privacy je graag wilt hebben en hoeveel informatie je graag met anderen wilt delen, kun je jouw binnenwereld zien als een kasteel met een muur, een kasteelpoort, een slotgracht en een binnenplaats.

 
Zo kan het zijn dat jij je tot nu toe als vrijgezel voorgenomen hebt om je binnenwereld zo min mogelijk met andere mensen te delen. Bijvoorbeeld omdat je teleurgesteld geraakt bent in andere mensen of omdat je jouw eigen privacy een groot goed vindt.
Jouw binnenwereld is dan als het ware een zwaarbewaakt fort.
Het heeft als ‘kasteel’ hoge en dikke muren met verschillende uitkijkposten, een kleine en goed gebarricadeerde kasteelpoort zonder raampjes die in principe altijd dicht is, een brede slotgracht met een aantal krokodillen erin om nieuwsgierige en opdringerige mensen op afstand te houden, en een grote hond op de binnenplaats die mensen weer naar buiten kan jagen zodra je hun gezelschap zat bent.

 
Het kan ook zijn dat jij je tot nu toe als vrijgezel juist voorgenomen hebt om je binnenwereld zoveel mogelijk met andere mensen te delen. Bijvoorbeeld omdat je graag met andere mensen alles wilt delen wat je anders met je partner had gedeeld. Of omdat je van diepgaande gesprekken houdt, of iets voor andere mensen wilt betekenen.
Jouw binnenwereld is dan als het ware een inloophuis. Het heeft als ‘kasteel’ lage en dunne muren zonder uitkijkposten, een grote en houten kasteelpoort met veel raampjes die in principe altijd open is, een smalle slotgracht waar iedereen makkelijk overheen kan stappen, en een gezellige binnenplaats met allerlei hapjes en drankjes.

 
Als vrijgezel bepaal je helemaal zelf hoe je jouw binnenwereld er als kasteel uit wilt laten ziet: je bent zelf de enige ontwerper van dit kasteel.
Daarbij maakt het helemaal niet uit voor welk kasteel je kiest. Geen enkel kasteel is beter of waardevoller dan een ander kasteel, en het is puur en alleen een kwestie van voorkeur. Zolang dit kasteel maar voor jóu werkt. Laat dus gerust je fantasie en je creativiteit de vrije loop!

 
Ook ben jij de enige sleutelbewaarder van jouw binnenwereld.
Want in tegenstelling tot je woonruimte is je binnenwereld iets wat niemand kan zien en waar niemand ongevraagd binnen kan komen.
Alleen op de momenten dat jijzelf de deur van je binnenwereld opent, kunnen mensen een glimp van je binnenwereld opvangen, En je bepaalt helemaal zelf wanneer en hoe lang je hen een inkijkje gunt, en hoever je hen in je binnenwereld toelaat.
Je binnenwereld is dus lekker je eigen domein, waarin je 100 procent controle hebt over wie je wanneer, hoe lang en hoe ver binnenlaat!

 
De vraag “Hoeveel wil ik mezelf delen met andere mensen?” kun je dan ook vertalen naar: “Ziet mijn binnenwereld er op dit moment uit als mijn ideale kasteel?”. Met andere woorden: “Hoe tevreden ben ik met de huidige muur, kasteelpoort, slotgracht en binnenplaats van mijn binnenwereld?”.

 
Zonder een partner heb je juist de gelegenheid om van je privacy te genieten: er is niemand die van jou verlangt of eist dat je deelt wat er in je omgaat, en je hebt genoeg tijd en ruimte om alles met jezelf te delen wat jou bezighoudt.
Wel loop je dan op den duur het risico dat jij je eenzaam gaat voelen, of dat je het gevoel krijgt dat jij er altijd helemaal alleen voor staat. Als dat gebeurt, zul je moeten leren om in een gesprek je binnenwereld stukje bij beetje te delen naar een ander toe, zodat de ander zich ook stukje bij beetje kwetsbaar durft op te stellen naar jou toe. Of om voor jezelf de gesprekspartner, steun en toeverlaat te worden die je zoekt.

 
Aan de andere kant heb je als vrijgezel juist ook de gelegenheid om jezelf met veel mensen te delen: je hebt geen partner die jij in gezelschap steeds aandacht hoeft te geven, en kunt jezelf daardoor extra open stellen voor nieuwe contacten.
Wel loop je dan het risico dat sommige mensen misbruik maken van de dingen die ze over jou horen, of dat ze jou maar een kwebbelkous vinden die alleen maar over zichzelf praat. Als dat gebeurt, zul je moeten leren om op je intuïtie te vertrouwen wie je hoeveel over jezelf kunt vertellen. En om in gesprekken niet alleen te zenden maar ook te luisteren, en af te wegen wat je met jezelf wilt delen en wat je met anderen wilt delen …
 

Waarom jouw vrijgezellenleven de beste gelegenheid is om echt helemaal jezelf te worden

 

 
 
 
Geen relatie hebben is de beste gelegenheid om echt helemaal jezelf te leren worden! Om te leren doen wat je wil wanneer je dat wil. En om eerlijk uit te leren spreken wat je denkt, vindt, wilt en voelt.
Want in een relatie mag je bepaalde dingen niet zeggen en niet doen, en moet je aan de andere kant juist bepaalde dingen wel zeggen en wel doen, om te voorkomen dat je relatie op de klippen loopt.
En als vrijgezel heb je dat probleem lekker niet. Zolang je vrijgezel bent, word je door niemand meer beperkt. En kun je dus rustig de tijd en de ruimte nemen die je nodig hebt om te ontdekken en (naar jezelf toe) uit te leren spreken wat je denkt, vindt, wilt en voelt.

 
Tenminste, tot op zekere hoogte.
Want in een relatie met een partner word je niet door één iemand beperkt (alleen door je partner), maar door twee mensen: door je partner én door jezelf. Niet alleen je partner stelt namelijk bepaalde (on)uitgesproken eisen aan jou in jullie relatie, maar zelf stel je onbewust ook bepaalde eisen aan jezelf in jullie relatie.
En zodra je relatie stopt, zit je weliswaar lekker niet meer opgescheept met de eisen van je partner aan jou, maar nog wel met je eigen eisen aan jezelf.
Want ook als je relatie met een partner stopt, heb je nog steeds een relatie: een relatie met jezelf! En ook in de relatie met jezelf heb je zo je eigen verwachtingen van jezelf en je eigen eisen aan jezelf.

 
Echt helemaal jezelf worden begint dan ook met: al je eigen verwachtingen van jezelf en al je eigen eisen aan jezelf in je eigen tempo los leren laten.
Ongemerkt ben je jezelf de hele dag door namelijk aan het muilkorven, inhouden en aanpassen. Op je werk, in het gezelschap van anderen, maar ook in je eigen huis. Bepaalde dingen mág je niet van jezelf en andere dingen móet je juist van jezelf.
Met als gevolg dat je zo verstrikt raakt in je eigen geboden en verboden (in je verwachtingen, eisen, idealen en regels), dat je jouw eigen gevoelens en verlangens steeds meer over het hoofd ziet, steeds minder vaak en steeds minder lang bij jezelf stil blijft staan, en steeds meer het contact met jezelf verliest.
In je vrijgezellenleven heb je dan nog steeds even weinig vrijheid en ben je dan nog steeds even weinig jezelf als in een relatie. Terwijl je jezelf ook toestemming kunt geven om te worden wie je echt bent.

 
De komende week nodig ik jou uit om eens te kijken wat je allemaal van jezelf moet en wat je allemaal niet van jezelf mag. Oftewel, aan welke geboden en verboden jij je van jezelf allemaal moet houden, en door welke geboden en verboden jij nog niet echt helemaal jezelf kunt zijn.
Welke dingen horen in jouw ogen niet?
Wat vind je verkeerd, fout of slecht?
Wanneer vind je jezelf egoïstisch?
Welke dingen doe je vooral voor de buitenwereld?
Wat laat je na, uit angst om afgewezen te worden?
Wanneer doe je wat het verstandigst is, en niet waar je gevoel naar uit gaat?
Wanneer laat jij je door angst weerhouden?
Wanneer doe jij jezelf vrolijker en blijer voor dan je bent?
Wanneer doe je stoer, uit angst om je kwetsbaar te voelen?
En wanneer houd jij jezelf in en pas jij jezelf aan om geen conflict te krijgen?

 
De komende week naar je eigen geboden en naar je eigen verboden kijken is trouwens geen gebod en geen opdracht hoor 😉 En je hoeft jezelf ook niet elke keer op je kop te geven, zodra je merkt dat je van jezelf iets niet mag of iets moet!
Want naar je eigen geboden en verboden kijken is juist een mooie en prettige snelweg naar echt helemaal jezelf worden.
Zodra je merkt dat je iets van jezelf moet of iets niet mag van jezelf, kun je gewoon rustig kijken waarom je dat vindt. Vraag jezelf daarna af hoe het voelt (hoe comfortabel of hoe oncomfortabel) om dat iets te moeten of dat iets niet te mogen. Kijk vervolgens wat je denkt dat er gaat gebeuren als je jezelf toestemming geeft om niet te luisteren naar dat gebod of verbod. En kijk tot slot eerlijk wat je op dit moment het liefst wil, als je ook rekening houdt met de mogelijke gevolgen: juist niet of juist wel luisteren naar je eigen gebod/verbod.

 
En walla, elke keer dat je die 4 stapjes zet bij een gebod of verbod, ontdek je automatsch bij jezelf wat je vindt, voelt, denkt en wilt, en spreek je automatisch naar jezelf toe uit wat je vindt, voelt, denkt en wilt!
En zo kom je dus automatisch elke keer dichter bij jezelf. Ongeacht of je nou beslist om je wel of niet aan je eigen gebod of verbod te houden.
Alleen al het kijken naar je eigen geboden en verboden zorgt er al voor dat je meer jezelf wordt! En je geboden en verboden loslaten komt vanzelf wel een keer, zodra je in gaat zien dat echt helemaal jezelf zijn jou meer oplevert dan kost en daar echt aan toe bent …
 

Hoe je conflicten veroorzaakt door niets te zeggen en niets te doen wat conflicten kan veroorzaken

 

 
 
 
Als je onder mensen bent, is het altijd even oppassen wat je zegt en wat je doet. Want wat je zegt en wat je doet kan onbedoeld verkeerd uitgelegd worden of verkeerd vallen.
Vooral als je vertelt wat je voelt, vindt, wilt of denkt. En vooral als je iets wat jij doet of wilt, belangrijker maakt dan wat andere mensen doen of willen.
Het veiligste is dan ook om je binnenwereld zo min mogelijk te delen en om voor zo min mogelijk dingen te gaan.
Want hoe minder je zegt en hoe minder je doet, hoe minder conflicten je kunt krijgen. Toch?

 
Ja, dat zou je inderdaad zeggen hè.
Maar vreemd genoeg is het tegendeel waar!
Hoe minder je zegt en hoe minder je doet, hoe onzichtbaarder je wordt voor de mensen om je heen.
in eerste instantie vinden mensen dat wel prettig en makkelijk: je lijkt altijd stilzwijgend akkoord te gaan met alles wat zijzelf voorstellen, willen en vinden, en dus helemaal achter hen te staan.
Maar op een gegeven moment beseffen ze dat er iets niet klopt. Want iedereen heeft de hele dag door gevoelens, meningen, verlangens, gedachten en doelen. Jij hebt ze dus ook, zo weten ze. En tegelijkertijd merken ze dat jij er met geen woord over rept.
Daarnaast zijn er ook situaties waarin ze graag even willen weten wat jij voelt, vindt, wilt of denkt over iets. Zodat ze rekening met je kunnen houden, feedback krijgen of ze zelf wel op de goede weg zijn, door jouw kijk zelf op nieuwe ideeën komen, of een gezamenlijk probleem kunnen oplossen.

 
Door jouw gebrek aan profiel en aan zichtbaarheid worden ze onrustiger en onrustiger. Blijkbaar is er iets aan de hand, waardoor jij je in hun gezelschap in stilzwijgen hult. Vind jij het niet fijn om in hun gezelschap te zijn? Vertrouw jij hen niet? Hou jij misschien bewust wat achter? Of heb jij zelfs een verborgen agenda? Ze beginnen te piekeren, en krijgen maar geen grip op je.
Door die groeiende onrust worden ze steeds kriegeliger.
Ze gaan jou steeds meer vragen wat je voelt, vindt, wilt en denkt. Als dat niet helpt, gaan ze in jouw ogen irritante dingen zeggen of doen om bij jou een reactie uit te lokken. En levert dat niets op, dan worden ze boos.
En daar heb je ineens het conflict dat je juist dacht te kunnen voorkomen, door niets te zeggen en niets te doen wat conflicten kan veroorzaken!
 

Wat je kunt doen als je iets heel graag wilt doen of zeggen, maar dat fout, slecht of verkeerd vindt

 

 
 
 
Hoe meer je doet en zegt wat je graag wilt, hoe gelukkiger jij je voelt. Toch kun je als mens en als vrijgezel hoogstwaarschijnlijk genoeg redenen bedenken om niet alles te doen en niet alles te zeggen waar je blij van zou worden.
Eén van die redenen kan zijn dat je iets wat je graag wilt doen of graag wilt zeggen zelf afkeurt: je vindt het fout, slecht, verkeerd of niet horen (“Dat doe je toch niet!”).
Vervolgens word je boos op jezelf (“Hoe kan ik zoiets fouts/slechts/verkeerds nou willen!”), en onderdruk je dat verlangen meteen. Daarna lijkt het of je dat verlangen helemaal niet meer hebt en dat je er lekker vanaf bent, want doordat je het verdringt ben jij je er niet meer van bewust.
Maar in werkelijkheid heb je dat ‘foute/slechte/verkeerde’ verlangen in een laatje van je binnenwereld gestopt, en houd je de hele dag door onbewust dat laatje dicht, uit angst dat dit verlangen onverwachts weer naar boven komt.
En hoe langer je dat laatje dichthoudt, hoe langer dat verlangen onvervuld blijft, hoe groter en sterker dat verlangen wordt, en hoe moeilijker het wordt om het verlangen weg te drukken en te bedwingen. Met als gevolg dat het verlangen vroeg of laat zo’n sterke drang wordt, dat je er alleen nog maar vanaf kunt komen door het alsnog te vervullen: meestal op een heel ongelegen moment, en op een (veel) extremere manier dan nodig is omdat je het verlangen al zolang onderdrukt hebt.

 
Zelf had ik als volwassene bijvoorbeeld een periode dat ik met veel plezier terugdacht aan hoe ik als kind altijd zo genoot van met speelgoedsoldaatjes spelen.
En op een dag kwam er ineens het verlangen naar boven om als volwassene weer met soldaatjes te gaan spelen. Ik schrok me wild, en keurde dit verlangen meteen af: “Ik als volwassene met soldaatjes spelen? Geen denken aan! Ik ben toch niet kinderachtig!”. En: “Met soldaatjes spelen? Oftewel oorlogje spelen? Dat is wel iets heel agressiefs! Terwijl ik graag spiritueel wil zijn!”.
Ik had dit verlangen dan ook weer heel snel onderdrukt, en dacht er voortaan geen last meer van te zullen krijgen. Maar elke keer dat ik in het winkelcentrum langs een speelgoedwinkel liep of in de brievenbus een reclamefolder van een speelgoedwinkel zag, kwam dat verlangen toch weer naar boven. En ik merkte dat het verlangen steeds groter werd in plaats van steeds kleiner.

 
Zelf heb jij op dit moment misschien ook wel iets wat je heel graag zou willen doen of zeggen, maar waar jij je tegelijkertijd voor schaamt. Net zoals ik toen met die speelgoedsoldaatjes. En ook nu schaam ik me er eerlijk gezegd toch ook nog wat voor om dit over die speelgoedsoldaatjes op Facebook te zetten.
Om met je eigen ‘verboden’ verlangen om te gaan, kunnen de volgende stappen jou misschien verder helpen:

Stap 1: Kijk of je jouw verlangen wel echt zelf fout/slecht/verkeerd vindt

Als kind heb je onbewust veel oordelen van mensen om je heen overgenomen over wat wel en niet goed is, en over wat wel en niet hoort (vooral van ouders/verzorgers en docenten).
Ga dan ook nog eens goed na of je wel zelf degene bent die jouw verlangen afkeurt, of dat die afkeurende stem in jou eigenlijk de stem van iemand om jou heen is. Iemand wiens woorden je als waarheid aanneemt, zonder er zelf nog echt goed over nagedacht te hebben of jij het wel met hem of haar eens bent.
Bij deze stap besefte ik dat ik me zelf op z’n tijd graag jeugdig en speels wil kunnen gedragen, en zo nu en dan even gek wil kunnen doen, bijvoorbeeld met speelgoedsoldaatjes. Maar dat ik in gedachten mijn ouders naar mij zag kijken en hen hoorde zeggen: “Word nou eindelijk toch eens volwassen! Je bent toch geen kind meer!”. Dat oordeel was dus het oordeel van mijn ouders waar ik tot dan toe altijd geloof en waarde aan had gehecht, terwijl ik er zelf een hele andere mening over bleek te hebben. Daarnaast realiseerde ik me dat mijn oordeel over “agressief”en “spiritueel” wel mijn eigen mening was.

Stap 2: Kijk wat er in het allerergste geval kan gebeuren als je jouw verlangen toch zou gaan vervullen

Je verstand is er heel goed in om van een mug een olifant te maken. En om alles wat er in theorie allemaal zou kunnen gebeuren zodra je jouw verlangen toch zou gaan vervullen op te kloppen, op te blazen en te overdrijven. En voordat je er erg in hebt gaat je verstand helemaal op de loop met allerlei doemscenario’s.
Ga om je doemdenkende verstand tot rust te brengen dan ook eens na wat het aller-allerverschrikkelijkste is wat er zou kunnen gebeuren, zodra je jouw verlangen toch zou gaan vervullen.
In mijn geval was dat: dat iemand mij zou zien, en me uit zou gaan lachen en me belachelijk zou gaan maken.

Stap 3: Kijk hoe realistisch het is dat het allerergste echt zal gebeuren zodra je jouw verlangen toch vervult

Zodra je eenmaal weet wat het allerergste is wat er zou kunnen gebeuren bij het vervullen van jouw verlangen, weet je ook wat je allergrootste angst op dit gebied is.
En je kunt dan eens objectief nagaan hoe waarschijnlijk en hoe realistisch het is dat jouw allergrootste angst uit gaat komen.
In mijn geval was er inderdaad een kleine kans dat mijn ouders mijn huis zouden binnenkomen, precies op het moment dat ik toe zou geven aan mijn verlangen om met speelgoedsoldaatjes te spelen. Maar, zo besefte ik, ik kon wel de deur van mijn slaapkamer op slot doen, en daar hadden ze geen sleutel van.

Stap 4: Kijk of er een acceptabele mogelijkheid is om je verlangen toch te vervullen in je dagelijkse leven

Ga eens na of er iets is wat je zou kunnen doen om jouw verlangen toch te vervullen, zonder dat er gebeurt waar je het meest bang voor bent.
In mijn geval hadden mijn ouders geen sleutel van mijn slaapkamer, en kon ik de luxaflex dichtdoen voor mijn slaapkamerraam zodat ik geen inkijk had. In mijn slaapkamer zou ik dus wel ongestoord mijn verlangen kunnen vervullen.
Dat heb ik op een gegeven moment ook gedaan, nadat ik wel eerst mijn schaamte opzij moest zetten: ik heb me een paar keer helemaal uitgeleefd met speelgoedsoldaatjes, net zoals ik vroeger als kind zo vaak deed. Eerlijk gezegd deed het me goed om me weer even kind te voelen, in plaats van een volwassene met allerlei plichten en verantwoordelijkheden. En het wonderlijke was dat mijn verlangen na die paar keren uitleven helemaal vervuld was, en sindsdien niet meer is teruggekeerd!

Stap 5: Fantaseer dat je het verlangen in je dagelijkse leven vervult, als je geen acceptabele mogelijkheid ziet om dat in het echt te doen

Het vervullen van je verlangen in de werkelijkheid geeft de meeste bevrediging. Maar het kan zijn dat je (nog even) geen mogelijkheid ziet om je verlangen in het echt te vervullen, zonder dat je met je allergrootste angst geconfronteerd wordt.
In dat geval is er nog een andere manier om je verlangen te vervullen: namelijk in je fantasiewereld! Niemand anders kan in jouw fantasiewereld kijken, en in je fantasiewereld doe je niemand kwaad. Dus daar kun je ongestoord je verlangen vervullen, zo vaak en zo lang als je maar wilt!
Als ik geen slot op mijn slaapkamer had gehad, of als ik samen met andere mensen mijn huis had gedeeld (bijvoorbeeld met een eigen kind, familieleden of medebewoners) had ik soldaatje kunnen spelen in mijn eigen fantasiewereld. Zo vaak en zo lang als ik zelf had gewild. Zonder dat iemand dat kon zien en mij uit kon lachen. En zonder dat ik daar iemand kwaad mee deed of schade mee berokkende …
 

Goedkeuring van andere mensen verdienen is een signaal dat jij jezelf afkeurt

 

 
 
Zodra jij je in het gezelschap van een of meer mensen onwelkom, ongewenst, ongeliefd of onaantrekkelijk voelt, kun je onbewust de schuld bij jezelf gaan leggen, en bij jezelf gaan denken: “Er is blijkbaar iets mis met mij”.
Je gaat jezelf vervolgens met hen vergelijken, en komt dan meestal uit op 1 van de volgende conclusies: “Ik ben een heel ander persoon dan zij”, “Ik ben minder succesvol dan zij”, “Of ik sta te weinig klaar voor hen”.
Als je dan toch graag waardering, genegenheid of liefde van hen wil krijgen, dan probeer je hun goedkeuring te verdienen door jezelf te ‘repareren’: je probeert als persoon meer op hen te lijken (jezelf in te houden, aan te passen of anders voor te doen), je probeert successen te behalen waarmee je bij hen kunt scoren (een beter imago of betere prestaties), of je probeert zoveel mogelijk voor hen klaar te staan (ongevraagd of gevraagd).

 
Met goedkeuring verdienen ben je hoogstwaarschijnlijk al begonnen bij je ouders/verzorgers. En daarna op school, in je vriendschappen, in je liefdesrelaties, op je werk, en in het gezelschap van onbekenden.
Daar kun je zonder dat je het zelf doorhebt de rest van je leven mee bezig blijven. En hieronder zitten 2 gevoelens verscholen: schaamte en schuldgevoel. Je schaamt je voor je eigen persoonlijkheid, voor je eigen prestaties of voor je eigen ‘egoïsme’. En je voelt je schuldig als je daardoor in jouw eigen ogen andere mensen tekort doet (hen de dupe ervan laat worden).
Je keurt dus zelf je eigen persoonlijkheid, prestaties of behoeftes af, en vraagt vervolgens aan mensen buiten jouzelf goedkeuring door je voor hen uit te sloven.
En zeg nou zelf, ligt het dan eigenlijk niet meer voor de hand om de goedkeuring waar je zo naar smacht te vragen aan de persoon zelf die jou afkeurt: namelijk aan jezelf?
 

Hoeveel vertrouwen in andere mensen hebben jouw 9 Ikken?

 

 
 

Geen vertrouwen

Mensen halen me uit mijn kracht

Jouw Krachtige Ik is er volledig van overtuigd dat het slecht met haar afloopt zodra ze haar vertrouwen schenkt aan andere mensen.
Zodra mensen haar zwakke plekken ontdekken of sterker denken te zijn dan zij, zullen ze in haar beleving meteen toeslaan en haar benadelen, misbruiken of manipuleren.
Daarom zorgt ze ervoor dat ze krachtiger en energieker is dan de mensen om haar heen, en dat ze zich niet kwetsbaar opstelt. Ook doet ze alles zoveel mogelijk zelf en laat ze haar leven zo min mogelijk beïnvloeden door andere mensen.

Mensen leggen teveel beslag op me

Omgaan met mensen kost jouw Verstandige Ik teveel tijd, teveel energie en soms ook teveel geld. Tijd, energie en geld die ze hard nodig heeft om zichzelf alleen te kunnen redden.
Mensen hebben in haar beleving allerlei verwachtingen en eisen waar ze maar aan moet voldoen. Ook zijn ze meestal te subjectief, te onredelijk of te emotioneel, waardoor het moeilijker voor haar wordt om de feiten op een rijtje te krijgen. Of ze roepen emoties bij haar op, of erger nog, ze willen dat ze over haar emoties gaat praten. En door al die emoties kan ze haar hoofd er niet goed meer bijhouden.
Daarom trekt ze zich zoveel mogelijk terug: naar plekken zonder mensen, of in haar gedachtenwereld als ze niet meer aan gezelschap kan ontkomen.

Mensen wijzen me vroeg of laat af

Jouw Gevoelige merkt dat ze in bepaalde opzichten anders is dan andere mensen: aan de ene kant mist ze iets wat andere mensen wel lijken te hebben, en aan de andere kant vindt ze zichzelf uniek, speciaal, gevoeliger en minder oppervlakkig.
Daardoor voelt ze zich wel een buitenbeentje. En vroeg of laat zullen mensen er in haar beleving achter komen dat ze afwijkt, en haar gaan afwijzen omdat ze anders is.
Om de afwijzing van andere mensen voor te zijn, kopieert ze andere mensen zolang dat niet teveel tegen haar gevoel ingaat. Of laat ze juist duidelijk merken dat ze geen grijze muis is en dat voor haar niet dezelfde regels gelden.

 

Weinig vertrouwen

Vroeg of laat doen mensen me pijn of beperken ze me

Je Genietende Ik gaat graag met leuke mensen om.
Tegelijkertijd beseft ze dat mensen in de loop van de tijd dingen kunnen gaan zeggen of doen die haar pijn doen. Dat ze haar kunnen gaan beperken door haar te vertellen wat ze niet mag doen of juist moet doen. Of dat het gesprek met hen op een gegeven moment te serieus of te zwaar kan worden.
Dat kan vooral gebeuren bij mensen die ze lang ziet of die ze vaak ziet. Vandaar dat ze vaak niet al te lang blijft en maar eens in de zoveel tijd wat van zich laat horen.

Mensen zorgen vroeg of laat voor teveel onrust

Jouw Harmonieuze Ik wil graag dat er in een gezelschap geen onrust ontstaat, want onrust leidt onherroepelijk tot conflicten.
Maar ze moet continu alert zijn op de sfeer, want in haar beleving is die onrust er al gauw. Doordat mensen onderling teveel van elkaar verschillen, dingen te belangrijk maken, het niet eens zijn met elkaar, te heftig reageren, niet respectvol genoeg naar elkaar toe zijn, of zichzelf teveel op de voorgrond plaatsen.
En dan moet zij weer alles uit de kast trekken om de gemoederen te bedaren.

Mensen leggen de lat te laag

Jouw Perfectionistische Ik legt de lat hoog: als iets beter kan, dan moet het ook beter.
En de mensen om haar heen leggen in haar beleving de lat een stuk lager, en lopen er zelfs de kantjes vanaf. Of ze doen de verkeerde dingen, of dingen op de verkeerde manier.
Daarom doet ze alles zoveel mogelijk zelf, en laat ze zo min mogelijk over aan andere mensen. Want de juiste dingen horen op de juiste manier te gebeuren.

Mensen zetten zich te weinig in

Jouw Presterende Ik is ervan overtuigd dat ze alles kan bereiken wat ze maar wil, zolang ze zichzelf maar genoeg inspant.
Maar mensen om haar heen voelen zich in haar beleving meestal te weinig verantwoordelijk, werken niet hard genoeg, werken niet efficiënt genoeg, of willen teveel erkenning. Met als gevolg dat zij alsnog haar doelen niet bereikt, terwijl ze zelf al wel haar eigen actiepunten afgehandeld heeft.
Daarom doet ze alles zoveel mogelijk zelf. En als ze niet onder de medewerking van andere mensen uit komt, dan past ze zich zo aan hen aan dat ze alsnog haar zin krijgt met zo min mogelijk weerstand en emoties.

 

Veel vertrouwen

Mensen zijn mijn steun en toeverlaat

Jouw Beschermende Ik heeft meer vertrouwen in andere mensen dan in zichzelf. En als ze zelf maar loyaal genoeg is naar hen toe, dan zullen ze in haar beleving ook loyaal zijn naar haar toe.
Mensen om haar heen geven haar dan de duidelijkheid, bevestiging, adviezen en steun die ze zo hard nodig heeft om zichzelf veilig en zeker te voelen. Vooral in een groep met gelijkgestemde mensen: samen staat iedereen sterk en kan iedereen op iedereen terugvallen.
Wel controleert en test ze continu of de mensen om haar heen nog steeds betrouwbaar zijn. En zo nu en dan vallen er weer mensen van het voetstuk waarop ze hen gezet heeft.

Iedereen heeft mooie kwaliteiten

Jouw Behulpzame Ik ziet in alle mensen, wie of wat ze ook zijn, mooie kwaliteiten. Ook kwaliteiten waarvan ze zelf nog niet wisten dat ze die hadden.
En ze helpt mensen met alle liefde om deze kwaliteiten te ontdekken, te benutten en helemaal tot hun recht te laten komen.
 

De Kerst met andere mensen doorbrengen of alleen?

 

 
 
Zodra de Kerstdagen aanbreken, kom je onbewust voor een keuze te staan: ga ik beide Kerstdagen samen met andere mensen doorbrengen, ga ik één Kerstdag met andere mensen vieren, of blijf ik beide Kerstdagen alleen?
Jouw 9 Ikken hebben daar elk hun eigen kijk op. En hieronder kun je voor jezelf nagaan welke Ik jij dit jaar de doorslag hebt laten geven. Zat je eerst te twijfelen tussen 2 of 3 mogelijkheden, dan kun je hieronder zien welke 2 of meer Ikken toen met elkaar aan het discussiëren waren in je binnenwereld.

Beide dagen met andere mensen

  1. Jouw Perfecte Ik:
    “Ik vind dat ik de Kerst moet doorbrengen met andere mensen. Waarom ik dat vind, weet ik niet precies: het hoort gewoon zo, en zulke dagen in mijn eentje doorbrengen is verkeerd. Ongeacht wat andere mensen daarvan vinden.”
  2. Jouw Behulpzame Ik:
    “Het zou andere mensen goed doen als ik tijdens de Kerst bij hen ben. Want dan kan ik er voor hen zijn. Alleen blijven vind ik egoïstisch, want dan doe ik hen tekort.”
  3. Jouw Beschermende Ik:
    “Als mensen om me heen verwachten dat ik er ben met Kerst, dan moet ik flexibel zijn en de Kerst met hen doorbrengen. Misschien kan ik hen die dagen steun geven en geven ze mij ook steun. Bovendien wil ik niet uit de toon vallen, want de mensen om me heen vieren wel samen Kerst. Ook zou ik niet weten wat ik in mijn eentje tijdens de Kerst zou moeten doen.”
  4. Jouw Harmonieuze Ik:
    “Ach, het maakt me niet uit of ik de Kerst met andere mensen of alleen doorbreng. Door Kerst samen met andere mensen te vieren, worden ze niet ontevreden dat ik wegblijf en krijg ik in ieder geval geen conflict met hen. En ik houd erg van gezellig samenzijn, zeker in zo’n gezellige periode als de Kerst.”

Eén dag alleen en één dag met anderen

  1. Jouw Gevoelige Ik:
    “Kerst vieren met andere mensen vind ik zo’n cliché en ik zit niet te wachten op die oppervlakkige gesprekken. Ook is Kerstmis iets commercieels en dus nep.
    Maar als ik helemaal geen Kerst vier, kan ik afgewezen worden door de mensen om me heen. Dus vier ik één dag Kerst met een klein groepje mensen, zodat het persoonlijk en niet te massaal wordt. Ik doe die dag dan wel alsof ik net als zij van Kerst vieren hou.”
  2. Jouw Genietende Ik:
    “Eén dag Kerst vieren met andere mensen vind ik leuk. En als ik niet kom, bederf ik hun plezier. Want zij vinden het leuk als ik er even ben.
    Tegelijkertijd vind ik het een verplichting. En de andere Kerstdag wil ik graag de vrijheid hebben om andere leuke dingen te doen.”
  3. Jouw Krachtige Ik:
    “Ik ben graag bij mensen waar ik energie van krijg. En met z’n allen flink eten en drinken vind ik heerlijk, evenals pittige discussies.
    Tegelijkertijd wordt mijn dag dan wel erg door andere mensen beïnvloed: door wat ze zeggen en wat ze doen, vooral als ik bij hen op bezoek ben. De andere Kerstdag wil ik dan ook weer helemaal zelf de touwtjes in handen hebben.”
  4. Jouw Verstandige Ik:
    “Mezelf terugtrekken in mijn gedachtenwereld geeft mij energie, terwijl met mensen omgaan mij energie en tijd kost.
    Maar mensen reageren te heftig als ik er niet ben, en daarom breng ik één Kerstdag (of het liefst een klein deel daarvan) met hen door. Ik wek dan de indruk dat ik meedoe met hun gesprekken, maar ben ondertussen dingen aan het uitdenken.”
  5. Jouw Presterende Ik:
    “Het is goed voor mijn imago om om één Kerstdag met andere mensen door te brengen. Ik kan hen dan ook meteen vertellen over de doelen die ik de afgelopen tijd heb bereikt. En dit is een mooie kans om te netwerken en om meer medewerking te krijgen voor mijn volgende doelen.
    De andere Kerstdag gebruik ik om verder te gaan met mijn doelen, want anders raak ik te ver achter.”

Beide dagen alleen

  1. Jouw Verstandige Ik:
    “Kerst vieren met andere mensen kost mij energie en tijd. En daardoor kom ik aan het eind van de dag misschien energie en tijd tekort om mezelf te redden. Ook vertellen mensen met Kerst vaak dingen die ik al weet. En met Kerst doen mensen zo emotioneel.”
  2. Jouw Krachtige Ik:
    “Ik heb geen vertrouwen meer in andere mensen: zodra ze de kans hebben, proberen ze me te benadelen of te misbruiken, en dat laat ik niet gebeuren. Daarom ben ik liever alleen met de Kerst, zodat ik niet teleurgesteld raak en in mijn kracht blijf.”
  3. Jouw Genietende Ik:
    “Kerstdagen zijn voor mij vrije dagen, waarop ik alles kan doen wat ik wil. Ik grijp deze gelegenheid dan ook aan om er lekker in m’n eentje van te genieten.”

 

Een pijnlijke gebeurtenis is een uitnodiging om je masker af te zetten en je ware gezicht te laten zien

 

 
Als kind merkte je waarschijnlijk al gauw dat het leven niet altijd gaat zoals je wil: je kreeg en krijgt lang niet altijd de invloed, de zekerheid en de waardering die je zoekt.
Elke keer dat je niet krijgt wat je verwacht, voel je emoties die je niet wil hebben: teleurstelling, frustratie en gekwetstheid.
En om die pijn niet te hoeven voelen verborg en verberg je die pijn onbewust voor jezelf en voor de mensen om je heen: door je pijn bijvoorbeeld te onderdrukken, te ontkennen, af te zwakken, goed te praten, onbelangrijk te maken of te verdoven.

Je pijn verbergen helpt je op het moment zelf: het voorkomt dat je iets moet voelen wat je niet aankunt of waarmee je niet om weet te gaan.
Maar daarna gaat het verbergen van die pijn tegen je werken. Want elke keer dat er iets gebeurt wat je aan die vervelende gebeurtenis doet herinneren, rijt dat die oude wond weer open. En je voelt dan niet alleen de verse pijn van de nieuwe gebeurtenis, maar ook de onverwerkte pijn van de oude gebeurtenis, en van alle vergelijkbare gebeurtenissen tussen de oude en nieuwe gebeurtenis in.
Met andere woorden, in plaats van de pijn van een oude gebeurtenis te doorvoelen en los te laten, laat je die pijn in de loop van de tijd meer en meer opstapelen. Waarna je elke keer weer extra hard je best doet om die grotere opgestapelde pijn te verbergen voor jezelf en anderen. Totdat de pijnemmer zo vol is dat ie overstroomt. En meestal op een heel ongeschikt moment komt de pijn er dan alsnog uit, en voel jij je erdoor overmeesterd en overspoeld.

Door jezelf en anderen wijs te maken dat je niet of nauwelijks geraakt wordt door een pijnlijke gebeurtenis, doe je jezelf anders voor dan je bent en zet je als het ware een masker op: bijvoorbeeld een stoer, onbewogen, objectief, beleefd of vrolijk gezicht.
En zolang je dat masker draagt, blijf je onbewust bang dat iemand (zoals een nieuwe partner) toch een keer door je masker heen prikt, en de pijn ziet die eronder weggestopt zit. Want hoe vertrouwd, comfortabel en natuurlijk dit masker op den duur ook lijkt te voelen, diep in je hart weet je maar al te goed dat dit een masker en niet je ware gezicht is.

Maar het hoeft niet eindeloos zo te blijven gaan.
Zodra er weer iets vervelends gebeurt kun je er ook voor kiezen om te stoppen met het verbergen van je pijn. Om je pijn serieus te nemen en er met jezelf of een ander over te praten.
Dat voelt zeker in het begin onwennig en oncomfortabel. Maar op dat moment is het makkelijker te doen dan wanneer je er weer pijn bovenop laat stapelen van soortgelijke gebeurtenissen. En hoe goed je de pijn ook tegen probeert te houden, vroeg of laat komt die pijn er toch wel een keer uit. Op een ongecontroleerde manier, terwijl je nu de kans hebt om het op een gecontroleerde manier te laten gebeuren.

Door je masker stukje bij beetje af te zetten, en met jezelf en andere mensen te leren praten over pijnlijke gebeurtenissen, krijg je een steeds beter contact met jezelf en de mensen om je heen.
Ook helpt dit je om de pijn die je onder je masker hebt weggestopt te verwerken, een plekje te geven en los te laten. Zodat vergelijkbare gebeurtenissen je niet of nauwelijks meer zullen raken, en je meer van je vrijgezellenleven gaat genieten.
Verder raak je hierdoor je angst voor oude pijn, voor nieuwe pijn en voor het verliezen van je masker kwijt, en durf jij je steeds meer voor jezelf en andere mensen open te stellen. Zodat jij je steeds minder eenzaam voelt.
En tijdens het verwerken van je pijn ontdek je eveneens welke dingen belangrijk voor je zijn, zodat je als vrijgezel steeds makkelijker je behoeftes, wensen en dromen kunt vervullen.

Pijnlijke gebeurtenissen worden vanaf dat moment dan niet alleen maar vervelend, maar ook nuttig: ze maken je bewust van je masker en helpen je om in je eigen tempo scheurtjes in je masker te maken. Zodat je steeds meer contact krijgt met je ware gezicht, dat er onder je masker naar smacht om gezien, gehoord, erkend en begrepen te worden …
Tips voor dit alles kun je vinden in mijn gratis E-book “Van onvrede naar totale bevrediging en innerlijke vrede!”, over de 7 verdiepingen van je vrijgezellenleven.
Op de tweede verdieping leer je om je pijn steeds minder te verbergen en steeds meer toe te laten.
Op de derde verdieping ontdek je hoe je jouw pijn blijvend kunt verwerken, en hoe je alsnog de behoeftes kunt vervullen die onvervuld bleven tijdens pijnlijke gebeurtenissen.
Op de vierde verdieping leer je om je angst voor oude pijn, voor nieuwe pijn en voor het verliezen van je masker kwijt te raken.
En op de vijfde verdieping van je vrijgezellenleven kom je erachter hoe je jouw masker in je eigen tempo stap voor stap af kunt zetten.

 

Hoe je onbewust je lichaam zo blokkeert dat je nog maar weinig energie overhoudt

 

 
Als persoon heb jij allerlei behoeftes. Maar als lichaam mag je die van jezelf niet allemaal bevredigen.
Je lichaam mag van jou bepaalde dingen niet doen en niet zeggen, om bepaalde risico’s (bijvoorbeeld op falen of afwijzing) te voorkomen.
En je lichaam moet van jou bepaalde dingen doen en zeggen om jezelf te verdedigen tegen oncomfortabele gebeurtenissen (bijvoorbeeld zich beheersen, zich aanpassen, zich verontschuldigen of zich terugtrekken).

Onbewust blokkeer je jouw lichaam dan ook met allerlei geboden (“Je moet …”) en verboden (“Je mag niet”).
En het kost jou zonder dat je het doorhebt veel energie om de hele dag door je lichaam tegen te houden en tot dingen te dwingen. Energie die je niet meer kunt stoppen in je dagelijkse leven. Waardoor het kan lijken alsof je elke dag te weinig energie hebt om je zelfstandig te kunnen redden.
Door allerlei gebeurtenissen te vermijden en af te weren, blijft bovendien een (groot) deel van jouw leven ongeleefd: je doet geen dingen meer waarbij de kans op risico’s te groot is of waarbij het nodig is om (een beetje) uit je comfortzone te stappen. Daardoor bevredig jij je behoeftes slechts gedeeltelijk, of ontzeg jij je zelfs bepaalde behoeftes. Met als gevolg dat je minder dingen doet die jou energie geven en dat je minder levenslust hebt.

Op de eerste verdieping van je vrijgezellenleven mag jouw lichaam alleen dingen doen die geen risico voor je overleving zijn, of waarbij jij je op alle mogelijke scenario’s voorbereid hebt.
Je houdt je lichaam steeds tegen, en trekt jezelf uit angst of onzekerheid het liefst terug in je binnenwereld. Het kost je dan al veel energie om je op je lichaam en buitenwereld te concentreren. En nog meer energie om je continu voor te bereiden op alles wat er mis kan gaan.
Of je dwingt je lichaam om zo hard te werken om te overleven, dat je jezelf opoffert en jezelf alle pleziertjes ontzegt. Je lichaam raakt uitgeput en na verloop van tijd ligt een burn-out op de loer.

Op de tweede verdieping mag jouw lichaam alleen aangename dingen doen. Ook moet jouw lichaam stoppen met dingen zodra ze onaangenaam worden of aan de lopende band leuke dingen doen.
Je krijgt in eerste instantie veel energie van de leuke dingen die je doet. Maar je gejaagdheid, je ongeduld, je opgekropte pijn, je genegeerde verplichtingen en je uit de hand gelopen problemen vergen vervolgens alsnog veel energie.

Op de derde verdieping mag jouw lichaam zich bepaalde gebeurtenissen uit het verleden niet meer herinneren, en het onderdrukken van die herinneringen kost jou ongemerkt de hele dag door veel energie.
Je lichaam moet de behoeftes van andere mensen vervullen. Zodat er niet of nauwelijks meer energie overblijft voor de vervulling van je eigen behoeftes. En op den duur geef je jezelf leeg.
Of je lichaam moet van jou aan de lopende band doelen bereiken. Op den duur wordt je daardoor bekaf en brand je op.

Op de vierde verdieping van je vrijgezellenleven mag jouw lichaam geen dingen doen waar jij een negatief oordeel over hebt. En dwing jij je lichaam continu om aan je normen te voldoen. Je wordt steeds zo geleefd door je oordelen en normen dat er nog nauwelijks dingen overblijven waar je energie van krijgt.
Of je vindt alles best en maakt alles even onbelangrijk. Waardoor er niets meer overblijft waar je voor wil gaan en wat jou energie geeft.
Op de vijfde verdieping mag jouw lichaam geen dingen doen of zeggen die onrust en conflicten in je buitenwereld kunnen oproepen. Je houdt je lichaam steeds tegen en wordt op den duur futloos.
Of je lichaam mag zich van jou door niets en niemand meer laten tegenhouden. Je overschat je draagkracht en laat je lichaam over haar grenzen gaan. Waardoor je op den duur ziek kunt worden, blessures kan krijgen of opgebrand kan raken. Ook creëer je dan vaak weinig draagvlak in je omgeving, zodat je veel energie kwijt bent aan de weerstand en emoties van andere mensen.