Zodra je iemand voor de eerste keer ontmoet, heb je geen idee hoe het contact gaat verlopen en hoe goed het gaat klikken.
Zo’n eerste contact is onbewust dan ook best wel spannend: je voelt je wat nerveus, kijkt eerst de kat uit de boom, en begint dan voorzichtig en aarzelend dingen over jezelf te vertellen.
Als je open staat voor andere mensen, dan word je steeds nieuwsgieriger naar de persoon tegenover je. En ook al weet je nog niet zeker of het een comfortabel of een oncomfortabel gesprek gaat worden, je geeft je gesprekspartner wel een kans.
In de loop van het gesprek gaat je nieuwsgierigheid het dan ook meer en meer winnen van je terughoudendheid. En al gauw loopt het gesprek van jouw kant steeds makkelijker, soepeler en ongedwongener.
In plaats van openheid kun je ook wantrouwen voelen naar andere mensen toe. Je verwacht dat andere mensen je vroeg of laat vanzelf wel een keer pijn gaan doen, jou zullen teleurstellen of je iets zullen flikken. En dus zie je jouw gesprekspartner meteen al als een potentiële bedreiging. Voordat jullie ook nog maar één woord hebben gewisseld.
Het vooruitzicht dat dit gesprek weleens uit zou kunnen gaan lopen op pijn, teleurstelling of gekwetstheid, en je groeiende onzekerheid wanneer en hoe dit gaat gebeuren, maken het gesprek steeds onbehaaglijker. En als je er bij voorbaat al vanuit gaat dat iemand hoogstwaarschijnlijk niet te vertrouwen is en maar lang genoeg kijkt, dan zie en hoor je steeds meer dingen bij de ander die dit lijken te bevestigen.
Om uit te testen hoe betrouwbaar je gesprekspartner is, stel je steeds meer kritische vragen en misschien zelfs strikvragen. Ook weeg je in je hoofd meer en meer af wat je wel en niet moet zeggen, wat er mis kan gaan als je iets zegt, en hoe je met zo min mogelijk risico’s iets kan zeggen.
Het gesprek vreet dan ook steeds meer energie en maakt je steeds vermoeider. Ook gaat je gesprekspartner steeds minder vriendelijk kijken, omdat hij of zij continu jouw kritische, wantrouwende en afstandelijke blik op zich gericht ziet. Wat jij op jouw beurt weer kunt gaan vertalen als een signaal dat de ander jou niet mag of kwaad in de zin heeft.
Met als gevolg dat het gesprek steeds stroever en moeizamer verloopt.
Het duurt dan ook niet lang voordat je het gesprek abrupt beëindigt en weggaat, in je hoofd gaat zitten en afwezig bent in het gesprek, of in de tegenaanval gaat. En als de ander voortijdig het gesprek beëindigt (bijvoorbeeld om een andere afspraak na te komen), dan vat je dat persoonlijk op en zie je dat als een afwijzing, een gebrek aan interesse of als een teken van onbetrouwbaarheid.
Jouw wantrouwen (je angst voor andere mensen én onbewust ook voor jezelf) is één van de angsten die je op de 4e verdieping van je vrijgezellenleven gaat loslaten om je voor alles en iedereen open te leren stellen.
En je wantrouwen loslaten helpt je om jezelf op de 5e verdieping te laten zien en te laten horen zoals je bent.