Hoe jouw tijdrovende en oncomfortabele gevoelens je veel tijd kunnen besparen en jouw leven een stuk comfortabeler kunnen maken

 

 
 
 
Aandacht aan je gevoelens (emoties) besteden kan op het eerste gezicht veel tijd kosten en daarom tijdsverspilling lijken.
Bijvoorbeeld als je tegenzin of weerstand voelt terwijl je bezig bent met verplichtingen. Als je een bepaald doel wilt bereiken, en je door je gevoelens niet meer doelgericht en efficiënt kunt zijn. Als je wilt achterhalen hoe iets zit, en je door je gevoelens niet meer objectief kunt zijn en niet meer helder kunt nadenken. Of als je een beslissing wilt nemen, en je door je gevoelens maar blijft twijfelen of je maar niet aan je voornemens kunt houden.
Ook vind je veel gevoelens waarschijnlijk oncomfortabel, en zit je er alleen daarom al niet echt op te wachten om lang bij je gevoelens stil te staan. Bijvoorbeeld als je plezier wilt maken, of als je dingen voelt die bij de mensen om je heen voor onrust, conflicten of afwijzing kunnen zorgen.

 
Het kan daarom lijken alsof je alleen maar last hebt van je gevoelens (emoties): ze vertragen je, ze belemmeren je en ze zorgen er ook nog eens voor dat jij je oncomfortabel voelt.
En je zou dan ook zeggen dat je dus beter maar helemaal geen aandacht meer aan je gevoelens kunt besteden: als je ze negeert, onderdrukt of ontkent, dan functioneer je alleen maar beter.
Toch is het bijzondere juist dat jouw op het oog tijdrovende gevoelens je heel veel tijd kunnen besparen. En dat jouw op het oog oncomfortabele gevoelens er juist voor kunnen zorgen dat je leven een stuk comfortabeler wordt!

 
Jouw gevoelens (emoties) zijn namelijk een gevoelige graadmeter (gevoelige waarschuwingslampjes) die aangeven hoe goed jij op dat moment jouw behoeftes bevredigt.
Voel jij je comfortabel, dan zijn op dat moment al jouw behoeftes bevredigd.
Voel jij je oncomfortabel, dan zijn op dat moment een of meer behoeftes nog niet bevredigd. Een behoefte is iets wat je wilt én nodig hebt, wat je niet vast kunt pakken, en wat je in 1 à 2 woorden kunt samenvatten, zoals: liefde, plezier, succes, harmonie, ontspanning, stabiliteit, rust, afwisseling, echtheid, onafhankelijkheid, veiligheid, kracht, waardering, bevestiging, steun, gezien worden, gehoord worden, begrepen worden, erkend worden, ertoe doen en nodig zijn.

 
Hoe meer behoeftes van jezelf je weet te bevredigen, hoe gelukkiger jij je voelt. En je kunt je behoeftes uiteraard pas vervullen, zodra je weet wat je behoeftes zijn.
Maar hoe kom je er nou achter welke behoeftes je precies hebt?
Nou, door duizenden uren lang boeken te lezen, cursussen te volgen, ingewikkelde stappenplannen te volgen, jezelf binnenste buiten te keren en te mediteren!
Nee hoor, ik zit je maar wat te plagen 😉
Het goede nieuws is namelijk juist dat je al deze dingen NIET nodig hebt om al je behoeftes te ontdekken.
Het is al genoeg om in de gaten te houden wat je voelt, en om jezelf bij elk gevoel nieuwsgierig af te vragen wat je op dat moment nodig hebt!
Ben je boos, dan wil je over het algemeen minder beïnvloed worden, en meer invloed, controle of macht hebben. Ben je bang, dan wil je over het algemeen meer duidelijkheid of zekerheid hebben. Voel jij je beschaamd, dan wil je over het algemeen meer waardering of minder afwijzing. En ben je verdrietig, dan mis je over het algemeen iets wat je kwijtgeraakt bent, of iets wat je tot nu toe nog te weinig hebt ervaren.

 
Goed letten op wat je voelt, is in mijn ervaring de allersnelste manier om te ontdekken wat je behoeftes zijn: veel sneller (en goedkoper!) dan bijvoorbeeld boeken lezen, cursussen volgen, stappenplannen volgen, jezelf binnenste buiten keren of mediteren!
Hoe eerder je weet wat je behoeftes zijn, hoe sneller je ze kunt bevredigen, en hoe sneller je een comfortabeler leven kunt gaan leven. En na elke behoefte die je weet te bevredigen, voel jij je sowieso comfortabeler.
Die op het oog tijdrovende en oncomfortabele gevoelens van jou zijn dus toch zo slecht nog niet hè 😉 !
Want dankzij hen ben je nu juist in de gelegenheid om zo snel mogelijk je behoeftes te ontdekken en te bevredigen, en om zo snel mogelijk een comfortabeler leven te leiden …
 

Hoe aantrekkelijk je bent hangt af van het uithangbord dat je als het ware altijd om je nek hebt

 

 
 
 
Krijg je als vrijgezel regelmatig aandacht van mannen of vrouwen, dan voel jij je aantrekkelijk en vind je het prima om vrijgezel te zijn.
Maar als je nauwelijks of geen aandacht van anderen krijgt, dan steekt dat. Onbewust ga je dan denken dat je onaantrekkelijk bent. Met als gevolg dat je jezelf minderwaardig kunt gaan voelen en dat je ervan baalt dat je nog steeds vrijgezel bent.

 
Ben je extravert (een doener of een prater), dan denk je dat mensen om je heen je uiterlijk, je gedrag of je maatschappelijke status onaantrekkelijk vinden. Ben je introvert (een denker, voeler, dromer of een idealist) dan denk je dat je karakter onaantrekkelijk is.
In beide gevallen is de kans groot dat je jezelf net zolang probeert te veranderen totdat je wél weer in de smaak valt bij andere mensen.
Als extraverte (op de buitenwereld gerichte) vrijgezel ga je dan bijvoorbeeld op zoek naar een ander kapsel, andere kleding, een slanker of gespierder lichaam, andere make-up, meer rijkdom, meer succes, een ander imago, of zelfs botox of cosmetische chirurgie.
En als introverte (op de binnenwereld gerichte) vrijgezel probeer je bijvoorbeeld vrolijker, spontaner, boeiender, zelfverzekerder of stoerder over te komen: door jouw karakter te veranderen (via boeken, trainingen of zelfkritiek) of door jezelf anders voor te doen dan je bent.

 
Soms lijkt je metamorfose een tijdje te helpen, en ben je blij met de aandacht die je nu eindelijk wél krijgt. Maar meestal is dit maar van korte duur en zijn je pogingen gedoemd om te mislukken. Ongeacht hoeveel tijd, energie en geld je er ook in stopt.
Want als vrijgezel straal je onbewust altijd uit wat je van jezelf vindt. Op elk moment van de dag heb je dus als het ware een uithangbord om je nek hangen met daarop ongezouten en ongecensureerd je eigen mening over jezelf!

 
Ben je ontevreden over jezelf, dan straal je dat onbewust uit in je buitenwereld, ongeacht hoeveel moeite je ook doet om dat te verbergen of te verbloemen. En dan staat er op je uithangbord om je nek met koeieletters: “Ik ben onaantrekkelijk: …”, met achter de dubbele punt al je negatieve oordelen over jezelf (zoals: “lelijk, saai, onzeker, verlegen en sloom”).
De mensen om je heen zien dat uithangbord (voelen onbewust aan wat je uitstraalt, en dus wat je over jezelf denkt), en gaan daar onbewust extra op letten. Met als gevolg dat ze dan ook eerder de negatieve dingen bij jou denken te herkennen die ze op dat uithangbord zien staan.

 
Het omgekeerde geldt ook. Ben je juist tevreden over jezelf, dan straal je dat onbewust uit in je buitenwereld, ongeacht hoeveel moeite je ook doet om dat te verbergen of te verbloemen. En dan staat er op je uithangbord om je nek met koeieletters: “Ik ben aantrekkelijk: …”, met achter de dubbele punt al je positieve oordelen over jezelf (zoals: “leuk, vriendelijk, boeiend, zelfverzekerd en grappig”).
De mensen om je heen zien dat uithangbord (voelen onbewust aan wat je uitstraalt, en dus wat je over jezelf denkt), en gaan daar onbewust extra op letten. Met als gevolg dat ze dan ook eerder de positieve dingen bij jou denken te herkennen die ze op dat uithangbord zien staan.

 
Als je het gevoel hebt dat je in welk opzicht dan ook onaantrekkelijk bent, neem dan eens de tijd om te kijken wat er op dat uithangbord zou kunnen staan dat jij op elk moment van de dag om je nek hebt hangen (oftewel: wat je van jezelf vindt, en dus onbewust ook altijd naar andere mensen toe uitstraalt).
Kijk daarna eerlijk met welke negatieve oordelen over jezelf je het echt eens bent. Want als je echt goed naar jezelf én naar die oordelen kijkt, dan blijkt die lelijke grote puist in je uiterlijk of in je innerlijk vaak maar een klein (en misschien zelfs wel schattig) pukkeltje te zijn.
En kijk vervolgens wat je nodig hebt om te aanvaarden dat je uiterlijk, je gedrag, je karakter en je maatschappelijke status op dit moment (en in jouw eigen ogen!) zo zijn.

 
Zodra je dat doet, verandert je uithangbord “Ik ben onaantrekkelijk: …” automatisch in het uithangbord “Ik ben aantrekkelijk. Punt!”.
Waarna je op een gegeven moment gaat merken dat mensen om je heen steeds positiever op je reageren. Zonder dat je jezelf daarvoor hebt hoeven uitsloven. En vooral ook: zonder dat je daarop uit was! Want je accepteert jezelf sowieso toch al, ongeacht wat andere mensen ook over je zeggen en hoe ze ook op jou reageren …
 

Als we andere mensen helpen, doen we dat onbewust ook altijd om er zelf beter van te worden

 

 
 
 
Als we andere mensen helpen, dan geloven we graag dat we dat puur en alleen voor de ander doen.
Dat we puur en alleen uit liefde, genegenheid of medeleven klaar staan voor anderen, en omdat we het hen zo gunnen.

 
Maar helaas, we zijn geen van allen zo onbaatzuchtig als we denken, hopen en zouden willen: zelfs moeder Theresa was in werkelijkheid niet onbaatzuchtig.
Want hoe erg we een ander misschien ook onze hulp gunnen, we helpen onbewust ook altijd omdat we er zelf beter van worden: mensen helpen vervult altijd één of meer behoeftes van onszelf.
Het ‘bewijs’ hiervoor is het fijne en bevredigende gevoel dat we aan helpen overhouden. Zou mensen helpen geen enkele behoefte van ons bevredigen, dan voelden we na afloop geen enkele bevrediging, bleven we met een onbevredigend gevoel achter, en zouden we er voortaan geen tijd en geen energie meer aan besteden.

 
Op het eerste gehoor klinkt “zelf beter worden van anderen helpen” erg ‘egoïstisch’ en ‘fout’: alsof we mensen alleen maar uit eigenbelang helpen, en onze hulp daardoor geen enkele waarde heeft. En dit besef is nou ook niet echt goed voor ons zelfbeeld en voor onze eigenwaarde, want het liefst zijn we 100% onbaatzuchtig.
Maar gelukkig ligt het iets genuanceerder: we helpen anderen over het algemeen omdat we het hen gunnen én omdat het ons een fijn gevoel oplevert. En zag nou zelf, wat is er eigenlijk op tegen als niet alleen anderen, maar ook wijzelf baat hebben bij de hulp die we geven?

 
Vooral dit kan andere mensen helpen ons onbewust opleveren:

  1. Het gevoel dat we iets bijdragen, iets toevoegen, een verschil maken, iets betekenen of er toe doen.
  2. Het gevoel dat we iets te bieden hebben, capabel zijn of competent zijn.
  3. Plezier of genot.
  4. Het gevoel dat we iets bereiken, succes hebben of ergens in slagen.
  5. Het gevoel dat we iets goeds doen, verbetering brengen in een situatie, of de wereld weer iets beter maken.
  6. Meer energie.
  7. Gezelligheid.
  8. Creativiteit.
  9. Diepgang of verdieping in onze sociale contacten.

 

Bevrijd jezelf van alle verplichtingen in 3 eenvoudige stappen

 

 
 
 
Als vrijgezel ken je misschien wel het gevoel dat je (regelmatig/steeds) geleefd wordt: je moet op tijd naar bed, op tijd uit bed, op tijd eten en drinken, geld verdienen, boodschappen doen, koken, de afwas doen, dingen opruimen, je huishouden doen, je administratie doen, regelmatig contacten met andere mensen onderhouden (al dan niet via social media), jezelf schoonhouden, er steeds voor zorgen dat je er toonbaar uitziet, en regelmatig naar de wc.

 
Op zulke momenten heb je het gevoel dat je bepaalde dingen móet doen, en dan meestal ook nog op een bepaald moment (over het algemeen: nu of vandaag) en/of op een bepaalde manier: “Ik moet nu de was opvouwen op mijn standaardmanier!”.
Op het eerste gezicht lijkt het alsof de buitenwereld jou deze dingen oplegt en dicteert: je lichaam, je huis, de maatschappij, je baas, de mensen om je heen enzovoort.
Maar in werkelijkheid ben jíj altijd zelf degene die jou deze dingen oplegt.
Want of mensen nou hoog of laag springen, en met wat ze ook dreigen, je bepaalt altijd zelf of, wanneer en onder welke voorwaarden je “Ja” zegt tegen hun verwachtingen/eisen. En in veel gevallen vul jij zelf in dat mensen dit of dat wel van jou zullen verwachten/eisen, zonder dat je bij hen checkt of dat wel echt zo is.
Moet je iets van jezelf wat niet door iemand anders verwacht of geëist wordt, dan verwacht of eis je het van jezelf. En zodra je die eis of verwachting van jezelf laat vallen, zie je iets niet meer als verplichting.

 
Zo is geld verdienen (via werk of via een uitkering met sollicitatieplicht) iets waar je in deze maatschappij niet aan ontkomt. Maar zelf heb je “Ja” gezegd tegen die baan bij dat bedrijf. En binnen je werk heb je vaak toch nog (enige) vrijheid/speelruimte: zelf (een deel van) je werkdag indelen, zelf bepalen hoe je opgelegde taken uitvoert, flexibele werkuren, thuis werken, keuze tussen ochtend-/middag-/avond-/nachtdiensten, vrije tijd kopen en/of minder uren werken. Bij een sollicitatieplicht voor je uitkering bepaal je zelf wanneer, hoe lang achter elkaar, bij welke bedrijven, op welke manier en hoe grondig/uitgebreid/serieus je solliciteert.
Aan het huishouden, boodschappen doen, afwassen, opruimen, eten bereiden en je administratie ontkom je ook niet. Maar je bepaalt zelf hoe vaak, hoe lang achter elkaar, wanneer, op welke manier en hoe grondig/uitgebreid je dat doet.
Dingen als eten, drinken en naar de wc gaan kun je vaak nog wat uitstellen, want de drang of noodzaak wordt meestal langzaam groter. En bij jezelf wassen/douchen en jezelf toonbaar maken bepaal je zelf hoe vaak, hoe lang achter elkaar, wanneer en hoe grondig/uitgebreid je dat doet.

 
Soms leg je jezelf bepaalde dingen op om een reden waar je zelf achter staat en in dat geval kun je er gewoon mee doorgaan.
Maar vast en zeker doe je dat ook vaak zonder reden of om een reden die als je wat beter kijkt niet blijkt te kloppen. En in dat geval maak je jouw vrijgezellenleven een stuk prettiger door die verplichtingen lekker te laten vallen, zodat je opluchting, en meer rust, ruimte, vrijheid en ontspanning, voelt.
Hier zijn 3 stappen waarmee je kunt ontdekken of een verplichting iets is wat je jezelf onnodig oplegt en dus kunt loslaten, of iets waar je zelf echt achter staat:

 

Stap 1: Vraag jezelf “Moet ik dit van mezelf of van een ander?”

Zodra je met een verplichting geconfronteerd wordt, denk je meestal alleen nog bij jezelf dat het moet. Zonder jezelf af te vragen van wíe dat eigenlijk moet. Moet het van jezelf, omdat je er zelf achter staat, er behoefte aan hebt of denkt dat het jou iets oplevert? Of moet het niet van jezelf, maar van iemand uit je heden of verleden zoals je (al dan niet nog levende) ouders of docenten, of volgens een regel, procedure, voorschrift, religie, levensbeschouwing of cultuur?
Levert deze verplichting jou niets op (ook geen goedkeuring van anderen), en doe je het alleen maar omdat het nou eenmaal zo hoort, omdat je het nou eenmaal zo gewend bent, omdat ‘iedereen’ om je heen het ook doet, of omdat het nu eenmaal traditie is, laat de verplichting dan los: het dient je niet (meer) en levert je alleen maar stress op.
Als je er zelf wel achter staat, er behoefte aan hebt of denkt dat het jou iets oplevert, ga dan naar de volgende stap.

 

Stap 2: Vraag jezelf “Wat levert het mezelf in het allerbeste geval op als ik dit wel in mijn leven doe?” en “Wat kan er in het allerergste geval gebeuren als ik dit nooit meer doe?”

Als deze verplichting iets is wat je zelf echt nodig vindt en niet iets wat je van anderen overgenomen hebt, kijk dan of het echt zo nodig en belangrijk is als je dacht, en stel jezelf deze 2 vragen.
Kun je niets bedenken wat deze verplichting jou in het allerbeste geval oplevert, of wat het jou in het allerergste geval kost als je het nalaat, laat de verplichting dan los: het dient je niet (meer) en levert je alleen maar stress op.
Kun je wel het grootste voordeel als je het wel doet bedenken en/of het grootste nadeel als je het niet meer doet, kijk dan of dat voordeel en dat nadeel echt zo groot zijn dat jij jezelf daarvoor zo moet opjagen en zo onder druk moet zetten (bijvoorbeeld bij altijd een dop op de tandpasta doen).
Zijn het voordeel en het nadeel kleiner dan je stress, laat de verplichting dan los, zodat je meer rust, ruimte, vrijheid en ontspanning voelt.
Weegt het voordeel of het nadeel wel op tegen je stress, en moet dit in jouw ogen echt gebeuren, ga dan naar de volgende stap.

 

Stap 3: Vraag jezelf “Wat levert het mezelf in het allerbeste geval op als ik dit nu of op deze manier doe?” en “Wat kan er in het allerergste geval gebeuren als ik dit op een ander tijdstip of op een andere manier doe?”

Als deze verplichting iets is wat echt een keer moet gebeuren, kijk dan of het echt zo dringend en vastomlijnd is als je dacht, en stel jezelf deze 2 vragen.
Kun je niets bedenken wat deze verplichting jou in het allerbeste geval oplevert als je het nu of op deze manier doet, of wat het jou in het allerergste geval kost als je het een andere keer of op een andere manier doet, laat de verplichting dan los: het dient je niet (meer) en levert je alleen maar stress op.
Kun je wel het grootste voordeel als je het nu of zo doet bedenken en/of het grootste nadeel als je het niet nu of niet zo doet, kijk dan of dat voordeel en dat nadeel echt zo groot zijn dat jij jezelf daarvoor zo moet opjagen en zo onder druk moet zetten (bijvoorbeeld nu afwassen).
Zijn het voordeel en het nadeel kleiner dan je stress, laat de verplichting dan los, zodat je meer rust, ruimte, vrijheid en ontspanning voelt.
Weegt het voordeel of het nadeel wel op tegen je stress, en is dit iets wat echt nu en echt op deze manier moet gebeuren. En dus ook iets wat je nu graag wilt en dus geen verplichting meer! Ga het dan gewoon doen en kijk eventueel wat je nog kunt bedenken om het leuker te maken (bijvoorbeeld een lekker muziekje opzetten, en eventueel wat dansen 🙂 , tijdens het strijken) …
 

Hoe een gevoel van machteloosheid toen je partner jou dumpte je leven onnodig kan beheersen, en wat je daaraan kunt doen

 

 
 
 
Op het moment dat je partner het met jou uitmaakte (jou dumpte), voelde jij je onbewust onmachtig, machteloos, kwetsbaar of zwak.
Jouw partner bepaalde zelfstandig en eigenhandig dat ie jou of de relatie niet meer wilde, en gooide jou dat als mededeling voor de voeten.
En door dat te doen, ontnam ie jou de mogelijkheid om nog verder te gaan met deze relatie en om er samen nog wat moois van te maken. Jullie relatie en jullie gezamenlijke toekomstplannen spatten in één keer dan ook als een zeepbel uit elkaar.
Vanaf dat uitmaakmoment had niet jijzelf maar jouw partner de touwtjes en de macht in handen. Want hoe jij ook op dit nieuws reageerde en wat je ook uit de kast haalde om ‘m van gedachten te laten veranderen, je partner bepaalde helemaal zelf of ie wel of niet nog terug zou komen op z’n besluit.
Met andere woorden, je partner was de winnaar en jij de verliezer.

 

Je eerste impuls: de relatie weer herstellen, repareren of lijmen

Zo door iemand benadeeld worden of als een wegwerp-artikel weggegooid worden, zonder dat je zelf inspraak hebt en zonder dat je controle hebt over wat er verder gebeurt, doet flink pijn en is slecht voor je zelfvertrouwen.
Je eerste impuls was dan ook om woedend te worden: “Waar slaat dit op?”, “Hoezo dan?”, “Heb ik er ook nog wat over te zeggen?”, of “Wie denk je wel dat je bent om dit zo voor mij te bepalen?”.
Maar onbewust besefte je toen al gauw dat woedend uitvallen tegen je partner nou niet echt zou helpen om hem of haar weer terug te winnen.
En dus bracht je jouw partner in herinnering hoe fijn jullie het samen wel niet gehad hebben, wat jullie samen allemaal wel niet meegemaakt hebben, en misschien ook hoeveel jij wel niet voor hem/haar gedaan hebt.

Of je vroeg wat je partner niet meer aan jullie relatie beviel, bracht een stuk begrip voor hem of haar op, verdedigde jezelf tegen de kritiek op jou die je hoorde (of dacht te horen), en beloofde hem/haar beterschap om de relatie te repareren en weer een nieuwe kans te geven.

Of je liet je partner merken hoe verschrikkelijk dit nieuws voor je was, door te huilen of jouw pijn op een andere manier de vrije loop te laten. Niet alleen om je partner te laten zien hoeveel hij/zij en jullie relatie voor jou betekenden. Maar onbewust ook in de hoop dat je partner zich bij het zien van al je verdriet en frustratie schuldig zou gaan voelen en op z’n besluit zou terugkomen.

Of je deed alsof dit nieuws jou onverschillig en koud liet, in de hoop dat je partner zou gaan inzien dat ie er zelf slechter van zou worden als ie bij jou zou weggaan: “Jij bent degene die iets verliest en misloopt hoor, als je het met mij uitmaakt!”, “Weet wat je doet, want ik kan genoeg anderen krijgen!”, “Ach, ik was toch ook al op jou uitgekeken!”, “Je hebt geluk, want ik was al van plan om het met jou uit te maken!”, “Ach, zonder mij red je het toch niet!” of “Als je binnenkort met hangende pootjes terugkomt, dan hoef ik je niet meer terug hoor!”.

 

Je (onbewuste) tweede impuls: je ex-partner verwijten maken en terugpakken

Werkten al je pogingen om jullie relatie weer te herstellen, te repareren of te lijmen wél, dan voelde jij je weer blij en opgelucht. Óf omdat je de relatie weer terug had die jou zo dierbaar was, óf omdat je nu mooi in de positie was om je partner zelf te dumpen. En in beide gevallen voelde jij je onbewust weer sterker dan je partner (de winnaar): “Ik heb hem/haar toch weer zover weten te krijgen dat ie het opnieuw wil proberen!” of “Mooi, nu heb ik de touwtjes weer in handen, en kan ik hem/haar dumpen voordat ie dat misschien nog een keer bij mij doet!”. Ook was dit goed voor je zelfvertrouwen: “Blijkbaar ben ik voor hem/haar toch wel de moeite waard om mee verder te gaan!” of “Blijkbaar kan hij/zij toch niet zonder mij!”.

Werkten al je herstelpogingen, reparatiepogingen en lijmpogingen níet, dan voelde je dat onbewust als een afgang, vernedering of als een extra deuk in je zelfvertrouwen: “Nou heb ik me zo laten kennen, mezelf zo laten gaan, me zo ingezet, alles uit de kast gehaald of mezelf zo gegeven, en dan word ik nóg een keer gedumpt!”.
Dit laatste is moeilijk te accepteren en de kans is dan ook groot dat je jouw ex-partner daarom sindsdien allerlei verwijten bent gaan maken in je hoofd: “Hoe kon ie dat nou doen?”, “Wat een klootzaak/trut is dat toch!”, “Wat gemeen en achterbaks van ‘m zeg!”, “Dat is wel erg gemakzuchtig/laf om het al zo gauw op te geven!”, of “Overduidelijk hebben ik en onze relatie helemaal niets voor ‘m betekend, want anders had ie er wel voor gevochten!”. Op deze manier geef je jouw ex-partner er steeds van langs in je hoofd, en pak je ‘m terug door ‘m de les te lezen, zonder dat hij/zij en de mensen om je heen dat doorhebben. Dit is stil verzet tegen je relatiebreuk en je ex-partner.

Of je hebt in je omgeving aan iedereen die het (wel of niet) wilde horen rondverteld wat voor een gemenerik je ex-partner is, rondverteld hoe slecht ie eigenlijk wel niet als partner of in bed was, allerlei persoonlijke dingen of geheimen van hem/haar verklapt, of allerlei gevoelige of pikante foto’s van ‘m op Facebook of op Twitter gezet.

Of je bent met je ex-partner de strijd aangegaan via een advocaat om het ‘m zo moeilijk mogelijk te maken, om ‘m te laten zien dat hij niet het recht had om jou zo onrechtvaardig te behandelen, om ‘m te laten zien dat jij niet met je laat spotten en sollen, om ‘m terug te pakken, om ‘m niet de kans te geven om ook het leven van je kinderen te verpesten, of om materieel gezien nog zoveel mogelijk aan jullie breuk over te houden als kleine genoegdoening/compensatie voor het leed dat ie jou heeft aangedaan.

Of je bent nog een stap verder gegaan door je ex-partner steeds te stalken, dierbare dingen van ‘m kapot te maken of weg te halen, ‘m regelmatig lastig te vallen, ‘m te bedreigen, of geweld tegen ‘m te gebruiken.

 

Het terugpakken beheerst en overschaduwt je (vrijgezellen)leven

Heb je jouw toevlucht genomen tot een of meer dingen hierboven, uit boosheid dat je gedumpt bent en dat jullie relatie niet meer te redden is, dan is de kans groot dat je daar ook nu nog steeds mee bezig bent, en er nog steeds in verstrikt zit.
En als je niet oppast, ga je daar nog een hele tijd mee door, misschien zelfs wel de rest van je leven. Dan wordt het als het ware een levensmissie.
Als dit voor jou werkt, dan kun je er gerust mee doorgaan hoor. Maar ik nodig je uit om jezelf eens eerlijk af te vragen hoeveel dit jou nou echt oplevert.

Natuurlijk, het is goed om assertief te zijn en te laten zien dat je niet zomaar over je heen laat lopen. En laten we wel zijn, diep in je hart vind je het eigenlijk ook wel lekker om je partner nog even goed terug te pakken voor wat ie jou allemaal aangedaan heeft. Dat geeft je een stuk voldoening, het gevoel dat je weer meer in je kracht gaat staan, een gevoel dat je weer meer invloed/grip/controle/macht in deze situatie hebt, en meer zelfvertrouwen,
Alleen de vraag is, hoe voel jij je terwijl je hier nog steeds mee bezig bent? Voel je steeds meer opluchting, ontspanning, blijheid, rust, tevredenheid en innerlijke vrede door dit te doen? Of blijf je een voortdurende (en groeiende) woede, wrok, wraakzucht, hekel of haat voelen, en probeer je tevergeefs van die nare gevoelens af te komen door er dan nog maar een schepje bovenop te doen in je woorden en daden naar je ex-partner toe?

Besef goed dat je door deze dingen te doen, continu bezig bent met je ex-partner in jouw buitenwereld, in plaats van aandacht te geven aan je eigen binnenwereld. Terwijl in jouw eigen binnenwereld de echte strijd plaatsvindt: woede, verdriet, ongeloof, teleurstelling, desillusie, gebrek aan vertrouwen en machteloosheid, die er allemaal voor vechten om door jou gezien, gehoord en doorvoeld te worden, en om een plekje te krijgen.

 

Met je ex-partner terugpakken heb je vooral jezelf te pakken

Want wat je ook in je buitenwereld onderneemt naar je ex-partner toe, de pijn en het gemis die je tijdens en na de relatiebreuk voelde, blijven op de achtergrond aan je knagen en je leven overschaduwen, en worden alleen maar groter in je binnenwereld zolang je ze negeert en onderdrukt.

Alleen door met jezelf in gesprek te gaan, het uitgebreid met jezelf te hebben over hoe het nou voor jóu als persoon was om dit mee te maken, en jezelf toestemming te geven om de herinneringen onder ogen te zien en de gevoelens te doorvoelen die daarbij naar boven komen, kom je weer met jezelf in het reine.
Je leert dan stapje voor stapje en met vallen en opstaan om dit hele gebeuren een plekje te geven en los te laten, in plaats van er nog elke dag mee bezig te blijven door van alles naar je ex-partner toe te doen en te zeggen. De ingrijpende relatiebreuk zelf vergeet je niet meer, en het kan zijn dat de pijn en het gemis niet helemaal zullen verdwijnen, maar ze raken in ieder geval op de achtergrond zodat je weer je eigen leven kunt oppakken. Je laat je relatiebreuk dan achter je, in plaats van maar in het verleden te blijven hangen en de toekomst die voor je ligt te blijven verwaarlozen.
En door de innerlijke rust en innerlijke vrede die je dan voelt, zit je niet meer vast in die heftige emoties van daarvoor, en ga je de relatiebreuk zelf ook wat meer in perspectief zien.

 

Een andere blik op gedumpt zijn

Zodra je gevoelswereld weer wat meer tot rust komt, ga je beseffen dat het voor je ex-partner waarschijnlijk ook een moeilijke stap was om het met jou uit te maken en jou dus pijn te doen.Dat ie zelf waarschijnlijk ook in een innerlijk conflict heeft gezeten voordat ie deze stap uiteindelijk kon zetten, en dat ie daarna waarschijnlijk geworsteld heeft met een schuldgevoel naar jou toe en met twijfels of ie er wel goed aan gedaan had om het uit te maken: “Had ik de relatie misschien toch nog een kans moeten geven, er meer voor moeten vechten of mijn eisen wat lager moeten stellen?”.
Dat kan ook het geval zijn als jij zelf de indruk had dat het uitmaken jouw ex-partner wel erg makkelijk afging, of dat hij/zij na het uitmaken z’n leven wel weer erg gauw op orde had. Want hoe rot je ex-partner misschien ook (uiteindelijk) naar jou toe gedaan heeft, hij/zij had er geruime tijd wél behoefte aan om (ook) met jou een relatie aan te gaan: anders had ie daar geen energie en geen tijd in gestoken.

Ook ga je dan inzien dat jullie relatie na verloop van tijd misschien nog wel jóuw (belangrijkste) behoeftes bevredigde, maar niet meer alle belangrijke behoeftes van je ex-partner: bijvoorbeeld doordat z’n behoeftes in de loop van de tijd gingen veranderen of doordat ie zich steeds meer bewust werd van wat ie echt wilde.
En dat ie op het moment van uitmaken (terecht of onterecht) geen manier meer zag waarop jullie relatie die behoeftes wél weer kon bevredigen. Met andere woorden, dat je ex-partner tijdens het uitmaken op zoek was naar meer bevrediging en naar meer geluk, en dat het uitmaken dus niets persoonlijks naar jou toe was (ook al heeft ie dat misschien wel gezegd of gesuggereerd).

Daarnaast realiseer jij je dan dat een relatie net als elke andere samenwerking iets is wat van beide kanten moet komen, en dat er altijd een kans bestaat dat een van beiden af gaat haken. Voor hetzelfde geld was jij zelf tegen een stuk onvrede in je relatie aangelopen en degene geweest die het uit had gemaakt.
>En dan zie je ook eerlijk onder ogen dat een relatie, waarin jullie allebei veel energie, tijd en geld in hebben gestoken, niet zomaar ineens onverwachts stopt. Ik weet zeker dat er al een tijd ervoor signalen waren dat je ex-partner tegen een stuk onvrede in de relatie aanliep (iets in jullie relatie miste), en dat die signalen steeds sterker werden tot het moment van uitmaken.
[Voorbeelden:
Het kan zijn dat je ex-partner meerdere keren aangaf dat ie met je wilde praten, chagerijnig werd, op jou begon te vitten, over jou of over z’n omgeving begon te mopperen/klagen, minder vrolijk werd, vaker boos of neerslachtig was, minder energie had, minder contact met je opnam, minder met je praatte, minder dingen samen wilde doen, niet meer zoveel reageerde op wat je zei of deed, er met z’n aandacht niet meer helemaal bij was als ie samen met jou was, vaker buitenshuis was, later thuiskwam, meer op andere mannen/vrouwen begon te letten, meer met andere mannen/vrouwen contact maakte of omging, zichzelf ineens meer lichamelijk ging verzorgen, een geur of voorwerpen had die je niet kon plaatsen, dingen ging zeggen die niet klopten, of (volgens eigen zeggen of volgens mensen om je heen) vreemd ging.]

Net als alle partijen bij een verbroken samenwerking hadden jullie allebei een aandeel in de verbroken relatie, ook al was het alleen maar dat je de signalen van je partner niet opmerkte of niet serieus nam.
In mijn ogen voelen we allemaal intuïtief haarfijn aan wanneer er iets met onze partner (of met onze kinderen) aan de hand is. En ook al hebben we wat minder contact met onze intuïtie, dan nog vallen ons in ieder geval al gauw dingen op die anders dan anders zijn: met onze partner hebben we namelijk een sterkere band dan met andere mensen, en we kennen die persoon als geen ander.

Vervelend genoeg drukken we onze intuïtie en onze waarnemingen meestal al gauw weer weg omdat we denken dat we ons wel zullen vergissen, dat het vast wel iets tijdelijks/onschuldigs zal zijn, dat het allemaal wel mee zal vallen, dat het vanzelf wel goed komt, of dat onze partner er zelf wel over begint als er iets aan de hand of mis is. En hoe plausibel dat wegdrukken vanuit ons eigen gezichtspunt misschien ook is, het is wel iets wat we zelf doen: daar kunnen we onze ex-partner niet de schuld van geven.

 

Je bent niet machteloos als je partner het uitmaakt!

Zo onmachtig of machteloos als je dacht te zijn toen je ex-partner het uitmaakte, was je in werkelijkheid niet.
Want voordat je aan een relatie begon, wist je al bij voorbaat dat er een (kleine) kans was dat de relatie mis zou lopen.
Ondanks dat heb je er toch zelf voor gekozen om de relatie aan te gaan en om al die tijd in de relatie te blijven. Je hebt dus helemaal zelf bepaald dat je de relatie aan wilde gaan en ermee door wilde blijven gaan, en dat je dus het risico van een relatiebreuk op de koop toe nam.

Ook tijdens de hele relatie had je de touwtjes in handen: je was tijdens de hele relatie in de gelegenheid om je partner eens in de zoveel tijd te vragen hoe ie jou en de relatie vond, en om de signalen uit te spreken die je zag of intuïtief aanvoelde.
Daarmee zeg ik niet dat de relatiebreuk je eigen schuld was of dat je de relatiebreuk had kunnen voorkomen hoor, begrijp me goed.
Maar ook als onze partner mooi weer speelt en doet alsof er niets aan de hand en niets mis is, voelen we intuïtief aan dat dit niet klopt.
En ook al weigert onze partner om te praten over de signalen die we zien of voelen, of over zijn of haar eigen onvrede, dan weten we in ieder geval dat er iets bij onze partner speelt, en zien we een relatiebreuk al eerder aankomen.
Zodat we uit onszelf alvast dingen in de relatie kunnen veranderen, alvast voorzorgsmaatregelen kunnen nemen voor een eventuele relatiebreuk, niet meer overvallen worden door de relatiebreuk op het moment dat die daadwerkelijk komt, en ons niet meer onmachtig, machteloos, kwetsbaar of zwak hoeven te voelen zodra onze partner ons meedeelt dat ie met de relatie wil stoppen …
 

Hoe je conflicten veroorzaakt door niets te zeggen en niets te doen wat conflicten kan veroorzaken

 

 
 
 
Als je onder mensen bent, is het altijd even oppassen wat je zegt en wat je doet. Want wat je zegt en wat je doet kan onbedoeld verkeerd uitgelegd worden of verkeerd vallen.
Vooral als je vertelt wat je voelt, vindt, wilt of denkt. En vooral als je iets wat jij doet of wilt, belangrijker maakt dan wat andere mensen doen of willen.
Het veiligste is dan ook om je binnenwereld zo min mogelijk te delen en om voor zo min mogelijk dingen te gaan.
Want hoe minder je zegt en hoe minder je doet, hoe minder conflicten je kunt krijgen. Toch?

 
Ja, dat zou je inderdaad zeggen hè.
Maar vreemd genoeg is het tegendeel waar!
Hoe minder je zegt en hoe minder je doet, hoe onzichtbaarder je wordt voor de mensen om je heen.
in eerste instantie vinden mensen dat wel prettig en makkelijk: je lijkt altijd stilzwijgend akkoord te gaan met alles wat zijzelf voorstellen, willen en vinden, en dus helemaal achter hen te staan.
Maar op een gegeven moment beseffen ze dat er iets niet klopt. Want iedereen heeft de hele dag door gevoelens, meningen, verlangens, gedachten en doelen. Jij hebt ze dus ook, zo weten ze. En tegelijkertijd merken ze dat jij er met geen woord over rept.
Daarnaast zijn er ook situaties waarin ze graag even willen weten wat jij voelt, vindt, wilt of denkt over iets. Zodat ze rekening met je kunnen houden, feedback krijgen of ze zelf wel op de goede weg zijn, door jouw kijk zelf op nieuwe ideeën komen, of een gezamenlijk probleem kunnen oplossen.

 
Door jouw gebrek aan profiel en aan zichtbaarheid worden ze onrustiger en onrustiger. Blijkbaar is er iets aan de hand, waardoor jij je in hun gezelschap in stilzwijgen hult. Vind jij het niet fijn om in hun gezelschap te zijn? Vertrouw jij hen niet? Hou jij misschien bewust wat achter? Of heb jij zelfs een verborgen agenda? Ze beginnen te piekeren, en krijgen maar geen grip op je.
Door die groeiende onrust worden ze steeds kriegeliger.
Ze gaan jou steeds meer vragen wat je voelt, vindt, wilt en denkt. Als dat niet helpt, gaan ze in jouw ogen irritante dingen zeggen of doen om bij jou een reactie uit te lokken. En levert dat niets op, dan worden ze boos.
En daar heb je ineens het conflict dat je juist dacht te kunnen voorkomen, door niets te zeggen en niets te doen wat conflicten kan veroorzaken!
 

Van alleen plezier zoeken of alleen diepgang zoeken naar: plezier maken én diepgang ervaren

 

 
 
 
Eén deel van jou (je Genietende Ik) wil zich het liefst de hele dag door blij en vrolijk voelen.
Vooral door het voor jou en voor de mensen om je heen lekker licht en luchtig te houden. Ze houdt enorm van grapjes, bekijkt alles van de zonnige kant, en stopt met iets zodra het niet meer leuk genoeg is.
Ook slalomt ze heel handig om beperkingen, problemen, verveling en pijn heen. Want die dingen verpesten je humeur, zorgen ervoor dat je begint te mopperen en te klagen, en maken als je niet oppast je leven zwaar.
Bij de pijn van jouzelf en van anderen staat ze dan ook zo min mogelijk stil: alle tijd die ze daaraan besteedt had jij ook kunnen besteden aan plezierige dingen. Het enige wat ze dan doet is jou of anderen aan het lachen brengen en van de pijn afleiden met een grapje, en plezierige voordelen bedenken die de pijn van jou of anderen wat verzachten.
Mensen om je heen vinden deze Ik van jou soms oppervlakkig of 1-dimensionaal: ze is in hun ogen alleen maar bezig met plezier maken, en neemt de verplichtingen, verantwoordelijkheden, problemen en pijn in het leven niet serieus.

 
Een ander deel van jou (je Gevoelige Ik) is juist het tegenovergestelde: zij neemt het leven serieus, en vooral de gevoelens die het leven in jou oproept.
Het liefst de hele dag door wil ze emoties voelen, en het maakt haar daarbij niet uit of het comfortabele gevoelens of oncomfortabele gevoelens zijn: zolang het maar gevoelens zijn.
Dat merk je nog eens extra duidelijk op de momenten dat je naar films als “Goede Tijden, Slechte Tijden” kijkt. Ze hoopt stiekem dat er in het leven van de filmpersonages van alles en nog wat misgaat, zodat ze zich helemaal in hen kan inleven en helemaal met hen kan meeleven. Een film waarin het hele leven van alle filmpersonages continu op rolletjes loopt, vindt ze maar saai, voorspelbaar, zoetsappig, ongeloofwaardig en onecht.
En net zoals zij van de “Slechte Tijden” in het leven van de filmpersonages kan genieten, kan ze ook genieten van minder “Goede Tijden” in jouw eigen leven. Niet omdat ze jou allerlei slechts toewenst hoor. Integendeel! Maar omdat ze bij minder comfortabele gebeurtenissen intense gevoelens voelt, een stuk diepgang in haar leven ervaart, en dankzij die intense gevoelens en diepgang meer het gevoel heeft dat ze leeft. Intense gevoelens zorgen ervoor dat jouw (vrijgezellen)leven allesbehalve een sleur wordt!
Daarbovenop leer je jezelf dankzij je gevoelens ook meer en meer als persoon kennen, waardoor je steeds meer zelfkennis en zelfinzicht krijgt en steeds meer begrip voor jezelf kunt gaan opbrengen.
Mensen om je heen vinden deze Ik van jou door al die intense emoties soms zwaarmoedig, overgevoelig of dramatisch.

 
Beide delen van jezelf (je Plezierige Ik en je Gevoelige Ik) horen evenveel bij jou: ze zijn allebei even goed, even nuttig en even waardevol!
Maar in de praktijk zul je hoogstwaarschijnlijk merken dat 1 van deze 2 Ikken jouw grootste voorkeur heeft, en van jou vaker en langer op de voorgrond mag blijven dan de andere Ik. En door het onderdrukken of wegduwen naar de achtergrond van 1 van deze 2 Ikken voel je minder bevrediging in je (vrijgezellen)leven en kom je in een innerlijk conflict terecht.
Om je gelukkiger te voelen is het nodig om beide Ikken even leuk te leren vinden, en om hen van elkaar te laten leren. Hoe je dat kunt aanpakken, kun je hieronder lezen.

 
Jouw Gevoelige Ik kan tijdens de verwerking van emotionele gebeurtenissen zo verstrikt raken in het doorvoelen van pijnlijke gevoelens dat ze zich niet meer in staat voelt om in actie te komen: ze voelt zich overspoeld en verlamd. Het lukt haar dan ook niet meer om concrete stappen te zetten om uit deze emotionele situatie te komen. Met als gevolg dat ze vast blijft zitten (blijft hangen) in een pijnlijke situatie, en zwaarmoedig en depressief kan worden.
Je Gevoelige Ik vindt je Genietende Ik normaal gesproken maar ‘oppervlakkig’ en ‘onecht’. Toch is het juist deze Ik die haar op zulke momenten als geen ander kan helpen om zich weer even licht en luchtig te voelen. Met haar onweerstaanbare humor haalt je Genietende Ik je Gevoelige Ik uit de zwaarte die ze op dat moment voelt, en met haar enthousiasme om leuke dingen te doen brengt ze je Gevoelige Ik weer op een fijne en vrijblijvende manier in beweging.
Zodat je Gevoelige Ik zich na afloop weer blij, vrolijk, ontspannen en opgeladen voelt, en zich weer met een frisse blik en met hernieuwde energie kan richten op de emotionele gebeurtenis!
Daarbovenop krijgt ze door het inschakelen van je Genietende Ik eveneens wat ze zo graag wil: intense gevoelens. Want intense blijheid, intense vrolijkheid en intens enthousiasme zijn ook intense gevoelens!

 
Jouw Genietende Ik heeft de neiging om tijdens het najagen van zoveel mogelijk pleziertjes alles te negeren wat haar plezier bederft: verplichtingen, verantwoordelijkheden, problemen, verveling en pijn.
Daardoor kan ze minder genieten van alle leuke afleidingen, want het onprettige gevoel dat op de achtergrond blijft knagen overschaduwt ongemerkt de pleziertjes op de voorgrond.
En doordat ze beperkingen en jouw pijn niet serieus neemt, blijf jij langer in onprettige situaties hangen. Sterker nog, hoe langer zij onprettige situaties negeert, hoe meer ze uit de hand kunnen lopen: kleine irritaties in je relatie kunnen na verloop van tijd uitgroeien tot een relatiebreuk, een stukje onvrede van je leidinggevende tot ontslag, en financiële tegenvallers tot een faiilissement of het bezoek van een deurwaarder.
Je Genietende Ik vindt je Gevoelige Ik normaal gesproken maar ‘serieus’, ‘zwaar op de hand’ en ‘overgevoelig’. Toch is het juist deze Ik die haar op zulke momenten als geen ander kan helpen om onprettige situaties weer ten goede te keren.
Met haar diepgang helpt je Gevoelige Ik je Genietende Ik om het onprettige gevoel van beperkingen en verveling te verduren. Zodat je Genietende Ik tot haar aangename verrassing ontdekt dat beperkingen en verveling haar juist uitnodigen om op een creatieve manier te fantaseren over nieuwe mogelijkheden (iets waar ze dol op is).
Met haar diepgang helpt je Gevoelige Ik je Genietende Ik ook om emotionele pijn door onprettige situaties te verduren. Waardoor je Genietende Ik kan ontdekken wat haar nou eigenlijk zo dwars zit en wat ze nodig heeft om daar verandering in te brengen. Zodat ze problemen blijvend kan oplossen en haar onbevredigde behoeftes alsnog kan bevredigen. En zeg nou zelf, met blijvend opgeloste problemen en met meer bevredigde behoeftes wordt jouw leven toch een stuk plezieriger hè!
Daarbovenop laat je Gevoelige Ik je Genietende Ik voelen dat een intens gevoel dat je leeft ook een kick kan geven en dat diepgang diep kan bevredigen. Net zoals een film zoals “Goeie Tijden, Slechte Tijden”, waarin je jezelf lekker kunt inleven in de emotionele gebeurtenissen van de filmpersonages, ook een stuk genot en bevrediging kan geven …
 

Van alleen op jezelf vertrouwen of alleen op andere mensen vertrouwen naar: op jezelf én op anderen vertrouwen

 

 
 
 
Eén deel van jou (je Krachtige Ik) is ervan overtuigd dat je maar beter op jezelf kunt vertrouwen: mensen maken misbruik van je zwakke punten, of benadelen jou, zodra ze de kans krijgen. En een ander deel van jou (je Beschermende Ik) is er juist van overtuigd dat je maar beter op andere mensen kunt vertrouwen: samen sta je sterk en andere mensen hebben ervaring met gebeurtenissen die voor jou nog (gedeeltelijk) onbekend zijn.

 
Tot nu toe heb je in jouw (vrijgezellen)leven hoogstwaarschijnlijk maar naar 1 van deze 2 delen in jezelf geluisterd.
Óf je doet alles zoveel mogelijk zelf en laat zo min mogelijk invloed van andere mensen toe. Met als gevolg dat jij je sterk, krachtig en autonoom voelt, en tegelijkertijd ook eenzaam, in de steek gelaten, uitgeput en overbelast.
Óf je vraagt geruststelling/bevestiging/advies/steun aan mensen om je heen, en zoekt houvast/duidelijkheid/stabiliteit/veiligheid in afspraken, (ongeschreven) regels, wetten, procedures, richtlijnen, een godsdienst, een levensbeschouwing of een levensfilosofie. Met als gevolg dat jij je gesteund, geaccepteerd en veilig voelt, en tegelijkertijd ook afhankelijk, sociaal verplicht, bang voor afwijzing en niet loyaal aan jezelf.

 
Zou het niet mooi zijn als je bij elke kleine of grote beslissing zelf kon kiezen of je op jezelf gaat vertrouwen of op andere mensen? Oftewel, naar welke van deze twee delen van jezelf jij op dat moment gaat luisteren?
Dat kan!
Het enige wat je daarvoor nodig hebt, is inzien en doorzien wat het verborgen belang is van je Krachtige Ik en je Beschermende Ik. Er is een reden waarom ze zich zo krampachtig vasthouden aan alleen maar op zichzelf of alleen maar op andere mensen vertrouwen! En zodra deze 2 Ikken beseffen wat de echte onderliggende reden is, gaan ze twijfelen of die reden wel terecht is, en beginnen ze ervoor open te staan om zowel op zichzelf als op andere mensen te vertrouwen.

 
Jouw Krachtige Ik wil zich de hele dag door sterk en krachtig voelen. En dat kan alleen door regelmatig grote uitdagingen aan te gaan en vaak de (woorden)strijd met andere mensen aan te gaan. Want pas als je geconfronteerd wordt met een grote uitdaging of met een krachtige tegenstander (iemand die tegenstand of een weerwoord geeft), moet je een beroep doen op je eigen kracht, en ontdek je of je sterk genoeg bent om die uitdaging of die tegenstander te overwinnen.
De (woorden)strijd met andere mensen aangaan lukt niet en heeft geen enkele zin als je vertrouwt op de goedheid van andere mensen. En dus maakt je Krachtige Ik jou de hele dag door wijs dat mensen het slecht met je voor hebben, en dat je de klos bent zodra je op hen vertrouwt. In plaats van jou aan te moedigen om eerlijk naar je intuïtie te luisteren of iemand wel of niet te vertrouwen is.
Door je Beschermende Ik meer ruimte te geven, merkt je Krachtige Ik dat er ook genoeg mensen zijn die jou wél geruststelling/bevestiging/advies/steun willen geven, dat het jou veel energie bespaart als je niet alles zelf hoeft te doen, en dat je altijd zelf in de gaten kunt blijven houden of mensen te vertrouwen zijn (door naar je intuïtie te luisteren, goed te luisteren naar wat mensen zeggen, goed door te vragen en hen desnoods uit te testen).

 
Je Beschermende Ik wil jou dolgraag beschermen tegen een pijnlijke afwijzing door de mensen om je heen en tegen het er niet meer bijhoren. Ze probeert dan ook continu te voorkomen dat je iets doet, zegt of nalaat wat verkeerd kan vallen bij andere mensen.
De veiligste manier die ze daarvoor kent is flexibel blijven: ervoor zorgen dat je loyaal blijft aan de mensen om je heen, en dat je in blijft spelen op hun (onuitgesproken) verwachtingen.
Jezelf flexibel aanpassen aan andere mensen lukt alleen zolang je jezelf niet teveel deelt en niet teveel profiel aannneemt: zolang je anoniem, onder de radar en onder het maaiveld blijft, en niet te zelfbewust wordt.
En om te garanderen dat jij jezelf niet teveel uit, niet teveel laat zien en niet te uitgesproken wordt, trekt ze al jouw opvattingen, meningen en behoeftes bij voorbaat in twijfel. Zodat jij te weinig zelfvertrouwen hebt om voor jezelf te gaan staan en om jouw grenzen aan te geven, en dus makkelijker mee kunt gaan in wat anderen van jou verwachten. In plaats van jou de ruimte te geven om je eigen opvattingen/meningen/behoeftes en de opvattingen/meningen/behoeftes van andere mensen tegen elkaar af te wegen.
Door je Krachtige Ik meer ruimte te geven, voelt je Beschermende Ik dat je sterker bent dan je zelf dacht, dat je sterk genoeg bent om met afwijzing om te gaan, en dat je dus gerust op jezelf kunt vertrouwen.
 

Hoe zelfredzaam jij bent, hangt af van hoeveel ruimte je jouw Verstandige Ik geeft

 

 
 
 
Jouw Verstandige Ik realiseert zich heel goed dat het voor jou als vrijgezel essentieel is om jezelf alleen te kunnen redden.
En dus zorgt ze ervoor dat jij voldoende van alles hebt om zelfredzaam te blijven: genoeg energie, tijd, ruimte, geld, middelen en kennis.

 
Ze stimuleert jou om genoeg te slapen, om alleen dingen te doen die weinig energie kosten, om efficiënt met je tijd om te gaan, om genoeg tijd voor jezelf te nemen, om zuinig met je geld om te gaan, om genoeg geld te sparen, om je koelkast, voorraadkasten en zolder gevuld te houden, en om te weten te komen hoe je dingen moet doen.

 
Ze beseft dat al deze dingen in de loop van de dag op kunnen raken, en dat jij dan aangewezen bent op de hulp van andere mensen om te overleven. En dat wil ze koste wat het kost voorkomen, want omgaan met mensen kost in haar ogen teveel energie, tijd en geld, en maakt jou te afhankelijk.
Daarom zorgt ze ervoor dat jij zo min mogelijk verspilt, door zich altijd goed op dingen voor te bereiden en dingen zo efficiënt mogelijk in te plannen.
Ook zorgt ze ervoor dat jij genoeg spullen in voorraad hebt voor als er dingen opraken (zoals levensmiddelen of batterijen), kapot gaan (zoals lampen) of nodig zijn (zoals gereedschap of boeken).

 
Geef je jouw Verstandige Ik te weinig ruimte, dan wordt ze onderactief: je hebt regelmatig een geldtekort, je bent gauw moe, je zit vaak in tijdsnood, je hebt steeds te weinig in huis, je neemt te weinig tijd voor jezelf, je weet niet goed hoe je dingen moet doen, of je moet vaak een beroep op andere mensen doen.

 
Geef je jouw Verstandige Ik teveel ruimte, dan wordt ze overactief: je gunt jezelf geen ruimte meer om spontaan dingen te doen, je kunt niet goed meer tegen verrassingen, je vindt dat mensen jou te vaak storen (je planning doorkruisen), je ontzegt jezelf teveel leuke dingen (zoals sport of een bioscoopfilm) omdat ze in jouw ogen teveel tijd/energie/geld kosten, je hebt uitpuilende boekenkasten of voorraadkasten, mensen om je heen vinden dat je te weinig tijd voor hen maakt, of mensen vinden je gierig.
 

Wat je kunt doen als je iets heel graag wilt doen of zeggen, maar dat fout, slecht of verkeerd vindt

 

 
 
 
Hoe meer je doet en zegt wat je graag wilt, hoe gelukkiger jij je voelt. Toch kun je als mens en als vrijgezel hoogstwaarschijnlijk genoeg redenen bedenken om niet alles te doen en niet alles te zeggen waar je blij van zou worden.
Eén van die redenen kan zijn dat je iets wat je graag wilt doen of graag wilt zeggen zelf afkeurt: je vindt het fout, slecht, verkeerd of niet horen (“Dat doe je toch niet!”).
Vervolgens word je boos op jezelf (“Hoe kan ik zoiets fouts/slechts/verkeerds nou willen!”), en onderdruk je dat verlangen meteen. Daarna lijkt het of je dat verlangen helemaal niet meer hebt en dat je er lekker vanaf bent, want doordat je het verdringt ben jij je er niet meer van bewust.
Maar in werkelijkheid heb je dat ‘foute/slechte/verkeerde’ verlangen in een laatje van je binnenwereld gestopt, en houd je de hele dag door onbewust dat laatje dicht, uit angst dat dit verlangen onverwachts weer naar boven komt.
En hoe langer je dat laatje dichthoudt, hoe langer dat verlangen onvervuld blijft, hoe groter en sterker dat verlangen wordt, en hoe moeilijker het wordt om het verlangen weg te drukken en te bedwingen. Met als gevolg dat het verlangen vroeg of laat zo’n sterke drang wordt, dat je er alleen nog maar vanaf kunt komen door het alsnog te vervullen: meestal op een heel ongelegen moment, en op een (veel) extremere manier dan nodig is omdat je het verlangen al zolang onderdrukt hebt.

 
Zelf had ik als volwassene bijvoorbeeld een periode dat ik met veel plezier terugdacht aan hoe ik als kind altijd zo genoot van met speelgoedsoldaatjes spelen.
En op een dag kwam er ineens het verlangen naar boven om als volwassene weer met soldaatjes te gaan spelen. Ik schrok me wild, en keurde dit verlangen meteen af: “Ik als volwassene met soldaatjes spelen? Geen denken aan! Ik ben toch niet kinderachtig!”. En: “Met soldaatjes spelen? Oftewel oorlogje spelen? Dat is wel iets heel agressiefs! Terwijl ik graag spiritueel wil zijn!”.
Ik had dit verlangen dan ook weer heel snel onderdrukt, en dacht er voortaan geen last meer van te zullen krijgen. Maar elke keer dat ik in het winkelcentrum langs een speelgoedwinkel liep of in de brievenbus een reclamefolder van een speelgoedwinkel zag, kwam dat verlangen toch weer naar boven. En ik merkte dat het verlangen steeds groter werd in plaats van steeds kleiner.

 
Zelf heb jij op dit moment misschien ook wel iets wat je heel graag zou willen doen of zeggen, maar waar jij je tegelijkertijd voor schaamt. Net zoals ik toen met die speelgoedsoldaatjes. En ook nu schaam ik me er eerlijk gezegd toch ook nog wat voor om dit over die speelgoedsoldaatjes op Facebook te zetten.
Om met je eigen ‘verboden’ verlangen om te gaan, kunnen de volgende stappen jou misschien verder helpen:

Stap 1: Kijk of je jouw verlangen wel echt zelf fout/slecht/verkeerd vindt

Als kind heb je onbewust veel oordelen van mensen om je heen overgenomen over wat wel en niet goed is, en over wat wel en niet hoort (vooral van ouders/verzorgers en docenten).
Ga dan ook nog eens goed na of je wel zelf degene bent die jouw verlangen afkeurt, of dat die afkeurende stem in jou eigenlijk de stem van iemand om jou heen is. Iemand wiens woorden je als waarheid aanneemt, zonder er zelf nog echt goed over nagedacht te hebben of jij het wel met hem of haar eens bent.
Bij deze stap besefte ik dat ik me zelf op z’n tijd graag jeugdig en speels wil kunnen gedragen, en zo nu en dan even gek wil kunnen doen, bijvoorbeeld met speelgoedsoldaatjes. Maar dat ik in gedachten mijn ouders naar mij zag kijken en hen hoorde zeggen: “Word nou eindelijk toch eens volwassen! Je bent toch geen kind meer!”. Dat oordeel was dus het oordeel van mijn ouders waar ik tot dan toe altijd geloof en waarde aan had gehecht, terwijl ik er zelf een hele andere mening over bleek te hebben. Daarnaast realiseerde ik me dat mijn oordeel over “agressief”en “spiritueel” wel mijn eigen mening was.

Stap 2: Kijk wat er in het allerergste geval kan gebeuren als je jouw verlangen toch zou gaan vervullen

Je verstand is er heel goed in om van een mug een olifant te maken. En om alles wat er in theorie allemaal zou kunnen gebeuren zodra je jouw verlangen toch zou gaan vervullen op te kloppen, op te blazen en te overdrijven. En voordat je er erg in hebt gaat je verstand helemaal op de loop met allerlei doemscenario’s.
Ga om je doemdenkende verstand tot rust te brengen dan ook eens na wat het aller-allerverschrikkelijkste is wat er zou kunnen gebeuren, zodra je jouw verlangen toch zou gaan vervullen.
In mijn geval was dat: dat iemand mij zou zien, en me uit zou gaan lachen en me belachelijk zou gaan maken.

Stap 3: Kijk hoe realistisch het is dat het allerergste echt zal gebeuren zodra je jouw verlangen toch vervult

Zodra je eenmaal weet wat het allerergste is wat er zou kunnen gebeuren bij het vervullen van jouw verlangen, weet je ook wat je allergrootste angst op dit gebied is.
En je kunt dan eens objectief nagaan hoe waarschijnlijk en hoe realistisch het is dat jouw allergrootste angst uit gaat komen.
In mijn geval was er inderdaad een kleine kans dat mijn ouders mijn huis zouden binnenkomen, precies op het moment dat ik toe zou geven aan mijn verlangen om met speelgoedsoldaatjes te spelen. Maar, zo besefte ik, ik kon wel de deur van mijn slaapkamer op slot doen, en daar hadden ze geen sleutel van.

Stap 4: Kijk of er een acceptabele mogelijkheid is om je verlangen toch te vervullen in je dagelijkse leven

Ga eens na of er iets is wat je zou kunnen doen om jouw verlangen toch te vervullen, zonder dat er gebeurt waar je het meest bang voor bent.
In mijn geval hadden mijn ouders geen sleutel van mijn slaapkamer, en kon ik de luxaflex dichtdoen voor mijn slaapkamerraam zodat ik geen inkijk had. In mijn slaapkamer zou ik dus wel ongestoord mijn verlangen kunnen vervullen.
Dat heb ik op een gegeven moment ook gedaan, nadat ik wel eerst mijn schaamte opzij moest zetten: ik heb me een paar keer helemaal uitgeleefd met speelgoedsoldaatjes, net zoals ik vroeger als kind zo vaak deed. Eerlijk gezegd deed het me goed om me weer even kind te voelen, in plaats van een volwassene met allerlei plichten en verantwoordelijkheden. En het wonderlijke was dat mijn verlangen na die paar keren uitleven helemaal vervuld was, en sindsdien niet meer is teruggekeerd!

Stap 5: Fantaseer dat je het verlangen in je dagelijkse leven vervult, als je geen acceptabele mogelijkheid ziet om dat in het echt te doen

Het vervullen van je verlangen in de werkelijkheid geeft de meeste bevrediging. Maar het kan zijn dat je (nog even) geen mogelijkheid ziet om je verlangen in het echt te vervullen, zonder dat je met je allergrootste angst geconfronteerd wordt.
In dat geval is er nog een andere manier om je verlangen te vervullen: namelijk in je fantasiewereld! Niemand anders kan in jouw fantasiewereld kijken, en in je fantasiewereld doe je niemand kwaad. Dus daar kun je ongestoord je verlangen vervullen, zo vaak en zo lang als je maar wilt!
Als ik geen slot op mijn slaapkamer had gehad, of als ik samen met andere mensen mijn huis had gedeeld (bijvoorbeeld met een eigen kind, familieleden of medebewoners) had ik soldaatje kunnen spelen in mijn eigen fantasiewereld. Zo vaak en zo lang als ik zelf had gewild. Zonder dat iemand dat kon zien en mij uit kon lachen. En zonder dat ik daar iemand kwaad mee deed of schade mee berokkende …