De blog Wat voor soort vrijgezel ben jij? gaf jou een indicatie welk soort vrijgezel jij weleens zou kunnen zijn.
Nu je dit weet, heb je meteen een indicatie hoe jij met jezelf praat.
En hoe je met jezelf praat, is hoofdwaarschijnlijk ook hoe je met de mensen om je heen praat.
Welke manier van praten hieronder herken jij het meest?
En past deze manier bij de soort vrijgezel waarop jij in Wat voor soort vrijgezel ben jij? bent uitgekomen?
Weetjes over met jezelf praten kun je vinden op: Weetjes over: Bij jezelf terecht kunnen
Vrijgezel 1:
Ik praat met mezelf vooral over dingen die moeten, juist zijn en horen. En over de dingen die ik in mijn ogen fout of verkeerd heb gedaan. Voor ideeën van mezelf om dingen nog beter te doen en te zeggen, sta ik erg open.
In gesprekken met mezelf let ik continu goed op of ik wel de juiste dingen zeg op de juiste manier.
Over alles en iedereen heb ik instinctief een mening (meestal een oordeel). Omdat elke mening van mij in mijn ogen de waarheid is, sta ik mezelf niet toe om te onderzoeken of mijn meningen wel echt kloppen.
Ik geef mezelf ook niet de ruimte om te praten over plezierige dingen die ik graag zou willen.
Vrijgezel 2:
Ik praat met mezelf vooral over wat andere mensen nodig hebben, en over wat ik hen kan bieden. Ook kijk ik regelmatig terug hoeveel of hoe weinig verschil ik voor andere mensen gemaakt heb.
Mijn eigen behoeftes komen niet of nauwelijks aan bod.
Vrijgezel 3:
Ik praat met mezelf vooral over de successen die ik behaald heb, en over manieren waarop ik nieuwe successen kan behalen.
Ik praat niet langer dan nodig is met mezelf, zodat ik snel weer dingen kan doen.
Voor mijn twijfels of ik wel echt zo succesvol was, is geen ruimte. Ook over de keren dat ik gefaald heb wil ik het niet met mezelf hebben.
Verder komen dingen waarmee ik niet kan scoren (zoals dingen die mij alleen plezier opleveren) niet of nauwelijks aan bod.
Vrijgezel 4:
Ik praat met mezelf vooral over mijn intense gevoelens, en over de verschillen tussen mijzelf en andere mensen.
Hierbij laat ik me leiden door mijn gevoelens, zodat ik tijdens het praten met mezelf door hoge pieken en diepe dalen heenga.
Dingen die geen intense gevoelens bij mij oproepen komen niet of nauwelijks aan bod.
Vrijgezel 5:
Ik praat met mezelf vooral over dingen die ik nog niet weet, en die ik wel moet weten om me zelfstandig te kunnen redden.
Hierbij richt ik me op concrete, tastbare en waarneembare gespreksonderwerpen, en blijf ik continu objectief en neutraal.
Subjectieve dingen zoals gevoelens en meningen zonder onderbouwing komen niet of nauwelijks aan bod.
Vrijgezel 6:
Ik praat met mezelf vooral over de risico’s, gevaren en bedreigingen waar ik tegenaan zou kunnen lopen.
In gesprekken met mijzelf trek ik mezelf continu in twijfel.
Mogelijkheden en plezierige dingen komen niet of nauwelijks aan bod.
Vrijgezel 7:
Ik praat met mezelf vooral over de leuke dingen die ik nog wil gaan ervaren.
Terwijl ik nog met mezelf over een onderwerp aan het praten ben, stap ik regelmatig weer over op een (nog) leuker onderwerp. Ook neem ik mezelf niet al te serieus in gesprekken met mezelf.
Beperkingen, verplichtingen, saaie dingen en pijnlijke dingen komen niet of nauwelijks aan bod.
Vrijgezel 8:
Ik praat met mezelf vooral over dingen die me energie en kracht geven.
Als ik merk dat een gespreksonderwerp mij raakt of op een andere manier beïnvloedt, ontken ik dat het wat met me doet. Daarna richt ik me meteen op een ander onderwerp dat me energie geeft in plaats van kost.
Mijn kwetsbaarheden en zwaktes komen niet of nauwelijks aan bod.
Vrijgezel 9:
Ik praat nauwelijks met mezelf: mezelf, andere mensen, dingen en situaties maak ik namelijk niet gauw belangrijk.
Als ik toch met mezelf over dingen praat, dan gaat het vooral over dingen waar de mensen om mij heen tevreden over zijn. En eventueel over dingen waar ikzelf tevreden over ben en die me een rustig gevoel geven.
Mijn meningen en behoeftes komen niet of nauwelijks aan bod.